doop

Christina

Bericht door Christina »

1 Petrus 3:21 ¶ Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus;

Een interessante tekst over de doop als tegenbeeld. Niet van de besnijdenis, maar van de ark die door het water ging.
Ereunao

Bericht door Ereunao »

Christina:
Bedankt voor je heldere uiteenzetting, ik heb inmiddels de discussie op “Kerk en cultuurâ€
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Inderdaad Christina en Ereunao,

Hoewel ik thuis de topic nalas van Ereunao, bevestigt jouw (Christina) posting wat ik dacht, nl. Ereunao spreekt over een 'gemeente' als openbaring in het NT. Dit zou de verborgenheid zijn uit Efeze. Ook zou onder de OT-bedeling Christus alleen afgeschaduwd zijn.

Mij roept de posting van Ereunao nog al wat vragen op, nl. ten

1e bij de profeten sluiten komst en wederkomst van de Messias naadloos op elkaar aan en worden als één geheel gezien. Wat er tussen die twee komsten gebeuren zou ontrok zich aan hun waarneming.

2e De genoemde verborgenheid van de gemeente als heilsorgaan in Efeze 2.

Bij het eerste zal er een beroep worden gedaan op oa de profetie uit Joel maar ook uit Maleachi en Daniel.

Het tweede moet hieruit voortvloeien.

Met deze exegese ben ik het nog niet eens. Vooral niet wat Christina aanhaalt mbt tot de uitbreiding van het verbondsvolk met de heidenen. Hiervan spreekt Paulus zeer duidelijk! Dat Ereunao moeite heeft dat slechts 0,1% van het verbondsvolk deel uitmaakt van het verbond kan zijn. Maar hoe was het ten tijde van de oude bedeling? Toen was het misschien slechts 0,1% van de heidenen (Rachab, Ruth etc.)

Nee, ik ben het hiermee nog niet eens.

P.S. Laten we deze discussie voeren in deze topic.


[Veranderd op 19/7/02 door ndonselaar]
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Johannes

Bericht door Johannes »

Beste allemaal,

Als de doop ipv de besnijdenis is ,waarom werd Paulus dan NA zijn bekering gedoopt?
Dat was dan toch niet meer nodig geweest? hij was toch al in het "verbond
"Groeten:bu
Ereunao

Bericht door Ereunao »

N Donselaar: Je reactie herinnert mij sterk aan de discussie die wij destijds Op R.T.P. gevoerd hebben over het proefschrift van dr. Bouter, Als je het nog hebt moet je het maar eens nalezen, en zo niet, dan wil ik het wel op je e-mail zetten. Ook daar heb ik uitgelegd dat het massieve, ongenuanceerde verbondsdenken de grootste hinderpaal is bij het objectief lezen en verstaan van de Schrift. Want in de Schrift is niets los verkrijgbaar: alles hangt met alles samen. Juist die onbijbelse veronderstelling dat de hele Schrift onder de noemer van één kerk en één verbond gebracht moet worden en alle gelovigen tot de Gemeente van Christus behoren heeft niet alleen het zicht op Israël, maar ook op de eigen identiteit van de Gemeente als een totaal nieuwe schepping in Christus, Die de Eersteling uit de opstanding is, totaal verduisterd. Dit vooropgesteld hebbend kom ik thans bij je twee hoofdpunten:

