Gedichten

Gebruikersavatar
Marck
Berichten: 1422
Lid geworden op: 02 mar 2019, 10:26

Re: Gedichten

Bericht door Marck »

Wat is er door de jaren veel moois gedicht!
Erik1960
Verbannen
Berichten: 1633
Lid geworden op: 06 jan 2022, 17:03

Re: Gedichten

Bericht door Erik1960 »

When I started loving myself” - A poem by Charlie Chaplin written on his 70th birthday on April 16, 1959:

When I started loving myself
I understood that I’m always and at any given opportunity in the right place at the right time.
And I understood that all that happens is right –
from then on I could be calm.
Today I know: It’s called TRUST.

When I started to love myself I understood how much it can offend somebody
When I tried to force my desires on this person,
even though I knew the time is not right and the person was not ready for it, and even though this person was me.
Today I know: It’s called LETTING GO

When I started loving myself
I could recognize that emotional pain and grief
are just warnings for me to not live against my own truth. Today I know: It’s called AUTHENTICALLY BEING.

When I started loving myself
I stopped longing for another life
and could see that everything around me was a request to grow. Today I know: It’s called MATURITY.

When I started loving myself
I stopped depriving myself of my free time
and stopped sketching further magnificent projects for the future. Today I only do what’s fun and joy for me,
what I love and what makes my heart laugh,
in my own way and in my tempo.
Today I know: it’s called HONESTY.

When I started loving myself
I escaped from all what wasn’t healthy for me,
from dishes, people, things, situations
and from everything pulling me down and away from myself.
In the beginning I called it the “healthy egoism”, but today I know: it’s called SELF-LOVE.

When I started loving myself
I stopped wanting to be always right
thus I’ve been less wrong.
Today I’ve recognized: it’s called HUMBLENESS.

When I started loving myself
I refused to live further in the past
and worry about my future.
Now I live only at this moment where EVERYTHING takes place, like this I live every day and I call it CONSCIOUSNESS.

When I started loving myself
I recognized, that my thinking
can make me miserable and sick.
When I requested for my heart forces,
my mind got an important partner.
Today I call this connection HEART WISDOM.

We do not need to fear further discussions, conflicts and problems with ourselves and others since even stars sometimes bang on each other and create new worlds.
Today I know: THIS IS LIFE!
’Wie uitziet en hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput’.
-DIA-
Berichten: 32685
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gedichten

Bericht door -DIA- »

Een Lied Van de vereniging met des Heeren Volk.

1.
Zoete banden die mij binden,
Aan des Heeren lieve Volk,
Wis zij zijn mijn hartenvrinden,
Hunne taal mijn hartentolk;
’t Zijn de kinderen van mijn vader,
En van ’t zelfde huisgezin,
Wij bestaan elkander nader,
Als de band van aardse min,

2.
Ach hoe kan ’t mijn hart vervoeren,
Als dat volk aan mij verhaalt,
Waar gevallen zijn de snoeren,
En hoe ’t harte onbepaald,
Aan de Heere is gebonden,
Hoe ze omhelsde ’t Godd’lijk Lam,
Tot verzoening van de zonden,
Hoe dat Jezus ’t harte nam.

3.
Juist mijn eigen hartentale,
Spraken zij met zoete toon,
Als dat volk mij ging verhalen,
Hoe zij met Gods eigen Zoon,
In een zalige oudertrouwe,
Zijn verenigd na d geest,
Als zijn bruid en echte vrouwe,
Nu en namaals allermeest.

4.
Onuitsprekelijke banden,
Ene geest en een van zin,
Al was ’t volk van verre landen,
’t Harte smolt toch samen in,
Elk verhaalt zijn weg en zaken,
Hoe hem Jezus is ontmoet,
Ondertussen ziet gij blaken,
Hunne ziel in liefde zoet.

5.
’t Zelfde werk en ’t zelfde leven,
Was ’er dikwijls omgegaan,
Even als ’t mij was gegeven,
Dit deed mij verwonderd staan,
Zeg ik ben met ’s Heeren kinderen,
Een van weg en een van hart,
Dit deed ongeloof verminderen,
En het stilde mijne smart.

