Pagina 1 van 1

Bijbelverklaring van Dachsel

Geplaatst: 30 nov 2006, 19:11
door Christiaan
Als je mensen vraagt wat ze een goede bijbelverklaring vinden noemen veel mensen alleen of o.a. die van Dachsel.

Ik ken deze verklaring zelf nog niet, en ben daarom erg benieuwt naar jullie ervaringen. Wat is er zo positief aan deze verklaring?
Wat zijn de sterke punten? Wat de minder?

Geplaatst: 30 nov 2006, 19:58
door JolandaOudshoorn

Geplaatst: 30 nov 2006, 20:00
door Christiaan
JolandaOudshoorn schreef:http://www.refoforum.nl/viewtopic.php?t ... ht=dachsel

Kijk eens in dit topic
Daar vertel men niets over de verklaring van Dachsel.
Maar misschien ken of heeft nu wel iemand hem.

Geplaatst: 01 dec 2006, 07:50
door JolandaOudshoorn
Christiaan schreef:
JolandaOudshoorn schreef:http://www.refoforum.nl/viewtopic.php?t ... ht=dachsel

Kijk eens in dit topic
Daar vertel men niets over de verklaring van Dachsel.
Maar misschien ken of heeft nu wel iemand hem.
't Is dat je in Zeeland woont, anders kon je even een bakkie doen en hem inkijken :)

Geplaatst: 01 dec 2006, 10:54
door Pied
Wel, als niemand een antwoord geeft: de verklaring van Dächsel geeft niet alleen een eigen uitleg (vaak een omschrijving van de Bijbeltekst in eigen woorden, met een korte uitbreiding daartussen), maar gaat ook te rade bij een groot aantal andere uitleggers, die hun gedachten daarover gegeven hebben. Dat levert bijvoorbeeld bij Johannes 3:3 (Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien) de volgende uitleg op:

3. Jezus antwoordde op zijn niet bepaald uitgesproken vraag, die echter uit Zijn hele verschijning en uit de inleidende woorden, waarvan Hij zich bediende, vanzelf sprak en zei tot hem: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: tenzij dat iemand wedergeboren wordt, hij kan het koninkrijk van God, dat nu een aanvang neemt, niet zien; hij kan niet eens zijn bestaan opmerken, omdat hij het oog mist om het waar te nemen, laat staan het deelachtig zou kunnen worden. (Luk.17:20 v).

Jezus is volgens het gezegde van Nikodemus meer dan een Rabbi, welke andere rabbi zou zich aanmatigen van God gekomen te zijn? Hij erkent de wonderen, die de Heere deed, als bovenmenselijke daden, alleen voor goddelijke kracht mogelijk. Dit was het oordeel van de meer aanzienlijke schriftgeleerde onder de Joden en hetzelfde oordeel werd ook bij het gewone volk gevonden (Joh.9:31 vv.), welks natuurlijk gevoel dikwijls het juiste oordeelt. Hij stond dus in de voorhof van de bekering. Dat de wonderen hem op Jezus opmerkzaam maakten, hem opwekten om nadere omgang met Jezus te zoeken, dat was voorbereidende genade. Hij volgde die weg, terwijl er anders zo velen zijn die in het voorhof van het Christendom blijven staan, die wel enig gevoel hebben van de Geest van Christus en een behoefte in zich voelen, maar toch verzuimen in het inwendige heiligdom te gaan. De vraag, die werkelijk of stilzwijgend tot Jezus gericht was en die aangevuld moet worden, is deze: daarom zeg mij, is de hoop van ons volk op de Messias gegrond? Komt Hij snel? Komt snel de betere tijd, het rijk van God en gelooft Gij, dat er dan weinigen zalig worden Luk.13:22 vv.). Dat Jezus de Messias, de Christus is, zegt Nikodemus niet. Is Hij echter een Leraar van God gekomen, is Hij daartoe niet geroepen op de gewone menselijke wijze, maar is Hij met een onmiddellijke opdracht en met volmacht van God voorzien, dan moet Hij ten minste voldoende mededelingen kunnen geven over de toekomst van de Messias, over de aard van Zijn rijk en de toegang daartoe en deze verwacht Nikodemus van Hem. (V. BURGER).