1. Het profetisch perspectief speelt hier inderdaad een belangrijke rol, ik heb Joël, Maleachi en Daniël niet genoemd, maar ik wil daar wel vanuit gaan. Ook de profetie van Joël gaat uit van de situatie in Israël van zijn dagen maar reikt over deze bedeling heen naar de dag des Heeren, bloed en vuur en rookpilaren en heeft net als al de profeten een Messiaanse spits. Pinksteren was een voor- en geen eindvervulling van deze profetie.
In Maleachi zien wij hetzelfde,ook daar staat de komst van Elia in de context van de dag des Heeren, die nog in de toekomst ligt, ook de komst van Johannes de Doper was een voorvervulling; hij was de voorloper van de Messias bij Zijn eerste komst, Elia in persoon van Zijn tweede zie Joh.1:21,Oenb.11:3. Maar omdat de profeten die twee als een geheel zagen, worden ze in een adem genoemd en samengevat. Dit was ook het grote probleem van Johannes Math.11:3, hij had Hem aangekondigd als met de wan in Zijn hand , gereed om het oordeel te voltrekken, maar Hij beantwoordde in zijn optreden helemaal niet aan deze voorstelling, want Hij was (nog) niet gekomen om te oordelen, maar om te behouden Joh.3:17;Luk.9:51-56.
De Heere Jezus noemde Zich de zoon des mensen, Dan.7:13-15 en Hij was het ook, maar ook Dan. slaat hier Zijn eerste komst over en spreekt alleen over Zijn komst in heerlijkheid. Toen Israël zijn Messias en daarmee het koninkrijk verwierp is de profetische klok stilgevallen, alles wat bij Zijn eerste komst niet vervuld is moet nu wachten tot Hij wederkomt. Want de profetie is op Israël gericht, daarom loopt bij Daniël het rijk van het vierde dier ononderbroken door tot aan de wederkomst zonder vermelding van de ondergang van dit rijk in de vijfde eeuw en het herstel in de eindtijd, waar wij nu reeds duidelijk de tekenen van zien in het streven naar een verenigd Europa. Zolang Israël geen volk in het land is, is er geen verdere vervulling van de profetie. Pas in Openbaring neemt God de draad met Israël weer op, maar in de verbondstheologie loopt de lijn van Gods verbond met Abraham door in de kerk Daarom is er ook nog nooit een verbondstheoloog geweest die een verklaring van de Openbaring die recht doet aan heel de Schrift, gegeven heeft. Want wie voor de kerk Israël leest moet de Openbaring wel kerkhistorisch verklaren, maar het is een joods, eschatologisch boek.
En in die tussentijd vergadert Hij Zijn Gemeente, de gemeenschap der verborgenheid die van alle eeuwen verborgen geweest is in God Efeze 3:9,10. En hiermee kom ik dan bij punt 2:
2. In Efeze 2 gaat het niet over een uitbreiding naar de heidenen van het verbond met Abraham, hier worden gelovigen uit de heidenen in de Gemeente, die aanvankelijk alleen uit Joden en Jodengenoten bestond, tot een lichaam samengevoegd. Zoals ik al gezegd heb was dit lichaam voor de Joden net zo goed iets totaal nieuws als voor de heidenen; zij waren eerst uit de joodse stal uitgeleid; daarna de heidenen uit het heidendom en zo werd het een kudde en een Herder, zie Joh.10. Het betrof hier dus geen uitbreiding van het verbondsvolk, want dat is Israël, maar een nieuwe schepping in Christus, die er ook niet zijn kon voor dat Hij was opgestaan, dat zou een lichaam zonder Hoofd, dat is een lijk, geweest zijn. Zie de orde van Efeze 1, eerst de opstanding, het zitten aan Gods rechterhand en als de Opgestane aan de Gemeente tot een Hoofd gegeven. Als er in de Schrift van Israël gesproken wordt dan wordt daar altijd de natie mee bedoeld, het komt bij de profeten zelfs niet op om land en volk van elkander te scheiden. Wat er in de tijd tussen komst en wederkomst met Israël gebeurt kun je lezen in Luk.21:20-24:
20 Maar wanneer gij zien zult, dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt, zo weet alsdan, dat haar verwoesting nabij gekomen is.
21 Alsdan die in Judéa zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen.
22 Want deze zijn dagen der wraak, opdat alles vervuld worde, dat geschreven is.
23 Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk.
24 En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen
zijn
Ook hier worden 20 eeuwen kerkgeschiedenis overgeslagen; de profetie begint bij de verwoesting in het jaar 70 en verbindt deze gelijk aan de grote verdrukking die op Zijn weder komst aansluit zie Math.24:29. Hier zouden nog veel meer voorbeelden te noemen zijn, maar hier wil ik het dan voor deze keer bij laten, alleen dat van die 0,1% heb je niet goed begrepen, ik had het over het slechts 0,1% joodse deel van de Gemeente , niet over het verbond met Abraham ,want daar zijn de joden ondanks hun ongeloof nooit uit gevallen zie Hand.3:25. Ereunao.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