6.
Sprake zij hoe gans verloren,
Elk zijn arme ziel zag staan,
Onder zonde vloek en toren,
Alzo was ’t ook mij gegaan,
Was het dat ze mij verhaalde,
Hoe ze arm en aan het end
Kwamen, toen ze God bepaalde,
Dit was mij niet onbekend.

7.
Was het dat ze mij vertelde,
Hoe dat alle hoop verdween,
Wat ze mie ook hier van melde,
’t Kwam zo innig overeen:
Spraken zij hoe dat ze zagen,
Jezus was alleen van doen,
Om de Godheid te behagen,
In Zijn bloed tot zielsrantsoen.

8.
Riepen zij met heilig beven,
Geef mij Jezus of ik sterf,
Jezus is mijn zieleleven,
Buiten Jezus het verderf,
Was hun bidden roepen wenen,
Om die enige toeverlaat,
Was om Jezus al het stenen,
Dat was uit mijn hart gepraat.

9.
Allerhande ziele standen,
Was mij dat volk gemeen,
’t Waren altemale banden,
Die de harten bond ineen,
Klaagden zij van diep ellende,
Angst en smart en zielennood,
Dit en was geen onbekende,
Taal al was mijn ziele dood.


10.
En wat zag ik ene schoonheid,
In het echte volk van ’t Lam,
Die op hun zo klaar ten toon leid,
Dit mij ook het harte nam,
’k Zag met Goddelijke stralen,
’t Kostelijke Godebeeld,
My niet mogelijk af te malen,
Zo als ’t in hun wezen speeld’.

11.
’t Schone beeld van heiligheden,
Straalde van hun wezen of,
’t Nieuwe schepsel had zijn leden,
Dit was recht tot ’s Heeren lof,
’t zuchten, klagen, wenen, schreien,
Dat men daar om Jezus doet,
En de zang der maagdenreien,
Alles was mij even zoet.

12.
’t Was een volk het wist te binden,
d’ Allerhoogste met geweld,
Dwongen God en bleven vrinden,
O hoe was dat volk gesteld
Ja de Koning was gebonden,
Op Zijn schone galerij,
En van liefde zelfs verslonden,
Dit was wonderlijk voor mij.

13.
Wonder leefden zij in vrede,
Dat was zoet en aangenaam,
Vol van enkel liefelijkheden,
O hoe smelt dat hart te saam,
t’ samen dienden zij de Heere,
Een van hert en een van weg,
O hoe zoet is dat verkeren,
Daar geen aanstoot nederleg.

14.
Dit’s mijn hoop en mijn vertrouwen,
Dat ik met Messias’ bruid,
Eeuwig zonder druk of rouwe,
Leven zal eeuw in eeuw uit:
Als dat volk uit alle talen,
Vrijgekochten van Gods Zoon,
Eeuwig zullen zegenpralen,
Met het Lam op Zijne troon.

15.
Eeuwig zullen triomferen,
Verre boven zon en maan,
Eeuwig zal ik daar verkeren,
In de rei der zaligen staan:
Zou ik dan dat volk verlaten,
Daar ik met haar eens genood,
’t Eeuwig wandelen langs de straten,
Van de Hemel na de dood.

Bron: De lofzangen Israëls, waar onder de Heere woont, zijnde enige geestelijke liederen

*Enigzins taalkundig herzien. Waar ik de oude taal niet geheel beheers houd ik mij aanbevolen voor rechtzetting waar soms misschien foutief hertaald. Enkele oude woorden moeten noodwendig blijven staan daar anders het gehele gedicht niet meer past.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18649
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Gedichten

Bericht door helma »

Poem - Written by C. H. Spurgeon

"Immanuel"

When once I mourned a load of sin;
When conscience felt a wound within;
When all my works were thrown away;
When on my knees I knelt to pray,
Then, blissful hour, remembered well,
I learned Thy love, Immanuel.

When storms of sorrow toss my soul;
When waves of care around me roll;
When comforts sink, when joys shall flee;
When hopeless griefs shall gape for me,
One word the tempest's rage shall quell--
That word, Thy name, Immanuel.

