Ik vroeg eigenlijk naar de verschillen.

.
Maar ik heb intussen zelf verder gelezen in het boek: De geest van Christus, door Andrew Murray.
En kan nu neerzetten wat hij er zelf over denkt/dacht.
Het is overigens een heel mooi boek!
Hij heeft het over drie visies:
1: De ene houdt in, dat aangezien iedere gelovige de Heilige Geest ontvangt bij de wedergeboorte, er geen sprake meer kan zijn van een doop met de Geest waar men zich naar moet uitstrekken. De belofte werd vervuld aan de Kerk in de Gave van Pinksteren en door het geloof krijgt iedere gelovige deel aan dat erfdeel van de kerk.
2: De tegenovergestelde visie houdt in dat, zoals de discipelen van Christus, Filippus'bekeerlingen te Samaria en de 12 mannen re Efeze, die ware gelovigen waren, het bovendien nodig hadden de beloofde Geest te ontvangen, zo ook nu, iedere gelovig deze doop moet trachten te ontvangen en mag verwachten na zijn bekering.
3: De derde visie houdt de middenweg: terwijl zij overeenstemt met de eerste visie dat de heilige Geest in iedere gelovige woont houdt zij ook in dat de gelovige van tijd tot tijd zeer speciale, bewuste vernieuwingen van de tegenwoordigheid en kracht van omhoog van de Geest kan ontvangen, die met recht beschouwd mogen worden als een herhaald opnieuw gedoopt worden met de Geest.
Vervolgens legt Andrew M uit:
Als beweerd wordt, in verband met het tweede gezichtspunt, dat ieder gelovige zo'n doop bewust moet zoeken en ontvangen als een bepaalde ervaring schijnt dit mij niet toe als iets wat Gods Woord leert. Maar als het op
deze manier gesteld wordt, dat, in antwoord op gelovig gebed vele gelovigen deze doopvan God onvangen hebben, en dat zij die deze zoeken het dikwijls ontvangen dan is voor hen zo'n instroming van de Geest van God. Dan is het inderdaad niet minder dan een nieuwe doop met de Geest en kan ik dit niet anders beschouwen dan in de harmonie met de leer der Schriften. Hij legt vervolgens uit waarom hij voorstander is van de tweede visie. Heel eenvoudig met veel voorbeelden.
'Onvoorwaardelijke onderweping en gehoorzaamheid aan de Kracht Gods in ons innerlijke leven is de enige voorwaarde om ermee bekleed te worden. God geeft de Geest aan wie Hem gehoorzaam zijn.'