Meditatie

-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Ik las net een stukje in De Saambinder uit 1966 (te lezen in Digibron)
Misschien verstaan we wat er bedoeld wordt. Het is maar een gedeelte, alle artikelen kunt u hier voor uzelf lezen:

https://www.digibron.nl/zoeken/zoekwoor ... m-oplopend
Ds. Lamain schreef boven deze artikelen:

Een vreemd verschijnsel.
Het schijnt wel, dat hoe leger het wordt in de kerk, hoe meer Avondmaal-gangers er komen. Met hoe leger, daar bedoel ik mee, dat naar Psalm 12, het getal der getrouwen steeds minder wordt onder het menselijk geslacht. Wat blijven over het algemeen de plaatsen onbezet van het volk des Heeren, dat weggenomen is voor de dag des kwaads.
Het kerkgebouw kan wel vol zijn met mensen, maar toch kan het leeg zijn. De ware leden zijnde levende leden, die al hun heil en zaligheid zoeken en vinden in Christus Jezus.
De werkingen van Gods Geest komen zo weinig tot openbaring en toch neemt in vele plaatsen het aantal Avondmaalgangers toe En wanneer er dan een onderzoek ingesteld wordt waarom men aan het Avondmaal kwam, dan krijgen wij over het algemeen geen antwoord, of dat er gezegd wordt: „Ik kon er niet afblijven".
Maar de vraag vanzelf is: waarom kon men er niet afblijven? En zie, die vraag wordt zelden beantwoord met een verklaring, die tot blijdschap strekt. God alleen is de Hartenkenner, en wij zien maar aan wat voor ogen is. Maar toch, als er iets van Gods werk aanwezig mag zijn, dan geeft dat afdruk en indruk.
O neen, het gaat niet over veel of weinig, maar het gaat erover, of de wortel der zaak gevonden wordt. De apostel Paulus schreef: Dat iemand aangenaam is in hetgeen hij heeft, niet in hetgeen hij niet heeft. Wat ontbreekt, kan niet geteld worden. Pred. 1 : 15.
De zaak waar het over gaat en waar het op aankomt, is of wij besloten liggen in het welbehagen des Vaders. Of Christus met Zijn hart Borg voor ons is geworden. En of de Heilige Geest ook Zijn werk in ons begonnen is, tot levendmaking en vernieuwing des harten. De bewegende oorzaak van onze zaligheid ligt in God de Vader, de verdienende oorzaak in God de Zoon, en de werkende en toepassende oorzaak in God de Heilige Geest. Dus de grondslag is in een drie-enig God. En daarom hebben wij te onderzoeken of het stenen hart is weggenomen, en of wij een vlezen hart hebben ontvangen. Of God Zijn vreze in ons geplant heeft, en Zijn liefde in ons hart is uitgestort Of wij ooit een droefheid naar God hebben leren kermen, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt, 2 Kor. 7 : 10. Of wij ooit zondaar voor God en door God geworden zijn. Of wij onze zonde hebben leren kennen, de allerhoogste Majesteit beledigd, en onszelf buiten God gezondigd, en nu van God gescheiden zijn. Of wij er kennis van hebben gekregen, dat wij tegen alle geboden Gods zwaarlijk gezondigd hebben, en daarom onder de vloek en de toorn Gods liggen. Of wij wel eens ooit voor God en onder God hebben leren vallen en een welgevallen gekregen in de straf onzer ongerechtigheid.
Gods deugden liever gekregen dan onze behoudenis. Dat wil niet zeggen, dat zulk een mens onverschillig wordt ten opzichte van zijn behoudenis, verre van dat, maar dat door Gods Geest bewerkte volk krijgt God lief boven alles. De eer Gods komt boven alles te staan, en dat is het gevolg van de liefde Gods uitgestort in hun harten. De waarachtige bekering bestaat in de afsterving van de oude, en in de opstanding van de nieuwe mens.
Maar wij kunnen ook zeggen: het gevolg van de waarachtige bekering is, dat wij onszelf afvallen, en God toevallen. Wij kunnen ook zeggen: het is een doorgaande en voortgaande verlichting van God de Heilige Geest. En dan moet al ons beloven, reformeren en opklimmen teleurgesteld uitkomen.
Met onszelf, en met alles wat van ons is, in de dood terecht komen, afgesneden te worden van alles, opdat er plaats gemaakt zal worden voor die Christus, door Wie we alleen maar met God verzoend en bevredigd kunnen worden. Het is de Heilige Geest, Die waarachtig en eeuwig God is, uitgaande van de Vader, en van de Zoon, Die overtuigt, en ontdekt, maar ook Die Christus verheerlijkt in het hart van een verloren zondaar. Ja, het is alleen die Heilige Geest, Die als die grote Toepasser, ons met Christus verenigt door het geloof en ons al Zijn weldaden deelachtig maakt. De grondslag der zaligheid is de drie-enige God; het fundament dat door God in de eeuwigheid gelegd is, is Christus. „Het is ook in de tijd gelegd in het volbrachte werk van die Middelaar en het wordt ook gelegd in het hart van de uitverkorenen in de tijd van Gods welbehagen. En die ons tot dezelve bereid, is God de Heilige Geest.
En om nu nog weer op het Heilig Avondmaal terug te komen, dan moeten wij bedenken, dat Christus dat sacrament Zelf heeft ingesteld, en betuigd: Doe dat tot Mijn gedachtenis. Dat was Christus' laatste werk, maar ook Zijn laatste liefde-bevel dat Hij heeft nagelaten voor Zijn gunstgenoten. Het is het sacrament, dat Christus heeft gegeven om het geloof der Zijnen te versterken; om hen te verzekeren van Zijn eeuwige liefde jegens hen.
Voor velen schijnt het dat het Avondmaal los staat van Christus, en dat het niet anders is dan een zekere
plicht, die telkens vervuld moet worden. Ook zijn er, die hun gemoed in beweging brengen, enig uiterlijk vertoon maken, en met Gods volk aanzitten, met andere woorden, er zichzelf bij scharen, maar die nooit enig verslag kunnen geven, wat er eigenlijk plaats heeft gehad, en voor wie bij het verlaten van de tafel alles afgelopen is. O wat een droeve onwetendheid en een schrikkelijke misleiding voor de eeuwigheid.
Wanneer het gemis van God in ons leven nooit ontdekt is, dan kan er ook geen smart over dat gemis zijn, en ook geen bekommering, dat het vervuld mag worden. Maar zo is het ook ten opzichte van Christus. Het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft.