De gemeente een verborgen heilsopenbaring onder de Oudtestamentische bedeling? Deze vraag moeten we als zijstap maken. Waarom? Wel omdat het voor het praktizeren van beide sacramenten, doop en avondmaal, van wezenlijk belang is of beide dezelfde tekenen zijn van het verbond zoals de functioneerde bij het volk Israël, oftwel dat het Nieuwtestamentische verbond een nieuw verbond is (zie Wachter Sions 18/07, LMP Scholten*), oftewel dat gemeente als heilsopenbaring totaal onbekend was bij de profeten van het Oude Testament.

*Voor zijn totale visie of die van de GGiN wil ik eerst alle artikelen hierover lezen. Echter dat het spreken over een nieuw NT verbond onherroepelijk leidt tot de verwerpelijke vervangingstheologie is in het verleden duidelijk bewezen.

Ik voor mezelf vraag me af of het zo kan is dat er naast het verbond sprake kan zijn van een andere bedeling waar God zijn heil openbaart. We bezien dan in eerste instantie waarop dat in Gods Woord gefundeerd wordt.
Paulus schrijft aan de gemeente van Efeze 2:11 ‘Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende en opdat Hij die beiden met God in een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende en komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden den toegang door een Geest tot den Vader. Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; Gebouwd op het fondament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen;
Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; Op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest.


Waarvan spreekt Paulus hier? Wel, dat het verbond wat eertijds alleen het joodse volk goldt nu geldt voor jood en heiden, want schrijft hij ‘eertijds waart gij verre’ en ‘den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende’. Maar zal men dan zeggen er staat geschreven dit is geschiedt door het bloed van Christus. Dat is zeker waar en dat is ook de verborgenheid waarvan Paulus schrijft in het derde hoofdstuk:
Om deze oorzaak ben ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt. Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u; Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb; Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest; Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie; Waarvan ik een dienaar geworden ben, naar de gave der genade Gods, die mij gegeven is, naar de werking Zijner kracht. Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus, en allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus;

Deze verborgenheid namelijk de Christus der schriften is nu ook geopenbaard aan de heidenen. Immers onder de oudtestamentische bedeling was het verbond wat God met Abraham sloot de bedeling waar God Zijn heil aan openbaarde. Dat dit verbond nadat de joden de Christus der Schriften als natie verworpen zou uitgebreid worden met de heidenen is duidelijk te lezen in Gods Woord en hiervan hebben de profeten reeds geprofeteerd, ja zelfs Mozes deed dit reeds in Deuteronomium 32 vers 21:
Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal hen tot ijver verwekken door diegenen, die geen
volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken.

Ook profeteerde Jesaja hiervan in zijn 65ste hoofdstuk, nl. :
Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; tot het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik.
Deze profetien zien in ieder geval duidelijk op de verwerping van de Christus door het joodse volk en de aanbieding van het heil aan de heidenen. In Deuteronomium ligt al een rijke belofte voor het volk Israel nl. ‘Ik zal dan hen tot ijver verwekken’, dwz dat God door de volheid der heidenen de joden tot jaloersheid zal verwekken. Dat deze teksten duidelijk hiermee te maken hebben vinden we in Gods Woord zelf, waar Paulus deze woorden citeert in Romeinen 10.

De tijd ontbreekt mij om verder te gaan, maar is het dan niet naar de Schrift om te stellen dat ook de profeten hebben voorzegd dat de joden het Evangelie, geopenbaard in Christus Jezus, zouden verwerpen en dat hiermee ook het heil geopenbaard zou worden aan de heidenen, echter niet als vervanging, nee als uitbreiding. Het verwerpen betekent geenszins dat we nu de joden het Evangelie niet meer mogen prediken, nee voluit blijft staan ‘beginnende vanuit Jeruzalem’. Echter het volk Israel als natie zal dan pas Jezus als de Christus erkennen als de volheid der heidenen daar is.

Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Ereunao

Bericht door Ereunao »

N.Donselaar:

Het is waar dat ook in het O.T. gesproken wordt van de roeping der heidenen en dat de Schrift tevoren ziende dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen reeds aan Abraham het Evangelie verkondigd heet Gal.3:8. Maar juist daarom kan dit niet de verborgenheid zijn waar Paulus van spreekt in Efeze 3. Want een verborgenheid is altijd iets wat tevoren alleen bij God bekend was en nog niet in de Schrift te vinden is. Efeze 3:5. De vraag is hier niet of het Evangelie van de Christus der Schriften tevoren reeds bekend was en zo ja, in welke mate, maar of wij in het O.T. kunnen lezen dat God gelovigen uit Israël en de heidenen nog eens tot één lichaam zou samenvoegen. Want het is dit lichaam dat in Efeze 3 de verborgenheid van Christus genoemd waarvan Paulus een dienaar geworden is. Zie ook Rom.15:25,26. Heilshistorisch is deze Gemeente geboren uit de belofte die God reeds aan Abraham gegeven heeft, want de zaligheid en de Zaligmaker zijn uit de Joden, maar dat is slechts voor zoveel het vlees aangaat Rom.9:5. Maar dat neemt volstrekt niet weg dat de Gemeente existentieel geboren is uit de Opgestane Christus en dat is een nieuwe schepping. 2 Kor.5:16,17.Als de Apostelen in hun brieven beloften die daar primair Israël gelden op de Gemeente toepassen zoals in Hebr.8 dan gebeurt dat mutatis mutandis, met de nodige wijziging voor toepassing in een ander geval en is dat geen bewijs dat de Gemeente als heilsorgaan voortaan de plaats van Israël inneemt. Dat de Zaligmaker overeenkomstig de belofte aan Abraham uit het volk Israël geboren is bewijst dus helemaal niet dat God Zijn verbond met Abraham in de kerk heeft voortgezet, waarover het verschil is als wij het over de sacramenten hebben. Bovendien staan de beloften voor de heidense volken allemaal in de context van een bekeerd en gezegend Israël in het Messiaanse rijk en kunnen dus nooit op deze bedeling zien. Maar goed, jij gaat dus nu je licht opsteken bij L.P.M. Scholten. Ik zou in heel kerkelijk Nederland geen beter adres voor desinformatie weten. In Jan.1999 stond er een artikel van L.P.M. in het RD over Israël en de olijfboom. Ik ben in die tijd door verschillende mensen benaderd of ik een corrigerend artikel wilde schrijven want dit was voor velen toch al te gortig. Volgens de scribent was Israël de kerk en de kerk Israël, er was helemaal geen onderscheid. Het beloofde land was slechts een “takkenasielâ€
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Beste Ereunao,

Gelukkig ben je het al wel met me eens dat in het Oude Testament gesproken wordt over de roeping van de heidenen. Dit vinden we inderdaad bevestigd in Galaten 3:8 ’(…)In u zullen al de volken gezegend worden.

Toch blijft voor jouw staan dat de verborgenheid uit Efeze 3:5 de gemeente is en niet zoals ik denk de verborgenheid van Christus geopenbaard door Zijn menswording.

Jij noemt onder meer 2 Korinthe 5:16,17 Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het vlees; en indien wij ook Christus naar het vlees gekend hebben, nochtans kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees. Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.
Hier schrijft de apostel van ten eerste Christus kennen door Zijn Geest, immers naar Zijn menselijke natuur (Zijn vlees) is Hij niet meer aarde maar in de hemel bij Zijn Vader. Wij kennen Hem dan ook niet meer naar Zijn vlees, daarom belijdt het avondmaalforumulier (…)laten wij onze harten opwaarts in de hemel verheffen, waar Jezus Christus is (…)
Voor de verborgenheid genoemd door de apostel Paulus moeten wij terug naar bv. Exodus 25. Hier spreekt de HEERE tegen Mozes over de ark des verbonds. We zien in de ark de twee stenen tafelen, oftewel de Wet des HEEREN. Boven de wet wordt het Verzoendeksel geplaatst. Vol verwondering blikten de cherubim naar beneden, niet wetende hoe nu ooit God met Zichzelf verzoend zou worden. Wij mogen nu weten door welke weg de Wet verzoend is. Dat lezen we ook als Paulus aan zijn zoon Timotheus schrijft En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.

