"Elke dag een nieuw hartje"
Geplaatst: 09 jun 2004, 09:46
Bekering in bevindelijk gereformeerde kring. Een psychologische studie.
door ND-redacteur Daniël Gillissen
Nicolette Hijweege deed tien jaar onderzoek naar bekering in bevindelijk-gereformeerde kring. Ook bij 'strenge' gereformeerden ligt het besluit God te volgen vaak ten grondslag aan hun bekering.
In de rechterflank van de gereformeerde gezindte is de laatste jaren veel te doen over de bekering. Predikanten in de zogenaamde bevindelijk-gereformeerde kring - met name de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) - zouden kerkleden niet het volle evangelie voorhouden en hen daardoor een verkeerd beeld van de bekering opdringen. Uit onderzoek van godsdienstpsycholoog Nicolette Hijweege blijkt echter dat ook de visie van (groot)ouders veel invloed heeft.
Auteurs als Blaauwendraad, Harinck en Van der Zwaag keerden zich de afgelopen jaren tegen de prediking in de bevindelijk-gereformeerde kring. Hijweege is het er mee eens dat ,,een predikant niet alleen moet spreken over God als rechter, maar ook andere kanten van Hem moet laten zien. Dat heeft psychologisch gezien meer effect, omdat het meer mogelijkheden biedt om God in het eigen leven te herkennen. Als je steeds hetzelfde hoort, raakt het je ook niet meer.'' Tegelijk hebben ,,donderpreken'' best een functie vindt Hijweege, docent aan de Utrechtse universiteit. ,,Het is goed om eisen te stellen. Anders maakt het niet uit of je gelooft of niet.''
Volgens Hijweege is de invloed van predikanten echter helemaal niet zo groot als door verschillende schrijvers de afgelopen jaren is gesuggereerd. Zij vergelijkt preken met massale colleges op scholen. Daarvan blijkt maar vijf procent bij studenten te blijven hangen. ,,Bij preken zal dat niet veel anders zijn.''
In gesprekken met kerkleden merkte Hijweege juist dat hun eigen geschiedenis (zoals gezin en school) veel invloed heeft op hun bekeringsproces. Dat ze bijvoorbeeld graag een Paulus-bekering willen (een plotselinge, duidelijk aanwijsbare ommekeer), is niet zozeer een gevolg van de prediking als wel van de traditionele beelden van bekering die in de kring leven en van mond tot mond worden overgeleverd. ,,Van jongs af aan wordt de bekering geproblematiseerd. Kinderen krijgen voorgehouden elke dag om een nieuw hartje te vragen.''
Hijweege (38) deed tien jaar lang studie naar de bekering bij bevindelijk-gereformeerden. Vandaag promoveert zij aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift Bekering in bevindelijk gereformeerde kring. Een psychologische studie. Het is voornamelijk een technische analyse van het fenomeen bekering in de onderzochte groep.
De promovendus komt zelf niet uit het bevindelijk-gereformeerde milieu. Zij groeide op in een synodaal-gereformeerd gezin. Nu is ze lid van de protestantse gemeente in Boxmeer, nabij Sambeek waar zij samen met man en dochter in een voormalig klooster woont. Om de studie te kunnen verrichten, was contact leggen met leden van de betreffende kerken onmisbaar. Daarvoor was enige aanpassing vereist. Hijweege nam de kledingcode over, liet haar haar groeien en bezocht kerkdiensten om te wennen aan de geldende regels. ,,Tijdens een kerkdienst ging ik prompt staan toen alle mannen gingen staan. Dat bleek niet de bedoeling.'' Het heeft Hijweege enige tijd gekost om zich de gebruiken en taal van de bevindelijk-gereformeerden eigen te maken. ,,Maar je moet mensen kunnen interviewen zonder dat zij alles hoeven uit te leggen.
Hijweege spreekt met veel waardering en mildheid over de groep, ook als zij kritische kanttekeningen plaatst. Zij wil liever geen karikaturen over deze gereformeerden bevestigen en probeert daarom ook steeds positieve kanten van hen naar voren te halen. ,,Ik heb van hen geleerd meer oog te hebben voor de kwetsbaarheid van het leven.''
Avondmaalsviering
Bekering is het belangrijkste element in het geloofsleven van bevindelijk-gereformeerden. In de zondagse kerkdiensten staat de noodzaak van een ommekeer in het leven centraal. Slechts een klein gedeelte van de kerkgangers rekent zich tot de bekeerden
Behalve het verwerven van een doctorstitel heeft Hijweege daarom ook nog een idealistisch doel met haar boek. ,,Bij een avondmaalsviering in een klooster viel mij op dat de kelk overvol zat met wijn. Ik hoop dat bevindelijk-gereformeerden zich de overvloedige genade van God gaan realiseren. Mensen moeten gewoon beginnen met hun eigen bekering. Een relatie vraagt onderhoud, dat geldt ook de relatie met God. Lees de Bijbel en bidt. Zo leer je je toe te vertrouwen aan God en werkelijk te verwachten dat God iets met je doet. Wanneer je daar iets van ervaart, kun je zeggen dat het genade was dat het zover is gekomen.''