De openbaring van de Persoon brengt ons in het gemis van de Persoon. En God bedeelt Zijn volk met honger: en dorst naar Christus en naar Zijn gerechtigheid. Dat overtuigde en dat ontdekte volk komt alleen voor God te staan. Hun schuldbrief wordt thuis gezonden, en de val van Adam, wat hun val is, komt open. Gods recht wordt van de hemd in hun ziel afgedrukt, overgedrukt en ingedrukt Dat recht eist voldoening, omdat het ! gehandhaafd moet worden door die God, waarvan het verklaard wordt, dat Hij verhoogd wordt door het recht. Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheden van Zijn troon, Es. 89 : 15. En in Job 34 : 10 lezen wij: Verre zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht. God kan Zichzelf niet verloochenen. Hij kan de zonde niet ongestraft vergeven- Wij hébben geen kwadrantpenning om te betalen.
Christus voldeed aan het recht, door Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. Hij heeft de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer, namelijk de zonde, weggenomen en ons de levendmakende Geest verworven. Christus' lichaam is verbroken en Zijn bloed vergoten, en daarom kon Hij ook zeggen: Mijn vlees is waarlijk spijs en Mijn bloed waarlijk drank.
Alleen daardoor kan onze lege en veroordeelde, hongerige en dorstige ziel maar gespijzigd en gelaafd worden ten eeuwigen leven. Daarom is het ook, dat degenen, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, door Christus zalig gesproken worden, Matth. 5 : 6. Zij, en zij alleen zullen verzadigd worden.
Velen zijn er die aan het Avondmaal nooit anders krijgen dan een stukje brood en een teugje wijn, en toch schijnt het nimmer aan te grijpen. De waarheid wordt wel bevestigd, dat de verkeerde van geen schaamte wed. Wat is de mens toch verblind en verdwaasd. We zouden toch wel eens stil moeten staan, en onderzoeken naar de oorzaak, dat het nooit raakt en nooit enige vrucht heeft. Maar neen: de mens gaat maar door.
Gods ware volk is het om Christus te doen. Naar Hem gaat hun hart uit. Zij mogen door de uiterlijke tekenen wel eens opgeleid worden tot de betekende zaak. Wat hun uitzien is? Wat hun verlangen is? Wat de begeerte en de nood van hun ziel is? Toon mij Uw heerlijkheid. ,Openbaar Uzelf eens aan mijn ziel. Spreek tot mijn ziel: Ik ben uw heil; verlos mij uit de banden. Vergeef mijn zonden. Bevestig toch aan Uw knecht de zegen! Versterk hetgeen Gij hebt gewrocht! Los het voor mijn ziel nog eens op. Neem mij nog eens over, opdat ik mezelf nog eens kwijt mag raken; dat ik eens Anderen mag worden met medeweten en bewustheid voor mijn eigen ziel. De enige troost in leven en in sterven bestaat toch daarin dat ik niet meer mijzelf, maar Mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben.
Zet nog eens een zegel op Uw werk. Doe mijn ziel nog eens gemeenschap met U oefenen. Geef mij nog eens teerkost op de weg door de woestijn van dit leven. Versterk het geloof in U, o gezegende Heere Jezus, om alleen op U te steunen en te leunen, en op Uw gerechtigheid. Verlevendig mijn hoop op de eeuwige zaligheid. Verwakker de liefde nog eens, opdat ik U bij vernieuwing nog eens hartdijk lief mag hebben, Heere mijn sterkte! Verleen mij door dit Avondmaal genade, om het verbond md u te vernieuwen. Geef mij kracht o eeuwige Koning, om zonder ophouden te strijden tegen de zonde; dat de oude mens meer en meer gekruisigd, gedood en begraven mag worden, dat mijn ziel opgewekt mag worden om gebruik van U te mogen maken als Profeet, Priester en Koning.
Dat ik U meer en meer gelijkvormig mag worden, voorbereid en toebereid voor het Avondmaal van de bruiloft des Lams. Dat volk wordt zo kinderlijk gemaakt, en mag wel eens vrijmoedig tot hun Bondgod spreken, pleiten op Zijn Woord, op Zijn beloften, op Zijn liefdehart. Ze mogen dan wel eens door het geloof geweld doen op dat Koninkrijk. In zichzelf niets, arm, leeg, ellendig, veroordeeld. Maar dan zeggen ze: Heere, armen worden toch met goederen vervuld. Het is die lieve Geest, Die van de Vader en van de Zoon uitgaat. Die dat volk leert pleiten op de weggeschonken beloften, die in Christus Jezus ja en amen zijn, Gode tot heerlijkheid. Wanneer het niets meer is met ons, en wij niet meer hebben, dan is het geloof door de liefde werkend, en is er een aanhouden: Heere, help mij (Matth. 15).
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

In BEWAAR HET PAND haalt ds. A. van Heteren in een serie artikelen onder de kop "Sprekend verleden", lezenswaardige zaken aan. Zo hier een (misschien wel actueel) stukje en van ds. A. Hellenbroek. Hier kunnen we ook lezen hoe God soms het gebed wegneemt. Ook voor Juda was eens de maat vol. We citeren hier BEWAAR HET PAND, andere artikelen in deze serie zijn te lezen via digibron.

Bid niet voor dit volk

Abraham Hellenbroek
Gij dan, bid niet voor dit volk, en hef geen geschrei noch gebed voor hen op, en loop Mij niet aan, want ik zal u niet horen. Jeremia 7:16
Indien Gods toorn vast besloten is over een volk, zal de Heere het oordeel ook uitvoeren. Dan is er of in het geheel geen voorbidder voor zo’n volk of de voorbede wordt verboden. Dat laatste is het geval in Jeremia 7:16.
Verbod
De Heere spreekt tot Jeremia: ‘Gij dan, bid niet voor dit volk.’ Er staat ‘dit volk’. Het is de naam van Juda of Mijn volk nauwelijks meer waard. De Heere weet dat Jeremia wil bidden voor het volk, maar Hij wil niet dat dit nog gebeuren zal. ‘Hef geen geschrei nog gebed voor hen op.’ Wat de Heere anders zou behagen, mishaagt Hem nu. ‘Geschrei’ betekent een hevig en hartelijk gebed dat in de benauwdheid wordt gebeden met zuchten en gekerm. We kunnen spreken van een schreiend gebed. Er is sprake van ‘opheffen’ van het gebed. Dit ziet op het opheffen van de handen, de ogen, het aangezicht en het hart tot God Die in de hemel is. De Heere mag niet aangelopen worden: ‘en loop Mij niet aan’. Wat het gebed betreft betekent dit: de Heere tegemoet gaan Die Zijn toorn gaat uitvoeren met de bedoeling Zijn aangezicht nog te verzoenen. Hellenbroek verwijst naar Abigaïl die een vertoornde David tegemoet ging en zo zijn toorn afkeerde. Het woord ‘aanlopen’ geeft ook aan het onvermoeide en onbeschaamde aanhouden in het gebed. Zo hield de weduwe aan bij de onrechtvaardige rechter totdat zij haar recht kreeg. De Heere wil niet dat Jeremia Hem aanloopt. Predikers moeten voortdurend bidden voor het welzijn van hun kudde. Zij moeten waken voor hun zielen. Er mag wat het gebed betreft geen stilzwijgen bij hen zijn. De valse profeten houden niet aan in het gebed, zij treden niet in de bres. Ontrouwe herders laten het gebed na. Hoe kan het Jeremia dan verboden worden te bidden voor het volk? Omdat de Heere Zelf het hem verbiedt.
Reden
Wat is de reden dat de Heere verbiedt te bidden voor een volk? Omdat de zonden van een volk zo gruwelijk zijn dat de Heere ze niet wil vergeven. Indien de zonden van een volk zodanig zijn dat de Heere ze niet wil vergeven voordat Zijn oordelen zijn gekomen. Indien een volk waar lang voor gebeden is, in de zonden blijft volharden. Van dit alles was sprake in Juda. De Heere zegt tot Jeremia: ‘want Ik zal u niet horen.’ De Heere zal Jeremia niet verhoren. De Heere zou wel horen, maar de wens van Jeremia voor Juda niet vervullen. Omdat de Heere niet zal verhoren, wil Hij ook niet dat er gebeden wordt. Het doel van het gebed is verhoord te worden. Gebeurt dat niet, dan is het ijdel om te bidden. De Heere acht het gebed van Zijn kinderen hoog. Daarom wil hij liever niet dat zij tot Hem zullen bidden en Hij genoodzaakt zal worden niet te verhoren.