Dat zelfs de joden onder de OT niet recht verstonden door welke weg God met God verzoend zou worden kunnen we nu nog zien. Immers de joden verwachten geen Masjiach als Go-El (verlosser/losser), maar een Masjiach die het Malchoet Sjaddaj (Koninkrijk Gods) op zou richten in gerechtigheid.
Natuurlijk sprak Zacharia ‘Zwaard ontwaak tegen Mijn Herder (...), maar heeft hij ten diepste de heilshistorische weg verstaan die de Christus moest gaan? Spraken de discipelen niet ‘Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israel het Koninkrijk wederoprichten?, zo overtuigd waren ze van het Malchoet Sjaddaj wat de Masjiach op zou richten!
Maar ons is de verborgenheid der godzaligheid geopenbaard, Hij de Christus der Schriften is Mens geworden, is opgestaan door de rechtvaardiging in de Geest, is gezien van de engelen tijdens Zijn menswording, tijdens Zijn lijden, tijdens Zijn opstanding, tijdens Zijn hemelvaart en is gepredikt onder de heidenen en geloofd door jood en heiden en tenslotte Hij is opgevaren ten hemel.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Ereunao, nog even over het raadplegen van L.M.P. Scholten. Je hebt me niet goed begrepen, of ik heb me niet goed uitgedrukt. Natuurlijk weet ik dat de GGiN de zogeheten vervangingstheologie aanhangen. Dit wordt zeer zeker veroorzaakt door het Nieuw-Testamentische Israël te lezen als de Kerk. Alleen ik wil alle visie's graag lezen en er kennis van nemen. Toen ik dan ook las dat LMPS in de Wachter Sions een artikelreeks schreef over de verbonden was mijn nieuwsgierigheid gewekt.


[Veranderd op 29/7/02 door ndonselaar]
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Ereunao

Bericht door Ereunao »

N.Donselaar

De man is uit de vrouw niet, maar de vrouw uit de man 1 Kor.11`10. We vinden daar reeds een type van in Adam en Eva.Het gaat in Oud/ nieuw testament om hetzelfde geloof,dezelfde strijd, dezelfde Verlosser etc. maar al deze overeenkomsten nemen het verschil tussen Israël en de Gemeente als twee structureel verschillende heilsorganen met een eigen roeping en positie in het Koninkrijk Gods niet weg. Zie Math.11`11,Luk.22`29, 30. Het is puur anachronisme en een omkering van de bijbelse orde om de 12 stammen Israëls het etiket van kerk op te plakken. Want het is een duidelijke zaak dat de Gemeente er niet zijn kon voordat Christus als de opgestane en verheerlijkte mens van God aan de Gemeente tot een Hoofd gegeven was, zie Efeze 1. Dat ook de openbaring van Christus in de Schrift een opgaande lijn vertoont is zeker, maar zo geheel onbekend als de verborgenheid der Gemeente was dit in het O.T. toch niet.. Taalkundig slaat het “opdat nu door de Gemeenteâ€
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Een paar vragen van mij over de doop:
"Als een kind gedoopt wordt, is hij in schenking gewassen, maar of zij werkelijk die schenking hebben aanvaard, daarover zal geoordeeld worden op de jongste dag." (ds. L. Vroegindeweij) "God de Heere heeft je in je doop dus uitdrukkelijk verzekerd, dat Christus en al Zijn weldaden tot vergeving der zonden en vernieuwing van je gemoed jou toekomen." (ds. J. van Sliedregt)

1. Behoeven wij slechts te aanvaarden dat wij in Christus' bloed gewassen zijn? Mogen wij er zeker van zijn dat Jezus Christus voor iedere gedoopte Zijn bloed gestort heeft?

