Nieuw boek ds. C. Harinck

Hans van Gemerden

Nieuw boek ds. C. Harinck

Bericht door Hans van Gemerden »

Zijn er al mensen die het nieuwe boek van ds. C. Harinck "De prediking van het Evangelie" gelezen hebben? Zo ja, wat vinden jullie er van?
england

Bericht door england »

Nog niet gezien, het duurt altijd even voor boeken hierheen komen... Heb net zijn boek 'de toeleidende weg' in handen gekregen... Maar nog geen tijd gehad om het te lezen, helaas!

Heb jij het al wel gehad/gelezen?
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Ik heb het inmiddels al uit. Zoals we van ds. Harinck gewend zijn een degelijke en goed gedocumenteerde studie.

Ook het conflict Kok/Kersten/Steenblok word uitgebreid en eerlijk behandeld.
Geen schimpscheuterij o.i.d.

Wat wel opvalt is dat ds. Harinck's conclusie over de schorsing van ds.Kok gewijzigd is. Waar hij eerder van mening was dat met 'de vereenzelviging van aanbod en beloften' de specifieke verbondsbeloften bedoeld werden, trekt hij dat nu in twijfel en denkt hij dat zowel de Evangelie- als verbondsbeloften bedoeld werden. Dat betekent dat ds.Kok feitelijk onjuist geschorst is, als ik ds. Harinck goed begrijp. Ik ben benieuwd wat dit boek aan reacties oplevert. De eerst is overigens vorige week al geplaatst in "bewaar het pand" van de hand van ds. J.M.J. Kieviet, die er een serie artikelen over schrijft
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

De tweede reactie is van Ds. Molenaar uit Dordrecht in het Reformatorisch Dagblad van vandaag.

Trouwens ik vind het opmerkelijk stil rondom het boek.

Verder sluit ik me aan bij de reactie van Zeeuw.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Ereunao

Bericht door Ereunao »

Aanbod van genade.
Ook ds. C.den Boer heeft in de “waarheidsvriendâ€
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Dit is absoluut niet juist en een eenzijdige aanhaling van de uitspraken. Want naast het feit dat in de leeruitspraken gesteld word dat het wezen van het genadeverbond de uitverkorenen geld, word eveneens heel duidelijk gesteld dat de bediening veel meerderen dan de uitverkorenen omvat. Tevens word in de leeruitspraken duidelijk geleerd dat het aanbod van genade ernstig en welmenend tot alle hoorders komt.

Dit is nu juist de énige uitspraak waar ook ik enige moeite mee heb. Dat het genadeverbond onder de beheersing van de verkiezing staat is juist. Beter geformuleerd is 'het genadeverbond is de bedding waarin God Zijn verkiezende liefde openbaart.'
Natuurlijk zal de uitspraak dogmatisch best kloppend zijn, maar hij doet mij meer aan als een polariserende reactie van toen als een pastorale weergave van het genadeverbond.
Heel mooi vond ik de vraag van Ds. Molenaar aan Ds. Harinck over de pen opnemen betreft een boek over 'Christus als spiegel der verkiezing'. Als we in Christus geborgen zijn zien we, als het ware in een spiegel, in Hem onze verkiezing. Terug naar de leeruitspraak.

Misschien zo?:

In de bedding van het genadeverbond openbaart God Zijn verkiezende liefde. Deze liefde openbaart Hij in de bediening / prediking van het Woord en wordt beantwoord door het geloof of ongeloof.

Misschien overbodig maar toch, in het belijden dat het geloof een gave Gods is.

Beste Zeeuw,

Ik denk dat de kritiek van Ds. Boer komt door enige spanning die er zit in de leeruitspraken. Enerzijds een onvoorwaardelijk aanbod van genade, anderzijds een versmalling van dat aanbod. Dat had alles te maken denk ik met de polemieken tussen de GG en de CGK toen.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

"Ik denk dat de kritiek van Ds. Boer komt door enige spanning die er zit in de leeruitspraken. "

Zeker Niek, er zit zeker een spanning in. Als je enerzijds stelt dat het wezen van het genadeverbond beperkt word tot de uitverkorenen, en anderszijds stelt dat het onvoorwaardelijk aanbod tot alle hoorders komt, zit daar een spanning in. Wel een Schriftuurlijke spanning m.i.