Toepassing
Het is te vrezen dat de Heere tot de bidders in Nederland zal zeggen: ‘Bid niet meer voor dit volk.’ Dan is het verloren. Indien er niet weinig rechtvaardigen in Nederland waren, dan was ons land allang omgekeerd. Wee ons als er niemand meer zal zijn die voor Nederland tot de Heere bidt. Het ziet er droevig met een volk uit wanneer er geen voorbede meer gedaan wordt. De Heere beware ons ervoor dat Hij zou zeggen: ‘Bid niet voor dit volk.’ Wee ons als het krachtig gebed van een rechtvaardige dat zoveel vermag er niet meer zal zijn. Op het gebed van Mozes verdierf de Heere het volk Israël niet na de zonde met het gouden kalf.
Zoek dit oordeel af te keren door een spoedige bekering. Bid zelf, oprecht en ernstig. Acht de voorbidding van de vromen als uw krachtigste wapenrusting. Zo bad Jesaja toen Jeruzalem bedreigd werd door vijanden. Zo bad Mozes voor het volk Israël. Samuël bad voor Israël te Mizpa. Toen donderde de Heere met een grote donder over de Filistijnen, Hij verschrikte hen en zij werden verslagen. Acht de voorbidding van Gods gezanten hoog. Zij bidden om Gods grimmigheid af te wenden. Toen de Heere onder Israël vurige slangen gezonden had, kwam het volk tot Mozes en sprak: ‘Wij hebben gezondigd, omdat wij tegen den HEERE en tegen u gesproken hebben; bidt den HEERE dat Hij deze slangen van ons wegneme.’ Verlang naar de voorbidding van Gods dienaren en bidt de Almachtige dat hij naar hen hoort. De Heere mocht het gebed van Zijn knechten en van de rechtvaardigen in ons land horen en Nederland genadig zijn. De ware aanbidders zullen verlost worden uit het verderf en zalig worden.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Uit 1986 voor 2021

"En het einde aller dingen is nabij".
1 Petrus 4 : 7a.

Hoewel het altijd noodzakelijk is om bepaald te worden bij de ernst en de kortheid van het leven, is dit op oudejaarsavond zeker noodzakelijk. Een plicht tegenover elkander, die dringt om in alle getrouwheid daarop te wijzen. Getrouw aan zijn Goddelijke opdracht heeft de apostel Petrus de vreemdelingen in de verstrooide gemeenten dit ook gedaan. Het voorbeeld van zijn Grote Meester volgend, die ook getrouw aan 's Vaders opdracht de schare in Israël opriep tot zielsonderzoek op weg naar de eeuwigheid.

Petrus roept het de gemeente toe: Het einde is nabij. Het einde van alle dingen: Waarop dit ziet? Het ziet op het laatste tijdperk van de Wereldgeschiedenis. Het ziet uit naar de laatste trap van Christus' verhoging.
Want na de trappen van Christus' vernedering, welke zijn: Zijn nederige geboorte. Zijn lijden. Zijn sterven. Zijn begrafenis. Zijn nederdaling ter hel, volgden de trappen van Christus' verhoging.
Immers triomfantelijk is Hij opgestaan van de doden. In volle heerlijkheid is Hij opgevaren ten hemel en nu triomfeert Hij aan 's Vaders rechterhand. Nog één zaak wacht. Zijn wederkomst ten oordeel, om te oordelen de levenden en de doden. Naar die hoogste trap van Christus' heerlijkheid zag de kerk van de oude dag al uit en zij zongen:
Hij komt, Hij komt om d'aard te richten
De wereld in gerechtigheid
Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten.
Wordt in rechtmatigheid geleid.


Vóór dat dit komt, en dat is de waarschuwing van Petrus tot ons gericht, moeten we ons onderzoeken wat dat voor ons betekent. Er is ons immers nog een tijd gelaten, hoewel die nabij is. Hoelang? Hoe kort? Het is voor ons verborgen. Van die ure weet niemand, dan de Vader alleen. Maar dat het nabij is, is duidelijk als een leesbare brief. Elk jaar is het te zien op de akkers, alles staat in het teken van de voltooiing. U hebt het gezien: er is gezaaid, er was wasdom, er is gemaaid, toen was het einde er. Het is te zien in het wereldgebeuren, welke tijdstekenen in de Schrift zijn terug te vinden. De oorlogen, de geruchten van oorlogen, het rumoer der volken leert ons: het einde is nabij.

Het einde aller dingen, schrijft Petrus. Dat ziet ook op de genade-bedeling die de Heere aan een tijdsbepaling verbonden heeft. In die genade- bedeling is ons de tijd bepaald, die is van de wieg tot ons einde. In die tijd moeten wij een God voor ons hart en een borg voor onze schuld leren kennen, dat de Heilige Geest soeverein werkt. Als straks de klok twaalf uur slaat is weer een jaar van die tijd om. Een jaar dat heenvloog, hetwelk wij doorbrachten als een gedachte. Immers:
Uren, dagen, maanden jaren,
vliegen als een schaduw heen.


Het einde aller dingen, ook van de genadebedeling komt. Dan wordt de kandelaar gedoofd. Dan zullen Gods getrouwe knechten niet meer afmanen van de zonde, niet meer de rijkdom van vrije genade prediken, niet meer wijzen op dat al-betalend, reinigend en verzoenend bloed van Christus. Dan is de deur voorgoed op het nachtslot. Schikt U, o Israël, om uw God te ontmoeten.

Het einde is nabij. Dat kan zo plotseling, zo onverwacht zijn.
Toen bij de rijke man er de ogen voor open gingen was het te laat. Hij had bij de tijd geleefd, en niet bij het einde. Hoe gelukkig als wij met David mogen vragen: Heere, maak mij bekend, mijn einde en welke de maat mijner dagen zij. Zie eens in het jaar dat voorbij ging. Hoe plotseling voor velen van onze dierbare betrekkingen was er het einde. Wat een smartelijke wonden. wat een lege plaatsen om ons heen getuigen van de ernst van ons korte leven.

Het einde aller dingen is nabij. Hoe is dat voor velen van Gods kinderen een wonder geworden.
Toen ze op hun einde gingen merken, en de Heere nog geen voleinding gemaakt had. Nog een plaats op de aarde, hoe nabij is het toen geworden. Getuchtigd door Gods wet aan het einde van hun werken hebben zij geleerd:
Het einde der wet is Christus een iegelijk die gelooft.