"Dat antwoord zal echter alleen dan bevestigend zijn, als je in bekering en geloof het verbond aanvaardt. (...) Belijdenis doen is het erkennen van je zijn in het verbond en het ernstig nemen van alles wat God in onze doop over ons betekend en verzegeld heeft." (Ds. J. van Sliedregt)

2. Het aanvaarden van je 'zijn in het verbond' gaat dus alleen in de weg van bekering en geloof? Maar je bent toch pas in het verbond als je wedergeboren bent? Hoe zit dat precies?
toy

Bericht door toy »

Beste Refojongere,

Wat betreft je vragen over de doop: veel wat er over de doop geschreven en gesproken wordt (evenals jouw citaat) heeft zijn grondslag niet in de bijbel. De kinderdoop blijft iets wat tegenstrijdig is en niet concreet.
De bedoeling achter de kinderdoop is wel voluit bijbels. Namelijk dat het Evangelie aan iedereen die het hoort/leest wordt aangeboden. Ook al ben je nooit gedoopt en je leest Gods Woord, dan getuigt God dat hij jou persoonlijk de zaligheid wil geven. God vraagt geloof/vertrouwen en wil dit zelf ook werken.
Verder zijn de woorden wedergeboorte, bekering en geloof nauw aan elkaar verbonden (niet te scheiden).

Ps. Ik kan me goed voorstellen dat je vanuit traditie hier een andere visie op hebt, toch denk ik dat de Bijbel zelf duidelijkheid geeft (met het licht van de Heilige Geest). Om de kinderdoop uit te leggen en te onderbouwen moet je haast theoloog zijn, terwijl Gods Woord eenvoudig bedoeld is.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Hoewel ik het niet passend vindt om nu te reageren omdat Ereunao niet meer kan reageren.

Toch wil ik wel reageren op Toy en RJ.

Je hoeft geen theoloog te zijn om de kinderdoop te onderbouwen, net zo min om de besnijdenis te onderbouwen. Beide zijn de tekenen van het verbond, dwz het verbond waarbinnen God Zijn Woord laat prediken.

We moeten de doop niet overschatten RJ, maar ook niet onderschatten. De doop maakt ons niet zalig, de doop is geen voorwaarde tot zalig worden, de doop is wel een teken dat wij een bondeling zijn en dat ons het Woord Gods gepredikt wordt. Hierover mogen we dus niet licht denken. Deze doop zal eenmaal tegen of voor ons getuigen.

Heel kort maar, ik zal Ereunao proberen te bewegen tot de aanschaf van een pc.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
toy

Bericht door toy »

Beste NDonselaar,

Je doet hieronder een uitspraak over de doop: nl. dat de doop het teken van het verbond is en dat ons Gods Woord gepredikt wordt.
Dit is iets wat ik nog nooit in de bijbel ben tegengekomen. Zou je de bijbelteksten die zo over de doop spreken, kunnen citeren?

Ps. De doop buiten beschouwing gelaten, ben ik het altijd van harte met jou eens.
roseline

Bericht door roseline »

Mattheus. 3.

In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea en zeide: Bekeert u want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. vs. 1-2
Toen liep Jeruzalem en heel Judea en de gehele Jordaanstreek tot hem uit en zij lieten zich in de rivier, de Jordaan, door hem dopen onder belijdenis van hun zonden. vs. 5-6
Toen hij nu zag dat vele van de Farizeeën en Sadduceeën tot de doop kwamen zeide hij tot hen: .... Brengt dan vrucht voort die aan de bekering beantwoord. vs. 7-9.
Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt ... die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. vs. 11. (Mc 1:8, Lc 3:16, Joh. 1:26, Hand. 19:4)

-- De doop met water wordt hier rechtstreeks in verband gebracht met bekering en belijdenis van zonden.

Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om Zich door hem te laten dopen. vs. 13.

-- Jezus was hier een jongen of een man die zich heel bewust was van de intentie van de doop:
Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. vs. 15.

-- Jezus’ opdracht:
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. Matt. 28:19.

Marcus.

Gelijk geschreven staat bij de profeet Jesaja ... geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering en vergeving van zonden predikte. En het gehele Joodse land liep tot hem uit en alle inwoners van Jeruzalem, en zij lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan onder belijdenis van hun zonden. Mc. 3:2-6

-- De doop met water wordt hier rechtstreeks in verband gebracht met bekering en belijdenis en vergeving van zonden.