Jezus begint Zijn antwoord met een bevestiging, welke alleen een goddelijke gezant toekomt, maar in de mond van een menselijken leraar of filosoof aanmatigend zou klinken. Wat Hij daarop antwoordt, is niet wat de nieuwsgierigheid zou kunnen bevredigen, wat er van het Messiasrijk zou worden, maar wat Nikodemus en ieder had te doen. Hoe velen in onze tijd branden van nieuwsgierigheid om de uitslag van al ons twisten te weten, in plaats van te leren wat zij moeten doen om bewaard te blijven voor de ondergang. Whitefield, de tweede voorname stichter van de Methodisten-vereniging in Engeland, geboren in 1714, schreef aan zijn vriend Franklin: "Ik verneem, dat u steeds beroemder en beroemder in de wereld wordt. Omdat u grote stappen gedaan heeft in de mysteriën van de elektriciteit, zou ik aan uw ernstig streven en onderzoeken, vrij van vooroordeel, wel het mysterie van de nieuwe geboorte ootmoedig willen aanbevelen. Het is een zeer belangrijke, interessante studie en zal, wanneer u die juist plaats laat hebben, u voor al uw arbeid schadeloos stellen en belonen. Hij, voor wiens rechterstoel wij snel zullen moeten verschijnen, heeft plechtig verklaard dat wij zonder die in het koninkrijk der hemelen niet zullen ingaan. (HEUBNER).

Waarom begint Jezus juist met de wedergeboorte? Ten eerste daarom, omdat de tegenstelling tegen Nikodemus mening daartoe leidde; want de Farizeeër kent slechts een gedeeltelijk toegeëigende heiligheid, waarbij de mens de eerste rol moet spelen, God daarentegen in de hoofdzaak moet toezien en belonen. Nu wordt tot hem gezegd: het is niet genoeg, met zoals gij meent, enige nieuwe levensvruchten, maar er moeten nieuwe levenswortels zijn, geen zedelijke verbetering maar een nieuwe bouw van de grond af, geen ontvangen en opvolgen van enkele voorschriften, maar een nieuwe levenssfeer. (Luther. Ik breng u geen nieuwe leer, maar nieuwe mensen wil ik zien; mijn leer is niet van doen en laten, maar van worden, zodat niet een nieuw werk verricht is, maar men nieuw geworden is, niet anders geleefd wordt, maar anders geboren is). Maar in de tweede plaats ook daarom, omdat de leer van de ellende van de mensen en de daarop berustende noodzakelijkheid van wedergeboorte de grond vormt voor alle andere leringen, die Christus, als de van God gekomen leraar, had mee te delen; pas wanneer door deze leer de behoefte aan verlossing is opgewekt, is de vatbaarheid aanwezig voor de leer van Christus’ Godheid, van Zijn verzoening en van de betekenis van het geloof. Daarop wijst de Heere zelf, als Hij in vs. 12 de aardse dingen voorstelt als toegankelijker dan de hemelse. De kennis van de verdorvenheid van onze natuur, zegt Quesnel en de noodzakelijkheid om vernieuwd te worden door Jezus Christus, zijn de eerste elementen van de Christelijke godsdienst. De sterke verzekering: "Voorwaar, voorwaar zeg Ik u" veronderstelt het niet kennen van de grote waarheid en het verzet tegen het aannemen van haar, zoals dat uit de woorden van Nikodemus zelf blijkt en geheel doorzien werd door Hem, die wist wat in de mens was; voor Hem was dat ogenblik werkelijk tragisch, er bleef niets van hem over. De Jood, die als zodanig reeds meende, een aandeel te hebben aan het rijk van God, de Farizeeër, de afgezonderde, wiens aard daarin lag, dat hij zich voor beter hield dan andere mensen, het medelid van de hoge raad, de roep van een bijzonder deugdzame man, het ijverig streven om zo een te zijn, alles scheen plotseling tot een hoopje as te verbranden; hij moet opnieuw geboren worden, het is zo goed alsof hij nog in het geheel niet geboren was. (HENGSTENBERG).

Het is een oude strijd of het Griekse [Griekse letters] hier "wederom" (vgl. Luk.1:3. "van voren aan" Hand.26:5, Gal. 4:9 "van overlang"), of "van boven" betekent. De nieuwere uitleggers beslissen meestal voor het laatste; het woord komt ook in vs. 31, Hoofdst. 19:11 en 23 in deze betekenis voor, zoals dan ook het "uit God geboren worden" een bij Johannes gewoon begrip en een veelvuldig voorkomende uitdrukking is. Als men nu echter beweert dat Johannes alleen dit begrip en niet ook de wedergeboorte kent, dan is dat een verkeerde bewering, omdat in vs. 4 en 6 zowel wat de zaak als de uitdrukking aangaat, van een nieuwe geboorte sprake is, die uit de geest geschiedt. Wij zien dan ook Nikodemus zich geheel in de kring van de gedachte van een tweede geboorte bewegen. En inderdaad, terwijl Jezus, als Hij met het begrip en het woord van een geboorte van boven begonnen was, het geheel dadelijk voor de man onverstaanbaar zou gemaakt hebben, kon de nieuwe geboorte voor deze niet zo geheel vreemd zijn; hij behoefde slechts aan de besnijdenis van het hart in Deut.30:6. Jer.4:4 en aan de belofte van een nieuw hart en een nieuwe geest in Ezech.11:19 vv.; 36:26 vv. te denken. Daarom zullen wij wel tot de oudere gewone opvatting, volgens welke het woord zoveel is als "van voren af" of "wederom" (Luk.1:3, Hand.26:4, Gal.4:9) moeten terugkeren. (LUTHARDT).