Petrus' waarschuwing, het einde is nabij, is voor hen het einde van alle zonde, van alle strijd, van alle vijanden en van het eigen dwaze ik. Dan is dat einde, het begin van een tijdperk waar geen jaren meer komen en gaan.
Maar een tijdperk van een eeuwig zijn in de gemeenschap met Hem. Die hen in de tijd te sterk werd, in de tijd inplantte in Christus, in de tijd van de zonde vrijsprak, in de tijd overzette in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn welbehagen en deed beleven!

Ps. 102 : 15.
Als een kleed zal 't al verouden,
Niets kan hier zijn stand behouden.
Wat uit stof is neemt een end.
Door de tijd die alles schendt.
Maar Gij hebt, o Opperwezen.
Nooit verandering te vrezen.
Gij, die de eeuwen acht als uren.
Zult all' eeuwigheid verduren.


Bron: Ds. P. Blok in De Saambinder 31 december 1986
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

De eerste week van 1933
Er verscheen eens een scheurkalender, DAGELIJKS MANNA, in de jaren 30 van de 20e eeuw. Van deze scheurkalender zijn drie boekjes uitgegeven die goed als dagboekje kunnen dienst doen. De boekjes die ik heb dateren van 1987. Ik weet niet of ze nog te koop zijn. Wellicht tweedehands? In ieder geval zijn de dagelijkse meditaties kort en krachtig. Wie de schrijvers waren is niet meer na te gaan, maar zeker is dat o.a. ds. G. van Reenen, ds. J.D. Barth, ds. M. Hofman, en ds. B. van Neerbos medewerkers waren. De eerste week van het jaar 1933 laat ik hier als meditatie volgen.

1 januari
Heere, laat hem ook nog dit jaar. Luk. 13:8b
Hoor de wijngaardenier pleiten; niet om verschoning, maar om uitstel van het vonnis over de onvruchtbare vijgenboom. In twee opzichten worden wij door deze boom afgebeeld. Hij was zijn heer tot verdriet door vruchteloosheid en tot nadeel door nutteloos de grond te beslaan. De zondaar, vervreemd van godsvrucht is God een gruwel en leeft vergeefs, zonder wezenlijk doel op aarde. Maar Gos is om de pleitende gerechtigheid van Christus lankmoedig over allen. Hij geeft ons tijd van bezinning, mogelijkheid van bekering. Bij de aanvang van de nieuwe jaarkring beluisteren wij deze pleitrede. Hoe zullen wij haar beantwoorden? Mogelijk is het ons laatste levensjaar! Of zegt u met de bruid: O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame en ate Zijn edele vruchten!

2 januari
Brengt dan vruchten voort, der bekering waardig. Matth. 3:8
Zo vermaant Johannes een volk dat wel vruchten vertoonde, maar niet der bekering waardig. Zij kwamen tot de doop niet met schuld en berouw, maar om hun vermeend recht op het Koninkrijk Gods te doen gelden. Veel vruchten openbaarden zij, doch het waren stinkende, die uit geen recht beginsel voortkwamen en daarom God niet behaagden. De vruchten der bekering; ootmoed, verslagenheid, verlating van de zonden, vluchten tot de Heere, zijn een gevolg van een innerlijke vernieuwing. Terwijl God de arbeid van Zijn liefde aan ons ten koste legt, zodat wij de weg der bekering weten, worden wij vermaand om deze vruchten voort te brengen door een heilige wandel. Is deze eis de stof van uw binnenkamer? Een lauwe plichtpleging kan geen vrucht voortbrengen heten.

3 januari
En ook is alrede de bijl aan de wortel der bomen gelegd. Matth. 3:10a
Met deze gelijkenis dringt Johannes aan op de ernst der bekering. Een boom aan wiens wortel de bijl gereed ligt om hem neer te vellen, staat niet lang meer. Zo geeft de Heere bij Zijn roeping tot bekering de mens een korte proeftijd. Een geestelijke bijl is aan ons leven gelegd. Door het aanbod der genade is alle voorwendsel ter verschoning weggenomen. Die zich verharden, dragen het teken des verderfs. O, hachelijke toestand van hen die die zonder zorg of opmerking hierin doorgaan! Wat zal een eindig, zondig schepsel inbrengen als de oneindige Majesteit Zijn recht, Zijn toorn en verwerping ter hand zal nemen? Alleen een spoedige bekering zal de uitgieting van Gods gramschap voorkomen. O, moge dit beeld ons voor ogen staan om ons te leiden tot een nauw leven!

4 januari
Alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Matth. 3:10b
Die geen toonbeeld wordt van Gods genade en liefde, zal het worden van Zijn wrekende gerechtigheid. Die geen ellendige, zuchtende nooddruftige wordt, verlegen om de komst van de Messias, zal het gaan zoals de boetprediker hier zijn rede besluit. Zij zullen niet meer worden bemest, noch gesnoeid, maar worden uitgehouwen. Als wij niet, door ontdekking, onze zondestaat en rampzaligheid leren kennen in onze korte tijd op aarde, ons deel zal zijn als dat van een onvruchtbare boom, tot verbranding. Al tonen wij voor de mensen een boom te zijn in Gods Kerk, hoog in kennis en gave, groen door zuivere belijdenis, als de genade Gods in ons niet gevonden wordt, zullen wij niet bevestigd worden. Het helse vuur zal onze onherroepelijke bestemming zijn!

5 januari
Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest. Mark. 1:8
De doper wijst het volk van hem af, hij wijst op de Christus. Door Zijn bediening leidt hij hen op tot de bediening van de Middelaar. Hij doopte met water die in boete tot hem kwamen en beduidde een reiniging van leven. Evenwel sprak in dit alles een ongenoegzaamheid. Maar hiermee werd het verlangen naar en de vatbaarheid voor de doop van Christus opgewekt. De Zone Gods heeft toegang tot het hart, waar al Gods knechten onmachtig zijn. In die onwederstandelijke doop zien wij de vergeving van hun zonden en de innerlijke kracht der heiligmaking, bevestiging en vertroosting voor hun gemoed. Bent u ook zo’n behoeftige naar de middelaarsbediening van Jezus?

6 januari
Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen. Luk. 3:22b
Niet alleen door de engelen en mensen, door Johannes als voorloper, ook rechtstreeks getuigt de Vader Zelf dat Jezus de Zoon van God, de Zaligmaker is. Reeds was Hij in arbeid als mens en borg. Bij Zijn doop bad Hij om Gods gunst en Geest. In antwoord getuigt te Vader van Zijn eeuwig Zoon-schap van Jezus en de verordinering tot Middelaar. Hij ontvangt de Heilige Geest niet naar Zijn Godheid maar als mens. Het welbehagen des Heeren in het plan van Zaligheid zou door Hem gelukkig voortvaren, omdat Hij het bijzonder voorwerp van Gods welbehagen is. Het vleesgeworden Woord ontvangt Gods hoge goedkeuring in de weg van Zijn arbeid en gehoorzaamheid. Het is ons nodig om Hem te leren kennen, niet uit Schrift alleen, maar van de Vader geopenbaard als zijnde Zijn welbehagen.