When for the truth I suffer shame;
When foes pour scandal on my name;
When cruel taunts and jeers abound;
When "Bulls of Bashan" gird me round,
Secure within Thy tower I'll dwell--
That tower, Thy grace, Immanuel.

When hell enraged lifts up her roar;
When Satan stops my path before;
When fiends rejoice and wait my end;
When legioned hosts their arrows send,
Fear not, my soul, but hurl at hell
Thy battle-cry, Immanuel.

When down the hill of life I go;
When o'er my feet death's waters flow;
When in the deep'ning flood I sink;
When friends stand weeping on the brink,
I'll mingle with my last farewell
Thy lovely name, Immanuel.

When tears are banished from mine eye;
When fairer worlds than these are nigh;
When heaven shall fill my ravished sight;
When I shall bathe in sweet delight,
One joy all joys shall far excel,
To see Thy face, Immanuel.

~ Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) ~
Valcke
Berichten: 7605
Lid geworden op: 31 aug 2018, 17:55

Re: Gedichten

Bericht door Valcke »

Gods besluit

Gelijk als in een kolk een steentje valt te gronde
Het water werpt terstond een ringske in het ronde,
En van het ene komt een ander schieten uit,
Waarvan een ander straks, en weer een ander spruit,
Zo dat in korte tijd de ogen daarop dwalen,
De grootte noch 't getal niet kunnend achterhalen;
Zo gaat 't ook met mij, o grote God en Heer,
Van toen mijn tong begon te stamelen uw eer,
Het ene denk ik na, het ander valt mij inne,
Uw wijsheid, uw gericht, uw waarheid, uwe minne
Omringen mij tezaam in ene ogenslag;
En, wil ik van het een of 't ander doen gewag,
Uw raad en uw besluit mij zo geheel verslinden
Dat ik daarin noch grond noch oever weet te vinden.

Jacobus Revius (1586-1658)
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18649
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Gedichten

Bericht door helma »

O hoofd, bedekt met wonden,
belaan met smart en hoon,
o hoofd, ten spot ombonden
met ene doornenkroon,
eertijds gekroond met stralen
van meer dan aardsen gloed,
waarlangs nu drupp'len dalen:
'k breng zeeg'nend U mijn groet!

Van al den last dier plagen,
met goddelijk geduld,
o Heer, door U gedragen,
heb ik, heb ik de schuld!
Och, zie, hoe 'k voor uw ogen
hier als een zondaar sta,
en schenk vol mededogen,
m' een blik van uw genâ!

Wat stof tot zielsverblijden,
hoe zalig is 't en goed,
dat 'k in uw bitter lijden
mijn redding vinden moet!
O, mocht ik U, mijn Leven,
daar 'k bij uw kruishout kniel,
mij zelf ten offer geven:
wat winste deed mijn ziel!

U zij de dank mijns harten,
U, Jezus, dierb're vriend,
voor 't dragen van die smarten,
alleen door mij verdiend!
Och, blijv', wat troost ik derve,
de hoop op U mij bij,
opdat, wanneer ik sterve,
in U mijn einde zij!

Als 'k eens van d'aarde scheide,
och, wijk dan niet van mij!
Als ik den doodssnik beide
och, sta dan aan mijn zij'!
En wordt mijn strijd het bangste,
laat dan in angst en pijn
uw doorgeworsteld' angste
mij tot vertroosting zijn!

Verschijn dan aan mijn sponde,
schenk laaf'nis in mijn nood!
Wijs m' in mijn laatste stonde
op uw verzoeningsdood!
'k Houd dan in stervenssmarte
den blik naar 't kruis gericht,
en klem dat vast aan t harte:
zó valt het sterven licht!

Naar Paul Gerhardt (1607-1676)
Vertaling Bernard ter Haar (1806-1880)
-DIA-
Berichten: 32685
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gedichten

Bericht door -DIA- »

Zwijgen, bukken, God verbeiden,
Volgen waar Hij ons wil leiden,
Steunen op Zijn trouw en macht,
Psalmen zingen in de nacht!
Horen wat God ons wil leren;
Zijn bevelen, danig eren,
En voor de uitkomst willig blind,
Stil zijn als ’t gespeende kind.
Wars zijn van het angstig zorgen,
voor de naderende morgen;
Bij het kwaad dat ons ontmoet,
Steeds geloven: God is goed;
Biddend waken, moedig strijden,
Need’rig wachten, hopend lijden,
Vrolijk zijn met stil ontzag,
Zijn de lessen van de dag!


