Vervreemd van het voorgeslacht
Geplaatst: 25 mei 2004, 16:34
Ik geloof dat velen uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten en zij die zich verwant weten met de Hervormd-Gereformeerde stroming verre vervreemd zijn van de toonaangevende figuren in hun gemeenten van pak 'm beet 50-100 jaar terug. Zijn wij veranderd?
Ds. J. Fraanje (Geref. Gem.):
"O volk des Heeren (...) hebt u met Hem voor het oordeel Gods gestaan in de vierschaar, toen de waarheid en de gerechtigheid geëist werd en dat er aan de Goddelijke gerechtigheid genoeg. gedaan moest worden ? Met uw tranen en met uw bidden en zoeken en kermen wordt Gods wet niet voldaan en de waarheid niet verklaard.
Hebt u met Hem in het oordeel gestaan en bleef er toen niets anders over dan schuld en recht en is Hij u van de Vader ontdekt tot wijsheid, tot rechtvaardigheid, tot heiligmaking, en tot een volkomen verlossing?"
Ds. W.C. Lamain (Geref. Gem.)
"Ja, er komt wel eens een lichtstraal in hun ziel, soms wel eens een opening in het evangelie, een gezicht op Christus, maar Gods recht is niet voldaan; de schuld is niet verzoend, de vloek van de wet niet opgeheven. God geeft dat volk waar Hij de hand Zijner genade aan gelegd heeft, wel eens ruimte, zeker, dat geschied, maar zij lopen met een ongeredde ziel over de wereld. En bemoediging is geen oplossing. Zij staan met alles wat zij wel eens beleven mochten toch aan hun eigen kant, en dan is maar steeds de vraag hoe het nog eens aflopen zal.
Een geopenbaarde Christus is nog geen toegepaste Christus; en een belovend God, nog geen vervullend God. In de grootste donker, en onder de zwaarste bestrijdingen, dan geloven zij het wel dat het goed voor dat volk zal uitkomen, maar de vraag is, hoe zal het met hén gaan. Het blijft een persoonlijke zaak."
Ds. G. van Reenen:
"Maar als u nu iets van deze lessen doorgeleerd hebt, door de Heilige Geest, als u daar een welgevallen krijgt in de straffen van uw ongerechtigheid als u daar de Heere in Zijn heilig recht om u te verdoemen kan billijken, ja als u alleen zulk een God, die Zijn deugden niet straffeloos laat krenken, lief krijgt, al kost het dan ook uw leven, en als u dan daar zult staan als een radeloze, die de voltrekking van zijn vonnis afwacht, die meent de genadeslag te krijgen, dán zult u tot uw eeuwige verwondering ontdekt krijgen, dat Jezus die Weg is."
Ds. I. Kievit (herv.):
"Doch daar is dan in waarheid een zondaar gekomen op de grensscheiding. Door de wet aan de wet gestorven! Hij moet aanvaarden het vonnis van de wet. Werken heeft hij niet, die kan hij dus ook niet meer aanbieden. Gerechtigheid van een ander bezit hij niet, die kan hij dus evenmin tonen. Op een Verlosser wijzen kan hij niet, want Die is in het stervensmoment niet te zien. Waarom niet? Opdat het recht van de wet vervuld wordt.
Maar dan blijft er maar een mogelijkheid over. Welke mogelijkheid? Zich onvoorwaardelijk aan de vloek van de wet prijsgeven, als de standaard van de Goddelijke rechtvaardigheid. Zich onvoorwaardelijk prijsgeven aan die God, Die toornt in grote verbolgenheid. Aan het einde van de wet staat het onverbiddelijk vonnis van de wet, dat onze ondergang eist.
Het is van zo'n groot belang dit recht te verstaan, dat wij juist daarom er wat uitvoerig bij stilstaan. Dit is te meer nodig omdat de levende kennis van deze zaken zeer schaars is in onze dagen.
Op de grensscheiding! Er is een ogenblik in Zijn toorn! Op de grensscheiding gaapt de afgrond voor de voet van de zondaar. De beloften van het Evangelie kan hij niet aangrijpen, want dan zou hij zelfs hier wet en Evangelie vermengen. En dan was hij niet aan de wet gestorven."
Ds. L. Vroegindeweij (herv.):
"Zouden sommige groepen en personen dan een nagebootst geloof hebben, dominee? Dat zou wel eens kunnen zijn, Thomas. Waaraan weet ik dan of het mijne echt is? Als je bevindelijk aan je onmacht ontdekt bent geworden, en als je niet hebt kunnen geloven tot vereniging met Christus, totdat God je het geloof gaf. Dan ga je veilig, jongen."
Ik denk dat we dit soort prediking steeds meer aan het verliezen zijn in ons kerkelijk Nederland, dat er steeds minder bevinding komt. En degenen die het niet kennen, die briesen en uiten vijandschap tegen dat soort prediking. We roemen dat we van de Gereformeerde Gemeenten komen, dat we hervormd-gereformeerd zijn. Ondertussen mag het niet meer zo nauw, hoef je geen arme en verslagene van geest te zijn om geholpen te worden en opgericht te worden. Ondertussen wordt wedergeboorte na het geloof gesteld, omdat het anders ook zo'n moeilijke weg wordt. Het is in onze tijd steeds meer: "geloof geloof" zonder te vertellen dat het geloof enkel en alleen woont in een verbroken en verslagen hart en in welke weg wij Jezus leren kennen en onze eigengerechtigheid leren kennen als zonde. De wedergeboorte en onmacht worden gezien als obstakels. Ik vraag me wel eens af: kennen we nog zielsbevindelijk om gestorven te zijn aan de wet, de vloek mogen billijken en aanvaarden en door recht verlost te worden? Zijn we niet ver af van het voorgeslacht?
Ds. J. Fraanje (Geref. Gem.):
"O volk des Heeren (...) hebt u met Hem voor het oordeel Gods gestaan in de vierschaar, toen de waarheid en de gerechtigheid geëist werd en dat er aan de Goddelijke gerechtigheid genoeg. gedaan moest worden ? Met uw tranen en met uw bidden en zoeken en kermen wordt Gods wet niet voldaan en de waarheid niet verklaard.
Hebt u met Hem in het oordeel gestaan en bleef er toen niets anders over dan schuld en recht en is Hij u van de Vader ontdekt tot wijsheid, tot rechtvaardigheid, tot heiligmaking, en tot een volkomen verlossing?"
Ds. W.C. Lamain (Geref. Gem.)
"Ja, er komt wel eens een lichtstraal in hun ziel, soms wel eens een opening in het evangelie, een gezicht op Christus, maar Gods recht is niet voldaan; de schuld is niet verzoend, de vloek van de wet niet opgeheven. God geeft dat volk waar Hij de hand Zijner genade aan gelegd heeft, wel eens ruimte, zeker, dat geschied, maar zij lopen met een ongeredde ziel over de wereld. En bemoediging is geen oplossing. Zij staan met alles wat zij wel eens beleven mochten toch aan hun eigen kant, en dan is maar steeds de vraag hoe het nog eens aflopen zal.
Een geopenbaarde Christus is nog geen toegepaste Christus; en een belovend God, nog geen vervullend God. In de grootste donker, en onder de zwaarste bestrijdingen, dan geloven zij het wel dat het goed voor dat volk zal uitkomen, maar de vraag is, hoe zal het met hén gaan. Het blijft een persoonlijke zaak."
Ds. G. van Reenen:
"Maar als u nu iets van deze lessen doorgeleerd hebt, door de Heilige Geest, als u daar een welgevallen krijgt in de straffen van uw ongerechtigheid als u daar de Heere in Zijn heilig recht om u te verdoemen kan billijken, ja als u alleen zulk een God, die Zijn deugden niet straffeloos laat krenken, lief krijgt, al kost het dan ook uw leven, en als u dan daar zult staan als een radeloze, die de voltrekking van zijn vonnis afwacht, die meent de genadeslag te krijgen, dán zult u tot uw eeuwige verwondering ontdekt krijgen, dat Jezus die Weg is."
Ds. I. Kievit (herv.):
"Doch daar is dan in waarheid een zondaar gekomen op de grensscheiding. Door de wet aan de wet gestorven! Hij moet aanvaarden het vonnis van de wet. Werken heeft hij niet, die kan hij dus ook niet meer aanbieden. Gerechtigheid van een ander bezit hij niet, die kan hij dus evenmin tonen. Op een Verlosser wijzen kan hij niet, want Die is in het stervensmoment niet te zien. Waarom niet? Opdat het recht van de wet vervuld wordt.
Maar dan blijft er maar een mogelijkheid over. Welke mogelijkheid? Zich onvoorwaardelijk aan de vloek van de wet prijsgeven, als de standaard van de Goddelijke rechtvaardigheid. Zich onvoorwaardelijk prijsgeven aan die God, Die toornt in grote verbolgenheid. Aan het einde van de wet staat het onverbiddelijk vonnis van de wet, dat onze ondergang eist.
Het is van zo'n groot belang dit recht te verstaan, dat wij juist daarom er wat uitvoerig bij stilstaan. Dit is te meer nodig omdat de levende kennis van deze zaken zeer schaars is in onze dagen.
Op de grensscheiding! Er is een ogenblik in Zijn toorn! Op de grensscheiding gaapt de afgrond voor de voet van de zondaar. De beloften van het Evangelie kan hij niet aangrijpen, want dan zou hij zelfs hier wet en Evangelie vermengen. En dan was hij niet aan de wet gestorven."
Ds. L. Vroegindeweij (herv.):
"Zouden sommige groepen en personen dan een nagebootst geloof hebben, dominee? Dat zou wel eens kunnen zijn, Thomas. Waaraan weet ik dan of het mijne echt is? Als je bevindelijk aan je onmacht ontdekt bent geworden, en als je niet hebt kunnen geloven tot vereniging met Christus, totdat God je het geloof gaf. Dan ga je veilig, jongen."
Ik denk dat we dit soort prediking steeds meer aan het verliezen zijn in ons kerkelijk Nederland, dat er steeds minder bevinding komt. En degenen die het niet kennen, die briesen en uiten vijandschap tegen dat soort prediking. We roemen dat we van de Gereformeerde Gemeenten komen, dat we hervormd-gereformeerd zijn. Ondertussen mag het niet meer zo nauw, hoef je geen arme en verslagene van geest te zijn om geholpen te worden en opgericht te worden. Ondertussen wordt wedergeboorte na het geloof gesteld, omdat het anders ook zo'n moeilijke weg wordt. Het is in onze tijd steeds meer: "geloof geloof" zonder te vertellen dat het geloof enkel en alleen woont in een verbroken en verslagen hart en in welke weg wij Jezus leren kennen en onze eigengerechtigheid leren kennen als zonde. De wedergeboorte en onmacht worden gezien als obstakels. Ik vraag me wel eens af: kennen we nog zielsbevindelijk om gestorven te zijn aan de wet, de vloek mogen billijken en aanvaarden en door recht verlost te worden? Zijn we niet ver af van het voorgeslacht?