Boekbespreking Ds. C. Harinck "De toeleidende weg tot Christ

Refojongere

Bericht door Refojongere »

Beste Rinie,

Je zegt dat ik toch een voorwaarde stel voor het komen tot Christus. Namelijk: de eigengerechtigheid afleggen. Dan zou ik in tegenspraak zijn met mijn laatste zinnen van de eerste alinea. Ik ben het roerend eens met wat je stelt. Wat ik wil zeggen is dat als je zonder van je hoogmoed afgebracht te zijn denkt tot Christus gekomen te zijn, dat je je dat dus inbeeldt. Je bent eigenlijk gewoon gebleven waar je stond. Dus ik ben ervoor om te zeggen: Denk je als iemand die nog wat heeft bij Christus te komen? Dat is het komen tot Christus niet.

Als ik tegen iemand zeg, je mag tot Christus komen als je je ellende beleefd hebt, of als je hongert naar Christus. Je voelt met dat laatste wel aan dat het totaal geen houdt snijdt. Wat moet je met zo'n opmerking die niet bijbels is te funderen. Aan de andere kant, je kunt niet komen zonder ellendekennis en zal niet komen zonder de honger naar Christus' gerechtigheid. Anders krijg je een zelfgemaakt (ingebeeld geloof), zonder diepte.
Grace
Berichten: 1269
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:20

Bericht door Grace »

Christus is net zo gewillig om een vluchtende zondaar die tot Hem komt te vergeven, als dat wij gewillig zijn om te zondigen.
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Beste Refojongere,

Hier hebben we op Refotrefpunt ook al eens een discussie over gehad dacht ik, als ik zo je opmerkingen lees ben ik het met je reactie helemaal eens; de opmerking van Rinie is wel een goede toevoeging; het leeft immers diep in ons hart om toch met iets (van ons!) aan te komen bij de Heere; we zijn immers vijand van zalig worden om niet..
Maar dat doet niets af van hetgeen je schrijft over de noodzaak om iets van onze ellende te leren kennen; om daardoor tot God in Christus te worden uitgedreven.
Kortom; een mooie reactie.
Rinie

Bericht door Rinie »

Beste Refojongere,
Bedankt voor je nadere verklaring. Geheel mee eens. Ik denk hierbij aan een woord van Luther:
"Het is Gods natuur om iets te maken uit niets. Daarom moeten wij ook niets worden opdat God ons tot iets (alles) kan maken."
En dat tot niets worden is dan niet een verdienste van ons, maar dat is het werk van God in ons. Niet een voorwaarde, maar de manier waarop God werkt.
lejo

Bericht door lejo »

Om e.e.a. te completeren, ook met het oog op de studium generale, hieronder de recensie uit de herv. kerkbode (Ds. P. de Vries) die duidelijk van een minder “kool-spaart-de-geitâ€
Grace
Berichten: 1269
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:20

Bericht door Grace »

Mooie reactie! Ik kan me er volledig in vinden. Wel ontzettend technisch en theoretisch. Maar dat mag in de theologie toch? Mijn onkerkelijke buurman snapt er bij wijze van spreken in zijn levensdagen niets meer van. Maar goed. In de onderstaande reactie, die Lejo geplaatst heeft, kwam ik o.a. de volgende zinsnede tegen:

en dat in reactie op misstanden de noties van tweeërlei kinderen van het verbond niet tot nauwelijks tot zijn recht komen.

Wat bedoelt P. de Vries hier mee? Wie kan het me uitleggen? Zo onderlegt ben ik niet.