-- Jezus’ belofte:
Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft zal niet behouden worden. Mc. 16:16

Lucas.

Kwam het woord Gods tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij kwam in de gehele Jordaanstreek en predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden. Lc. 3:2-3.

-- De doop met water wordt hier rechtstreeks in verband gebracht met bekering en vergeving van zonden

En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, de hemel zich opende, en de heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde. Lc. 3:21-22.

-- De doop wordt hier in verband gebracht met het gebed van de dopeling, en met het nederdalen van de Geest. Hier was Jezus - volgens Lucas - ouder dan 12 jaar als Lucas dit in chronologische volgorde heeft geschreven.

Johannes.

Toen nu de Here vernam dat de Farizeeën gehoord hadden dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes ... Joh. 4:1.

-- Net zoals in Matt. 28:19 wordt hier een verband gelegd tussen het discipel-zijn en de doop.

Handelingen.

Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de heilige Geest ontvangen. Hand. 2:38.

-- Hier wordt een verband gelegd tussen de bekering, de doop en vergeving van zonden en het ontvangen van de heilige Geest.

Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, er toe roepen zal. Hand. 2:39.

-- Hier wordt een verband gelegd tussen de belofte des heiligen Geestes (vs. 33) en het geroepen zijn door God.

Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. Hand. 2:41.

-- Hier wordt een verband gelegd tussen het aanvaarden van het evangelie en het zich laten dopen.

Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen. En ook Simon zelf kwam tot geloof, en na gedoopt te zijn... Hand. 8:12-13.

-- Hier wordt weer de doop twee keer in verband gebracht met geloof in het evangelie.

Want deze (de heilige Geest) was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. Hand. 8:16.

-- Het is dus goed mogelijk dat iemand gedoopt is, en gelooft in Christus Jezus, en het woord Gods aanvaardt (vs. 14), maar nog niet de gave van de heilige Geest heeft ontvangen. Dan is het de bedoeling dat men daarvoor bidt, dat eventueel de handen op worden gelegd, zodat men de heilige Geest ontvangt (vs. 14-17).

Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de heilige Geest hebben ontvangen? Hand. 10:47.

-- Hieruit blijkt dat het anderzijds óók mogelijk is dat iemand éérst de gave des heiligen Geestes ontvangen heeft en vervolgens zich nog moet laten dopen. De heilige Geest werd uitgestort over de heidenen en zij maakten God groot. En daarom beval Petrus hen te dopen (vs. 48).

En een zeker Lydia, een purperverkoopster uit de stad Tyatira, die God vereerde, hoorde toe, en de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan hetgeen door Paulus gezegd werd. En toen zij gedoopt was.... Hand. 16:14-15.

-- Hier wordt de doop genoemd in verband met het openen van haar hart door God en het aandacht schenken aan het woord Gods.

En in datzelfde uur van de nacht nam hij hen mede om hun striemen af te wassen, en hij liet zichzelf en al de zijnen terstond dopen; en hij bracht hen naar boven in zijn huis en richtte een tafel aan, en hij verheugde zich, dat hij met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen was. Hand. 17:33-34.

-- De gevangenbewaarder liet zichzelf en al de zijnen dopen - zij waren ook allen tot geloof gekomen.

En Crispus, de overste der synagoge, kwam tot geloof in de Here met zijn gehele huis, en vele van de Korinthiërs, die hem hoorden, geloofden en lieten zich dopen. Hand. 18:8.

-- Ik val een beetje in herhaling, maar ook hier wordt de doop in verband gebracht met geloof.

En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is Jezus. En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. Hand. 19:3-5.

-- Er is dus verschil tussen de doop van Johannes en de doop in de naam van Jezus. De eerste doop is enkel ter bekering en vergeving van zonden, de tweede doop is de doop van geloof in Jezus Christus. Paulus legde hen vervolgens de handen op (vs. 6) en de heilige Geest kwam over hen.

En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam. Hand. 22:16.

-- Paulus getuigt hier van zijn eigen doop, van zijn vergeving van zonden en van zijn geloof in Christus, hij roept zijn naam aan.

Romeinen.

Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Rom. 6:3-4.