7 januari
Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou. Kol. 1:19
Hier wordt de verheven bestemming van Christus als Heiland uitgedrukt. Wij liggen allen van nature dood in de zonden, zijn ontbloot van geestelijk goed. Slechts vol van verderf en afkerig van God, wordt de uitverkoren zondaar gearresteerd. Van de genieting der volheid, in God bestaande, en de toegankelijkheid ertoe heeft de mens zich beroofd. Zo liggen wij dan afgesneden voor Gods aangezicht. Maar Hij tegen Wie wij gezondigd hebben, heeft Zijn eeuwig welbehagen ontsloten en bevestigd en zond Zijn Zoon. In Hem heeft al de volheid gewoond tijdens Zijn arbeid op aarde. Ja, in Zijn volheid is genade voor genade voor een ledig schepsel. Hij is vol liefde, genade, glans en heerlijkheid voor Zijn nooddruftig volk, de Weg tot de Vader in gerechtigheid en liefde.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

De wederkomst van Christus
Ziet, Hij komt met de wolken, en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen.
Openb. 1:7

Het jaareinde heeft altijd iets' weemoedigs want het herinnert ons aan het einde van ons leven. Zelfs de meest lichtzinnige wereldling beseft daar iets van. Dat jaareinde roept ons toe: Denkt er aan, ge hebt hier geen blijvende stad. Voor hoevelen werd het al eeuwigheid; Hoevelen gingen de weg van alle vlees. Wij mogen er nog zijn. Hoe lang nog? Leerden wij ons haasten om des levens wil.
Ja, het jaareinde bepaalt ons ook bij het einde van de wereld; het bepaalt ons bij de ontzettende dag van Christus' wederkomst, want eens zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. nee, dat is geen fabeltje of sprookje. Het is gewis en zeker.
Daarom begint Johannes met dat opmerkelijke woordje: Ziet! Het is of hij zeggen wil: Let toch op mijn woorden, want het zal waarheid worden. Hoe weet Johannes dat dan? Omdat het hem van God is geopenbaard. Onze tekst staat in de Openbaring van Johannes! Hoe nodig is het dan er rekening mee te houden. Ja, velen lachen er om en spotten er mee. Ze menen, dat dood dood is. Zo leeft men onbekommerd voort.
Doch of men het gelooft of niet, dat doet aan de werkelijkheid van Christus' wederkomst niets af of toe. Nee, wij weten niet wanneer het precies gebeuren zal. Van die dag en ure weet niemand doch die dag en ure komt, even zeker als het einde des jaars gekomen is. Ja, die ure is zelfs nabij. De tekenen der tijden spellen Christus komst.
Hoort u het geruis van Zijn voetstappen niet in de gerichten die over de aarde gaan? Ziet u Hem niet komen in de natuurrampen, de aardbevingen, de hongersnoden, de oorlogen en de revoluties? Merkt u Zijn komst met de laatste krachtsinspanning van de duivel? Deze toch zet alles op alles, want hij weet dat hij nog maar een kleine tijd heeft. Ziet u Hem niet komen in de grote afval, die begonnen is: in de vermenigvuldiging van de ongerechtigheid; in de verkilling der liefde? Als straks de klok twaalf slaat, dan kunt ge in elke klokslag horen: Hij komt, Hij komt om de aarde te richten.
Welk een dag zal dat zijn. Hij komt immers met grote luister! Hij komt, zegt Johannes, met de wolken, dat wil zeggen, dat Hij komt met grote kracht en heerlijkheid. De wolken zullen Zijn zegewagen zijn.
Hoe anders zal die komst zijn, dan Zijn eerste komst. Toen kwam Hij in diepe versmaadheid. Toen had Hij geen gedaante noch heerlijkheid. Toen was Hij de onwaardigste onder de mensen. Zijn wederkomst zal echter zijn een komen in heerlijkheid, omstuwd door heilige engelen. Hij zal komen met een verheerlijkt lichaam. Zijn hoofd en haar wit gelijk als witte wol, gelijk sneeuw en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs, Zijn voeten blinkend koper gelijk, gloeiend als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren. O, welk een majestueus komen, als Hij komen zal met de wolken des gerichts. Ja, die dag komt, brandend als een oven; dan zullen alle hoogmoedigen en al wie goddeloosheid doet een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal ze in vlam zetten, zegt de Heere der Heirscharen. Die hun noch wortel noch tak laten zal.
Hij komt om te oordelen de levenden en de doden. En Hij zal een rechtvaardig vonnis vellen, want Hij kent ons leven door en door. Voor Hem is niets verborgen. Hij weet, of wij onze zonden hebben beweend en of wij vergeving zochten in Zijn bloed. Hij weet of wij weigerden Hem te kussen. Bij Zijn wederkomst zal Hij afrekenen met Zijn tegenstanders, maar Zich ook ontfermen over Zijn Sion, ze opnemen in eeuwige heerlijkheid. Hoe zal het met ons gaan?
Want alle oog zal Hem zien. Alle mensen zullen die dag meemaken, al zouden ze al eeuwen geleden gestorven zijn. De graven zullen geopend worden en alle doden zullen verrijzen. Ze zullen uit het hart der aarde en uit de diepte der zee opkomen.
Zou dit voor Hem te wonderlijk zijn? Maar als dan allen Hem zullen zien, dan zullen wij Hem ook zien! Ach, dat wij ons er meer rekenschap van gaven. Allen zullen Hem zien, ook die Hem doorstoken hebben. En dat zijn niet alleen Kajafas, Herodes, Pilatus en de Romeinse soldaten, nee, dat zijn allen, die weigerden zich te bekeren, ook al waren ze vroom en godsdienstig. Die doorstekers hebben wij juist te zoeken onder degenen, die gedurig zitten onder de zuivere prediking der waarheid. Het zijn degenen, die zich niet lieten gezeggen, maar hun hart verhardden.
Hoe bang zal het hun zijn! Geen wonder dan ook dat Johannes zegt: "En alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven. "Ze zullen op hun borst slaan en wenen, nee, niet over Hem, maar met het oog op Hem. Zij zullen schreeuwen vanwege de wroeging, angst en veroordeling der consciëntie. Zij zullen roepen tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons, en verbergt ons van het aangezicht Desgenen, Die op de troon zit, en van de toorn des Lams; want de grote dag Zijns toorns is gekomen, en wie kan bestaan? Tranen van spijt zullen ze wenen, omdat ze de kostelijke tijd der genade hebben verbeuzeld. Hoe zal hun consciëntie hen aanklagen: Het is uw eigen schuld!
O, zegt het, moet ge niet ontroeren als ge aan deze dingen denkt? Hoe zal het met u gaan op die dag? Dat alsnog een heilzame schrik bewoog tot het geloof. U leeft nog. U kunt het naar verderf nog ontgaan. De Heere klopt nog aan de deur van uw hart. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, verhardt u niet, maar laat· u leiden.
Zullen Gods kinderen nu ook wenen op die doorluchtige dag? Ja, maar dan van blijdschap en vreugde. Zij zullen Hem, Die met heerlijkheid komt, herkennen als Degenen, Die hen kocht met de prijs van Zijn dierbaar bloed en zij zullen Hem met gejuich begroeten. Die nu wenen, zullen dán lachen. Want ja, wenend gaan Gods kinderen vaak over de wereld, omdat de zonde hen de dood geworden is. Wie van Gods gunstgenoten kent die droefheid niet naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid?
Ja, hier wenen ze, vanwege de zonden en de smartelijke gevolgen der zonde, want vele zijn de tegenspoeden der rechtvaardigen en in de wereld hebben ze verdrukking. Doch dan zal hun weeklacht en geschrei veranderen in een blijde rei. Ja, het zal meevallen, bedrukten! De Heere zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen!! Hij zal alle tranen van uw wangen wissen en u kronen met volmaakte vreugde. Uw blijdschap zal dan onbepaald door het licht, dat van Zijn aangezicht straalt ten hoogste toppunt stijgen.
Dat dit blijde vooruitzicht u streelde. De tijd kort op. Dat predikt u de oudejaarsavond. Nog even, en dan zult ge van zorg ontslagen zijn! De laatste woorden van onze teks't immers zijn: Ja. amen! Dat is een dubbele bevestiging. Ja, het zal waar en zeker zijn.
O, het is bijna niet te geloven, doch met Gods Woord komt ge nooit beschaamd uit, want alle vlees is als gras en alle heerlijkheid des mensen als een bloem van het gras. Het gras verdort en zijn' bloem is afgevallen, maar het Woord des Heeren blijft tot in eeuwigheid. En dit is het Woord, dat onder u verkondigd is.

