Geen oudere man...

[learsi]

Vlastuin zegt in zijn dissertatie over de opwekkingstheologie van J. Edwards o.a. het volgende:..........

........Edwards heeft een optimistischer kijk op de mogelijkheden van geestelijke groei en bloei. Bij Calvijn is het diepe besef van princpiele gebrokenheid van het christelijke leven bepalend voor zijn verwachting van het kerkelijke leven...............

Opwekking kenmerkt zich door een nieuw verstaan van de prediking. Het is veelzeggend dat de geleerde Edwards de onbevoegde Brainerd verdedigt. Preken zijn geen theologische verhandelingen over God, maar dezen stellen Hem present. Predikanten zijn persoonlijk met de Geest vervuld. Er is samenhang tussen de prediker en de vrucht op de prediking. Kortom deze vervulling met de Geest is gewichtiger dan de ambtelijke structuren. De met de Geest vervulde prediker is minstens net zo belangrijk als het verkondigde Woord. Dit is bij Edwards ook weer niet een garantie voor een opwekking. Toch is een geestelijke predikant voor Edwards een soort minimum voorwaarde

........Opwekking is niet strijdig met Calvijns theologie in het algemeen en zijn pneumatologie in het bijzonder, maar als apart thema is er in zijn systematische theologie geen plaats voor. Zijn pneumatologie is zozeer christologisch gekleurd, dat het werk van de Heilige Geest in wedergeboorte en opwekking niet wordt verzelfstandigd..........


........Het resultaat van dit onderzoek naar de leer van de Heilige Geest in de opwekkingstheologie bevestigt de grote noodzaak van evenwichtige theologie. Waar het spannende evenwicht tussen Woord en Geest naar het Woord overhelt, ontstaat oppervlakkigheid, waar we het andere uiterste naderen, verliezen de uitwendige structuren aan betekenis. Zo bloeien congregationalisme en baptisme, terwijl het koningschap van Jezus Christus in kerk en staat niet fuctioneert. Dit, omdat de grote aandacht voor de uitbreiding van Gods koninkrijk concurreert met het verlangen naar de Koning Zelf...........

[Da Capo]

(...)
Maar hoe zul je zonder dat je de geesten onderscheidt gaan strijden, ook een leger moet weten welke hun vijanden en welke hun makkers zijn.

Ik heb wat gemengde gevoelens bij het verloop van deze discussie.
Moet sterk denken aan wat de Heere Jezus zegt in Markus 9 en Lukas 9: "Want wie tegen ons niet is, die is voor ons." Hoewel de context van deze schriftgedeelten wat anders is, lijkt het me toch goed dit eens in overweging te nemen.