Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is,
Deze tekst (Hebreeën 10:25) werd in coronatijd nogal eens half geciteerd. Het andere deel van dat vers is:
maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.
Ik houd mezelf en jullie voor: Hoe doen we dat? Zien we om naar de mensen die we (denken te) missen? Praten we óver hen, oordelen we? Of hebben we ze lief en praten we met hen? En als we met hen spreken, luisteren we dan ook oprecht? En wat doen we met de dingen die we horen? Gelijk in de verdediging, weerleggen?
Denk nú aan een concreet persoon ga in gebed en neem contact op. Vooral in grote gemeenten is men samen eenzaam.