Oorspronkelijk gepost door jakobmarin
Heb je als GGer de Saambinder niet?
Niet meer, wordt je nou echt zo gesticht door al die stukjes?
Dat vraag ik me echt af.
Pas schreef ds. de Heer ook een stuk over de NBV. Het kwam er eigenlijk op neer dat alle vertalingen niet goed waren, behalve de SV.
Over de HSV werd niet gerept......
Ik zie het meer als een middel om de eigen leer en mening te verdedigen, door geselecteerde schrijvers. Sommige ds-sen komen nooit of zelden aan het woord.
Het is i.i.g. niet representatief voor de volle breedte van de gg.
Ook hier een stuk Saambinder. Helaas heb ik niet meer het eerste stukje kunnen achterhalen maar ook daarin staat niet echt veel fundamentele kritiek.
Een nieuwe Bijbelvertaling
(vervolg)
Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) is blij. De verkoop van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) loopt boven verwachting goed, tienduizenden zijn er al over de toonbank gegaan. Past het dan wel om kritiek te hebben, vraagt iemand. Wees liever blij met de enorme inspanningen om de Bijbel verstaanbaar te maken in deze tijd. Wat ons te doen staat, is eerlijk toetsen. Eerlijk, omdat het over het Woord van de levend God gaat.
De Statenvertaling is een vertaling. De NBV ook. Wel, zeggen sommigen, dan kun je ze beide ge-bruiken. Als de Statenvertaling moeilijk is, pak je de NBV erbij. Daar heeft het NBG ook aan gedacht: in een speciale paralleleditie staan Statenvertaling en NBV naast elkaar. Nu ja, de edi-tie telt inderdaad twee kolommen, maar door een slordige lay-out staan de bijbelverzen niet naast elkaar. Blijft staan dat deze paralleleditie in elk geval een grote stap vooruit is vergeleken met de paralleleditie van de Statenvertaling en Het Boek. Het Boek brengt bijbellezers zonder meer op een dwaalspoor. Het is niet eens een vertaling, maar een vrije vertolking van de Schrift die ons op een aangrijpende wijze doet afdwalen van Gods Woord. Het Boek hoort in onze gezin-nen beslist niet thuis. Maar dat terzijde. We schrijven nu over de NBV
Schriftkritisch
De NBV is zonder meer een vrucht van de moderne bijbelwetenschap. Het Nederlands Bijbelge-nootschap is misschien niet blij zijn met zo'n uitspraak, die lezers uit de gereformeerde gezind-te afschrikt. Toch is het niet anders. Laten we eens kijken naar de inleidingen op de bijbelboe- ken.
Voorin de Statenvertaling staat een opdracht van de Staten-Generaal die de moeite van het lezen waard is. De Staten geven hierin kernachtig weer hoe ze de Bijbel zagen, namelijk als "Gods heilig Woord", waarin het God "genadiglijk geliefd heeft Zijn leer en godsdienst door ingeving des Heiligen Geestes te openbaren". Hoe leeg steekt hierbij de inleiding op de NBV af. Deze begint met de zin: "De bijbel is een bundeling van een groot aantal boeken uit het oude Israël, het antieke jodendom en het vroege christendom". Geen woord over Gods openbaring, geen woord over de inspiratie. We lezen alleen dat voor joden en christenen" de bijbel een heilig boek is dat "voor hen persoonlijk grote betekenis heeft".
Hoe treffend, spreken de Statenvertalers in de inleiding op het Nieuwe Testament over de Per-soon en het werk van de Middelaar, over Zijn Godheid, Zijn ambten, Zijn verzoenend lijden en sterven. Leggen we daarnaast de NBV, dan valt opnieuw de leegte op. Christenen geloven volgens de NBV dat met de komst van Jezus "de geschiedenis een keer heeft genomen en God een nieu-we relatie met de mensheid is aangegaan".
De inleidingen op de afzonderlijke bijbelboeken ademen allemaal de geest van de moderne histo-risch-kritische bijbeluitleg. Of er in Genesis tot Deuteronomium één woord van Mozes te lezen is, blijft volledig in de mist. De boeken worden "aan Mozes toegeschreven". Het boek Ruth wordt geprezen als een "meesterwerk van Hebreeuwse vertelkunst". Hoeveel dieper gaat de inleiding op het boek Ruth in de Statenvertaling. Daarin lezen we dat de geschiedenis van Ruth een "spiegel is van Gods onbegrijpelijke genade en een voorbeeld van de roeping der heidenen tot de gemeenschap van onze Heere Christus". Met andere woorden, zeggen onze Statenverta-lers, wie wil weten hoe een zondaar tot Christus wordt gebracht, moet het boek Ruth lezen.