Maar dat is niet de kritiek van ds.Den Boer. Hij stelt dat wie in de lijn van de leeruitspraken blijft, geen aanbod van genade kan preken, en dat is pertinent niet waar. Nogmaals, juist in die lijn hoort het aanbod gepreekt te worden, dat is evenzeer de inhoud van de leeruitspraken.

Kijk, als iemand het niet met de uitspraken eens is; akkoord. Maar hier word stelling 1 eenzijdig en geisoleerd van de andere sterk benadrukt. En dat is niet terecht. Wie eerlijk over de uitspraken wil spreken, moet ze allemaal noemen; of je het er nu mee eens bent of niet.

". Dat had alles te maken denk ik met de polemieken tussen de GG en de CGK toen."

Zeker, dat geloof ik ook.

"Eerlijk gezegd vind ik dat Harinck er niet in geslaagd is aan te tonen dat ds.R.Kok op bijbelse gronden uit zijn ambt in de G.G. is gezet” tot zover ds.C.den Boer. "

Dit geeft wel aan hoe weining ds.Den Boer zich erin verdiept heeft. M.i. is het boek ook absoluut geen poging om dat aan te tonen; maar een studie naar de werkelijkheid. Dat blijkt wel uit het feit dat ds. Harinck zelf aangeeft een verschuiving te hebben ondergaan. In zijn eerdere publicatie "de Schotse verbondsleer" uit 1986 stelde hij nog dat ds. Kok door de synode veroordeeld is omdat hij geen onderscheid maakte tussen de evangeliebeloften die alle hoorders gelden en de verbondsbeloften voor Gods uitverkorenen. Dat betekent dat hij de vervulling van de verbondsbeloften afhankelijk zou maken van het geloof van de hoorders.
Dat stelt hij t.a.v. ds.Kok inderdaad nog steeds, maar hij geeft er nu wel duidelijk bij aan dat de synode dit onderscheid evenmin maakte, en gewoon alle beloftenprediking aan alle hoorders onbijbels achte.

De accentverschuiving ligt dus in het feit dat de synode ook niet onderscheidde tussen verbonds- en evangeliebelofte; zoals ds. Harinck en ook ds.Moerkerken eerder wel stelden! Dus in plaats van een verdediging van de schorsing van ds.Kok, is dit boek veeleer een correctie richting de synode van 1950. Dat is wel iets totaal anders.
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Ook hier weer actueel:

"Gelukkige inconsequentie
vraagt om bezinning
Theologische discussie doet veel stof opwaaien in kerkelijk Nederland. Maar waar dient het toe? Ds. C. Harinck vreest dat het zicht op het wonder van Gods genade erdoor verloren is gegaan.
De theologische discussie over het genadeverbond die recent is ontstaan, geeft de doorsnee lezer en kerkganger nu niet de indruk dat de leer van het genadeverbond behoort tot Gods genadig en ontfermend handelen met de mens. Door alle opgeworpen stof van de discussie zijn we het zicht op het wonder van Gods genade, dat er in de plaats van het werkverbond een nieuw verbond is geopenbaard, kwijtgeraakt. Wij staan niet verwonderd over het feit dat God in Christus een nieuwe weg heeft ontsloten, waarlangs de relatie tussen God en ons hersteld kan worden. In plaats daarvan twisten wij over twee of drie verbonden, de schenking en de aanbieding van de beloften, en de vereenzelviging van aanbod en belofte.
Op zichzelf zijn dit wel belangrijke zaken. Wanneer wij daar in plaats van ons eigen licht en het licht van onze kerkelijke denominatie, het licht van de Schrift over laten schijnen, kunnen deze zaken ons wel tot een beter verstaan van Gods genadeverbond brengen. Maar nu zie ik alleen maar het omgekeerde gebeuren. Dit verdriet mij in meer dan één opzicht, en wel het meest omdat dit mensen afhoudt van het belangrijkste element van het genadeverbond, namelijk het persoonlijk overgaan in het verbond of de inwilliging van het genadeverbond. De grote vraag moet immers zijn: Hoe krijg ik deel aan dat nieuwe verbond, waarin zulke grote zegeningen voor tijd en eeuwigheid zijn weggelegd? Ik zou de inwilliging van het verbond het vergeten hoofdstuk van de gereformeerde theologie willen noemen. Indien wij daar weer meer zicht op kregen, zouden wij heel wat tegenstellingen overstijgen.
Teneinde daar meer zicht op te krijgen, zouden wij eigenlijk eens moeten ophouden met altijd maar achter de tijd te willen kijken en te willen weten wat er nu eigenlijk in de eeuwigheid in Gods raad gepasseerd is. Wij moeten meer aandacht geven aan Mozes' boodschap: „De verborgen dingen zijn voor de Heere onze God; maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet” (Deuteronomium 29:29). De bediening van het verbond der genade moet meer aandacht krijgen.
Boston
Wat is dat, de bediening van het verbond der genade? Wanneer Thomas Boston uiteengezet heeft welke onderhandeling er in de eeuwigheid heeft plaatsgevonden tussen God de Vader en Christus als het Hoofd van Zijn uitverkoren gemeente, komt hij toe aan het voor ons gevallen mensen belangrijkste deel van het genadeverbond, namelijk de besturing, de uitvoering of de bediening van het verbond in de tijd.
Wat doet God om Zijn uitverkorenen in het bezit te stellen van de verbondsgoederen? Boston zegt dat Christus daartoe twee instrumenten ter beschikking staan. Ten eerste de prediking van het Evangelie, en de zaligmakende werking van de Heilige Geest. Het in bezit stellen van de goederen begint met de prediking van het Evangelie. Dit is de weg die God inslaat. God laat het verbond bekendmaken en tot het verbond nodigen. Maar wie nodigt God tot Zijn verbond? Wanneer wij eeuwigheid en tijd bij elkaar willen brengen en kloppend willen maken, zeggen wij: Natuurlijk alleen de mensen voor wie het heil van eeuwigheid bedoeld is, namelijk de uitverkorenen. Nee, zegt dan Thomas Boston: God biedt de goederen van het genadeverbond onbepaald en zonder onderscheid aan, aan zondaren van Adams geslacht. Ieder die dit Evangelie hoort, mag op de roepende stem van Christus tot Hem vluchten en het verbond aannemen en de weldaden zich toeëigenen. De uitnodiging van het Evangelie om dit verbond van God te aanvaarden is niet gegrond op de verborgen verkiezing, maar op het bevel van God en de oneindige genoegzaamheid en gehoorzaamheid van Christus. Al staat het verbond der genade onder de beheersing van de verkiezing, de prediking staat onder de beheersing van Gods bevel om allen tot de bruiloft te nodigen en rust op de algenoegzaamheid van Christus' offer.
Dit lijkt inconsequent, maar is in werkelijkheid bijbels en calvinistisch en daarom een gelukkige inconsequentie. Boston heeft er geen moeite mee om de beperkte verkiezing en de algemene aanbieding van het verbond naast elkaar te plaatsen. Christus doet precies hetzelfde in Johannes 6:39 en 40 en Paulus in Romeinen 10:20 en 21.
Verklaren
Onze fout is, dat wij alles vanuit de eeuwigheid willen verklaren. De verst doorgevoerde consequentie is dan dat er alleen evangelieprediking voor de uitverkorenen is en dat de doop alleen voor de uitverkorenen betekenis heeft. Dan ontbreekt één van de middelen die Christus gebruikt om zondaren deelgenoten van het verbond te maken, namelijk de nodiging tot het verbond der genade. Er zal dan niet veel vrucht te verwachten zijn.
Het tweede middel dat Christus ten dienste staat, is de zaligmakende genade van de Geest. Daardoor overwint Hij alle tegenstand en brengt zondaren zover, dat zij instemmen met al de eisen en de beloften van het verbond. Natuurlijk is dit Jezus' sterkste wapen. Daardoor zijn Zijn pijlen scherp en treffen ze in het hart van zondaren. Maar het begint met de prediking. Dat is onze opdracht. Het verbond prediken, bekendmaken en de deur van de toegang openen voor de grootste van de zondaren.