Ds. J. van Haaren,
Gepubliceerd in de Oudejaarsbijlage van het RD, 28 december 1973
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Er is een taal die we niet zo veel meer horen. Dan bedoel ik niet oude woorden of een oude spelling, maar de zaken die erin verklaard worden. In De Banier der Waarheid (nu The Banner of Truth) schreef ds. C. Hegeman, in het jaar 1948. een leerrijke meditatie. De meditaties waren in die tijd vaak langer dan nu, en dat zal wellicht mede te maken hebben dat de mens in die tijd minder ontlezen was, en zich beter kon concentreren op een langere meditatie.

ZWIJGEN IN LIEFDE
”Hij zal zwijgen in Zijne liefde.”
Zefanja 3:17b

De profeet Zefanja leefde in de dagen van den vromen koning Josia, een van Juda’s laatste koningen, in tijden dat het niet moeilijk geleek om een profeet van God te zijn. Want na donkere jaren scheen voor Juda een tijd van licht te zijn aangebroken. Koning Josia vraagt naar de oude paden, en de Hogepriester Hilkia vond in den tempel het reeds lang vergeten wetboek. Ja, aan het ganse volk werd het wetboek voorgelezen, en de koning ging in praktijk brengen wat in dat wetboek geschreven staat. Was dat niet een gezegende tijd?
Waar horen wij het van een volk in deze dagen? In Amerika zeker niet! In die dagen toen Zefanja geroepen werd, nogmaals was het geen gezegende tijd? Want de tempel werd gereinigd, de afgoden priesters afgezet, de hoogten afgebroken, en een liefdedienst voor in Sions tempelzalen was groot.
Wat zal die profeet blij geweest zijn, zo zeggen wij, profeet te zijn in zulk een gezegende tijd.
En toch het was zo heel anders. Zefanja zag dieper, het was slechts uitwendig wettische vroomheid; ook hij mocht het zien met een Jesaja: “Dit volk nadert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van mij.”
Maar nu in die dagen predikte Zefanja van ondergang en behoud. God doet hem zien de dag des Heeren; die dag des Heeren zal oordeel brengen over het bedorven volk van Juda. Wat komt hij te getuigen tegen dat zo godsdienstige volk? Zefanja 1 vers 3: “Ik zal wegrapen mensen en beesten, Ik zal wegrapen de vogelen des hemels en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt de HEERE.”
En niet alleen over Juda, maar ook over de heidenen komt hij de hittigheid van des Heeren toorn te ontvouwen. Maar eeuwig wonder van Gods welbehagen, als de Heere de heidenen zal getuchtigd hebben, dan zal Hij tot hen een reine spraak wenden. Ja, de Heere doet overblijven een ellendig en arm volk, dat op den Naam des Heeren betrouwt. Het is ellendig en arm.
Zo eindigt dan Zefanja met een jubelend lied van vrije soevereine genade in Christus de grote Doorbreker: “De Heere heeft uwe oordelen weggenomen” En hoe denkt nu de Heere over Zijn volk ? Dat zij strak weer af zullen dwalen? Neen, zo zegt de profeet: Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap; Hij zal Zich over u verheugen met gejuich!”
En nu tussen die beide uitdrukkingen in van Gods vreugde over Zijn ellendig en arm volk, lezen wij de woorden van onze overdenking.
Het is niet zonder oorzaak, geliefde vrienden, dat wij in het kort u een verklaring gaven van het verband van deze woorden “Hij zal zwijgen in Zijne liefde.”
Voor vele uitleggers van Gods Woord is dit woord niet op zijn plaats. Zij hebben getracht aan de grondtekst een andere betekenis te geven. Maar o, weet het, Gods volk van alle eeuwen hebben deze woorden wel eens mogen belezen, en hebben met blijdschap deze woorden bevindelijk mogen inleven en uitleven; die leren deze woorden in de ware betekenis verstaan.
Wat is dan de betekenis ? Wat is het zwijgen Gods?
Het kan wezen een zwijgen in Zijn toorn, zoals wij lezen in de dagen der Richteren, toen Israël werd verdrukt door de Ammonieten, riepen zij tot den Heere, maar de Heere gaf ze over vanwege de toorn op de zonden van Israël.
God kan zwijgen. O, dat leert de ziel die stil gezet wordt op de weg van het verderf; doch wanneer de wet getuigt spreekt God, dat Hij een verterend vuur is buiten Christus. Alles getuigt en straks voor eeuwig verloren; ze roepen het uit: Ik heb tegen God gezondigd. Die strijd is zo bang als God spreekt.
Maar God zwijgt dan, wanneer de zondaar in den weg van afsnijding, ja in de weg van verloren gaan de hel geopend, het recht Gods liever krijgt dan zijn eigen zaligheid; dat ogenblik als Christus daar eist op grond van Zijn zwijgen voor Kajafas, op Zijn Borgtochtelijke bediening voor de Zijnen. O, dan zwijgt God op grondslag van recht maar ook in liefde. Buiten dat zwijgen is de mens voor eigen rekening in hun eigen oog. O, dat het in deze dagen van gemoedelijkheden meer op gelet mocht worden, op de gronden der waarheid. Sion wordt door recht verlost.
“Hij zal zwijgen in Zijne liefde.”
Gods volk, ja ook de bevestigde kerk, ervaart het in de oefening van het leven, dat het zwijgen Gods hun deel kan wezen. Ze mogen door genade weten het eigendom des Heeren te wezen; ze zijn niet vreemd van kinderlijk vertrouwen en daar komt benauwdheid en verdrukking van de vijanden van binnen en van buiten, en een zwijgen Gods. Ze kunnen het niet bezien dat het een beproeving van het geloof is; maar er kan ook een zwijgen wezen in liefde kastijdingen vanwege de smet der zonde, en ze roepen het uit in de dorheid der woestijn: O wee, mijn ongerechtigheden zijn vele, en een zwijgend God! En het is genade, als ze weer mogen roepen:
Bewijs, o HEER’, Uw mededogen;
Verhoed mijn ondergang;
Ik ben beklemd en bang;
Het zwaar verdriet doorknaagt mijn ogen;
Het doet mijn ziel bezwijken,
En ‘s lichaams krachten wijken.

