Wat vinden jullie van de meditatie die in het RD van vandaag staat (9 juli 2002) over Mattheus 20 : 16 ?
Hieronder plak ik 'm neer:
Verkiezing
Wat is het een uitnemend voorrecht te behoren tot hen die niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk zijn geroepen. Deze innerlijke roeping is het schenken van de zaligmakende genade van Christus, waardoor het verstand wordt verlicht en het hart door het geloof wordt gezuiverd en de gehele mens wordt gereformeerd.
.
God, Die geboden heeft dat het licht in de duisternis zou schijnen, geeft in ons hart het licht der kennis Zijner heerlijkheid in het aanschijn van Jezus Christus. Hij is het Die in ons een nieuw hart schept en een nieuwe Geest, opdat wij in Zijn geboden kunnen wandelen.
.
Zoals dit werk alleen van en door de Heere is, bepaalt Hij alleen wie de Zijnen zijn. De uiterlijke roeping wordt uitgestrekt tot allen, maar de innerlijke roeping veroorzaakt een afzondering van weinigen daarvan. Door deze krachtige roeping wordt een van twee broers aangenomen en de andere verworpen. Of, zoals bij de twee vorsten Saul en David, de een verworpen en de ander aangenomen.
.
Naar Gods welbehagen worden zij die tot de verkiezing behoren, uit de mensen gekozen. Deze genade zal in een land komen, maar niet in elke stad, niet in elk huisgezin. Ja, zij zal komen in een huisgezin, nochtans niet tot een ieder daarvan. De een wordt aangenomen, de ander verlaten. Zij kwam tot Lydia en de stokbewaarder. Het Evangelie wordt aan velen gepredikt, maar de zegen valt op de kinderen Gods.
.
William Cowper, predikant te Perth (Al de theologische werken, 1650)
Welke kant ik uit wil?? Welnu, hoe denk men over het verschil tussen inwendige en uitwendige roeping, en hoe denk men over die laatste zin van de meditatie.... die vind ik nogal gewaagd.
Gezien de inhoud van de meditatie, is de laatste niet meer dan een samenvatting hiervan. En ik denk dat dit inderdaad zo is. Hier komt de uitverkiezing weer om de hoek kijken: Velen zijn geroepen, maar weinigen(lees: Gods volk) uitverkoren.
En Gods Volk is Israël! (Lees Paulus maar eens goed...)
Alleen Israël is het uitverkoren Volk. Israël heeft (met eerbied gesproken) een speciaal plekje in Zijn Hart. Maar het Evangelie is er voor iedereen: voor Jood en Griek (lees wel: eerst de Jood, dan de Griek; altijd schrijft de Schrift in deze volgorde en m.i. met bovengenoemde reden dat Israël "een streepje voor" heeft) en heiden (=overige volkeren).
Zie bijvoorbeeld eens Romeinen 1:
13 Doch ik wil niet, dat u onbekend zij, broeders, dat ik menigmaal voorgenomen heb tot u te komen (en ben tot nog toe verhinderd geweest), opdat ik ook onder u enige vrucht zou hebben, gelijk als ook onder de andere heidenen.
14 Beiden Grieken en Barbaren, beiden wijzen en onwijzen ben ik een schuldenaar.
15 Alzo hetgeen in mij is, dat is volvaardig, om u ook, die te Rome zijt, het Evangelie te verkondigen.
16 Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek.
17 Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.
Of Johannes 7:
37 En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.
38 Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien.
39 (En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was.)
Of Johannes 12:
47 En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make.
48 Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.
49 Want Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen zal, en wat Ik spreken zal.
50 En Ik weet, dat Zijn gebod het eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft.
Of Mattheüs 28:
18 En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.
Romeinen 2 laat zien dat deze uitverkiezing niet alleen geldt in positieve zin voor de Joden, maar ook in negatieve zin (zie vs. 9), ook vandaag de dag helaas nog harde realiteit.
9 Verdrukking en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade werkt, eerst van den Jood, en ook van den Griek;
10 Maar heerlijkheid, en eer, en vrede een iegelijk, die het goede werkt, eerst den Jood, en ook den Griek.
11 Want er is geen aanneming des persoons bij God.
12 Want zovelen, als er zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en zovelen, als er onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden;
Lees ook Romeinen 3 en zie wat Paulus concludeert:
28 Wij besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.
29 Is God een God der Joden alleen? en is Hij het niet ook der heidenen? Ja, ook der heidenen;
30 Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof.
31 Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.
Dan de tekst uit Mattheüs 20:
16 Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
Ik wil nu zelf even overdenken wat ik hier allemaal geschreven heb. Ik heb het snel gedaan en misschien moet ik het nog herzien. Maar de Eeuwige Waarheid zal blijven staan.
Wat is het een uitnemend voorrecht te behoren tot hen die niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk zijn geroepen. Deze innerlijke roeping is het schenken van de zaligmakende genade van Christus, waardoor het verstand wordt verlicht en het hart door het geloof wordt gezuiverd en de gehele mens wordt gereformeerd.