Bevindelijk-gereformeerden benadrukken sterk dat alleen God een mens kan bekeren. Ze zijn geneigd te wachten op een teken van Gods kant dat Hij hen heeft uitgekozen. Sluit haar oproep 'gewoon te beginnen met hun bekering' dan wel aan bij de heersende traditie? Ja, denkt Hijweege. Zij wijst erop dat haar visie volledig in overeenstemming is met de traditie van de oudvaders (schrijvers uit de zeventiende en achttiende eeuw) waarop bevindelijk-gereformeerden zich veelal beroepen. Zij hebben altijd de spanning in de gereformeerde leer tussen Gods uitverkiezing en de verantwoordelijkheid van de mens laten bestaan. Hijweege constateert dat tegenwoordig de verantwoordelijkheid van de kerkleden in de preek wel wordt benadrukt als het gaat om het 'waarnemen van de middelen': naar de kerk gaan, bijbellezen, enz. ,,Maar als het gaat om bekering ligt de nadruk op het eenzijdige werk van God.''
Uit gesprekken met bekeerden blijkt dat het besluit zich aan God toe te vertrouwen vaak ten grondslag lag aan hun bekering. Dat sluit aan bij de ,,tegenbeweging'' (die in verschillende boeken een stem kreeg) waarvan de aanhangers wijzen op de verantwoordelijkheid van de mens in het bekeringsproces, constateert Hijweege
Angst
Bij bevindelijk-gereformeerden leeft de angst zich een bekering in te beelden. Ook achten kerkleden zich vaak niet geschikt om door God te worden bekeerd, merkte Hijweege. ,,Bij veel mensen hangt deze angst als een molensteen om hun nek. Je zou zeggen dat mensen wel depressief moeten worden. Maar ik zie veel te veel mensen die niet depressief zijn, dus er moet iets zijn dat het probleem compenseert.''
De kwaliteit van de relatie met ouders is mede bepalend hoe iemand met de druk van de noodzaak tot bekering omgaat, aldus de promovendus. ,,Als je steeds moet vragen om een nieuw hartje en thuis ook nooit iets goed kunt doen, is de kans groot dat het fout gaat. Wanneer je ouders wel vertrouwen in je hebben, kun je beter omgaan met een oordelende en veeleisende God.'' Een andere manier om te voorkomen dat je depressief wordt, is je leven 'opsplitsen'. ,,Geloven is voor de zondag en de rest van de week voor andere dingen.''
Een 'breekje' van Breekijzertje
door ND-redacteur Daniël Gillissen
Nicolette Hijweege deed tien jaar onderzoek naar bekering in bevindelijk-gereformeerde kring. Ook bij 'strenge' gereformeerden ligt het besluit God te volgen vaak ten grondslag aan hun bekering.
In de rechterflank van de gereformeerde gezindte is de laatste jaren veel te doen over de bekering. Predikanten in de zogenaamde bevindelijk-gereformeerde kring - met name de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) - zouden kerkleden niet het volle evangelie voorhouden en hen daardoor een verkeerd beeld van de bekering opdringen. Uit onderzoek van godsdienstpsycholoog Nicolette Hijweege blijkt echter dat ook de visie van (groot)ouders veel invloed heeft.
Auteurs als Blaauwendraad, Harinck en Van der Zwaag keerden zich de afgelopen jaren tegen de prediking in de bevindelijk-gereformeerde kring. Hijweege is het er mee eens dat ,,een predikant niet alleen moet spreken over God als rechter, maar ook andere kanten van Hem moet laten zien. Dat heeft psychologisch gezien meer effect, omdat het meer mogelijkheden biedt om God in het eigen leven te herkennen. Als je steeds hetzelfde hoort, raakt het je ook niet meer.'' Tegelijk hebben ,,donderpreken'' best een functie vindt Hijweege, docent aan de Utrechtse universiteit. ,,Het is goed om eisen te stellen. Anders maakt het niet uit of je gelooft of niet.''
Volgens Hijweege is de invloed van predikanten echter helemaal niet zo groot als door verschillende schrijvers de afgelopen jaren is gesuggereerd. Zij vergelijkt preken met massale colleges op scholen. Daarvan blijkt maar vijf procent bij studenten te blijven hangen. ,,Bij preken zal dat niet veel anders zijn.''
In gesprekken met kerkleden merkte Hijweege juist dat hun eigen geschiedenis (zoals gezin en school) veel invloed heeft op hun bekeringsproces. Dat ze bijvoorbeeld graag een Paulus-bekering willen (een plotselinge, duidelijk aanwijsbare ommekeer), is niet zozeer een gevolg van de prediking als wel van de traditionele beelden van bekering die in de kring leven en van mond tot mond worden overgeleverd. ,,Van jongs af aan wordt de bekering geproblematiseerd. Kinderen krijgen voorgehouden elke dag om een nieuw hartje te vragen.''