Maar nu het grote van de woorden van onze overdenking: Het is hier geen zwijgen Gods in heilige toorn, evenmin een zwijgen tot beproeving, ook niet uit kastijding, maar rechtstreeks voortvloeiende uit Zijn liefde.
Maar zo vraagt een lezer: Kan ook liefde zwijgen?
Wanneer er stond, God kan niet zwijgen in Zijn liefde, wij zouden dan de bedoeling weten? Zwijgen niet uit toorn juist uit liefde, een stilzwijgen, dat voor het voorwerp juist liefde is.
Nogmaals, waarom zwijgt dan de Heere? Hij wil het Volzalige Wezen zwijgen, niets meer zeggen over de zonden en afmakingen en schuld, tot verheerlijking van Zichzelf op grond van recht. Die grondslag ligt van eeuwigheid vast in het eenzijdige wonder van liefde voor verdoemelingen in hun verbondshoofd Adam, haters Gods, en voor de zulken zwijgen.
En zwijgen vanwege het welbehagen Gods.
“Hij zal zwijgen in Zijne liefde.”
Neen, de Heere zwijgt niet omdat de zonden niet erg waren, het zwijgen ligt in Christus verklaart, Die Zich in den Vrederaad van eeuwigheid als het Hoofd van het Genadeverbond voor de Zijnen gaf op grond van gerechtigheid. Die door Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid, volkomen aan de eisen van de Vaders heeft voldaan. In Christus is het volle, eeuwige werkelijkheid, dat zwijgen der liefde. In Christus Borgtochtelijke bediening ligt de grond van dit zwijgen. Hij heeft het zwijgen Gods vanwege den toorn Gods ervaren; hoewel geen voorwerp van den toom Gods, heeft Hij den toorn en het zwijgen Gods gedragen. Hij, Jezus, zweeg ook in liefde. O bron van zaligheid voor goddelozen.
Hij zwijgt ook niet, omdat ons bidden, ons berouw, ons schuldbesef, zo groot was. Neen, omdat Zijn eigen liefde zo groot was dat al de schuld van Zijn volk door de vlam der liefde verteerd werd, daar Christus het uitriep voor de Zijnen: “Het is volbracht!”
Gelukkig volk van God, als ge uit al uw gestalten gezet, de noodzakelijkheid van die Christus mocht kennen. Wij lezen in 2 Korinthe 5, dat Christus zonde voor ons gemaakt is. God heeft Hem zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.
Christus voor doemschuldigen alles verworven; Die gestorven is voor onze zonden en opgewekt is tot onze rechtvaardigmaking. O die bevinding, zalige beleving, alles verliezen en door het geloof te mogen getuigen: Heere, Gij zwijgt alleen in uwe liefde.
En er is een volk, ach wat horen wij er weinig van in deze dagen van de verzegeling des Geestes, die hebben den Geest der aanneming tot kinderen leren kennen, een Vaderlijke daad, en door die liefde des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes.
O, Die Heilige Geest in de liefde, doet hen roepen: Abba Vader! Als de Vader nog sprak vanwege de zonden, was het dan mogelijk te spreken? Ach neen, geliefden. De Heilige Geest uitgaande van den Vader en den Zoon, spreekt in hen, en door dat getuigenis weten ze weer naar dat welbehagen Gods, “Hij zwijgt in Zijn liefde.”
Mijn medereiziger naar de beslissende eeuwigheid, wat is de Heere voor u, een zwijgend of een sprekend God?
O, gij gaat niet verloren, maar gij ligt verloren. Och, dat de Heere uw ogen eens mocht openen, dat God een Rechter is vanwege dat wij moed- en vrijwillig van God zijn afgevallen en den duivel zijn toegevallen. Het is nog het heden der genade. Vraag toch, jong en oud, wie weet hoe kort nog en het is eeuwigheid; sterven is God ontmoeten en dan eeuwig in de rampzaligheid door eigen schuld. O, dat eigen schuld! De Heere binde het up uw hart; vraag toch maar: Heere bekeer mij, want wij krijgen eerst met een sprekend God te doen. Bedrieg u toch niet in dezen weg. Er staat toch zo duidelijk in Zefanja 1 vers 9: “Ook zal Ik te dien dage bezoeking doen over al wie over den dorpel springt.” Dat zijn zij die een valse grond hebben. Och, wat beleven wij treurige tijden! Voorwerpelijk weten wij het zo goed; aan kerkijver ontbreekt het ons niet, maar de ontdekkende waarheid in een afbreking van het schepsel wordt gehaat.
Op Gods tijd zullen de huichelaars in Sion ontmaskerd worden. Gaat de tijd al aanbreken? O, dat spreken Gods tegen de huichelaars zal ontzettend wezen. Onderzoek u nauw, ja zeer nauw.
Gij bekommerde! ach, gij roept uit: Ik ben een huichelaar! Geen vreemdeling van ontdekking en zondesmart; och, dat ik eens wist dat mijn werk waarheid was. O, bestredene ziel, de strijd kan bang wezen, ja dat spreken Gods. En wel eens een ogenblik de liefde Gods ervaren, maar de schuld staat open. Hoe dikwijls is uw uitroep te midden van den strijd: Ach, dat ik eens mocht ervaren dat die wetenschap eens waar werd, dat God zweeg in Zijne liefde. Maar vergeet toch nooit dat er een hapering ligt, waar gij de schuld van zijt. Wat is de oorzaak, dat gij de zekerheid mist? Ge zijt u nog niet geheel kwijtgeraakt, met al uw meemaken aan een eind komen; dat uw werkzaamheden meer en meer uit mogen gaan naar Christus, in Hem is het een volkomen zwijgen.
“Hij zal zwijgen in Zijn liefde.”
Zalig het volk, dat dit zwijgen heeft leren kennen. Daar worden de beginselen gesmaakt der eeuwige vreugde; daar wordt een voorsmaak genoten van den eeuwigen Sabbat. Gods volk gaat niet naar een onbekenden hemel.
Eenmaal zal al Gods volk, klein en groot, die uit de vrucht of in de verzekering het zwijgen Gods op deze aarde ervaren hebben, huppelen van zielenvreugd. Wat een heerlijke toekomst, o volk van God! Houd moed in dit tranendal; het is slechts een verdrukking van tien dagen. Wat groot, het gaat niet om de hemel, maar eeuwig bij den Heere te wezen, en geen zonde meer.
O, die vrede dan, eindeloze en storeloze liefde altijd! Maakt God met mij groot; want wie is een God gelijk Hij, Die zwijgt in Zijne liefde ?