Andere vertalingen
Voordat we naar enkele teksten gaan kijken, maken we nog een opmerking vooraf. Opmerkelijk is dat in het achterliggende half jaar nóg twee bijbelvertalingen zijn verschenen. De ene is een editie van de Herziene Willibrordvertaling (HWV) (Uitg. KBS, Den Bosch). Vanuit evangelische kringen bleek nogal wat belangstelling te bestaan voor deze moderne rooms-katholieke bijbel-vertaling. Daarom is er een editie op de markt gebracht zonder inleidingen en verklarende voet-noten. Daarin zat blijkbaar nogal wat 'rooms zuurdesem'. Nu dat eruit is, is er dus een 'Willi-brord voor evangelischen'. Verder verscheen onlangs een bijbelvertaling van de hervormde pre-dikant ds. P. Oussoren. Hij heeft daar meer dan dertig jaar aan gewerkt. Deze vertaling kreeg de (merkwaardige) naam 'Naardense Bijbel' mee (Uitg. Skandalon, Vught). Kenmerk hiervan is dat ds. Oussoren nog letterlijker dan de Statenvertaling wilde vertalen. In zinsopbouw en woordkeuze probeert de predikant het eigene van de grondtalen zo getrouw mogelijk over te brengen. Een voorbeeld: Mozes ligt niet in een biezen kistje, maar in een 'arkje'. In het He-breeuws wordt namelijk hetzelfde woord gebruikt als voor de ark van Noach. Ook woordspelin-gen in het Hebreeuws komen daardoor goed uit de verf.
De vertaling van ds. Oussoren doet best sympathiek aan; de uitgave is zeer fraai. Bezwaren zijn er zeker in te brengen. Gods goedertierenheid, dat is de trouw aan Zijn verbond, heet heel zwak "vriendschap"; Gods "getuigenissen" zijn "overeenkomsten" geworden. De vertaling van de naam HEERE door de ENE berooft de Naam van de Drie-enige Verbondsgod van zijn kracht. Uit twee artikelen achter in de vertaling blijkt dat de Naardense Bijbel ontstaan is binnen een godsdien-stige sfeer die heel ver van ons af staat.
Grondtaal
In het vorige artikel wezen we op de eigenaardigheid van het Hebreeuws in Jesaja 28:10. We horen de dronken profeten hun wartaal als het ware mompelen. "Want het is tsaf latsaf, tsaf la-tsaf, kaf la-kaf, kaf la- kaf ". Opvallend is dat zowel de NBV als de HWV en de Naardense Bijbel deze woorden onvertaald hebben , gelaten. Daarmee komt de woordspeling in de grondtaal goed naar voren. Maar de lezer die geen Hebreeuws kent, snapt de tekst niet meer.
We wezen ook op 1 Samuël 9:17 waar de HEERE over Saul zegt: "Deze zal over Mijn volk heer-sen". De Statenvertalers leggen in de kanttekeningen uit dat het Hebreeuwse woord "terughou-den" betekent. Een koning wordt geroepen, boze mensen terug te houden en te bedwingen. In dit licht heeft de NBV de fraaie vertaling "Hij zal mijn volk beteugelen", terwijl ds. Oussoren ver-taalt: "deze zal mijn gemeente in bedwang houden".
De NBV wil duidelijker zijn dan de Statenvertaling. Flink wat teksten zijn ook gemakkelijker te begrijpen. Daar staan twee zaken tegenover. Als de Statenvertaling moeilijk te begrijpen is, komt dat niet zelden door moeilijke woorden of zinnen in de grondtekst. Mógen we die wel ver-simpelen? Daarbij komt dat de kanttekeningen duidelijke uitleg geven. Op die manier hebben we én een letterlijke vertaling én een goede uitleg. De NBV stopt de uitleg direct in de vertaling. Maar dan weet de bijbellezer niet meer wat er in de oorspronkelijke talen staat. Is deze verta-ling dan nog echt Gods Woord?
