Ongelovige medeforummer
Geplaatst: 07 jan 2009, 23:40
Ongelovige medeforummer, reiziger naar uw eeuwige dood en ondergang.
Ik ben zeer onrustig, en bewogen om uw lot.
Daardoor voel ik mij zeer verplicht deze woorden tot u te richten.
'Want de bezoldiging (het loon) der zonde is de dood,
maar de genadegift Gods is het eeuwige leven door
Jezus Christus onzen Heere.'
U ongelovige, op u is van toepassing, dat eerste gedeelte.
U kunt lezen in Romeinen 6, dat de zonde een slavernij is.
En u bent nog in dienst van die slavernij, die slavendrijver.
U zwoegt en zweet en voor wie en voor wat voor loon?
Voor de zonde, en uw loon de dood, de eeuwige dood uw ondergang.
Denkt u dat eens in, u kunt, wanneer weet u niet, in een ademtocht
daar zijn, en nog verdient ook. Of twijfelt u daaraan, of u daar wel zult komen?
God zegt het, wie niet gelooft is al rede veroordeeld!
En welk een gruwelijke werkelijkheid, u zult u er nu geen voorstelling van kunnen
maken, maar gelooft toch Gods Woord, pijn en dat voor eeuwig, dorst en dat voor eeuwig,
en andere beschrijvingen van die verdoemenis kunt u lezen in Gods Woord.
U zult denken wat een zwaar woord, en moet ge mij dat nou vertellen.
Ja, opdat gij ernstig zou zijn, opdat gij ernst zou maken met het bestormen van de
genadetroon Gods.
Of wacht u af, tot dat u daar zult zijn waarvan ik u al sprak? Die werkelijkheid
kan werkelijkheid zijn voor u het weet. Daar is er geen mogelijkheid meer en geen middel meer
om de welverdiende straf te ontlopen. Nu wel?!
In dit woord roept God u op, bekeert u, keer weder tot mij!
De andere helft van de tekst:
Christus is gekomen, en in Hem wil Gode, genade geven (genadegift).
en die genade is ook, het eeuwige leven. En voor wie, voor ieder die gelooft.
Ja, maar mijn zonde is te groot, en ik kan niet geloven dat God mij dat wil geven.
Anderen wel, maar ik, nee dat geloof ik niet.
Waarom anderen wel? Ja die zijn minder zondig als ik.
Juist ja, maar er is geen aanneming des persoon bij God hoor.
En God rechtvaardigt geen mensen omdat zij minder zondig zijn.
En weet u niet, dat de gehele wereld voor God verdoemelijk zij!
U kunt op vrome wijze of op luchtige wijze zeggen, ja maar het is de vraag of God het wil geven aan mij.
God roept u in deze woorden, nu op dit moment, op maak ernst met u situatie!
Geloof toch wat ik van u zeg, gij zijt een zondaar, en uw loon zal de dood zijn, de eeuwige dood.
Er staat geschreven: dat God geen lust heeft in de dood van de goddeloze. Zou Hij dan wel lust hebben in uw ondergang?
Hij komt door dit woord tot u, is dat geen bewogenheid, zou God u willen doen schrikken van uw situatie en uw loon/toekomst, om u vervolgens in het ongeluk te storten? Als u zulke kwade gedachten van God heeft is dat zonde. God is bewogen, maar u wilt niet!
God roept u, maar gij wilt niet luisteren!
Ja, maar ik kan niet! Dus, God heeft geen recht op uw leven? Moet u Gods eer blijven roven?
God klopt op uw de deur van uw hart en leven, en Hij zegt: doe Mij open!
Zie toch het Lam Gods dat de zonde van de wereld weg draagt!
Ziet, op Hem!
Hoor des Heeren Woord en uw ziel zal leven!
Wie tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen!
Ga toch tot Hem in het gebed, bestorm de genadetroon, maak ernst, nee niet dat deze zaken verdienste of reden zouden kunnen zijn waardoor of waarop God genadig zal zijn, maar Hij wil zich wel laten verbidden.
Die grote zondaar koning Mannase bad God, en God liet Zich van hem verbidden.
Wanhoop dan maar aan uzelven en aan uw verdiensten of wat dan ook.
Maar wanhoop niet aan die grote God, die rechtvaardig, en goed, en heilig en genadig is.
Maar...
ja, hebt u nog meer tegenwerpingen? Durft u wel, God zegt u: bekeert u en uw ziel zal leven!