Gr.Grace.
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

In zijn tweede boekje heeft Blaauwendraad trouwens wel heel veel tegelijk overhoop gehaald en verliest hij zelf, naar ik meen, het evenwicht uit het oog. Persoonlijk is mijn grootste moeite ermee dat de noodzaak van schuldovertuiging niet echt uit de verf komt en dat in reactie op misstanden de noties van tweeërlei kinderen van het verbond en van het zelfonderzoek, niet tot nauwelijks tot zijn recht komen.
Ds. P. de Vries bedoelt, denk ik Grace het volgende: Dr. Blaauwendraad heeft omdat op het eerste boekje nauwelijks reactie kwam (uit de kerkelijke hoek) uit frustratie zijn tweede boekje geschreven. Door deze frustratie heeft het tweede boekje een weinig evenwichtig karakter. Ten eerste komt de schuldovertuiging niet uit de verf. Het is alsof de geloofsdaad zonder schuldbesef (overtuiging) gewerkt wordt. Ten tweede omdat hij nadrukkelijk zijn reactie op de misstanden aan de orde stelt, noemt hij ook nog even de tweeërlei kinderen van het verbond. Echter door zijn zware inzet op de 'misstanden' is dit overbelicht en als je dan iets noemt ga er dan ook dieper op in. Of noem het niet!

Dit is in het kort denk ik hoe Ds. de Vries het bedoelt.

Laten we geen discussie hier beginnen over Prof. Blaauwendraad, dat is al voldoende aan de orde geweest.
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Laten we dan verder gaan met hoofdstuk 2, wat al meermalen geopperd was..
Rinie

Bericht door Rinie »

Beste Refojongere,
Je hebt gelijk. In dezen ben ik ook in gebreke gebleven. Ik heb namelijk nog steeds geen samenvatting gemaakt. Dit komt met name doordat ik wacht op antwoord van Ndonselaar.

Beste Ndonselaar,
Zal ik de samenvatting verzorgen, of doe je het liever zelf?

Beste Grace,
De term tweeërlei kinderen van het verbond komen we onder andere tegen bij ds I Kievit, die een boekje met gelijknamige titel geschreven heeft. Dit houdt in: Iedere gedoopte wordt opgenomen in het genadeverbond, maar alleen de waar-gelovigen delen uiteindelijk ook daadwerkelijk in al de weldaden hiervan. Dit houdt daarmee zo ongeveer het midden tussen de leer van de drie verbonden (van onder andere Ds. Jongeleen (CGK)) en de leer van de twee verbonden zoals Kersten die voorstond. In eerstgenoemde visie is iedere gedoopte op gelijke wijze opgenomen in het genadeverbond, en zijn de uitverkorenen bovendien opgenomen in het verbond der verlossing. In de tweede visie worden slechts de uitverkorenen opgenomen in het genadeverbond. Dit is dan ook de oorzaak van het verschijnsel (dat Zuid op het RTP aanhaalde) dat predikanten van deze ligging bij het voorlezen van het doopformulier de frase 'der genade' (bij: 'dat Hij met ons een verbond der genade opricht' en 'dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben') weglaten.

Beste Lejo en Ndonselaar,
Ik heb inmiddels de door jullie geplaatste reacties op het hier besproken boek gelezen. Het verschil is treffend en tekenend. Ds. Mulder durft Ds Harinck niet openlijk af te vallen, maar wil tegelijkertijd de theologie van de (hoofdstroom van de GG) overeind houden. Vandaar dat hij komt tot een bevestigen van afgezwakte noties van ds. Harinck, maar bovendien ook zegt dat het boek polemiserend getoonzet is. Nu heb ik ook de boeken van Blaauwendraad gelezen, en daarvan valt dat wel te zeggen, maar ik vond juist dat ds. Harinck bijzonder voorzichtig was in het noemen van namen. Naar mijn mening is dit juist de meest voorzichtige wijze waarop dergelijke gevoelige materie aan de orde gesteld kan worden. Verder zegt ds. Mulder dat Harinck niet in gesprek is gegaan met de door hem weerlegde predikanten uit de GG. Ten eerste waag ik dat te betwijfelen. Het boek is namelijk het resultaat van een lang proces. Harinck is al tientallen jaren predikant, en heeft in die tijd al veel dominees gesproken. Bovendien is het ook niet mogelijk om alsnog met predikanten als Kersten en Lamain in gesprek te gaan. En als laatste: bij de door ds. Harinck besproken oudvaders lijkt dit probleem ineens niet te spelen.
Over de reactie van ds. De Vries kan ik alleen maar zeggen: Geheel mee eens. Hij verwoordt het precies zoals ik het eigenlijk wel had willen kunnen verwoorden. Hier is het tenminste duidelijk wat de recensent er eigenlijk van vindt.
Gebruikersavatar
ndonselaar
Berichten: 3105
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
Contacteer:

Bericht door ndonselaar »

Rinie, verzorg jij de samenvatting maar, heb ik wat minder tijd voor.