De Banier der Waarheid (nu The Banner of Truth), 1948 Ds. C. Hegeman, Paterson, N. J.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
HersteldHervormd
Berichten: 5986
Lid geworden op: 29 jun 2019, 21:20

Re: Meditatie

Bericht door HersteldHervormd »

-DIA- schreef:Er is een taal die we niet zo veel meer horen. Dan bedoel ik niet oude woorden of een oude spelling, maar de zaken die erin verklaard worden. In De Banier der Waarheid (nu The Banner of Truth) schreef ds. C. Hegeman, in het jaar 1948. een leerrijke meditatie. De meditaties waren in die tijd vaak langer dan nu, en dat zal wellicht mede te maken hebben dat de mens in die tijd minder ontlezen was, en zich beter kon concentreren op een langere meditatie.

ZWIJGEN IN LIEFDE
”Hij zal zwijgen in Zijne liefde.”
Zefanja 3:17b

...

De Banier der Waarheid (nu The Banner of Truth), 1948 Ds. C. Hegeman, Paterson, N. J.
Op zich een mooie meditatie, maar het gaat wel erg weinig over Zefanja. Waarom zet de dominee dan nog een tekst erbij? Weet jij dat?
Dankbaarheid is de moeder van alle deugden.
mail: broederhh@gmail.com
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

HersteldHervormd schreef:
Op zich een mooie meditatie, maar het gaat wel erg weinig over Zefanja. Waarom zet de dominee dan nog een tekst erbij? Weet jij dat?
Ds. Hegeman mediteert hier over de tekst uit Zefanja 3 vers 17b. Daar gaat het over, over het zwijgen, over waarom, over waartoe, enz. Dit gaat niet over heel de profeet Zefanja, maar alleen over de woorden genoemd vers.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
CvdW
Berichten: 2928
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Meditatie

Bericht door CvdW »

-DIA- schreef:
HersteldHervormd schreef:
Op zich een mooie meditatie, maar het gaat wel erg weinig over Zefanja. Waarom zet de dominee dan nog een tekst erbij? Weet jij dat?
Ds. Hegeman mediteert hier over de tekst uit Zefanja 3 vers 17b. Daar gaat het over, over het zwijgen, over waarom, over waartoe, enz. Dit gaat niet over heel de profeet Zefanja, maar alleen over de woorden genoemd vers.
Ik heb de meditatie gelezen en de Bijbelverklaring van M. Henri op nagelezen.
Er is veel inlegkunde te lezen in de meditatie en weinig tot geen onderbouwing. M.a.w. ik houd het maar bij de uitleg van onder andere M. Henri.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

CvdW schreef:
-DIA- schreef:
HersteldHervormd schreef:
Op zich een mooie meditatie, maar het gaat wel erg weinig over Zefanja. Waarom zet de dominee dan nog een tekst erbij? Weet jij dat?
Ds. Hegeman mediteert hier over de tekst uit Zefanja 3 vers 17b. Daar gaat het over, over het zwijgen, over waarom, over waartoe, enz. Dit gaat niet over heel de profeet Zefanja, maar alleen over de woorden genoemd vers.
Ik heb de meditatie gelezen en de Bijbelverklaring van M. Henri op nagelezen.
Er is veel inlegkunde te lezen in de meditatie en weinig tot geen onderbouwing. M.a.w. ik houd het maar bij de uitleg van onder andere M. Henri.
Dit is ook geen gewone bijbeluitleg, nee, dit wat er in de bevinding kan gebeuren. En dat is het probleem van vandaag: We geloven wel dat de Bijbel waar is, maar wat dat persoonlijk in de ziel uitwerkt hoor je weinig. Matthew Henry doet dat ook wel af en toe, maar dat is meer Bijbelverklaring dan een mediteren over het werk van God in de ziel.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Online
Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 11945
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Meditatie

Bericht door Herman »

-DIA- schreef:Dit is ook geen gewone bijbeluitleg, nee, dit wat er in de bevinding kan gebeuren. En dat is het probleem van vandaag: We geloven wel dat de Bijbel waar is, maar wat dat persoonlijk in de ziel uitwerkt hoor je weinig. Matthew Henry doet dat ook wel af en toe, maar dat is meer Bijbelverklaring dan een mediteren over het werk van God in de ziel.
Zo kan je er tegen aankijken. Ik vrees eerder dat de bijbelse uitleg van M. Henry niet geestelijk ervaren wordt, omdat we een alternatief voor bijbels geestelijk leven hoger zijn gaan waarderen dan leven bij het Woord zelf.
KDD
Berichten: 1503
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Meditatie

Bericht door KDD »

Herman schreef:
-DIA- schreef:Dit is ook geen gewone bijbeluitleg, nee, dit wat er in de bevinding kan gebeuren. En dat is het probleem van vandaag: We geloven wel dat de Bijbel waar is, maar wat dat persoonlijk in de ziel uitwerkt hoor je weinig. Matthew Henry doet dat ook wel af en toe, maar dat is meer Bijbelverklaring dan een mediteren over het werk van God in de ziel.
Zo kan je er tegen aankijken. Ik vrees eerder dat de bijbelse uitleg van M. Henry niet geestelijk ervaren wordt, omdat we een alternatief voor bijbels geestelijk leven hoger zijn gaan waarderen dan leven bij het Woord zelf.
Was het de bedoeling van Matthew Henry om een onderwerpelijke element in zijn verklaring te brengen?
Online
Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 11945
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Meditatie

Bericht door Herman »

KDD schreef:Was het de bedoeling van Matthew Henry om een onderwerpelijke element in zijn verklaring te brengen?
Dat moet je niet aan mij vragen. Ik ben van mening dat een goede uitleg vanzelf leidt tot het onderwerpelijke element. En als dat niet het geval is, dan overvraag je de bijbeltekst.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Herman schreef:
KDD schreef:Was het de bedoeling van Matthew Henry om een onderwerpelijke element in zijn verklaring te brengen?
Dat moet je niet aan mij vragen. Ik ben van mening dat een goede uitleg vanzelf leidt tot het onderwerpelijke element. En als dat niet het geval is, dan overvraag je de bijbeltekst.
Maar de waarheid moet wel onderwerpelijk gekend worden, anders kun je ook geen woord van een toepassing spreken. Je, als predikant dit niet kent kan zo'n predikant ook geen toepassing maken.
Let wel, dit is een meditatie, dat is wat anders dan een bijbeluitleg. Hier wordt onderwerpelijk uit het leven, of uit de bevinding gesproken. Als we dit niet verstaan kunnen we dat ook niet veroordelen, maar moeten we bij onszelf te rade gaan: wat ken ik hiervan? Of is het dan alleen maar een verstandelijk kennen van de waarheid. Dat is precies hetzelfde wat de Bijbel ons voorhoud in het voorbeeld van 'de rijke jongeling'.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
CvdW
Berichten: 2928
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Meditatie

Bericht door CvdW »

Ik mag aannemen als er een Bijbeltekst bij geplaatst wordt dat het dan over die tekst gaat. Ik lees dat u daar anders over denkt.
Een meditatie is gewoon een verhaal waarbij een predikant iets verteld over zijn eigen belevingen, immers geeft u aan dat hij het moet kennen om er over te kunnen schrijven. Bijbeltekst boven een meditatie is in uw ogen niet zinvol? Of begrijpt u mij niet.
Plaats reactie