Ik ben zeer onrustig, en bewogen om uw lot.
Daardoor voel ik mij zeer verplicht deze woorden tot u te richten.
'Want de bezoldiging (het loon) der zonde is de dood,
maar de genadegift Gods is het eeuwige leven door
Jezus Christus onzen Heere.'
U ongelovige, op u is van toepassing, dat eerste gedeelte.
U kunt lezen in Romeinen 6, dat de zonde een slavernij is.
En u bent nog in dienst van die slavernij, die slavendrijver.
U zwoegt en zweet en voor wie en voor wat voor loon?
Voor de zonde, en uw loon de dood, de eeuwige dood uw ondergang.
Denkt u dat eens in, u kunt, wanneer weet u niet, in een ademtocht
daar zijn, en nog verdient ook. Of twijfelt u daaraan, of u daar wel zult komen?
God zegt het, wie niet gelooft is al rede veroordeeld!
En welk een gruwelijke werkelijkheid, u zult u er nu geen voorstelling van kunnen
maken, maar gelooft toch Gods Woord, pijn en dat voor eeuwig, dorst en dat voor eeuwig,
en andere beschrijvingen van die verdoemenis kunt u lezen in Gods Woord.
U zult denken wat een zwaar woord, en moet ge mij dat nou vertellen.
Ja, opdat gij ernstig zou zijn, opdat gij ernst zou maken met het bestormen van de
genadetroon Gods.
Of wacht u af, tot dat u daar zult zijn waarvan ik u al sprak? Die werkelijkheid
kan werkelijkheid zijn voor u het weet. Daar is er geen mogelijkheid meer en geen middel meer
om de welverdiende straf te ontlopen. Nu wel?!
In dit woord roept God u op, bekeert u, keer weder tot mij!
De andere helft van de tekst:
Christus is gekomen, en in Hem wil Gode, genade geven (genadegift).
en die genade is ook, het eeuwige leven. En voor wie, voor ieder die gelooft.
Ja, maar mijn zonde is te groot, en ik kan niet geloven dat God mij dat wil geven.
Anderen wel, maar ik, nee dat geloof ik niet.
Waarom anderen wel? Ja die zijn minder zondig als ik.
Juist ja, maar er is geen aanneming des persoon bij God hoor.
En God rechtvaardigt geen mensen omdat zij minder zondig zijn.
En weet u niet, dat de gehele wereld voor God verdoemelijk zij!
U kunt op vrome wijze of op luchtige wijze zeggen, ja maar het is de vraag of God het wil geven aan mij.
God roept u in deze woorden, nu op dit moment, op maak ernst met u situatie!
Geloof toch wat ik van u zeg, gij zijt een zondaar, en uw loon zal de dood zijn, de eeuwige dood.
Er staat geschreven: dat God geen lust heeft in de dood van de goddeloze. Zou Hij dan wel lust hebben in uw ondergang?
Hij komt door dit woord tot u, is dat geen bewogenheid, zou God u willen doen schrikken van uw situatie en uw loon/toekomst, om u vervolgens in het ongeluk te storten? Als u zulke kwade gedachten van God heeft is dat zonde. God is bewogen, maar u wilt niet!
God roept u, maar gij wilt niet luisteren!
Ja, maar ik kan niet! Dus, God heeft geen recht op uw leven? Moet u Gods eer blijven roven?
God klopt op uw de deur van uw hart en leven, en Hij zegt: doe Mij open!
Zie toch het Lam Gods dat de zonde van de wereld weg draagt!
Ziet, op Hem!
Hoor des Heeren Woord en uw ziel zal leven!
Wie tot Mij komt zal ik geenszins uitwerpen!
Ga toch tot Hem in het gebed, bestorm de genadetroon, maak ernst, nee niet dat deze zaken verdienste of reden zouden kunnen zijn waardoor of waarop God genadig zal zijn, maar Hij wil zich wel laten verbidden.
Die grote zondaar koning Mannase bad God, en God liet Zich van hem verbidden.
Wanhoop dan maar aan uzelven en aan uw verdiensten of wat dan ook.
Maar wanhoop niet aan die grote God, die rechtvaardig, en goed, en heilig en genadig is.
Maar...
ja, hebt u nog meer tegenwerpingen? Durft u wel, God zegt u: bekeert u en uw ziel zal leven!