Terri schreef: ↑19 aug 2023, 14:26
Cyrillus schreef: ↑19 aug 2023, 13:45
-DIA- schreef: ↑19 aug 2023, 11:01
Ik denk, uit vele reacties blijkt dat, dat velen niet meer weten wat een 'bevindelijke preek' is. Men denkt dan aan termen of uitdrukkingen maar het Godswerk in de bevinding lijken we niet meer te herkennen. Hopelijk mag dit opgemerkt worden. Het is immers God die in u werkt, beide het willen en het werken. Ook het gebed om bekering, als het waarachtig is, kan alleen door Gods Geest worden gewerkt. Want we kunnen weten dat uit de mens geen vrucht meer te verwachten is, maar alleen uit het soevereine werk van God.
Dat Godswerk leert zaken die de mens van nature niet weet, of enkel het verstand, een weten of toestemmen. Maar dit weten en toestemmen wordt werkzaam als de Geest gaat werken in een mens, die van nature nooit in waarheid naar God vraagt. Nu we deze preken bijna niet meer horen lijkt het of degenen die een bevindelijke leer voorstaan nu haast als een sekte worden gezien, een soort van uitwas aan de rechterzijde van wat men nu de 'gereformeerde gezindte' noemt.
Bevinding zou de ervaring moeten zijn ontstaan door het leven met God in de praktijk van alledag. Door het leven met God groeit een gelovige van een baby tot volwassene. Immers, hij leert dat hoe de golven ook mogen woeden dat God hem vasthoudt (de beproeving werkt lijdzaamheid en de lijdzaamheid bevinding). Zij weten dus ook zeker dat het echt is. Bevinding bij ons in de kerkbanken is dat babies in het geloof wachten tot ze van God vanzelf de ervaring in hun hart geschonken krijgen. Hierdoor zijn zij nooit zeker, immers het is geen gelouterd geloof, maar een geloof gebaseerd op tijdelijke gevoelens.
De heilige omgang met God is niet het doel, maar de ervaring van het wonder.
God wordt hierbij middel in plaats van doel.
Ik heb me niet echt in de discussie gemengd, maar toch even een klein berichtje, het trof me nl. Met name de dikgedrukte regels.
Ze komen ook in andere denominaties voor, want wat je schrijft is absoluut waar. Maar daar wachten ze niet, maar ijveren soms met een Jehu's ijver.
Deze week een preek gehoord in een niet echt reformatorische kerk, waar de predikant zei: "gaat het om het werk van de Heer, of om de Heer van het werk".
Het is een valkuil voor menigeen.
Waar gaat het me werkelijk om.
Filosoferen is toch niet wat het is. Van de kant van de natuurlijke mens gaat het nooit om God. Dat kan alleen door de liefde die wordt uitgestort in het hart van een levend gemaakt mens. Die mens heeft ook geen liefde, die was ook een vijand van God. Ik denk dat dit punt niet meer voldoende benadrukt wordt: De mens is een vijand van God. We krijgen zo een theologie van mensen die het goed menen en die niet met alles ondersteboven hoeven, en toch zeggen dat ze tot God bekeerd zijn. Hoe kan dit dan? Immers elk mens waarin God werkt zal toch iets kennen van de vijandschap van zijn natuurlijk bestaan. Bij de natuurlijke mens (laten we dit onderscheid vasthouden) is er geen liefde, is er alleen vijandschap, ja die is dood door de misdaden en de zonden. Als een mens iets van de liefde van God mag proeven is hij, zoals ik wel geloof ook bedorven voor de wereld, en ook voor alle gediscussieer. Als iets van die ongeveinsde liefde van nabij kent, dan gaat daar zoveel van uit, dat je niet anders kunt zeggen dan: Dit is Gods werk. Dan hoef je echt niet te vragen wat het is.
Maar nu zijn er ook mensen die zelfs hierdoor overeind blijven, en laten we daarvoor vrezen, want ik geloof dat dit een verharding is tegen God. Dan zijn zij die uit de midden van de christelijke kerk komen het meest vatbaar voor deze verharding, die tegen beter weten in doorgaan. Een heiden of iemand uit 'de wereld' kan niet zo zondigen dan iemand die ooit onder de zuivere waarheid heeft gezeten. Dat die schrik ons moge weerhouden om niet teveel te bedenken wat bevinding of niet is. Degene die het niet kent kan er uit de praktijk niets over zeggen en de het wel kunnen zullen daar doorgaans ook niet zo mee te koop lopen. Maar dat zijn wel mensen die het niet van zichzelf of uit een boekje weten.
U sprak ook over een Jehu's ijver. Ook dat is iets waar we met name als we de waarheid voorstaan wel beducht voor mogen zijn. Wat drijft mij? Daarom laten onze woorden dan maar weinig zijn. Ik heb de ellende dat ik wel eens veel te veel woorden gebruik. Dan moet ik ook bedenken dat in de veelheid van woorden de overtreding niet ontbreekt. Laten we dan altijd maar bij eigen hart beginnen, dan hebben we, zo denk ik toch, meer dan genoeg.