Het bereid zijn van de Farizeeën voor het koninkrijk der hemelen bestond uit enkel stukwerk van bijzondere oefeningen, uit verrichtingen naast elkaar en op elkaar opeengehoopt. De Heere verlangt echter een mens, nieuw van de wortel af, niet enkele nieuwe vormen van het oude, maar een nieuw schepsel. "Van voren aan" en dat betekent bij iemand, die reeds eens geboren is, nogmaals of opnieuw moet de mens geboren, eigenlijk verwekt worden, zal hij voor het koninkrijk der hemelen bekwaam zijn. Een geheel nieuw levensbegin is nodig en wel zo’n levensbegin, dat niet in zijn eigen hand is, zelf te maken; zoals men wel eens hoort zeggen dat iemand een nieuw leven wil beginnen, wanneer hij het besluit neemt om tot hiertoe gepleegde verkeerdheden af te leggen; maar een begin, dat hem gegeven moet worden, dat aan hem moet plaats hebben, waarbij hij zich lijdelijk gedraagt, even ls het kind dat in de moederschoot wordt geteeld. (V. BURGER).

Geen sterker uitdrukking kon gekozen zijn, om een grote en opmerkelijke verandering van toestand en karakter te kennen te geven. Wij moeten geheel verschillen van hetgeen wij tevoren waren, zoals dat hetgeen te eniger tijd begint, niet hetzelfde kan zijn als hetgeen vroeger bestond. (WITHERSPOOR).

Wij moeten van boven geboren worden. Deze nieuwe geboorte heeft haar oorsprong van boven en streeft naar de hemel; het is geboren zijn tot een goddelijk en hemels leven. (HENRY en SCOTT).

Het is ene grote verandering, gemaakt in het hart van de zondaar door de kracht van de Heilige Geest. Het bedoelt dat iets in ons en voor ons moet gedaan worden, dat wij niet voor onszelf kunnen doen. Zoals wij bij onze eerste geboorte zijn geboren om te sterven, zo zijn wij bij onze tweede geboorte geboren om voor altijd te leven. (BURDER).

De Heere stelt zijn dubbel "voorwaar" tegenover het "wij weten" om de aanzienlijke man op eenmaal een schok toe te brengen, die hem van zijn minderheid moest overtuigen en doen voelen hoe weinig Hij nog wist van de aard van het Godsrijk, terwijl hij meende daarvan meer te kennen dan anderen. (V. OOSTERZEE).


Dit is een voorbeeld van de uitleg bij slechts één tekst. Vaak is de uitleg wat korter, soms uitgebreider. Er wordt geput uit veel meer verklaringen dan hier is weergegeven.
De goedkoopste manier om deze verklaring in bezit te krijgen, lijkt mij de aanschaf van de Online Bible. Zoals in het andere topic over Dächsel overigens al werd gezegd.

Geplaatst: 01 dec 2006, 18:41
door Christiaan
Pied bedankt voor deze info!

Re: Bijbelverklaring van Dachsel

Geplaatst: 01 dec 2006, 22:25
door Miscanthus
Christiaan schreef:Als je mensen vraagt wat ze een goede bijbelverklaring vinden noemen veel mensen alleen of o.a. die van Dachsel.

Ik ken deze verklaring zelf nog niet, en ben daarom erg benieuwt naar jullie ervaringen. Wat is er zo positief aan deze verklaring?
Wat zijn de sterke punten? Wat de minder?
Hij cirkelt rond de tekstwoorden heen om deze begrijpelijker te maken en in een context te zetten.
Verder worden allerlei bijbelverklaarders aan het woord gelaten bij een pericoop.
ik heb een door de muizen aangevreten exemplaar van mijn opa geerfd. Gedrukt in 1839 of zo...