Verbondsinwilliging
Wanneer er gehandeld wordt over de inwilliging van het verbond, beginnen onze oudvaders altijd met op twee belangrijke zaken te wijzen. Zij wijzen op wat God in dit werk doet en op wat de zondaar doet. Opvallend is, dat zij stellen dat God dit werk begint met Zijn verbond en verbondszegeningen de zondaar aan te bieden. Zo kom je dat tegen bij Hellenbroek, Justus Vermeer, Brakel, Koelman, Groenewegen, Petrus Immens en anderen.
Op de vraag van Hellenbroek: „Hoe gaat de zondaar over in dit verbond?”, is het antwoord: „God nadert eerst tot hem, als Hij de zondaar vriendelijk nodigt en bidt.” Dit is de eerste stap die God zet. Justus Vermeer werkt dit alles uitvoerig uit en noemt als tweede stap: „Daarbij lokt God de zondaar uit naar Christus, door hem alle ongewone voordelen aan te bieden. God lokt hem, met volheden van zaligheid te beloven.”
Het blijft echter niet bij aanbieden en lokken. Indien God niet meer deed, zou de mens het verbond nooit inwilligen. Wij willen immers wel de voordelen van het verbond, maar hebben een afkeer van de eisen en de weg van het verbond. Justus Vermeer zegt dan: „Maar God toont Zijn kracht en legt Zijn hand krachtdadig aan, zowel door in de zondaar een vrijwillig hart te maken op dezen dag van Gods heirkracht, Psalm 110:3, als in hem dadelijk op te nemen in dat verbond en onder dien zaligen band.” De Heere overtuigt de zondaar door Zijn Geest van zijn schuld en ellende. Hij stelt hem voor de eis van Zijn heilige wet. Op die wijze wordt het verzet gebroken en een verlangen geboren om Gods verbond te aanvaarden. God lost ook al de bezwaren van de verlegen gemaakte zondaar op door Christus aan hem voor te stellen als een gewillige en gepaste Zaligmaker. Het gevolg is dat de zondaar gewillig wordt en het verbond aanvaardt, zeggende: „Ziet, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de Heere onze God” (Jeremia 3:22).
Dichtbij
Ongeveer dezelfde zaken vinden wij bij Immens, Brakel en anderen. Zij brengen het verbond der genade dicht bij de mensen. Hun spreken over het genadeverbond gaat niet op in allerlei theologische discussies, maar richt zich op de noodzaak van een persoonlijke verbondsrelatie met God. Hoe heerlijk spreken zij over het genadeverbond! Zij stellen het de mensen voor als een verbond waarin alles om niet te verkrijgen is wat de gevallen mens tot zijn verlossing van Gods toorn en de vloek van de overtreden wet nodig heeft.
Zo lezen wij bij P. Immens: „Tot u moet ik zeggen, dat ik een brief heb van de God des hemels, waarvan het begin en het einde, en van achteren tot voren, niets anders is dan een aanminnelijk aanbod, om u te nodigen, dat gij met God in een verbond zoudt komen. En deze nodiging wordt u in Gods Naam op het allerkrachtigst en ernstig voorgesteld, om, was het mogelijk, uw hart in te winnen. Hier is een God, Die staat met uitgebreide armen, met rommelende ingewanden van barmhartigheid, u toeroepende: Zondaar, wat zal u de dienst van de zonden en de wereld baten? Wendt u naar Mij toe. In Mijn dienst is leven en zaligheid. En wat kan of mag u hier toch terughouden? De aanbieding is algemeen, aan allen die leven onder de bediening der genade. Daar wordt niemand uitgezonderd. Die maar wil, die kome.”
Onvrijmoedig
En hoe stallen zij Christus en de verworven goederen van het verbond der genade uit voor een schuldverslagen mens als zij zeggen: „Ziedaar dan een volle Jezus, Die, omdat Hij zo algenoegzaam is, kan, en omdat Hij zo gewillig is, ook waarlijk zal zalig maken allen die tot Hem komen en door hem tot God gaan. Kom nu, alle overtuigde en verlegen zielen, die, door de Goddelijke genade geraakt zijnde, indruk hebt gekregen van uw ellende. Die wel genegen zijt om met God in een verbond te treden, maar door onvrijmoedigheid u laat tegenhouden. Ziet hier de grote Middelaar u voorgesteld, waarin alle gronden zijn om u op te wekken. Niets kan of mag u langer terughouden. Neem de toevlucht tot Hem, al deed u het al bevende en met beroering, hikkende en snikkende, met een betraand oog en met een bevende hand. Het zal Jezus niet minder aangenaam zijn.” Zo functioneerde het genadeverbond en zijn bediening bij onze oudvaders. En hoe functioneert het bij ons?
Gelukkig
De oudvaders konden het verbond op deze wijze laten functioneren omdat zij het wezen van het verbond stelden onder de beheersing van de verkiezing, maar de bediening van het verbond plaatsten in het licht van Gods bevel en de algenoegzaamheid van Christus' Persoon en werk. Zij lieten de verkiezing niet heersen over het Evangelie. Deze gelukkige inconsequentie is ook terug te vinden in de uitspraken van de Dordtse Leeregels, en ik meen toch ook in de uitspraken omtrent het genadeverbond door de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten van 1931.
De vraag is alleen: Waarom functioneert dit dan bij ons dikwijls niet zoals dit bij de oudvaders functioneerde? Bezinning zou hier zegenrijk kunnen zijn. Hoe men het ook bekijkt, de angst voor misbruik mag niet van het rechte gebruik afhouden. Wij mogen niet ongehoorzaam zijn aan Christus' opdracht: „Dwing ze om in te komen.”
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Terneuzen en publiceerde eerder over de Schotse verbondsleer.
Lecram