Hijweege (38) deed tien jaar lang studie naar de bekering bij bevindelijk-gereformeerden. Vandaag promoveert zij aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift Bekering in bevindelijk gereformeerde kring. Een psychologische studie. Het is voornamelijk een technische analyse van het fenomeen bekering in de onderzochte groep.
De promovendus komt zelf niet uit het bevindelijk-gereformeerde milieu. Zij groeide op in een synodaal-gereformeerd gezin. Nu is ze lid van de protestantse gemeente in Boxmeer, nabij Sambeek waar zij samen met man en dochter in een voormalig klooster woont. Om de studie te kunnen verrichten, was contact leggen met leden van de betreffende kerken onmisbaar. Daarvoor was enige aanpassing vereist. Hijweege nam de kledingcode over, liet haar haar groeien en bezocht kerkdiensten om te wennen aan de geldende regels. ,,Tijdens een kerkdienst ging ik prompt staan toen alle mannen gingen staan. Dat bleek niet de bedoeling.'' Het heeft Hijweege enige tijd gekost om zich de gebruiken en taal van de bevindelijk-gereformeerden eigen te maken. ,,Maar je moet mensen kunnen interviewen zonder dat zij alles hoeven uit te leggen.
Hijweege spreekt met veel waardering en mildheid over de groep, ook als zij kritische kanttekeningen plaatst. Zij wil liever geen karikaturen over deze gereformeerden bevestigen en probeert daarom ook steeds positieve kanten van hen naar voren te halen. ,,Ik heb van hen geleerd meer oog te hebben voor de kwetsbaarheid van het leven.''
Avondmaalsviering
Bekering is het belangrijkste element in het geloofsleven van bevindelijk-gereformeerden. In de zondagse kerkdiensten staat de noodzaak van een ommekeer in het leven centraal. Slechts een klein gedeelte van de kerkgangers rekent zich tot de bekeerden
Behalve het verwerven van een doctorstitel heeft Hijweege daarom ook nog een idealistisch doel met haar boek. ,,Bij een avondmaalsviering in een klooster viel mij op dat de kelk overvol zat met wijn. Ik hoop dat bevindelijk-gereformeerden zich de overvloedige genade van God gaan realiseren. Mensen moeten gewoon beginnen met hun eigen bekering. Een relatie vraagt onderhoud, dat geldt ook de relatie met God. Lees de Bijbel en bidt. Zo leer je je toe te vertrouwen aan God en werkelijk te verwachten dat God iets met je doet. Wanneer je daar iets van ervaart, kun je zeggen dat het genade was dat het zover is gekomen.''
Bevindelijk-gereformeerden benadrukken sterk dat alleen God een mens kan bekeren. Ze zijn geneigd te wachten op een teken van Gods kant dat Hij hen heeft uitgekozen. Sluit haar oproep 'gewoon te beginnen met hun bekering' dan wel aan bij de heersende traditie? Ja, denkt Hijweege. Zij wijst erop dat haar visie volledig in overeenstemming is met de traditie van de oudvaders (schrijvers uit de zeventiende en achttiende eeuw) waarop bevindelijk-gereformeerden zich veelal beroepen. Zij hebben altijd de spanning in de gereformeerde leer tussen Gods uitverkiezing en de verantwoordelijkheid van de mens laten bestaan. Hijweege constateert dat tegenwoordig de verantwoordelijkheid van de kerkleden in de preek wel wordt benadrukt als het gaat om het 'waarnemen van de middelen': naar de kerk gaan, bijbellezen, enz. ,,Maar als het gaat om bekering ligt de nadruk op het eenzijdige werk van God.''
Uit gesprekken met bekeerden blijkt dat het besluit zich aan God toe te vertrouwen vaak ten grondslag lag aan hun bekering. Dat sluit aan bij de ,,tegenbeweging'' (die in verschillende boeken een stem kreeg) waarvan de aanhangers wijzen op de verantwoordelijkheid van de mens in het bekeringsproces, constateert Hijweege
Angst
Bij bevindelijk-gereformeerden leeft de angst zich een bekering in te beelden. Ook achten kerkleden zich vaak niet geschikt om door God te worden bekeerd, merkte Hijweege. ,,Bij veel mensen hangt deze angst als een molensteen om hun nek. Je zou zeggen dat mensen wel depressief moeten worden. Maar ik zie veel te veel mensen die niet depressief zijn, dus er moet iets zijn dat het probleem compenseert.''
De kwaliteit van de relatie met ouders is mede bepalend hoe iemand met de druk van de noodzaak tot bekering omgaat, aldus de promovendus. ,,Als je steeds moet vragen om een nieuw hartje en thuis ook nooit iets goed kunt doen, is de kans groot dat het fout gaat. Wanneer je ouders wel vertrouwen in je hebben, kun je beter omgaan met een oordelende en veeleisende God.'' Een andere manier om te voorkomen dat je depressief wordt, is je leven 'opsplitsen'. ,,Geloven is voor de zondag en de rest van de week voor andere dingen.''
Een 'breekje' van Breekijzertje