Pagina 1 van 1

Geplaatst: 27 feb 2004, 12:00
door Geerten
Ik lees veel misverstanden in je stukje, Rens. Hier even een aantal feiten op een rijtje:

Er zijn twee verschillende canons van het Oude Testament, die ten grondslag liggen aan de rooms-katholieke en reformatorische bijbelvertalingen die er zijn, namelijk de Alexandrijnse (hellenistische) en de Palestijnse canon.

De joden in de diaspora gebruikten een uitgebreide, Griekse vertaling van de Joodse geschriften: de Septuaginta uit de eerste eeuw voor Chr. (Septuaginta staat voor: interpretatio septuaginta virorum, d.i. vertaling van zeventig mannen.)

De verwoesting van de tempel in 70 na Chr. en de opkomst van het christendom vormden de aanleiding voor rabijnen om de discussie die woedde over de omvang van de canon, te beëindigen.
De Palestijnse (joodse) rabijnen besloten dat Gods openbaringsperiode vanaf Mozes, eindigde bij Maleachi. Alle boeken uit de periode daarna, werden uitgesloten uit de canon.

De christelijke traditie heeft bij aanvang de Septuaginta gebruikt bij de verbreiding van het geloof, dit is dus de Alexandrijnse canon. De Vulgaat heeft deze canon als basis.

In de Reformatie beraadde de kerk zich opnieuw over het gezag van de bijbelboeken en men sloot zich aan bij het standpunt dat de Palestijnse schriftgeleerden eeuwen eerder ook voorstonden. De kerken na de Reformatie hebben dus de Palestijnse canon gevolgd.

De boeken die dientengevolge wel in de rooms-katholieke, maar niet in de protestantse canon zijn opgenomen, kregen de benaming apocrief (apokryphos =verbergen).

De RK accepteerde wederom de Alexandrijnse canon, met uitzondering van IV Ezra, III Makkabeeën en het gebed van Manasse. De RK noemde de boeken vervolgens deuterocanoniek: voor de tweede maal canoniek verklaard, i.p.v. apocrief.

De vertalingen gaan dus terug op twee verschillende canons, daarbij komt nog dat het verschil uitmaakt welke handschriften van een bepaald bijbelboek gebruikt zijn bij het maken van de vertaling.

Er zijn geen oorspronkelijke handschriften van de bijbelboeken bewaard gebleven. De overgeleverde afschriften worden wel ‘handschriften’ genoemd. Dit zijn deels boekrollen en deels codices (handschift in band).

De belangrijkste zijn: Dode-Zeerollen (1947 gevonden; 2e E. voor Chr. - 1e E. na Chr. ), Profetencodex (895 geschreven), Codex van Aleppo (1e helft 10e E. na Chr.), Codex Leningradensis (voltooid in 1008).

Het vaststellen van de canon van het Nieuwe Testament begon vrij snel na het ontstaan van deze geschriften. Al in de 2e eeuw ontstond er een verzameling van brieven van de apostel Paulus. De 4 evangeliën zijn waarschijnlijk later rond 160 na Chr. als verzameling in de canon opgenomen.

Een lijst die omstreeks 190 na Chr. in Rome is opgesteld bevat alle boeken die in die tijd als gezaghebbend golden met als criteria: de algemene verbreidheid van de geschriften en het apostolisch auteurschap.

De boeken die zijn uitgesloten van de nieuwtestamentische canon noemt men zowel in rooms-katholieke, als in protestantse kringen apocrief. Deze geschriften hebben nooit een officiële status gekregen.

Misschien is het handig om dit bij je discussie in het achterhoofd te houden?


[Aangepast op 27/2/04 door Geerten]

Geplaatst: 27 feb 2004, 12:43
door Ralf
Hoi Rens,

Altijd goed om bij tijd en wijle Advocaat van de duivel te spelen. Goed om kritisch te blijven kijken naar dingen die vanzelfsprekend lijken.

Mijn drie hoofstellingen zijn:

1. Elke Bijbel is een aangepaste Bijbel
2. De Reformatorische Bijbelvertalingen staan dichter bij de grondtekst dan de oude RK-vertaling.
3. Anno 2004 ontlopen de bijbelvertalingen elkaar niet veel meer.

