Prediking in de crisis
Geplaatst: 09 nov 2005, 10:38
VEENENDAAL - De prediking in de gereformeerde gezindte verkeert in een diepe crisis. Het orthodoxe geloof is verstard en het gif van het remonstrantisme is diep doorgedrongen, vindt de hervormde emeritus predikant dr. C.A. van der Sluijs.
Toen dr. C.A. van der Sluijs nog predikant was in Veenendaal, waar hij twaalf jaar stond, en Rotterdam, zijn laatste gemeente, volgde hij de ontwikkelingen op het kerkelijk erf met zorg. Een jaar geleden ging de gereformeerde-bonder (63) met vervroegd emeritaat en vond hij de tijd zijn zorgen aan het papier toe te vertrouwen. Dat resulteerde in een boek met de titel Prediking in de crisis dat begin volgende maand verschijnt.
De predikant zet zijn analyse in bij hét hoofdpunt van de Reformatie: het leven uit enkel Gods genade. De Reformatie leerde de drie zogeheten sola's: sola scriptura (alleen de Schrift), sola fide (alleen door geloof) en sola gratia (alleen door genade). Volgens Van der Sluijs hebben de bevindelijk-gereformeerden - naar zijn idee de hoofdstroom binnen de gereformeerde gezindte - er een aan toegevoegd: die van de vrome mens. ,,De rechtvaardiging van de goddeloze is steeds minder uitgangspunt. De gereformeerde mens in deze tijd meent dat hij iets is buiten Christus om. Hij is vroom, voelt zich geestelijk superieur en laat zich daarop voorstaan.''
Veel gereformeerden leven niet meer uit ,,genade alleen'', is zijn oordeel. ,,De uiterlijke kenmerken zijn een belangrijke rol gaan spelen. De reformatorische cultuur is op instandhouding gericht, met eigen voorschriften over kleding en een eigen taal. De preken zijn voorspelbaar geworden, predikanten bedienen zich van een hopeloos verbalisme'' (woordenstroom zonder inhoud, red.).
Het gevolg is naar zijn mening dat gereformeerden geen boodschap meer hebben aan deze tijd. ,,Als wij de oorspronkelijke bedoeling van de Reformatie zelf al niet meer verstaan, hoe moet je de boodschap dan vertellen in een geseculariseerde wereld?'', vraagt hij retorisch.
Maar hoe meet je dat er te weinig uit genade wordt gepreekt? Van der Sluijs wijst op een ,,groot gebrek aan bewogenheid met zondaars buiten de kerk die verloren dreigen te gaan''. ,,Iemand die leeft uit genade, kan niet anders dan bewogen zijn met de mensen om hem heen.''
Emoties
Een andere bedreiging die ,,zijn duizenden verslaat'', is volgens hem een opkomende remonstrantse prediking, waarin niet de genade van God, maar het geloof van de mens voorop staat.
,,Dan klinkt de oproep om voor Jezus te kiezen, zonder het besef dat Hij eerst heeft gekozen. Er ontstaan emoties, die uiteindelijk op niets uitlopen. De gelovigen proberen te doen wat ze kunnen om in de richting van God te komen. Het lijkt erop dat het geloof van jou is, maar het is niet geworteld in de genade.'' Deze remonstrantse prediking heeft een brede ingang gevonden, meent Van der Sluijs. ,,Bij de evangelischen, maar je komt het ook tegen in menig gereformeerde-bondsgemeente.''
De predikant mist in deze prediking de klem van de predestinatie, de oproep om je te bekeren tot een verkiezende God. Van een vanzelfsprekendheid waarmee ,,gelovigen als rechthebbende mensen menen het evangelie te kunnen annexeren'', moet hij niets hebben.
Aan de andere kant waarschuwt hij ervoor van de uitverkiezing een rationeel systeem te maken, waarbij de gelovige worstelt met de vraag of hij wel of niet bekeerd is. Van der Sluijs wil de uitverkiezing juist uit de persoonlijke sfeer halen. ,,Het is een onderstreping van het genadekarakter van het geloof. God is de eerste. Hij heeft ons eerst lief gehad. Dat is bevrijdend. Hij beseft dat Hij ons vasthoudt, dáár gaat het om.''
In een verstarde orthodoxie is het gevaar groot dat gelovigen lijdelijk afwachten, tot God hen bekeert. De valkuil van het door remonstrantisme beïnvloede christendom is activisme, het vluchten in allerlei activiteiten, die voor God zouden worden verricht.