Bericht door Lecram »

Oorspronkelijk gepost door ndonselaar
Trouwens ik vind het opmerkelijk stil rondom het boek.
Dat is altijd al zo geweest. Doodzwijgen om op de oude voet verder te gaan. Laten degenen die over sommige zaken anders denken maar weggaan. :mad2:
Hans van Gemerden

Bericht door Hans van Gemerden »

"Dat is altijd al zo geweest. Doodzwijgen om op de oude voet verder te gaan. Laten degenen die over sommige zaken anders denken maar weggaan. "

Inderdaad ben ik het mee eens. Makkelijkste manier om je handen niet vuil te maken aan een onderwerp waar je moeilijk je eigen gelijk vol kan blijven houden
Hans van Gemerden

Bericht door Hans van Gemerden »

Ik heb trouwens een andere opmerking bij dit boek. Ds. Harinck haalt aan het eind van het boek een citaat aan uit het boek "Geloofszekerheid" van prof. Ouweneel. Prof. Ouweneel komt er in de recensie van ds. Molenaar ook niet al te best af. Ik heb dit boek van prof. Ouweneel zelf gelezen en ik vind dat het citaat van ds. Harinck geen recht doet aan de strekking van het boek. Ouweneel is geen arminiaan en geeft zelf aan dat hij dat ook niet wil zijn. Zijn er mensen die het boek van Ouweneel gelezen hebben? Ik zou hier graag eens over van gedachten wisselen.
Hans van Gemerden

Bericht door Hans van Gemerden »

In het blad "Bewaar het pand" wordt op dit moment het boek van Harinck ook behandeld.
Ereunao

Bericht door Ereunao »

Beste Zeeuw en Niek.
Hier ben ik het helemaal met jullie eens; wij moeten niet proberen om deze spanning te elimineren door er een kloppend, dogmatisch systeem van te maken. Zodra het allemaal klopt is het wonder en daarmee het leven er uit. Dus allebei laten staan en niemand veroordelen als hij naar onze smaak het accent teveel op het ene legt zonder overigens het andere te ontkennen of te verwaarlozen. Maar het getuigt wel van een ernstige blikvernauwing die tekort doet aan de veelkleurige wijsheid Gods in al Zijn werken als wij de hele Schrift onder de noemer van een kerk een verbond brengen. Want het gaat in de Schrift om het koninkrijk Gods, het herstel van Zijn soevereine gezag over Zijn schepping. En dat omvat heel wat meer dan de gemeente van Christus. Daarom wees ik in mijn laatste poster op het belangrijke verschil tussen het verbond met Abraham en het verbond der genade dat zo´n cruciale rol speelt in heel deze discussie. Ereunao.
Plaats reactie