Valcke schreef:Ditbenik schreef:Valcke schreef:Het woord 'Geef de keizer wat des keizers is en geef Gode wat Gods is' is hier zeker van toepassing. De overheid dient Gods inzettingen te bevorderen en deze niet tegen te staan. Wanneer het laatste gebeurt, dan moet dit genegeerd worden. Dus: het vijfde gebod telt in dit geval überhaupt niet richting de overheid.
Verder gaat het in het zesde gebod om het doden door opzettelijkheid of evidente onvoorzichtigheid. Wanneer een mens geen klachten van ziekte heeft en bovendien bepaalde redelijke voorzorgsmaatregelen genomen heeft, dan begaat hij geen zonde tegen het zesde gebod wanneer hij toch een ander besmet heeft. Dan maakt het ook volstrekt niet uit waar die besmetting geweest is: thuis, op het werk, of in de kerk. Het vreemde is dat mensen het z.g. 'dilemma' alleen toepassen op de kerk, en niet op thuis, werk of winkel.
Het woord 'Geef de keizer wat des keizers is en geef Gode wat Gods is' ging over het betalen van de belasting aan de keizer en aan de tempel. Je rekt dat wel heel ver op als je dat zo trekt omdat het ons nu goed uit komt. Nog los van de vraag of we er ook zo op hameren als we ons belastingformulier of het formulier vrijwillige bijdrage van de kerk invullen. Maar om dit woord van Jezus te gebruiken om het vijfde gebod in deze situatie buitenspel te zetten richting de overheid gaat me veel te ver.
De tekst geeft aan dat er zaken zijn die
NIET behoren tot het terrein van de burgerlijke overheid. De Heere Jezus begrenst dus de macht van de overheid. En dan gaat het niet alleen om deze ene tekst, maar om het geheel van de Schrift. En dat heeft dus niets te maken met 'omdat het goed uitkomt'.
Romeinen 13 leert ons dat de overheid taken heeft ten aanzien van bv. het heffen van belastingen en het straffen van kwaaddoeners.
N.B. Nergens in de Schrift wordt de overheid gesteld over alle zaken van het leven, inclusief de dienst van God en persoonlijke betrekkingen.
Ik heb afgewacht of er verder gereageerd zou worden op deze duidelijk anarchistische boodschap. Nu dat niet gebeurd wil ik daarop toch een reactie geven. Waarom is dit anarchistisch? Omdat wordt gesteld dat de burgerlijke overheid geen zeggenschap zou hebben over een deel van het maatschappelijk verkeer. Principieel maakt het niet uit of dat een klein of een groot deel zou zijn. Deze invalshoek is op dit forum vaker voorgekomen, maar wordt nu onderbouwd vanuit een Bijbeltekst. De vraag is dan of de exegese zoals hier gegeven ook daadwerkelijk klopt. Dat antwoord moet ontkennend zijn.
Wordt de tekst in verband gelezen, dan volgt daar in het geheel niet uit dat Jezus de macht van de overheid beperkt en delen van het maatschappelijk verkeer aan het gezag van de overheid onttrekt. Ook kan er geen hiërarchische verhouding tussen beide regeringen uit worden afgeleid. Eerder het tegendeel is waar. Jezus bevestigd het gezag van de wereldlijke overheid, ook in die situaties die wij liever niet hebben. Tegenover de Joden handhaaft Jezus het gezag van het Romeinse bewind. De overheid is het van God gegeven gezag en daaraan dient men zich te onderwerpen. In het verlengde daarvan worden de Farizeeën op hun verzuim in de religie gewezen. In het bijzonder wordt tegen hen gezegd: Geef Gode wat Gods is.
De conclusie is dat deze tekst geen enkele grond biedt aan de idee dat er zaken NIET behoren tot het terrein van de overheid. Deze tekst kan daarom niet dienen voor onderbouwing van welk anarchistisch argument dan ook. Deze tekst geeft juist grond aan de idee dat NIETS is onttrokken aan het gezag van de wereldlijke overheid.
Maar hoe zit het dan met Calvijn? Ik heb onderstaand dezelfde tekst als Valcke opgenomen. De tekst die cursief is gedrukt komt niet voor in het citaat van Valcke.
Calvijn schreef:Immers het maakt een duidelijk onderscheid tussen de kerkelijke en burgerlijke regering, om ons te doen verstaan, dat de uitwendige onderwerping niet verhindert dat ons geweten inwendig vrij kan zijn voor God. Christus wilde de dwaling weerleggen, ten gevolge waarvan men meende dat men het volk Gods niet zijn kon, zonder vrij van elke menselijke heerschappij te zijn.
Dit onderscheid moet alzo bij ons vaststaan: daar God de enige Wetgever zijn wil in het besturen der zielen, moeten wij de regel waarnaar wij Hem zullen dienen nergens anders zoeken, dan in Zijn Woord, en alleen in de zuivere dienst, die ons daarin voorgeschreven wordt volharden; doch de macht der overheid, de burgerlijke wetten en vonnissen verhinderen niet, dat de dienst Gods ongeschonden bij ons bewaard kan blijven.
Dit onderwijs heeft een nog wijder strekking, en wel deze, dat ieder de plichten, die hij jegens de mensen verschuldigd is behoort te volbrengen; dat de kinderen zich aan de ouders, de dienstbaren aan hun heren gewillig moeten onderwerpen; dat de een de ander onderdanig zijn moet en gehoorzamen volgens de wet der liefde, indien God slechts altijd het oppergezag behoudt; want alle plichten die men aan de mensen verschuldigd is, zijn wat men noemt ondergeschikt aan die welke Hij van ons eist.
In het kort: aangezien al degenen die de burgerlijke orde omkeren tegen God oproerig zijn, gaat
de onderwerping aan vorsten en overheidspersonen altijd met de dienst en de vreze Gods hand aan hand. Doch ook aan de andere zijde, wanneer de vorsten zich iets van het recht Gods aanmatigen, moet men hen niet verder gehoorzamen dan de belangen van de godsdienst dat toelaten.
Wie dit eerlijk leest kan niet anders dan tot de conclusie komen dat Calvijn geen inperking van het overheidsgezag leert. Ook hij leert expliciet de gehoorzaamheid aan de wereldlijke overheid. Het beroep op Calvijn om te komen tot beperking van het overheidsgezag faalt daarom.
Tot slot nog een citaat van Calvijn uit het slothoofdstuk van de Institutie:
Calvijn schreef:Want zij (= de burgerlijke regering) dient niet alleen, ……………… Kortom, opdat onder de Christenen een openbare gedaante van religie zou zijn en onder de mensen menslievende omgang zou bestaan. En niemand verwondere er zich over, dat ik de zorg om de religie juist te regelen nu opdraag aan de burgerlijke regering der mensen, terwijl ik haar boven buiten het oordeel der mensen schijn gesteld te hebben.
Gelukkig maar dat ook het "regelen van de religie" tot de taak van de burgerlijke overheid behoort, want hoe zouden wij ons anders met goed fatsoen kunnen beroepen op de Synode van Dordrecht?