,,Lijdelijkheid en activisme zijn onderhuids met elkaar verbonden. Ze wijzen op hetzelfde verschijnsel: dat het leven uit genade niet centraal staat. In beide gevallen zoekt de mens het niet bij Christus, maar meent hij zelf in geloof iets te zijn'', oordeelt de emeritus-predikant.
Terrasjes
Van der Sluijs pleit ervoor ,,God weer ter sprake te brengen''. Het is de titel van het laatste hoofdstuk van zijn boek. Een hernieuwde oriëntatie op de Reformatie is nodig. ,,God moet weer aan het woord komen. Zijn boodschap van genade moet weer onvervalst worden gepreekt.''
Daarnaast moeten predikanten ,,aansluiten bij de taalvelden van vandaag''. Een dominee doet er goed aan moderne literatuur te lezen, om de geest van deze tijd te verstaan, vindt Van der Sluijs. ,,Ik zit regelmatig op terrasjes om te luisteren wat mensen bezighoudt. Dan leer je begrijpen wat ze nodig hebben. Je kunt je in deze tijd niet terugtrekken in je studeerkamer.''
Ten diepste verlangt Van der Sluijs ,,zeer'' naar een opwekking. Hij bestudeerde niet voor niets de werken van enkele Amerikaanse en Engelse opwekkingspredikers uit de negentiende en twintigste eeuw. De predikant promoveerde op de opwekkingsprediker Spurgeon.
Klimaat
Hij realiseert zich dat een opwekking niet te organiseren is. ,,God kan die alleen geven.'' Toch mogen we volgens hem werken aan een klimaat waarin een opwekking plaats zou kunnen vinden.
Hij ziet daarin een grote rol weggelegd voor de Engelse theoloog Alister McGrath, die bekend raakte door zijn bewering dat het traditionele protestantisme zal verdwijnen. De toekomst is aan het evangelicale christendom, dat je volgens Van der Sluijs vooral niet moet verwarren met het evangelische christendom.
Het eerste heeft zijn wortels in het Engelse puritanisme, de tweede in het doperdom van na de Reformatie. ,,Het katholieke denken van de Reformatie over de kerk vind je bij McGrath terug. Hij vertolkt dat op een eigentijdse wijze. Gevoel en emotie krijgen bij hem een verantwoorde plaats, omdat ze opgaan in de leer van de Reformatie. McGrath kan de sleutel tot een opwekking zijn.''
Mede naar aanleiding van Prediking in de crisis, door dr. C.A. van der Sluijs. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2006. 200 blz., E 17,90.
Bron: Nederlands Dagblad 9 november
Toen dr. C.A. van der Sluijs nog predikant was in Veenendaal, waar hij twaalf jaar stond, en Rotterdam, zijn laatste gemeente, volgde hij de ontwikkelingen op het kerkelijk erf met zorg. Een jaar geleden ging de gereformeerde-bonder (63) met vervroegd emeritaat en vond hij de tijd zijn zorgen aan het papier toe te vertrouwen. Dat resulteerde in een boek met de titel Prediking in de crisis dat begin volgende maand verschijnt.
De predikant zet zijn analyse in bij hét hoofdpunt van de Reformatie: het leven uit enkel Gods genade. De Reformatie leerde de drie zogeheten sola's: sola scriptura (alleen de Schrift), sola fide (alleen door geloof) en sola gratia (alleen door genade). Volgens Van der Sluijs hebben de bevindelijk-gereformeerden - naar zijn idee de hoofdstroom binnen de gereformeerde gezindte - er een aan toegevoegd: die van de vrome mens. ,,De rechtvaardiging van de goddeloze is steeds minder uitgangspunt. De gereformeerde mens in deze tijd meent dat hij iets is buiten Christus om. Hij is vroom, voelt zich geestelijk superieur en laat zich daarop voorstaan.''
Veel gereformeerden leven niet meer uit ,,genade alleen'', is zijn oordeel. ,,De uiterlijke kenmerken zijn een belangrijke rol gaan spelen. De reformatorische cultuur is op instandhouding gericht, met eigen voorschriften over kleding en een eigen taal. De preken zijn voorspelbaar geworden, predikanten bedienen zich van een hopeloos verbalisme'' (woordenstroom zonder inhoud, red.).
Het gevolg is naar zijn mening dat gereformeerden geen boodschap meer hebben aan deze tijd. ,,Als wij de oorspronkelijke bedoeling van de Reformatie zelf al niet meer verstaan, hoe moet je de boodschap dan vertellen in een geseculariseerde wereld?'', vraagt hij retorisch.