Verarming
In een artikel als dit is het onmogelijk om de hele NBV te onderzoeken. De vertaling van enkele centrale bijbelteksten heeft ons doen schrikken. Welke betekenisvolle woorden sprak de HEERE na de zondeval tot de slang: "Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, tussen uw zaad en tussen haar zaad. Datzelve zal u de kop vermorzelen en gij zult het de verzenen ver-morzelen". Dit zaad, zo merken de kanttekeningen op, is eigenlijk alleen de Heere Christus. De NBV heeft "nageslacht" in plaats van "zaad" en vertaalt dan: "zij verbrijzelen je kop". Dus de nakomelingen van Eva verbrijzelen de: slang. Taalkundig is het op z'n minst merkwaardig dat de NBV het nadrukkelijke enkelvoud in het Hebreeuws zomaar met een meervoud vertaalt. Aangrij-pender is dat de tekst door deze manoeuvre niet meer op Christus ziet. Met zo'n vertaling kun-nen we toch niet in zee gaan? Jammer is dat de HWV "kroost" heeft in plaats van "zaad", waar-mee het zo belangrijke Hebreeuwse woord "zaad" ook verdwenen is. Oussoren vertaalt heel zwak "het zal jou voor het hoofd stoten", in plaats van "vermorzelen".
Nog een voorbeeld. In Romeinen 9:5 lezen we een treffende lofprijzing over de Godheid van Christus: "Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid". Wie deze tekst aanhaalt als de Jehovah's Getuigen aan de deur komen, vangt bot. Zij hebben vertaald: "God, die boven allen is, zij gezegend in eeuwigheid". Een bewuste vertaling, die samenhangt met loochening van de Godheid van Christus. Verdrietig is het dat de NBV ook dit spoor kiest. 'We Willén niet zeggen dat de vertalers de Godheid van Christus loochenen. Zeker niet, in de NBV-vertaling van 1 Jo-hanno6 5:20 lezen we duidelijk dat Christus de "ware God" is. Wel mogen we het zeer betreuren dat zo'n kerntekst over Christus' Godheid zo onzuiver is vertaald. Daarmee zit de NBV in de hoek van Het Boek. Willibrord en ds. Oussoren hebben Romeinen 9:5 veel zuiverden vertaald.
Kans
Een aangrijpend voorbeeld is ook de vertaling van Handelingen 11:18, waar we in de NBV lezen: "Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ont-vangen". De Statenvertaling heeft het Grieks letterlijk vertaald met: "Zo heeft dan God ook den heidenen de bekering gegeven ten leven". Bekering is bij het vertaalteam van de NBV geworden "tot inkeer komen". Dat is het zeker, maar bekering is meer! Erger is dat de "gave" van de beke-ring een "kans" is geworden. Wat arm! Dan wordt er niemand bekeerd. De;gave van de "bekering ten leven" tenslotte is geworden de ka" om het nieuwe leven te ontvangen. Een remonstrantsere vertaling van Handelingen 11:18 is bijna niet mogelijk. Het Boek brengt het er in dit geval een stuk beter af en zelfs de Groot Nieuws Bijbel - de GBS noemde deze ooit een ramp voor de kerk - maakt het minder bont. Vanuit de GBS is jaren geleden al ernstige kritiek geleverd op deze vertaling van Handelingen 11:18 en zoveel andere teksten, maar daarmee heeft het NBG blijkbaar weinig gedaan.
Een merkwaardige vertaling tenslotte vinden we in 1 Korinthe 15:6. Daar lezen we over de ver-schijning van de Heere Jezus aan meer dan vijfhonderd broederen op eenmaal. De NBV wilde zogezegd 'inclusief' vertalen. Als in de grondtaal mannen én vrouwen worden bedoeld, dan moet dat in de vertaling uitkomen. In 1 Korinthe 15:6 staat eenvoudig "broeders". De NBV, en trouwens ook ds. Oussoren, vertaalt met "broeders en zusters". Vrouwvriendelijk? Jazeker! Maar ook een misleidende vertaling. Wie de NBV leest, komt tot de overtuiging dat er een gemengde groep van meer dan 500 personen was. Een paar honderd mannen, een paar honderd vrouwen. De lezer zou denken dat dit zo in de grondtaal staat. Maar daar staat eenvoudig "broedersâ€