Guy schreef:De voorbereiding die jij noemt is een werk dat uitverkorenen en verworpenen gemeen kunnen hebben...
Nee, ik spreek over voorbereidingen door Gods Geest in de uitverkorenen. Deels zijn die voorbereidingen niet verschillend van de werkingen in verworpenen, maar deels zijn zij dat wel.
Ook de Leidse professoren spraken over voorbereidingen in de uitverkorenen vóór de wedergeboorte:
Leidse professoren, Thysius
“Diensvolgens brengt niemand tot deze genade [de vernieuwing van de wil] iets toe, ja ook vermag hij zich niet (...) tot haar voor te bereiden, ter beschikking te stellen en te voegen, niet meer dan iemand tot zijn verwekking en levendmaking iets toebrengt.
Toch ontkennen wij niet, dat God hier gebruik maakt van zekere voorbereidingen, zoals nu eens de natuur, dan weer de wet, waardoor de zondaar tot wanhopen aan zichzelf gebracht, als met de hand geleid wordt tot de vertroosting van het Evangelie en de hoop op God. Maar voorzeker wordt dit werk in ons uitgericht door de kracht van de Geest, door middel van de verkondiging van het Evangelie, opdat niemand mene, dat wij heftige aangrijpingen en geestdrijverige en plotselinge bewegingen stellen.” (Synopsis, XVII.31, 32.)
Leidse professoren, Walaeus
“De verdienende oorzaak van deze gave [namelijk de aanvankelijke wedergeboorte en bekering] is niet enige voorafgaande geschiktheid in ons, of een voorbereiding (...).
Wij ontkennen echter niet dat God Zelf weliswaar gewoonlijk op verschillende wijzen, hetzij door de bewijsmiddelen der natuur, Rom. 2:4, hetzij door het woord van de Wet en het Evangelie, de mensen langzamerhand voorbereidt, vóórdat Hij hen van deze weldaad deelgenoot maakt (...), maar wij ontkennen ten eerste, dat God tot deze gewone wijze van handelen gehouden is, gelijk uit de met Christus gekruisigde misdadiger en Paulus die de kerk vervolgde, blijkt; (...) tenslotte [ontkennen wij] dat enige dergelijke geschiktheid of voorbereiding die aan het geloof voorafgaat, een voorgaande is, waaraan door God een vaste belofte van deze gave gedaan is, daar al wat uit het geloof niet is, zonde is, Rom. 14:23, en zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen, te weten ter aligheid, Hebr. 11:6. (Synopsis, XXXII.5, 6.)
“De instrumentele oorzaak van deze weldaad [van aanvankelijke wedergeboorte en bekering] is het woord van God, zowel van de Wet als van het Evangelie.
Want door de Wet, zowel in de natuur ingeschreven, Rom. 1, als op de stenen tafelen vernieuwd, 2 Kor. 3, wordt de mens tot de ware erkenning van zijn veroordeling en ellende gebracht, gelijk elders is uitgelegd; zonder welke de mens niet vatbaar kan zijn voor wedergeboorte en zaligmakende bekering, daar Christus zelf betuigt, dat Hij niet gekomen is om rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering te roepen, Matth. 9:13.” (Synopsis, XXXII.10, 11.)