Zo behoort er over verkiezing gesproken te worden. De verkiezing kan niet anders zijn dan een troost voor Gods volk. Rechtvaardig om eeuwig verstoten te worden, maar nochtans aangezien in de Zoon van Zijn eeuwige liefde? Waarom? 'Komt in gij gezegenden des Vaders, want Ik heb u liefgehad van voor de grondlegging der wereld'.
Zoals dit werk alleen van en door de Heere is, bepaalt Hij alleen wie de Zijnen zijn. De uiterlijke roeping wordt uitgestrekt tot allen, maar de innerlijke roeping veroorzaakt een afzondering van weinigen daarvan. Door deze krachtige roeping wordt een van twee broers aangenomen en de andere verworpen. Of, zoals bij de twee vorsten Saul en David, de een verworpen en de ander aangenomen.
Dit is berekend achteraf spreken. Hiermee geven we de mens een excuus in handen. Als God mij niet 'inwendig' roept dan wordt ik niet zalig, of als ik niet uitverkoren ben dan wordt ik niet zalig. En zeer zeker is dat waar, maar zo prediken werkt lijdelijkheid en fatalisme. Wat dan wel? God eist van u en van mij geloof. Welk geloof? Wel een geloof in de Zoon van Zijn eeuwige liefde. Kunnen we dat dan zelf? Nee, dat Gods Geest.
Deze spanning moeten we voluit laten staan. Dat is naar Gods Woord.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
ndonselaar, hoe komt de auteur aan een inwendige roeping en een uitwendige roeping? Lijkt mij niet bijbels. Volgens mij zit is iedere roeping zowel uitwendig als inwendig.
Zalig worden hangt niet af van het wel of niet uitverkoren zijn. Zalig worden hangt af van het geloven in Jezus. En dat mis ik hier.
Ten diepste hangt het er wel van af of we wel of niet uitverkoren zijn. Maar het is niet aan ons als mensen om met de verborgen raad van God te werken.
Het is naar het welbehagen Gods.
En als we dan op de mens zien is dat alleen maar een groot wonder.
Het mag duidelijk zijn als ik spreek over met een gelovig hart aannemen dat ik bedoel dat dit door Gods Geest gewerkt wordt.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Jouw posting is mij uit het hart gegrepen. Bij deze mijn hartelijke steunbetuiging!
Achter de schermen werkt de verkiezing echter ook. Hierover is al wel op dit forum geschreven, kijk eens bij het topic Wil van God.
Misschien zal ik 'morgen' nog een verhaaltje schrijven over de uitverkiezing. Jezus heeft deze ook niet verzwegen! Hij heeft het over MÃjn schapen, wat de Vader Mij geeft, niemand kan tot Mij komen tenzij dat Mijn Vader hem trekke enz. Maar toch. De heldere boodschap van het Evangelie moeten wij nooit door onze domme en duistere verstandelijke redeneringen gaan verdonkeren. Wie gelooft, is behouden. En wie niet gelooft, die is alrede veroordeeld.
Excuus: "Als God mij niet 'inwendig' roept dan wordt ik niet zalig, of als ik niet uitverkoren ben dan wordt ik niet zalig."
Beide is waar. Maar je zet ten onrechte weer alle mensen die dat eerste zeggen: Als God mij niet bekeert, dan is het eeuwig onmogelijk, gewoon in dezelfde hoek van valse lijdelijkheid. Er is nogal een verschil tussen het beleven van je onmacht en onwil en het verstandelijk weten. Alleen uit dat laatste ontstaat valse lijdelijkheid. Op dit forum worden deze twee groepen maar al te vaak ten onrechte op een hoop gegooid.
Wat dan wel? God eist van u en van mij geloof. Welk geloof? Wel een geloof in de Zoon van Zijn eeuwige liefde. Kunnen we dat dan zelf? Nee, dat Gods Geest.
Wat kan zo'n mens dan met deze boodschap ndonselaar? Dat Gods Geest het moet doen en wij het niet kunnen. Dat brengt toch ons tot de belijdenis: Heere bekeer mij! Is dat ook valse lijdelijkheid?
De spanning moet blijven, dat is naar Gods Woord.
Over uitwendige en inwendige roeping. God roept niet iedereen inwendig of krachtdadig. Maar Hij roept er wel velen uitwendig. Maar de mens houdt het buiten zijn hart.
God roept velen, maar bekeert weinigen. Ja, als je het zo brengt, dan zou je suggereren dat het Gods schuld is dat er zovelen verloren gaan. Toch is het wel in waarheid zo.
Inwendige en uitwendige roeping is vanuit Gods kant bezien.
Enerlei roeping met twee uitwerkingen is van 's mensen kant bezien.
Nu maakt het mij niet uit of we het van Gods kant of van 's mensen kant bezien. Maar laten we niet zeggen dat de een dan een remonstrantse term en een ander een hypercalvinistische term gebruikt. Dat wordt hier op het forum niet gedaan. Maar laten we ervoor waken.