Hieronymus van Alphen (1746-1803)
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Marck
Berichten: 1422
Lid geworden op: 02 mar 2019, 10:26

Re: Gedichten

Bericht door Marck »

Mooi weer voor gedichten blijkbaar. Weer een paar pareltjes hierboven.
GerefGemeente-lid
Berichten: 6575
Lid geworden op: 14 apr 2021, 23:55
Locatie: Zeeland

Re: Gedichten

Bericht door GerefGemeente-lid »

Gedenk, o HEER', hoe zwak ik ben, hoe kort van duur;
het leven is een damp, de dood wenkt ieder uur;
zou 't mensdom dan vergeefs op aarde zijn geschapen?
Wie leeft er, die den slaap des doods niet eens zal slapen?
Wie redt zijn ziel van 't graf? Ai, help ons, als tevoren,
gelijk Gij bij Uw trouw aan David hebt gezworen.

'k Zal dan gedurig bij U zijn,
in al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad,
o God, mijn heil, mijn toeverlaat;
en mij, hiertoe door U bereid,
opnemen in Uw heerlijkheid.


Psalm 89: 19 en Psalm 73: 12
Het kromme kan niet recht gemaakt worden, en hetgeen dat ontbreekt, kan niet geteld worden. (Prediker 1: 14 en 15)
Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. (...) een tijd om te zwijgen (...). (Prediker 3: 1 en 7m)
-DIA-
Berichten: 32685
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gedichten

Bericht door -DIA- »

31 Oktober 2022

1 Ein feste Burg ist unser Gott,
ein gute Wehr und Waffen.
Er hilft uns frei aus aller Not,
die uns jetzt hat betroffen.
Der alt böse Feind
mit Ernst er’s jetzt meint,
groß Macht und viel List
sein grausam Rüstung ist,
auf Erd ist nicht seinsgleichen.

2 Mit unsrer Macht ist nichts getan,
wir sind gar bald verloren;
es streit’ für uns der rechte Mann,
den Gott hat selbst erkoren.
Fragst du, wer der ist?
Er heißt Jesus Christ,
der Herr Zebaoth,
und ist kein andrer Gott,
das Feld muss er behalten.

3 Und wenn die Welt voll Teufel wär
und wollt uns gar verschlingen,
so fürchten wir uns nicht so sehr,
es soll uns doch gelingen.
Der Fürst dieser Welt,
wie sau’r er sich stellt,
tut er uns doch nicht;
das macht, er ist gericht’:
ein Wörtlein kann ihn fällen.

4 Das Wort sie sollen lassen stahn
und kein’ Dank dazu haben;
er ist bei uns wohl auf dem Plan
mit seinem Geist und Gaben.
Nehmen sie den Leib,
Gut, Ehr, Kind und Weib:
lass fahren dahin,
sie haben’s kein’ Gewinn,
das Reich muss uns doch bleiben.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Online
Bertiel
Berichten: 4538
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gedichten

Bericht door Bertiel »

Alleer het licht ten avond raakt,
O Schepper aller dingen, waakt
En zorgt voor ons die al den tijd,
- wij bidden U, - bermhertig zijt!

Voor droomgedrochten, die’t verstand
Verbazen, berge ons uwe hand;
En ‘s vijands onraad, ingesnoerd,
Ons lichaam late onaangeroerd!

o Vader, in Uw mildheid groot,
Met God den Zone, uws zelfs genoot,
Die eeuwig God zijt, Heilig Geest,
Vertroost ons al, van minst tot meest.

Guido Gezelle
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Online
DDD
Berichten: 28406
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Gedichten

Bericht door DDD »

En dat op Hervormingsdag.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8895
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gedichten

Bericht door J.C. Philpot »

Less than Thyself will not suffice
My comfort to restore;
More than Thyself I cannot have;
And Thou canst give no more.
Loved of my God, for Him again

With love intense I burn;
Chosen of Thee ere time began,
I choose Thee in return!
Whate'er consists not with Thy love,
O! teach me to resign!
I'm rich to all th' intents of bliss,
If Thou, O God, art mine!

