Momenteel heb ik het stuk niet bij de hand. Daarom even uit mijn hoofd. Hij schrijft in een negatieve zin over groeien in het geloof.
Ik herinner me dat hij pleit voor: Hij moet wassen en ik minder worden.
Er is echter ook een andere kant, en die noemt hij niet. En dat gaat over het opwassen (groeien) in de kennis van Christus.
Mmm, ik vind dat hij in die alinea wel een punt heeft. Een ware gelovige groeit als een koeiestaart. Van boven zit -ie gelukkig vast en als -ie groeit komt -ie lager te hangen.
Als ik je andere postings lees denk ik dat je toch nog even het artikel moet lezen. Misschien dat je je kritiek op de alinea waar deze uitspraak uit komt en de alinea daarvoor met elkaar verwart?
Je moet het mij maar niet kwalijk nemen, maar ik kan niet zo goed uit de voeten met verhalen over koeienstaarten en dergelijke.
Het is niet mijn bedoeling je te beledigen, maar ik kan een vervelend gevoel over dergelijke vergelijkingen niet van me afzetten.
Mij dunkt dat Christus wel in staat is om iets beters te 'maken' van zijn beminde gelovigen dan koeienstaarten die alsmaar lager gaan hangen.
Daarvan zijn vele getuigenissen te vinden in de Bijbel.
Ja, een mens is vies, ongewassen. Maar Hij zegt: Zie, hier ben Ik, en hoewel hij ze vindt, nog ongewassen en onder het geboortebloed, Hij wast ze, reinigt ze, voorziet ze van schone kleren. Kortom, Hij gaat iets moois van ze maken.
Die koeiestaarten herinneren me aan een uitspraak van een predikant die we een paar weken geleden hoorden in een preek.
Hij zei letterlijk dit: Gods volk op zijn best is meestal nog minder dan een verworpene op zijn slechtst.
Daarvan zijn wij ook erg uit onzen doen geraakt. Dergelijke uitspraken verwarren ons. Maar we maken ons er ook zorgen over. Immers, dit is tot grote oneer van Christus. Alsof Die grote Koning niet in staat is, iets beters te maken van de mens, dan iets wat kennelijk nog slechter is dan een verworpene op zijn slechtst.
Zulke uitspraken begrijpen wij dus niet, of we kunnen ze niet plaatsen. Of ze kunnen gewoon niet.
Helaas is de krant met het intervieuw met Dr. van der Sluijs al in het oud papier beland.
Maar ik herinner me dat hij negatief sprak over enerzijds de reformatorischen, maar anderzijds over wat meer evangelischen. In dat stukje had hij het over dat groeien in het geloof. Het kwam op mij eenzijdig over. De Bijbel spreekt over zulke zaken meestal met twee woorden. Enerzijds het Hij moet wassen en ik minder worden. Maar anderzijds ook over het opwassen in de kennis en de genade van onze Heere Jezus Christus. En dat tweede miste ik in de redenering van Dr. van der Sluijs.
Zulke uitspraken en beweringen gaan er doorgaans bij het kerkvolk wel in als zoete koek.
Want ze hebben wel een bepaalde klank die voor de vrome mens aantrekkelijk is. Echt, zulke uitspraken gaan van een leien dakje.
Maar wij begrijpen het niet.