memento schreef:Tiberius schreef:memento schreef:Tiberius schreef:Met dat laatste ben ik het niet eens.
Het gaat namelijk niet zozeer over individuele medewerkers aan het HSV project, maar aan ambtsdragers binnen de op de GS vertegenwoordigde gemeenten, die bij ambtsaanvaarding uitgesproken hebben zich te zullen houden aan de besluiten van de meerdere vergadering. Het is een verkeerd signaal, wanneer men deze belofte verbreekt en op eigen houtje tegen deze afspraak in toch doorgaat, daarbij gebruik makend van hun ambt.
Volgens mij biedt de DKO alle ruimte voor de gemeenten om synodale adviezen (de synode kan immers alleen maar adviezen geven, geen bindende uitspraken doen) naast zich neer te leggen. Volgens mij is een ambtsdrager pas aan zo'n synodaal advies gebonden, wanneer zijn kerkenraad met dat advies instemt. Het is aan de kerkenraad om zo'n regel bindend te verklaren, en slechts de kerkenraad kan het niet houden van zo'n regel met de tucht straffen.
Binnen de GG is het zo, dat elke ambtsdrager bij ambtsaanvaarding en -bevestiging, belooft dat hij zich conformeert aan de besluiten van de meerdere vergaderingen.
Leuker kan ik het niet maken.
Klopt. Maar volgens diezelfde DKO kan de meerdere vergadering over zulke zaken geen besluiten nemen, alleen maar adviezen geven. (De meerdere vergaderingen kunnen wel besluiten nemen, maar dit betreft slechts uitzonderlijke situaties, zoals bv onder curatele stellen van een kerkenraad).
Kortom: De synode kan alleen adviezen geven, en een advies is precies wat het is: een advies. Het wordt pas een bindende regel, wanneer de kerkenraad van een gemeente dit advies overneemt en als regel hanteert.
Gelukkig ook maar: Een synode heeft geen enkel Bijbels recht om zich bindend uit te spreken over zaken, die vallen onder de christelijke vrijheid. En hoe zeer ik ook tegen de HSV ben: Welke Bijbelvertaling men leest, is een zaak van christelijke vrijheid.
PS> Hier heb je nu een punt waarin de DKO gereformeerder is dan de Hervormde Kerkorde, ga je pleiten voor het minder gereformeerde standpunt dat de synode hogere beslissingsbevoegdheid heeft dan de lokale gemeente...
Hoe kom je er toch bij? Lees artikel 36 en de toelichting door ds. K. de Gier:
Artikel 36 DKO schreef:Hetzelfde zeggen heeft de classis over de kerkeraad, 't welk de particuliere synode heeft over de classes, en de generale synode over de particuliere.
toelichting artikel 36 DKO door ds. De Gier schreef:De beperkte zeggenschap van de meerdere vergaderingen
Wel spreekt art. 36 over het zeggenschap van de classis over de kerkeraad, van de particuliere synode over de classes en van de generale synode over de particuliere synode. De kerkorde stelt dit, omdat het gereformeerd kerkrecht er van uitgaat, dat een gemeente zich vrijwillig heeft aangesloten bij een bepaald kerkverband en ook vrijwillig de uitoefening van een deel van de bevoegdheid van de kerkeraad overdraagt aan de meerdere vergaderingen. De kerkeraad van een plaatselijke gemeente mag zichzelf niet beroven en kan zichzelf niet ontdoen van de macht die hem door Christus is gegeven en ook een classis of synode mag de plaatselijke gemeente deze macht niet ontnemen. Echter krachtens de vrijwillige aansluiting bij een kerkverband sturen de kerkeraden hun afgevaardigden naar de meerdere vergaderingen om gezamenlijk met de andere kerken te oordelen en te besluiten over datgeen wat de mindere vergaderingen zelf niet kunnen afhandelen of die zaken te behandelen die tot de meerdere vergaderingen 'in 't gemeen' behoren zoals artikel 30 zegt. Wanneer de plaatselijke gemeente vrijwillig de uitoefening van een deel van haar bevoegdheden overdraagt aan de meerdere vergaderingen, heeft zij zich dan ook in deze aan de besluiten der meerdere vergaderingen te houden en te onderwerpen.
Daar deze overdracht van gezagsuitoefening beperkt is, moet dit ook in de kerkorde vastgesteld worden, zodat alleen die besluiten van de meerdere vergaderingen wettig zijn, die overeenkomstig de kerkorde zijn genomen. In art. 30 en 31 zijn hiervoor richtlijnen gegeven. Maar dat elke mindere vergadering nu verplicht is, krachtens het aan de meerdere vergadering verleende gezag, zorg te dragen voor de uitvoering van de wettige besluiten van de meerdere vergaderingen, is bij de aanvang van de openbaring van de Gereformeerde kerk in ons land, door vele kerkelijke vergaderingen benadrukt.
Ter illustratie een paar besluiten. Middelburg 1581: 'Of niet een classis macht heeft te herroepen, 't gene zij bevindt in de voorgaande classis tegen de nationale synode besloten te zijn. Is geantwoord, dat zij dit niet alleen bij machte, maar ook schuldig is te doen'. Groningen 1602: 'Er is besloten dat de besluiten dezer synode, die door de classes behoren te worden uitgevoerd, in elke classis getrouw en ernstig zullen worden nagekomen; en zo enige classis hierin nalatig bevonden wordt, zal zij daarop ter volgende synode worden aangezien en naar behoren gestraft'.
