Afgewezen schreef:Op de chat hadden we gisteren een interessant gesprek. Daarin kwam de kwestie aan de orde of je al kunt geloven, terwijl je zonden nog niet vergeven zijn.
Het lijkt mij van niet, maar mijn 'opponent' wees op de verlamde, die werd genezen. "En Jezus, hun geloof ziende, zei tot de geraakte: Zoon, wees welgemoed, uw zonden zijn u vergeven."
Dus, hij geloofde al, maar zijn zonden moesten nog vergeven worden.
Hoe moeten we dit zien?
Een aantal gedachten hierover.
De les van Paulus is dat de rechtvaardiging door het geloof is. Daaruit kun je stellen dat de rechtvaardiging er niet is
zonder het geloof. Het gaat om het geloof dat Paulus in Hebr. 11 aanwijst. Een geloof dat God op Zijn Woord vertrouwt, een geloof dat afziet van zichzelf en alles in Gods Hand geeft. In het OT werd de Messias beloofd, als de Vervuller van de wet, als het Lam Gods dat de zonden der wereld zou weg dragen. Dat was de basis van het geloof, om vanuit het vertrouwen en op die belofte, om vanuit die verzoening een grond te hebben om voor God te kunnen bestaan. Op basis van Christus verzoening kon en kan God de mens in liefde aannemen zonder Zijn recht te schenden.
Vanuit deze rechtsgeldigheid, enkel op basis van het Offer van Christus, eerst een heenwijzing, en nu in terugwijzing, mag een zondaar in geloof, ziende op de verzoening in Christus zich geheel overgeven aan God Drieenig, ja Hem op Zijn Woord geloven. Als het gaat over onze ellende als doemwaardige schepseld, maar ook als het gaat over het heil in Christus. Beide zaken zijn ons bekend gemaakt door God Zelf in Zijn Woord. Meen je het ene te geloven en het andere niet, dan geloof je Gods Woord voor een deel wel terwijl je het voor een ander deel verloochent. Dat kan niet. Het is of geloven, of verloochenen. Als Gods Woord waar is, dan is het waar, ongeacht hoe wij ons eronder voelen.
In de geschiedenis van de verlamde komt de vrucht van het geloof openbaar: De verlamde komt tot de Zaligmaker. Daaruit BLIJKT zijn geloof en dat is de reden waarom de verlamde te horen krijgt dat zijn zonden vergeven ZIJN. Niet om het geloof zelf. Maar omdat het geloof blijkt, openbaar komt in het erkennen van Jezus als de Messias, als de Zaligmaker, wordt deze zondaar openlijk zalig verklaard.
De reden leert Paulus: Geloof verenigt met Christus. Geloof doet
delen in Zijn gerechtigheid. Geloof komt enkel openbaar aan de vruchten (de verlamde ging!). Als die vruchten gezien worden, mag een zondaar zalig gesproken worden.
De dicipelen kregen dat ook als belofte mee: Ze kregen macht de zonden te vergeven staat er ergens. Dat zie ik dan in dit verband als dat op basis van de geloofsvruchten de zondaars die het van genade moeten hebben, troost kan worden geboden! Dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoend heeft, dat er een Weg ontsloten is tot behoud. Het voorhangel is gescheurd, de toegang tot de genadetroon ontsloten. Het Evangelie dient daarvan te getuigen. Dit is de kern van de verkondiging. De liefde van God in Christus mag worden uitgedragen. Nu is het heden der genade. Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Het onderscheidende punt ten aanzien van het ware geloof of schijngeloof is dan ook aanwijsbaar: De erkenning dat Christus de Zaligmaker is en ook gewillig is om mij persoonlijk te zaligen, zelfs als ik het niet voel, ondanks dat mijn bevinding anders is dan die van anderen, ondanks dat de ene er diep door moet en de ander met liefelijke banden wordt getrokken tot Zijn wonderbaar Licht.
Het komt uiteindelijk aan op het vertrouwen, het uitzien naar God. Het weten wat psalm 91 zegt, het vertrouwen uit de berijmde psalm 130:4 hoewel vers 2 tegen ons getuigt. Het laatste regeltje uit vers 4 (1773) "Zo doe Hij ook aan mij" is dan geen verzuchting maar een amen dat er ondanks de strijd toch vertrouwen heeft in de uitkomst. Dat kan enkel als er op het Enige Fundament wordt gezien. En dat ligt buiten ons.
Vergelijk HC zondag 52 eens als het gaat over 'amen'. Zondag 1 en zondag 52 gaan over dezelfde zaak! Troost die persoonlijk wordt uitgesproken, en een vertrouwen ondanks dat ik het gevoel.
Dan kan ook de bevinding als eigen gerechtigheid, als eigen waardigheid weg en dan wordt bevinding een gave die we uit Gods Hand mogen ontvangen en waarin een ieder krijgt op een wijze en naar een hoeveelheid als dat God in Zijn soeverein handelen doet toekomen. Dan is er geen enkele ruimte meer voor een systematiseren van heilsorde, een elkaar opleggen van hoe God een mens bekeert en wat al niet meer. Het is dan enkel nog een een verwondering over de wijze waarop God werkt. En erkennen dat het onnavolgbaar is. Er blijft alleen over dat wij mensen zo dwaas zijn om te denken dat we Gods Werk kunnen 'vangen' in onze logica. Geloof alleen! Al het andere moet eraan. Net als de verlamde
gaan. Net als Esther. En dan kan het zijn "Kom ik om, dan kom ik om", maar zeg maar eens: Wat is beter: Blijven liggen in zonden en ellende, in het gevoel en bevinding van doemwaardigheid, of ongeacht hoe je bent vluchten tot de Zaligmaker? Geloof is geen zaak van iets hebben of iets doen, maar vooral van iets nalaten: Nalaten jezelf eerst geschikt te vinden om tot Christus te gaan. Eerst wedergeboren willen zijn, eerst uitverkoren willen zijn en dan pas als een verlamde naar Christus gaan. Vergeet het maar. De verlamde hoorde pas NADAT hij tot Christus was gegaan dat zijn zonden waren vergeven.
Daar ligt de les voor ons allemaal.
Een wat uitvoerig antwoord wellicht voor een kleine vraag, maar er zijn zoveel zaken die hier samenhangen.
De kern van dit alles is dat een mens met al zijn godsdienst, met al zijn dogmatiek, met al zijn strijdlust om de rechtzinnigheid, ja met al zijn gemis, ellendekennis etc. zonder zijn vertrouwen op Christus te stellen zichzelf niet rijk hoeft te rekenen. Levensgevaarlijk!
Het is beter om als een eenvoudige verlamde met de kennis van een kleuter te belijden dat Jezus is de Christus, dan met de kennis van alle oudvaders bij elkaar te wachten op een gevoel of bevinding van vergeving der zonden en zolang dat er niet is zichzelf dan maar permitteren om niet tot Christus te gaan.
Wie echt ellendig is kan niet stilzitten en gaat als een verlamde tot de enige Heelmeester die kan genezen.
Zo, mijn pauze is weer voorbij. Ik ga weer aan het werk