Maar hoe meet je dat er te weinig uit genade wordt gepreekt? Van der Sluijs wijst op een ,,groot gebrek aan bewogenheid met zondaars buiten de kerk die verloren dreigen te gaan''. ,,Iemand die leeft uit genade, kan niet anders dan bewogen zijn met de mensen om hem heen.''
Emoties
Een andere bedreiging die ,,zijn duizenden verslaat'', is volgens hem een opkomende remonstrantse prediking, waarin niet de genade van God, maar het geloof van de mens voorop staat.
,,Dan klinkt de oproep om voor Jezus te kiezen, zonder het besef dat Hij eerst heeft gekozen. Er ontstaan emoties, die uiteindelijk op niets uitlopen. De gelovigen proberen te doen wat ze kunnen om in de richting van God te komen. Het lijkt erop dat het geloof van jou is, maar het is niet geworteld in de genade.'' Deze remonstrantse prediking heeft een brede ingang gevonden, meent Van der Sluijs. ,,Bij de evangelischen, maar je komt het ook tegen in menig gereformeerde-bondsgemeente.''
De predikant mist in deze prediking de klem van de predestinatie, de oproep om je te bekeren tot een verkiezende God. Van een vanzelfsprekendheid waarmee ,,gelovigen als rechthebbende mensen menen het evangelie te kunnen annexeren'', moet hij niets hebben.
Aan de andere kant waarschuwt hij ervoor van de uitverkiezing een rationeel systeem te maken, waarbij de gelovige worstelt met de vraag of hij wel of niet bekeerd is. Van der Sluijs wil de uitverkiezing juist uit de persoonlijke sfeer halen. ,,Het is een onderstreping van het genadekarakter van het geloof. God is de eerste. Hij heeft ons eerst lief gehad. Dat is bevrijdend. Hij beseft dat Hij ons vasthoudt, dáár gaat het om.''
In een verstarde orthodoxie is het gevaar groot dat gelovigen lijdelijk afwachten, tot God hen bekeert. De valkuil van het door remonstrantisme beïnvloede christendom is activisme, het vluchten in allerlei activiteiten, die voor God zouden worden verricht.
,,Lijdelijkheid en activisme zijn onderhuids met elkaar verbonden. Ze wijzen op hetzelfde verschijnsel: dat het leven uit genade niet centraal staat. In beide gevallen zoekt de mens het niet bij Christus, maar meent hij zelf in geloof iets te zijn'', oordeelt de emeritus-predikant.
Terrasjes
Van der Sluijs pleit ervoor ,,God weer ter sprake te brengen''. Het is de titel van het laatste hoofdstuk van zijn boek. Een hernieuwde oriëntatie op de Reformatie is nodig. ,,God moet weer aan het woord komen. Zijn boodschap van genade moet weer onvervalst worden gepreekt.''
Daarnaast moeten predikanten ,,aansluiten bij de taalvelden van vandaag''. Een dominee doet er goed aan moderne literatuur te lezen, om de geest van deze tijd te verstaan, vindt Van der Sluijs. ,,Ik zit regelmatig op terrasjes om te luisteren wat mensen bezighoudt. Dan leer je begrijpen wat ze nodig hebben. Je kunt je in deze tijd niet terugtrekken in je studeerkamer.''
Ten diepste verlangt Van der Sluijs ,,zeer'' naar een opwekking. Hij bestudeerde niet voor niets de werken van enkele Amerikaanse en Engelse opwekkingspredikers uit de negentiende en twintigste eeuw. De predikant promoveerde op de opwekkingsprediker Spurgeon.
Klimaat
Hij realiseert zich dat een opwekking niet te organiseren is. ,,God kan die alleen geven.'' Toch mogen we volgens hem werken aan een klimaat waarin een opwekking plaats zou kunnen vinden.
Hij ziet daarin een grote rol weggelegd voor de Engelse theoloog Alister McGrath, die bekend raakte door zijn bewering dat het traditionele protestantisme zal verdwijnen. De toekomst is aan het evangelicale christendom, dat je volgens Van der Sluijs vooral niet moet verwarren met het evangelische christendom.
Het eerste heeft zijn wortels in het Engelse puritanisme, de tweede in het doperdom van na de Reformatie. ,,Het katholieke denken van de Reformatie over de kerk vind je bij McGrath terug. Hij vertolkt dat op een eigentijdse wijze. Gevoel en emotie krijgen bij hem een verantwoorde plaats, omdat ze opgaan in de leer van de Reformatie. McGrath kan de sleutel tot een opwekking zijn.''
Mede naar aanleiding van Prediking in de crisis, door dr. C.A. van der Sluijs. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2006. 200 blz., E 17,90.
Bron: Nederlands Dagblad 9 november