Ook oordeelde men het nuttig dat alle classes goed op de hoogte bleven van hetgeen op de synode besloten werd, opdat zij niet zouden handelen tegen de genomen besluiten. Zo besloot Gorinchem 1652: 'Het is door de synode goed gevonden de classes te belasten, dat zij in hun eerste vergadering na het houden van de synode de synodale acten oplezen, ten einde de resoluties van de synode punctueel mochten worden nagekomen (telken jare opnieuw aangeboden)'.
Zo hebben meerdere vergaderingen gezag over de mindere, maar dan in beperkte zin. Ze missen elke zeggenschap over die zaken die bijzonder tot de plaatselijke gemeenten behoren. Hieronder valt ook het verrichten van burgerlijke handelingen, zoals het aangaan van geldleningen en het beheer van eigen goederen en bezittingen. Ten aanzien van de vraag of een classis een gemeente kan verplichten tot een andere bijdrage dan het classicale quotum (d.i. de bijdrage die volstrekt nodig is voor het in stand houden van het kerkverband, dus de kosten van classicale en synodale vergaderingen en van haar deputatenvergaderingen en reizen, schulden die de gemeenten gezamenlijk maken om het kerkverband mogelijk te maken) wijs ik op hetgeen Rutgers zegt in Kerkelijke Adviezen (deel I, blz. 264): 'Zeer zeker moeten kerkeraden zich houden aan de besluiten der classes, en deze aan die der synoden. Maar de meerdere vergaderingen moeten met hun besluiten ook blijven binnen de kring hunner bevoegdheid. En daartoe behoort niet, dat zij met dwingende macht gaven van christelijke liefde aan iemand mogen opleggen. Zij mogen wel een omslag daarvoor maken, in die zin, dat zij uitspreken wat h.i. ieder daarvoor behoort te geven; maar dat kan niet meer zijn dan een zedelijke dwang; dus een besluit van gans andere aard dan besluiten die ook moeten uitgevoerd worden, desnoods met kerkelijke dwang. Met de kosten van het samenleven in kerkverband is het een geheel ander geval, want de bijdragen daaraan zijn volstrekt geen gaven der liefde voor enige nood; maar eenvoudig het door ieder verschuldigde voor de kosten van samenleving, de noodzakelijke kosten van het kerkverband, dat men samen heeft aangegaan'.
De bijbelse fundering van de bindende kracht van de besluiten van de meerdere vergaderingen
Het beginsel dat een gemeente zich vrijwillig heeft aangesloten bij een kerkverband, neemt niet weg, dat de gereformeerden óók erkenden dat het kerkverband berust op een goddelijke ordinantie. Zij hebben de noodzakelijkheid daarvan uitgesproken op grond van de eenheid der gelovigen en van de gemeenten in Christus. De gelovigen en de gemeenten zijn geroepen om de gemeenschap der heiligen te steunen en met elkaar samen te werken tot de opbouw van Christus' gemeente en de komst van Zijn Koninkrijk. Daartoe moeten zij op elkaar goede acht geven, elkaar steunen en elkanders welzijn zoeken in allerlei zaken, die behandeld worden in de classicale en synodale vergaderingen.
Ook de bindende kracht van de besluiten der meerdere vergaderingen is gegrond op Gods Woord. We herinneren aan het convent te Jeruzalem (Hand. 15), waar verordeningen (dogmata) gegeven werden voor de gemeenten in Syrië en Cilicië. Voetius beroept zich voor de eenheid der gemeenten en haar regering in classes en synoden ook op wel andere plaatsen in het Nieuwe Testament, zoals 2 Corinthe 8:1-4 en Romeinen 15:26, waar gezegd wordt, dat de gemeenten in Macedonië door brieven of besluiten gemeenschappelijk handelden (vergelijk ook Col. 4:16; Matth. 18:15-20). Maar in het bijzonder beroept hij zich, mede tot de bestrijding van de independenten, op Handelingen 15 (Poll. Eccl. IV). Het gezag der synoden berust niet alleen op kerkelijk recht, maar op een goddelijke instelling. Dit was het standpunt van de oude gereformeerde theologen. Zij hebben dit verdedigd tegen de remonstranten, die de autoriteit van de synode probeerden te verkleinen door het gezag in de kerkelijke zaken toe te kennen aan de wereldlijke overheid.
Hun beroep daarvoor op Hommius, de bekende strijder en predikant te Leiden en scriba van de Dordtse Synode, was echter een misvatting. Hommius had geschreven, dat de besluiten der conciliën niet moeten voorgehouden worden als mandaten der overheid en perzische ordinantiën, maar dat de handelingen der conciliën aan alle kerken moeten gezonden worden, opdat zij naar de regel van Gods Woord zouden kunnen worden onderzocht, om gewillig, doch niet gedwongen te worden aangenomen. Maar dit was geheel in overeenstemming met de leer der gereformeerden, die ook leerden dat de synoden niet hiërarchisch mochten optreden. En ook Hommius sprak op de Dordtse Synode zijn mening uit dat de remonstranten uit de synode moesten worden weggezonden en uit hun geschriften geoordeeld moesten worden. Hij werkte tevens ook mede aan de afzetting van de remonstrantse kerkeraden.
Zo is het gezag der meerdere vergaderingen ambtelijk-bindend van karakter. Dit houdt in, dat het:
a. niet wereldlijk is, maar geestelijk van aard;
b. niet magistraal en hiërarchisch is (zoals het gezag van de paus van Rome), maar ministerieel (dienend);
c. niet adviserend is (zoals de independenten leren), maar autoritatief (gezaghebbend);
d. niet onfeilbaar is (zoals Rome zegt), maar toch bindend.