Zeeuw schreef:Ik hoor dat vaker: we moeten goed zorgen voor dieren. Ik ben het er ook helemaal mee eens. Ik vind het altijd best ingewikkeld dan in de Bijbel over de offerdiensten en de hoeveelheden gedode dieren te lezen.
Koning Salomo offerde als dank-offer 22.000 koeien en 120.000 schapen en geiten. Dat zijn er best veel. Ik geloof niet dat dierenwelzijn op dat moment een grote rol speelde.
Geloof is inderdaad nodig, al zou bijvoorbeeld het Bijbelboek Leviticus best ingewikkeld zijn; om het welzijn van een dier te kennen, als geschapen door God. Zoals dezelfde Salomo schreef: "De rechtvaardige kent het leven zijner beesten, maar de barmhartigheden der goddelozen zijn wreed." God zorgt ook voor de ossen (mogen niet gemuilkorfd worden onder het dorsen), voor de musjes enz. Wat is er niet te zien in de schepping "Zelfs een ooievaar aan den hemel weet zijn gezette tijden, en een tortelduif en kraan en zwaluw nemen den tijd hunner aankomst waar; maar Mijn volk weet het recht des HEEREN niet."
Salomo getuigt er vaker van, het dierenwelzijn te kennen en te weten van de moeiten in het dierenrijk, maar geeft ook een cruciaal onderscheid: "Want wat den kinderen der mensen wedervaart, dat wedervaart ook den beesten, en enerlei wedervaart hun beiden; gelijk die sterft, alzo sterft deze, en zij allen hebben enerlei adem, en de uitnemendheid der mensen boven de beesten is geen; want allen zijn zij ijdelheid. Zij gaan allen naar één plaats, zij zijn allen uit het stof en zij keren allen weder tot het stof. Wie merkt dat de adem van de kinderen der mensen opvaart naar boven, en de adem der beesten nederwaarts vaart in de aarde?"
Weet je wat de kanttek. schrijven bij Hebr 10 ("Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God.
Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen. In welken wil wij geheiligd zijn door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied."), zij schrijven dan: 'Het eerste is allerlei soorten van verzoenoffers die in het Oude Testament gepleegd werden. Het tweede is Zijn gehoorzaamheid onder den wil Zijns Vaders."
"Maar wilt gij weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken dood is? Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd, als hij Izak, zijn zoon, geofferd heeft op het altaar?"