Zonder twijfel is het echter de leer van de Schrift dat wie gered worden, gered worden omdat God hen uitkoos om te redden, en dat hun roeping het gevolg is van die voorafgaande keuze van God. Als iemand van u dat wil ontkennen, ik heb het gezag van de Heilige Schrift aan mijn kant.
U zegt dat het onrechtvaardig is dat sommigen verloren gaan terwijl anderen gered worden. Wie zorgt ervoor dat degenen die verloren gaan, verloren gaan? Heeft God u doen zondigen? Heeft de Geest van God u ooit ervan overtuigd dat u iets verkeerds moest doen? Heeft het Woord van God u ooit versterkt in uw eigen gerechtigheid? Nee. God heeft nooit enige invloed uitgeoefend om u de verkeerde kant op te laten gaan. De hele bedoeling van Zijn Woord, de hele bedoeling van de prediking van het evangelie is om u te overtuigen van zonde en tot gerechtigheid doen bekeren; om u van uw slechte wegen tot de Heere te bekeren.
Iemand kan wel zeggen: “Ik geloof niet in Christus, want ik ben bang dat ik niet uitverkoren benâ€
Inderdaad is het volk Israël het uitverkoren volk Gods.
Op welke wijze is het volk Israël tot stand gekomen? 'Maar mijn verbond zal ik oprichten met Isaak, die Sara u op deze zelfde tijd in het volgend jaar baren zal.' Gn. 17:21-22
'want door Isaak zal men van uw nageslacht spreken.' Gn. 21:12
Abraham werd uit geloof gerechtvaardigd Gn. 15:6 - hij geloofde in Gods belofte. Isaak is daarom een kind der belofte, niet naar het vlees verwekt. Gal.4:23.
'Want niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël.' Rom. 9:6.
'Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der belofte gelden voor het nageslacht.' Rom. 9:8.
Daarom zegt Paulus:
'Zijn de eerstelingen heilig, dan ook het deeg, is de wortel heilig, dan ook de takken.'
Deze wortel is m.i. Abraham en de belofte die God aan Abraham gaf. 'en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.' Gn. 12:3. 'gij zult de vader van een menigte volken worden, Ik heb u tot een vader van een menigte volken gesteld' Gn. 17:4-5.
Wij mogen daar als wilde loten daar tussen geënt worden! Rom. 11:17. Vanwege die belofte mogen wij deel krijgen aan de saprijke wortel van de olijf - door geloof in die belofte!
Door Christus is dit mogelijk geworden. Daarom was Hij het zaad waarop de belofte sloeg. Hij maakte het mogelijk dat Abraham wèrkelijk de vader werd van een menigte volken, en dit door geloof in de belofte. Want men zal door geloof gerechtvaardigd worden, niet door vlees, en niet door de wet.
Wat ik dus kwijt wil, is dat allen, die uit het geloof zijn, kinderen der belofte zijn en nageslacht van Abraham genoemd worden, en daarom behoren tot Gods volk, Israël. Dit is een bijzonder voorrecht, daarom mogen wij ons er niet op beroemen want: 'niet gÃj draagt de wortel, maar de wortel ú.' Rom. 11:18.
Ten eerste wil ik benadrukken het hartelijk met de verwoording van Zeeuw eens te zijn. Als er zo gesproken wordt over de uitwendige/inwendige roeping is dat bijbels.
Toch RJ, proef ik bij jouw en ook bij bv. Pied de behoefte om naast onbekeerde en bekeerde mensen nog een derde groep neer te zetten nl. die van 'bekommerde'. Deze laaste groep durft zich niets toe te eigenen en moet dus apart aangesproken worden. Toch is dit niet bijbels RJ. Gods Woord spreekt van een leven in de Zoon en een leven buiten de Zoon.
Zeker zal een hongerige en dorstige ziel belijden dat hij alles verzondigt heeft, ja dat hij zichzelf onwaardig gemaakt heeft. Ja en misschien verzuchten ze wel eens 'ik ben het waardig dat God mij verstoot'. Toch zal deze ziel er nooit in rusten. Dat doet echter wel de lijdelijke. Hij zal altijd zijn onmacht benadrukken. Ik ben totaal dood. Zulken horen het liefst een prediking waarin gepreekt wordt dat we dood liggen en niets meer kunnen, punt! Dat noemen ze dan een afsnijdende prediking, terwijl een rechte afsnijdende prediking is een prediking waarin gepreekt wordt dat alles wat buiten Christus is de dood is.
Ja RJ dan over het geloof. God eist van ons het geloof in de Zoon en we kunnen niet. Waarom niet? Omdat het geloof een gave Gods is. Te moeten en niet te kunnen! Deze spanning wilde ik laten staan en niet rationaliseren. Dat wil jij toch ook?
Wat moet de mens met zo'n boodschap? Wat moet ik met deze vraag?
Beste RJ, wat deed de Israeliet met de boodschap om te geloven in de koperen slang? Dat is immers de boodschap volledig naar Gods Woord. Zie op de koperen slang, Jezus Christus en gij zult behouden worden.
Graag hoor ik nogmaals van je wat je bedoelde met de vraag 'wat moet de mens hiermee'
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini