Niet aansturen op genezing van homo’s
Geplaatst: 07 okt 2010, 12:25
Gisteren een interview met ds. Terlouw in het ND over homoseksualiteit binnen de GG.
Opmerkelijk vind ik de tamelijk zwakke argumentatie waarmee informele vriendschappen/bijeenkomsten tussen homoseksuelen afgewezen worden. Ik kan me voorstellen dat het naar de hulpverlening stappen al gauw een brug te ver is voor homoseksuele jongeren. Terwijl het mij toch belangrijk lijkt om steun te hebben van mensen die iets soortgelijks doormaken, juist ook om praktiseren tegen te gaan.Nederlands Dagblad schreef:Niet aansturen op genezing van homo’s
Door onze redacteur Daniël Gillissen
Geen discussie over homoseksualiteit in Gereformeerde Gemeenten, ook geen kop in het zand
Er komt weinig van naar buiten, maar in de Gereformeerde Gemeenten blijkt oog te zijn voor mensen met homoseksuele gevoelens. Zij krijgen niet het advies genezing te zoeken of hun voorkeur geheim te houden.Tegelijk zijn avonden voor lotgenotencontact taboe.
BARENDRECHT – In allerlei kerken zijn en worden heftige discussies over homoseksualiteit gevoerd. Binnen de Gereformeerde Gemeenten is het stil: geen openlijke discussies, geen synodestukken. In het kerkgenootschap wordt er niet gemakkelijk over gepraat. Maar dat betekent niet dat de bevindelijkgereformeerde leidslieden hun kop in het zand steken. Ze gaan ervan uit dat in hun kerkgenootschap net zoveel homo’s zijn als buiten de kerkmuren en dat homoseksualiteit in principe een niet te genezen geaardheid is.
De grenzen binnen het kerkverband zijn echter duidelijk; daarover is geen discussie mogelijk.Elke stap die neigt naar het praktiseren van homoseksualiteit wordt afgeraden; contactavonden van lotgenoten worden gezien als stap in die richting.
Binnen de Gereformeerde Gemeenten is ds. L. Terlouw een predikant die goed van het onderwerp op de hoogte is. Hij verdiepte zich erin, kwam in zijn pastorale praktijk diverse mensen met homoseksuele gevoelens tegen en trad enkele maanden geleden op bij een symposium van de protestantse jongerenorganisatie HGJB en de reformatorische homo-organisatie RefoAnders.Ook was hij betrokken bij het samenstellen van een bundel met ethische handreikingen aan kerkenraden van Gereformeerde Gemeenten waarin een artikel over ‘pastorale zorg rond homofiele gemeenteleden’ is opgenomen. En hij nam deel aan het beraad van de reformatorische scholenkoepel VGS bij het opstellen van een visienota over homoseksualiteit.
Voor Terlouw is zonneklaar dat homoseksualiteit een geaardheid is die het gevolg is van de zondeval. ,,De geaardheid op zichzelf is een gevolg van de gebrokenheid. Er kunnen zonden uit volgen: het praktiseren van de homoseksuele gevoelens.’’ De predikant doet geen uitspraak over de vraag of de seksuele voorkeur genetisch is bepaald of niet. Helder is wel dat hij homo’s niet naar de hulpverlening stuurt met de boodschap ‘daar helpen ze je er wel vanaf’. ,,Breed in christelijk Nederland hebben we lang gedacht dat homoseksualiteit een ziekte was waarvan je kon genezen. Daarvan hebben we te veel verwacht. Je kunt met homo’s best spreken over de vraag in hoeverre hun gevoelens hun leven moeten bepalen. Maar de kerk mag hun niet adviseren een huwelijk aan te gaan. Dat is niet goed.’’ Tegelijk houdt Terlouw de mogelijkheid open voor verandering. ,,Wij hebben een God die wonderen doet. Er zijn mensen met een homoseksuele geaardheid die zijn getrouwd met iemand van het andere geslacht en waarbij het goed gaat tussen de echtelieden.’’
Begrenzende invloed
Terlouw is ervan overtuigd dat het aantal mensen met homoseksuele gevoelens binnen de Gereformeerde Gemeenten ,,zo’n beetje gelijk is’’ aan buiten de kerk. ,,Binnen de kerk hebben we wel de begrenzende invloed van Gods Woord’’, tekent hij daarbij aan. Hij doelt op de grenzen die in het kerkgenootschap zijn gesteld en waardoor er minder homo’s zullen zijn die hun geaardheid ook praktiseren.