Augustus Montague Toplady
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18649
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Gedichten

Bericht door helma »

by Michelle Lesley

The Prodigal’s Mom

There’s an empty chair at the table
Where my child once used to sit
When we all broke bread together
A family whole and fit

There’s an empty place in the photo
As his siblings celebrate
Without him again, missing him in
The memories they create

There’s an empty stocking at Christmas
Another year far from home
Joy with tarnished edges
As the wayward one still roams

There’s an empty place in my heart
That longs to be peaceful, content
Praying my child heeds the call of Christ
But fearing he’ll never repent

And so goes the song – it goes on and on –
Of a godly mother’s heart
Life’s full of empty moments
Her prodigal’s sin imparts

Until our knees and hearts are raw
We pray and pray again
A thousand tears we offer up
“How long, O Lord?” and “When?”

And the Father who once welcomed us home
– For we were His prodigals too –
Says, “Come and rest, and stand the test,
My grace is sufficient for you.”
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18649
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Gedichten

Bericht door helma »

Vanavond ergens een paar coupletten van dit vers gezongen. Wat een rijke tekst! Ik kende alleen het eerste vers.

1 Daar is uit ’s werelds duistre wolken
Een Licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken
En gij, mijn ziele! bid het aan.
Het komt de schaduwen beschijnen,
De zwarte schaduw van den dood;
De nacht der zonde zal verdwijnen,
Genade spreidt haar morgenrood.

2 Al hebt ge, o God! vermenigvuldigd
De gaven van uw overvloed,
Wat baat het waar zich ’t hart beschuldigt
En siddrend voor u krimpen moet?
Geen dubbelde oogst van most of koren
Verdrijft de smarten van een ziel,
Voor wie de hemel is verloren,
Omdat ze, o Heer! van u verviel.

3 Maar nu, nu zullen we ons verblijden,
Verblijden voor uw aangezicht!
De volheid der beloofde tijden
Is voor de volken aangelicht!
Komt, dat we aanbiddend nederknielen
En juichend roepen: God is groot!
Daar komt een oogsttijd voor de zielen,
De Heer zal spijzen met zijn brood.

4 Gij wilt met vrede tot ons komen,
Met vrede en vrijheid, vreugd en eer,
Het juk is van den hals genomen
O God! wij zijn geen slaven meer!
De staf des drijvers ligt verbroken,
Aan wien ons hart zich had verkocht,
En ’t wapentuig in brand gestoken
Van hem, die onze ziele zocht.

5 God lof! Een kind is ons geboren,
Een Zoon gegeven, door zijn kracht;
De heerschappij zal Hem behooren,
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar; zijn daden
Zijn wondren van genade slechts:
Hij brengt der ziel met schuld beladen
Vergeving van den God des rechts.

6 In Hem verschijnt, uit Hem zal spreken
De wijsheid Gods, der zielen Raad;
De troost zal van zijn lippen leeken,
Voor Adams neergebogen zaad.
Roept uit tot Hem, gij wien de zonde
Geworpen heeft op ’t smartlijk bed!
Gebroken harten, toont uw wonde!
Hij is de sterke God, die redt.

7 Aan ’t gras des velds gelijkt ons leven;
Als broze bloemen bloeien wij.
Zoo ras de storm zich heeft verheven,
Gaat onze heerlijkheid voorbij;
Maar Hij vervult alle eeuwigheden
Met schatten, die zijn hand bereidt,
Voor ’t harte, dat Hem heeft beleden
als Vader van zijn eeuwigheid.

8 O Vredevorst! Gij kunt gebieden,
Den vrede op aarde en in mijn ziel.
Doe heel mijn ziele u tegenvlieden;
Dat al wat ademt voor u kniel!
Des Heeren ijver zal bewerken,
Dat Hij den zetel, u bereid,
Met recht en met gericht zal sterken
Van nu, tot in alle eeuwigheid.

Nicolaas Beets
Plaats reactie