Ik vind dit geen goede voorbeelden inzake het discussiepunt. Jezus zegt niet: jij kunt dat niet. Maar Hij zegt: als je dat doet (en Hij problematiseert dat verder niet) dan is het de Vader die je trekt.Valcke schreef:Ik wil hier kort op reageren - even los van het misverstand dat kennelijk gerezen is (daar wil ik mij niet mee bemoeien).Ditbenik schreef:In de preken in de Bijbel zie ik nergens dat er wordt bijgezegd 'maar dat kun je zelf niet' of zo. Daar wordt zonder voorbehoud de oproep tot geloof en bekering gepredikt bijvoorbeeld "Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden (en gij zult zalig worden. SV)".
Het is geheel waar dat de oproep tot geloof en bekering zonder voorbehoud gepredikt wordt. Dat betekent echter niet dat de onmacht (en onwil) van de mens niet eveneens genoemd benoemd mag en moet worden. Dit hoeft zeer beslist niet verzwegen te worden wanneer de oproep tot geloof en bekering klinkt.
We vinden dit ook in de Bijbel, bv. Johannes 6. In vs. 35 klinkt duidelijk een nodiging en oproep om te geloven: 'Ik ben het brood des levens; dit tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.' Vervolgens vinden we in vs. 37: 'Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en dit tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen.' Vs. 37 is een bemoedigende tekst, maar deze tekst maakt tegelijk óók duidelijk dat het geloof niet in het vermogen van de mens ligt. En in vs. 44 wordt vervolgens heel duidelijk gezegd dat niemand uit zichzelf komen en geloven kan: 'Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.' Dus hier wel degelijk een 'preek', van de Heere Jezus zelfs, waarin wel degelijk de oproep en nodiging vergezeld gaat met de leer van de onmacht van de mens en de noodzaak dat de Vader de mens trekke.
Ik weet niet waarom dit uit elkaar getrokken zou moeten worden. Beide moet verkondigd worden. En het ene komt volstrekt niet in mindering op het andere.
Dat is mijns inziens toch echt iets anders dan ik van HH lees.