blijmoedig schreef:In Mattheus 28:19 spreekt de Heere Jezus de volgende woorden: "Gaat dan heen, onderwijst al de volken, hen dopende in de Naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest; lerende hen onderhouden alles, wat ik u geboden heb"
Waar ik benieuwd naar ben is of in de hectiek van alle dag deze opdracht nog onders ons leeft, en zo ja, op welke wijze deze opdracht gestalte krijgt. Of meeer concreet, wie heeft er hier concrete belangstelling voor de zending, en hoe uit zich dat? Bijvoorbeeld door concrete betrokkenheid bij een bepaalde zendeling of zendingsorganisatie, de focus op een bepaald land of werelddeel, of wellicht spelen er mensen met de gedachte om zelf in de zending uit te gaan?
vlinder schreef:Ik denk al dat je moet kijken aan wie Jezus deze woorden spreekt en daarna of dat één op één overgezet kan worden naar onze huidige tijd.
Bedoel je dan dat de zendingsopdracht van de Heere Jezus vandaag de dag niet meer zou gelden?

Hoeven we nu niet meer uit te gaan om de mensen die nog nooit van de Heere Jezus gehoord hebben over Hem te vertellen, en hen in de Naam van de Drieenige te dopen? Staat er niet in de Bijbel dat de Hemel zich verheugd over 1 zondaar die zich bekeerd? Maar hoe kunnen de mensen die nog nooit over de Heere Jezus hebben gehoord zich tot Hem bekeren?
vlinder schreef:verder is het denk ik voor ieder persoonlijk.
In mijn ogen wordt de zending hiermee teruggebracht tot een soort 'hobby' van een enkele enthousiasteling. Er wordt toch gesproken over de zendings
opdracht? Waarom zou deze slechts voor een enkeling gelden? En waarom zou elk ander gebod of opdracht in Bijbel tot ons allemaal gericht zijn (bijvoorbeeld 'gij zult niet doden!') en de zendingsopdracht ('gaat dan heen!') slechts voor wie zich daar persoonlijk toe voelt aangesproken?
vlinder schreef:De één heeft het karakter om een vloekend iemand in de trein aan te spreken. Een ander straalt iets uit van de liefde van Christus door zijn houding en manier van leven. Een derde voelt zich tekort schieten in deze dingen, maar bid heel veel voor zijn onbekeerde buurman.
Dit zijn natuurlijk elk op zich goede dingen om te doen. Maar waar blijven het
onderwijzende en
dopende gedeelte in dit geval? Het is natuurlijk goed om te bidden voor je onbekeerde buurman. Maar zou het dan ook niet goed zijn om met hem te
praten (dus onderwijzen) over de Heere Jezus? En als het heil van je onbekeerde buurman belangrijk is, geldt dat dan ook niet voor het heil van al die mensen die ook nog nooit over de Heere Jezus hebben gehoord, zowel dichtbij (Nederland) als ver weg (enig idee hoeveel onbereikte volken er nog zijn?

)? Iets uitstralen van de liefde van Christus moeten we (lees: doen we als het goed is) overigens
allemaal
In mijn ogen zou toch het gehele Lichaam van Christus (wij dus met z'n allen) doortrokken moeten zijn van op zijn minst een zendings
bewustzijn. Hoe meer mensen, waar ook ter wereld, over de Heere Jezus horen en zich tot Hem bekeren, hoe groter het Koninkrijk van God, en
hoe groter de eer van onze Koning. Toch? Als je kijkt naar het aantal mensen dat mijn topic gelezen heeft (ruim 160) en het aantal reacties (2) krijg ik steeds meer het idee dat de zending helemaal niet leeft. En ik vraag me af hoe dat nou toch kan

Toen ik net op het forum kwam heb ik de term 'in zichzelf gekeerd christendom' gebruikt. Als ik dat nu teruglees vind ik dat een te negatieve benaming. Maar wat me wel opvalt is dat het
erop lijkt dat we in het veilige en vrije Nederland zo'n veilig en gesloten wereldje hebben gecreeerd, waarin we heel gezellig over allerhande dingen kunnen keuvelen en discussieren (leerstelling a tot en met leerstelling z) dat we, in mijn ogen, andere belangrijke geestelijke zaken volledig uit het oog verloren lijken te zijn. En ik vraag me af of dat goed is. Maar als ik het allemaal verkeerd zie, dan hoor ik dat graag