-- De doop is er dus een teken van dat men begraven is met Christus - de oude mens, de oude gezindheid (van het vlees), de oude wandel, het oude leven wordt afgelegd, en het is tevens een teken van nieuw leven: de nieuwe mens, de gezindheid van de Geest, wandelen in nieuwheid des levens, onze leden ten dienste van God stellend. M.i. is dit de omschrijving van de wedergeboorte, de omschrijving van de gave van de Geest als onderpand, immers wij kunnen niet de gezindheid van de Geest aannemen (Rom. 8) als wij de Geest niet hebben ontvangen. Rom. 6-8.

Kortinthiërs.

Ook heb ik nog het gezin van Stefanas gedoopt... 1 Kor. 1:16.

-- Paulus doopte hele gezinnen, Petrus doopte hele huizen, mensen en al de hunnen - lees alle teksten in Handelingen. Over het algemeen staat erbij: ‘En zij waren tot geloof gekomen.’ In dit geval niet. Was ook niet nodig en totaal overbodig geweest in deze brief, het was geen geschiedenis van iemand - het gaat hier namelijk over de onzinnige discussie wie door wie gedoopt was. Partijschappen.

Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt. 1 Kor. 12:13

-- Het gaat hier over de Geest - zonder de Geest kan iemand niet tot het lichaam van Christus behoren. Het is mogelijk om te geloven en niet de Geest te ontvangen. Dan moet men bidden tot God en zichzelf op de proef stellen (2 Kor. 13:5). Het is mogelijk om niet oprecht te geloven en toch in geestesvervoering te raken - helaas kan dit ook het werk van satan zijn. Maar slechts door geloof èn door Geest kan men tot één lichaam worden gedoopt. Als het goed is worden wij - wanneer wij gelovig worden - verzegeld met de heilige Geest der belofte (Ef. 1:13-14). Dit geldt voor alle utiverkorenen.

Galaten.

Want gij allen zijn zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Gal. 3:26-27.

-- Hier is een verband tussen geloof in Jezus Christus, het bekleden met Christus, en de doop.

Efeziërs.

Één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping; één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen.. Ef. 4:3.

-- Net zoals in Handelingen 2:38-39 is er een verband tussen de roeping van God, de Geest en de doop. En er is een verband met het geloof.

Kolossenzen.

In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in de doop. Kol. 2:11-12.

-- Hier wordt een verband gelegd tussen de doop en de geestelijke besnijdenis (duidelijk níet de vleselijke!), en het begraven zijn met Christus.

Petrus.

Als tegenbeeld hiervan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Christus Jezus. 1 Petr. 3:21.

-- Hier wordt een verband gelegd tussen het gebed van een dopeling tot God en de doop - vergelijk dat met Jezus die in gebed was tijdens zijn doop in Luc. 3:21-22. Één ding is zeker: Jezus had werkelijk een goed geweten.

-----

Ik heb hierboven ruim 25 teksten aangehaald waaruit blijkt dat de doop met water in verband wordt gebracht met:
1) bekering en vergeving van zonden
2) het geroepen zijn door God
3) het aanvaarden van het evangelie
4) het discipel-zijn
5) het geloof in Jezus Christus
6) de gave van de heilige Geest
7) de geestelijke besnijdenis
8) het begraven zijn met Christus en opstaan in nieuwheid des levens
9) het gebed van een goed geweten tot God

Ik heb de concordantie gebruikt en dit zijn zo ongeveer alle relevante teksten in de bijbel betreffende de doop - misschien kunnen er nog wel wat toegevoegd worden die direct of indirect verband houden met de doop. In de bijbel wordt in elk geval géén link gelegd tussen de doop en:
a) de vleselijke besnijdenis
b) het heilig zijn van de kinderen in de ouders
c) de geboorte uit vlees en bloed
d) het al dan niet gerechtigheid verwachten van de wet
Tenzij iemand me daarvan op grond van bijbelteksten kan overtuigen.

Mochten mensen met mij hier van mening over verschillen dan stel ik voor dat punt voor punt te behandelen...

Hartelijke Groeten, Rose.


[Veranderd op 15/8/02 door roseline]
Plaats reactie