Geert Wilders op verkeerd spoor, of heeft ie gewoon gelijk?
Geplaatst: 16 mar 2007, 11:04
Uit Trouw van vandaag......een opinie-artikel
====
Rechtsorde door Wilders fundamenteel aangetast (opinie)
Rikki Holtmaat, hoogleraar non-discriminatierecht Universiteit Leiden
Het land opdelen in mensen met één en met twee paspoorten is een klassiek geval van discriminatie. De Kamer had ondubbelzinnig ’nee' moeten laten horen.
In de discussie over de dubbele nationaliteit komt niet naar voren dat het op die grond maken van onderscheid tussen mensen discriminatie is. We spreken van discriminatie als individuen niet worden beoordeeld op grond van wat ze wíllen zijn of wat ze laten zien dát ze zijn, maar als hen bepaalde rechten en ontplooiingsmogelijkheden worden ontnomen op grond van aan hen toegeschreven eigenschappen en kenmerken (’vrouwen zijn irrationeel’, ’joden zijn woekeraars’).
Discriminatie verloopt vrijwel altijd via het construeren van twee groepen die wezenlijk verschillend zouden zijn. Daarin wordt dan een ’wij-zij’ tegenstelling gecreëerd die sterk emotioneel geladen is.
Wat is nu het veronderstelde verschil tussen mensen met één en mensen die er twee paspoorten op na houden? Volgens het Kamerlid Geert Wilders gaat het om een loyaliteitskwestie. De immigrant die vasthoudt aan zijn of haar oorspronkelijke nationaliteit en derhalve twee paspoorten bezit zou daarmee getuigen van een gebrek aan inzet om volledig in Nederlands te willen integreren. Deze immigrant houdt immers de achterdeur naar zijn land van herkomst open.
In de tweede plaats zou deze genaturaliseerde immigrant, vooral als deze officiële politieke of bestuurlijke ambten gaat bekleden, in de problemen kunnen komen. Die moeilijkheden betreffen de vraag welk land hij of zij in de eerste plaats wil dienen: Nederland of het land van oorsprong. In deze discussie over loyaliteit komt de ’zuivere Nederlander’ die maar één nationale identiteit heeft, te staan tegenover de ’dubbele Nederlander’, die weigert volop voor Nederland te kiezen.
De laatste is de ’ander’ die vervolgens – enkel omdat hij of zij anders is – bepaalde rechten mag worden onthouden. Zoals het recht, neergelegd in artikel 3 van de Grondwet, om publieke ambten te vervullen.
Onderdeel van dit proces is het uitdrukkelijk benoemen van verschillende categorieën van mensen – bij voorkeur niet alleen in gewone mensen termen, maar juist in termen met een zekere juridische lading. De labeling krijgt een wettige basis wanneer de regering of de Tweede Kamer de groep mensen met een dubbel paspoort bepaalde rechten wil onthouden. Door deze mensen bijvoorbeeld het recht te onthouden om staatssecretaris te worden, verheft de Tweede Kamer dit tot juridische waarheid.
Zo worden mensen in groepen ingedeeld die elkaar wederzijds uitsluiten. En dat is kwalijk. Hun bijdrage aan de Nederlandse samenleving wordt niet langer beoordeeld op wat ze zouden willen zijn en op hun feitelijk handelen, maar uitsluitend op wat ze volgens deze bestempeling zouden zijn: een zuivere Nederlander met een enkelvoudige nationaliteit of een persoon die mogelijk disloyaal is vanwege zijn dubbele nationaliteit.
Precies dat hoorde ik staatssecretaris Aboutaleb in het tv-programma Pauw & Witteman zeggen: „Ik word ineens niet meer gewaardeerd voor wat ik voor de Nederlandse samenleving heb gedaan, ik word nu uitsluitend beoordeeld (en veroordeeld) op het feit dat ik ook nog een Marokkaans paspoort heb.”
Het ’anders-zijn’ van mensen met een dubbele nationaliteit bestaat eruit dat ze niet zijn te vangen in een enkelvoudige nationale identiteit.
Dat is ook precies wat mensen zo onrustig, angstig of kwaad maakt. Dit vormt de emotionele achtergrond van de luide roep om deze ’dubbele paspoorthouders’ tot een keuze voor het Nederlandse paspoort te dwingen en – als ze zich daaraan niet onderwerpen – het land maar uit te gooien. En dat is ook precies waarom de Tweede Kamer een zeer principieel ’nee’ tegen de opvattingen van Wilders had moeten laten horen.
Het gelijkheidsbeginsel wordt aan mensen die tot Nederlander naturaliseren voorgehouden als een van de fundamentele beginselen van onze rechtsorde. Het is een richtinggevend beginsel voor een tolerante en open samenleving, een beginsel dat oproept tot respect voor de verscheidenheid van mensen en dat hen de garantie geeft van de vrijheid om aan het eigen leven richting en inhoud te geven. Juist dat gelijkheidsbeginsel wordt geschonden door op deze manier een verschil tussen zuivere Nederlanders en mensen met een dubbele nationaliteit te wettigen.
Kortom, deze hoogleraar gaat, op juridische gronden, in tegen Wilders.
Maar heeft Wilders niet per sé gelijk als er gesteld wordt dát twéé paspoorten (van welk land van herkomst dan ook) een belemmering zou kúnnen zijn voor een totale loyaliteit?