Welke vraag heb ik onbeantwoord gelaten?
Zeeuw

Bericht door Zeeuw »

Beste Rinie,

"Bovendien is het ook niet mogelijk om alsnog met predikanten als Kersten en Lamain in gesprek te gaan."

Mijns inziens wil ds. Harinck met het noemen van uitspraken van ds.Kersten naast uitspraken van hedendaagse predikanten juist wijzen op het feit dat bijv. ds.Kersten lang niet zo ver ging in de terminologie van de gezelschappen.

Juist ds.Kersten waarschuwde sterk voor misstanden die vanuit het gezelschapsleven het kerkelijk leven dreigden binnen te sluipen. Als je zijn preken leest, lees je juist telkens weer de sterke aandrang om alleen in Christus te rusten en niet in allerlei bevindingen buiten Christus.

En juist dat element gaat ontbreken in een "standelijke" theologie waarin allerlei stappen en standen zo uitdrukkelijk onderscheiden worden, soms zelfs ver van Christus, die daarbij alleen als 'de verborgen Persoon'genoemd word; alsof het een unicum is dat een zondaar Christus leert kennen. Hoewel het daar niet mee begint; moet het er wel naar toe.

Vandaar dat ds.Mulder mijns inziens dit element van ds.Kersten aanhaalt in zijn recensie, en mijns inziens terecht.

Overigens ben ik het wel met je eens dat niet echt een inhoudelijke beoordeling is.
Ook het polariserende element vind ik niet sterk aanwezig. Of is dit er door het noemen van namen ? Ik vraag het me af.
Maar goed, het zal "saambindend" bedoelt zijn; het zal op de te houden Studium Generale wel duidelijk worden hoe ds.Mulder inhoudelijk tegen het boek aankijkt.

Dat houden we dan dus maar te goed.

Groeten.
Rinie

Bericht door Rinie »

Beste Ndonselaar,
Ik bedoelde de vraag of ik nog voor de samenvatting moest zorgen. Die is nu dus beantwoord.

Ik hoop hier morgen voor te zorgen. Tegen het eind van de middag is de samenvatting te verwachten.
Rinie

Bericht door Rinie »

Ik had me ingeschreven voor de Studium Generale van 23 febr. DV (over dit onderwerp), maar ik bleek te laat te zijn. Er is blijkbaar nogal wat belangstelling. Zijn er hier ook mensen die nog wel terecht konden, en dus ook daadwerkelijk hopen te gaan?
de Paus

Bericht door de Paus »

Vraag: Prof. A. de Reuver heeft enkele kritische kanttekeningen bij het boek van ds. Harinck gemaakt. Weet iemand wat de inhoud van deze kanttekeningen waren, of waar ik ze kan lezen?

de paus
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Een oude vraag van de Paus, maar met een recent antwoord (niet helemaal een antwoord, maar toch wel in de richting):

Dit stukje over de toeleidende weg stond in het RD van 1 juli 2003 en is van Prof. dr. A. de Reuver, bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit te Utrecht

Toeleiding

Je denkt soms duidelijk te zijn geweest, terwijl uit reacties blijkt dat dit niet het geval is. Bij diverse gelegenheden liet ik me onlangs uit over de toeleidende
weg. Mijn stelling is dat die weg niet aan dé Weg voorafgaat, maar er een wezenlijk onderdeel van vormt.
Hoewel ik dacht te hebben onderstreept dat dit niets afdoet aan de noodzaak van
zondeontdekking, zijn hierover toch misverstanden gerezen. Aan die noodzaak valt echter niet te tornen. Hoewel we het daarover theoretisch wel eens zullen zijn, vraag ik me niettemin af of, ook onder ons, dit besef in de praktijk wellicht aan het wegebben is.