Ad 1.
Elke vertaling is al een aanapassing. Daarnaast hebben we niet 1 grondtekst, maar meerdere handschriften in meerder talen (Hebreeuws, Aramees, Koptisch etc.) Elke vertaler maakt keuzes van uit zijn eigen "kader". Het is dus onvermijdelijk dat de vertaling van oude geschriften uit het midden-oosten jaren later door westerse blanke mannen tot vertekeningen zou leiden (een klein voorbeeld daar waar het NT het heeft over "broeders"net zo goed gelezen kan worden "broeders en zusters" ).
Een aangepaste vertaling is natuurlijk onvermijdelijk en ook niet altijd verkeerd. Immers een letterlijke vertaling zou waarschijnlijk abra cadabra voor ons zijn. Taal is tijd en cultuur gebonden.

ad2
De eerste grote Europese vertaling is de Katholieke Vulgaat in het Latijn. Dit was voor die tijd een enorme stap vooruit. Maar zoals met zoveel prototype zaten hier ook veel fouten in.
Je schrijft in je stelling dat veel vertalingen zijn beinvloed door de reformatie (en dat zal uiteraard zo zijn), maar je kunt ook redeneren dat nieuwe vertalingen juist de aanzet waren voor de reformatie (uiteraard niet alleen). De vertaling van Erasmus, hoewel die ook verre van perfect was, wees op een heel aantal zaken die niet goed vertaald waren in de Vulgaat. Let op Erasmus (humanist in de goede zin van het woord) was nog steeds Katholiek. Het bekendste voorbeeld van een fout is uiteraard de vertaling van het bezoek van de engel aan Maria. In de Vulgaat zegt de engle: "Maria vol van genade". Hieruit werd o.a. de Maria-leer opgebouwd, nl dat Maria ook middelaar was (een vat vol genade, die wij komden "aftappen"). Tot op vandaag de daag is deze tekst van groot beland in de Kathholieke traditie (bv in het Wees gegroet). De reformatie bracht de bijbel ook dichter bij de mensen door ze in de locale talen te drukken (eerder ging je daarvoor op de brandstapel). Het is ook geen kunst dat de reformatorische vertlalingen dichter bij de grondtekst stonden. Zij konden immers gebruik maken van de modernste inzichten uit de vertaalwetenschappen.

Ad 3
Het grote verschil tussen protestanten en de katholieken is nog steeds dat wij maar uitgaan van een bron (Heilige Schrift) en de katholieken uitgaan van twee bronnen (Heilige Schrift en Traditie). Dit heeft uiteraard zijn invloed op o.a de vertalingen. De protestanten hebben 1 toets (al hoewel traditie uiteraard onvermijdelijk een grote invloed heeft). Door ook de traidtie tot toets te verheffen kun je in principe alles verklaren (en dus ook niets).

Uit voortgaande kan worden afgeleid dat protestantse bijbelvertalingen beter zijn dan katholieken. Dat is echter niet zo. Mijns inziens is de Willibrordvertaling 1995 momenteel de beste vertaling die er in Nederland is. Dit is vertaaltechnisch gewoon een knap stuk werk. De Katholieke kerk staat achter deze vertaling, maar gebruikt deze niet in de mis. Waarom zul je denken; omdat deze vertaling niet aanlsluit bij de traditie. Reden te meer waarom protestanten zonder probleem deze vertaling kunnen lezen. Ik kijk zelf reikhalzend uit naar de NBV (wat ik er van gelezen heb klinkt goed iig). De Statenvertaling, NBG en Groot nieuws Bijbel (herziene editie) zijn ook heel goed te gebruiken. Het Boek kun je er goed bij gebruiken, alhoewel dit geen vertaling is (ondersteunend).

Maar je stelling klopt, maar met de grote kanttekening dat elke vertaling een aangepaste Bijbel is. We mogen er gelukkig op vertrouwen dat vertaalwerk niet alleen mensenwerk is, maar dat de Heilige Geest hierin zeker een hele grote rol speelt.

[Aangepast op 27/2/04 door Ralf]

Geplaatst: 27 feb 2004, 20:38
door memento
Well, vertalen houd in dat je keuzes moet maken, en keuzes zullen altijd beinvloed zijn door wát het meest binnen het theologische denken van de vertalers past.

Anderszinds, leg de SV en bv de Willibrord of de NBV2004 naast elkaar, en ga eens vergelijken. In meer dan 95% van de teksten zullen de vertalingen inhoudelijk met elkaar overeen komen, ik denk dat dat zelfs boven de 99,0% ligt.

Het beste kan je meerdere vertalingen naast elkaar lezen. In het NL. lees ik de SV naast de Willibrord, en hoop in de toekomst de SV naast de NBV2004 te gaan lezen. Voor persoonlijk gebruik lees ik de New King James Version, vanwege mijn voorkeur voor de Majority Text voor het NT