De worsteling met hun gevoelens en het feit dat ze daar niet aan mogen toegeven, vormen voor een belangrijk deel de problemen waartegen homo’s in de Gereformeerde Gemeenten aanlopen, merkt Terlouw uit zijn pastorale ontmoetingen. ,,Het is zwaar als je weet dat je nooit een arm van een partner om je heen zult voelen; dat je seksuele behoeften hebt waarvoor geen weg is.’’
De drempel om in de Gereformeerde Gemeenten homoseksuele gevoelens bespreekbaar te maken, wordt steeds lager. Homo’s stappen eerder op een predikant af, is de indruk van Terlouw. ,,Door de maatschappelijke omstandigheden is het gemakkelijker om erover te praten.’’ In een pastoraal gesprek met een homo is het in de eerste plaats van belang iemand zijn verhaal te laten doen, stelt hij. ,,Alles kan worden gezegd. Laat iemand vertellen van zijn worsteling, van de verleidingen. Ik ben ook benieuwd hoe de homo staat in de spanning tussen het volgen van Gods Woord en de dwang vanuit de samenleving om gewoon als homo te leven.’’ Terlouw probeert in dergelijke gesprekken te benadrukken dat Gods geboden goed zijn voor de mens. ,,Daarmee wil ik de worsteling niet wegschuiven. Mijn boodschap is wel dat God ons in alle omstandigheden staande kan houden.’’
Terlouw heeft niet de indruk dat homo’s massaal de Gereformeerde Gemeenten verlaten. ,,Je weet natuurlijk niet van iedereen waarom ze vertrekken. Maar ik ken diverse mensen met homogevoelens die lid van onze kerk blijven.’’ Van tucht vanwege een homoseksuele relatie komt het overigens veelal niet. ,,Voor die tijd zijn die homo’s waarschijnlijk al vertrokken.’’
Minder zwaar
In behoudende bevindelijk-gereformeerde kringen klinkt soms het geluid dat homo’s hun geaardheid voor zich moeten houden. Terlouw is het daarmee oneens. ,,Het is belangrijk dat een aantal mensen ervan op de hoogte is. Je bent geplaatst in een gemeenschap om steun te krijgen. Dat kan een last minder zwaar maken.’’
Tegelijk wil Terlouw de openheid beperken. Hij vindt het niet verstandig als jongeren op de jeugdvereniging over hun homoseksuele gevoelens vertellen. ,,Jongeren zitten in een leeftijdsfase waarin je voorzichtig moet zijn. Gevoelens kunnen nog veranderen. Als je later toch gaat trouwen, heb je een aantal jaren eerder wel heel wat teweeggebracht.’’ Wel pleit Terlouw voor voorlichting aan jongeren over homoseksualiteit. ,,Zonder de zonde te accepteren, moet discriminatie worden afgewezen.’’
Waar het merendeel van de gereformeerde gezindte het erover eens is dat de homoseksuele praktijk niet strookt met de Bijbel, heeft Terlouw het gevoel dat de grens soms wordt opgezocht. Zo vindt hij het niet verstandig bepaalde vriendschappen tussen homo’s toelaatbaar te achten. ,,Om niet te vallen, is mijn advies de afstand tot de grens zo groot mogelijk te houden. Daarom is er binnen de Gereformeerde Gemeenten ook bezwaar tegen huiskamerbijeenkomsten van lotgenoten, zoals RefoAnders die organiseert. Je kunt daar van alles overhoop halen en zo in verleiding komen.’’
Tegen gespreksgroepen binnen de hulpverlening verzet Terlouw zich niet. ,,Dan dient de ontmoeting duidelijk het doel om van elkaar te leren en is er professionele ondersteuning bij.’’
Ambtsdragers
Met de vraag of homo’s ook ambtsdrager kunnen worden, heeft Terlouw het moeilijk. Duidelijk is dat hij voor niet praktiserende homo’s eigenlijk geen drempel wil opwerpen. Tegelijk weet hij ook dat zoiets gevoelig ligt in zijn kring. ,,Voorwaarde is dat iemand van onbesproken gedrag is. Er zijn ongetwijfeld ambtsdragers met een homoseksuele geaardheid die goed in het ambt functioneren. Als de homoseksuele voorkeur bekend is, wordt dat toch lastiger.’’ Ondanks de toegenomen aandacht voor homoseksualiteit binnen de Gereformeerde Gemeenten, is het terrein nog niet volledig ontgonnen, zegt Terlouw. ,,Wat nodig blijft, is voorlichting aan predikanten, kerkenraden en kerkleden. Mijn ideaal is dat iedereen homo’s tot steun wil zijn, zodat ze staande blijven in de stroom van deze tijd.’’
Bron: © NEDERLANDS DAGBLAD, 06 Oktober 2010