ZXélf ben ik van mening dat Geert Wilders wel héél erg populostisch bezig is, en een doemscenario aan de mensen voorlegt, waardoor angst wordt gekweekt voor zaken die alleen bij extreem-ondemocratische groepen/godsdiensten opgeld doen, maar de totale visie laat vertroebelen (bewust dan hé)
====
Rechtsorde door Wilders fundamenteel aangetast (opinie)
Rikki Holtmaat, hoogleraar non-discriminatierecht Universiteit Leiden
Het land opdelen in mensen met één en met twee paspoorten is een klassiek geval van discriminatie. De Kamer had ondubbelzinnig ’nee' moeten laten horen.
In de discussie over de dubbele nationaliteit komt niet naar voren dat het op die grond maken van onderscheid tussen mensen discriminatie is. We spreken van discriminatie als individuen niet worden beoordeeld op grond van wat ze wíllen zijn of wat ze laten zien dát ze zijn, maar als hen bepaalde rechten en ontplooiingsmogelijkheden worden ontnomen op grond van aan hen toegeschreven eigenschappen en kenmerken (’vrouwen zijn irrationeel’, ’joden zijn woekeraars’).
Discriminatie verloopt vrijwel altijd via het construeren van twee groepen die wezenlijk verschillend zouden zijn. Daarin wordt dan een ’wij-zij’ tegenstelling gecreëerd die sterk emotioneel geladen is.
Wat is nu het veronderstelde verschil tussen mensen met één en mensen die er twee paspoorten op na houden? Volgens het Kamerlid Geert Wilders gaat het om een loyaliteitskwestie. De immigrant die vasthoudt aan zijn of haar oorspronkelijke nationaliteit en derhalve twee paspoorten bezit zou daarmee getuigen van een gebrek aan inzet om volledig in Nederlands te willen integreren. Deze immigrant houdt immers de achterdeur naar zijn land van herkomst open.
In de tweede plaats zou deze genaturaliseerde immigrant, vooral als deze officiële politieke of bestuurlijke ambten gaat bekleden, in de problemen kunnen komen. Die moeilijkheden betreffen de vraag welk land hij of zij in de eerste plaats wil dienen: Nederland of het land van oorsprong. In deze discussie over loyaliteit komt de ’zuivere Nederlander’ die maar één nationale identiteit heeft, te staan tegenover de ’dubbele Nederlander’, die weigert volop voor Nederland te kiezen.
De laatste is de ’ander’ die vervolgens – enkel omdat hij of zij anders is – bepaalde rechten mag worden onthouden. Zoals het recht, neergelegd in artikel 3 van de Grondwet, om publieke ambten te vervullen.
Onderdeel van dit proces is het uitdrukkelijk benoemen van verschillende categorieën van mensen – bij voorkeur niet alleen in gewone mensen termen, maar juist in termen met een zekere juridische lading. De labeling krijgt een wettige basis wanneer de regering of de Tweede Kamer de groep mensen met een dubbel paspoort bepaalde rechten wil onthouden. Door deze mensen bijvoorbeeld het recht te onthouden om staatssecretaris te worden, verheft de Tweede Kamer dit tot juridische waarheid.
Zo worden mensen in groepen ingedeeld die elkaar wederzijds uitsluiten. En dat is kwalijk. Hun bijdrage aan de Nederlandse samenleving wordt niet langer beoordeeld op wat ze zouden willen zijn en op hun feitelijk handelen, maar uitsluitend op wat ze volgens deze bestempeling zouden zijn: een zuivere Nederlander met een enkelvoudige nationaliteit of een persoon die mogelijk disloyaal is vanwege zijn dubbele nationaliteit.
Precies dat hoorde ik staatssecretaris Aboutaleb in het tv-programma Pauw & Witteman zeggen: „Ik word ineens niet meer gewaardeerd voor wat ik voor de Nederlandse samenleving heb gedaan, ik word nu uitsluitend beoordeeld (en veroordeeld) op het feit dat ik ook nog een Marokkaans paspoort heb.”
Het ’anders-zijn’ van mensen met een dubbele nationaliteit bestaat eruit dat ze niet zijn te vangen in een enkelvoudige nationale identiteit.
Dat is ook precies wat mensen zo onrustig, angstig of kwaad maakt. Dit vormt de emotionele achtergrond van de luide roep om deze ’dubbele paspoorthouders’ tot een keuze voor het Nederlandse paspoort te dwingen en – als ze zich daaraan niet onderwerpen – het land maar uit te gooien. En dat is ook precies waarom de Tweede Kamer een zeer principieel ’nee’ tegen de opvattingen van Wilders had moeten laten horen.
Het gelijkheidsbeginsel wordt aan mensen die tot Nederlander naturaliseren voorgehouden als een van de fundamentele beginselen van onze rechtsorde. Het is een richtinggevend beginsel voor een tolerante en open samenleving, een beginsel dat oproept tot respect voor de verscheidenheid van mensen en dat hen de garantie geeft van de vrijheid om aan het eigen leven richting en inhoud te geven. Juist dat gelijkheidsbeginsel wordt geschonden door op deze manier een verschil tussen zuivere Nederlanders en mensen met een dubbele nationaliteit te wettigen.
Kortom, deze hoogleraar gaat, op juridische gronden, in tegen Wilders.
Maar heeft Wilders niet per sé gelijk als er gesteld wordt dát twéé paspoorten (van welk land van herkomst dan ook) een belemmering zou kúnnen zijn voor een totale loyaliteit?
ZXélf ben ik van mening dat Geert Wilders wel héél erg populostisch bezig is, en een doemscenario aan de mensen voorlegt, waardoor angst wordt gekweekt voor zaken die alleen bij extreem-ondemocratische groepen/godsdiensten opgeld doen, maar de totale visie laat vertroebelen (bewust dan hé)