Te vlot

Belanden wij in prediking en beleving niet te vlot in het stuk van de verlossing, zonder grondige kennis van de aanklacht van Gods heilige Wet? Eerlijk gezegd ben ik er niet zo gerust op. Vandaar dat ik de thematiek nogmaals aansnijd.
Het eerste misverstand is dat iedereen zoals hij is, Christus mag aannemen als
zijn persoonlijke Zaligmaker. Onmogelijke bewering! Waar zondekennis ontbreekt, slaat vergeving nergens op. Maar iets anders is, dat ieder tot Hem mag gaan zoals hij is. Daarover is de Schrift zonneklaar. Nicodémus, Zachéüs, de verlamde, ze kwamen zoals ze waren. Ze werden niet teruggestuurd.
Erskine schrijft trefzeker: Al zijn wij ongeschikt voor Jezus, Hij is geschikt voor ons. Christus weet raad met mensen zónder echte boetvaardigheid. Hij is het Die hen in Zijn profetische bediening ontdekt en door Zijn Geest toeleidt; tot het heilgeheim van Zijn priesterlijke verzoening.
Het tweede misverstand is dat de vrijspraak van het Evangelie zou voorafgaan aan het oordeel van de Wet. Het is echter andersom. In de toepassing van het heil volgt de vrijspraak op het vonnis. Maar even zeker is het dat dit vonnis niet wordt geveld door de Wet alleen. De Wet op zichzelf brengt geen zaligmakende zondekennis teweeg, maar veeleer verwatenheid, verharding of vertwijfeling. Slechts in handen van de
Middelaar vernedert ze een zondaar. Dit doet Hij in het Evangelie. Niet ten koste
van de Wet, maar ten dienste ervan, door het wetsoordeel aan te scherpen.
In dit opzicht staat het Evangelie niet tegenover de Wet, maar trekken zij gezamenlijk op. Het Evangelie van de lijdende Borg toont ons immers hoe dodelijk ernstig God Zijn Wet opneemt. Christus lijden is een spiegel van het gestrenge gericht Gods dat wij verdienden (Luther). Rond het hart van het Evangelie komt de onderste steen van onze vloekwaardigheid boven. Dát wekt radicale zondekennis. Anders gezegd, daar voltrekt de Wet, in het Evangelie onthuld, haar uiterste vonnis. Ook in Calvijns geschriften komt deze notie herhaaldelijk aan het licht: het zicht op de lijdende Hogepriester doet ons beven van ontzetting en leert de zonde haten.

Dieper

Ik zou niet weten waardoor men dieper van verwerpelijkheid werd overtuigd dan door het zien op de Gekruiste. In Zijn wonden ligt allerlei vertroosting, maar het is een troost die neerdaalt in een verslagenheid die door diezelfde wonden wordt gewekt (Hand. 2:36 v.). En juist daar blijkt achter Gods vloekwoord geen genadeloze punt te staan, maar een genadevolle dubbele punt. De Wet doodt: ten leven.
Zo moet dus vaststaan dat het wetsoordeel in die zin de voorrang houdt, dat de vergevingskennis volgt op de zondekennis. Ofschoon de Wet niet los van het Evangelie, maar bij uitstek in het Evangelie opklinkt, haar oordeel gaat aan de vrijspraak vooraf.
De aard van deze zondekennis is niet verstandelijk, maar voluit geloofsmatig, bevindelijk. Zondekennis fladdert niet ergens in de hersens, maar maakt ons dodelijk verslagen (Calvijn). Ze is trouwens niet alleen van diepe ernst, maar ook van lange duur. In plaats van een achterhaald beginstadium, vormt ze levenslang de grondtrek van het geloofsleven en wordt ze gaandeweg verdiept. Tegelijk rechtvaardige, tegelijk zondaar. Juist wie van vergeving mag leven, kent zichzelf als vleselijk, onder de zonde verkocht. De opheffing van deze tweespalt staat nog uit. Wie zou daar niet naar uitzien?

[Aangepast op 7/7/03 door Gerrie]
Plaats reactie