40 stellingen
Geplaatst: 30 okt 2002, 14:42
Hieronder volgen, na een inleiding, 40 door mij geponeerde stellingen. Hiermee pretendeer ik niet de absolute waarheid te bezitten, wel hoop ik dat hierover samen van gedachten kunnen wisselen.
Wil je op deze stelling(en) reageren? Graag, maar wel gefundeerd op en met Gods Woord.
Dit zijn 40 stellingen tegen een leer die helaas tegenwoordig steeds meer opgang vindt en niet zoals sommigen zullen denken aan de linkerzijde van ons Gereformeerd Nederland, nee deze vinden opgang in het meeste rechtse gedeelte van ons Gereformeerd Nederland.
1. Er is geen toeleidende weg tot Christus, wel een toeleidende weg vanuit Christus.
2. Ellende, verlossing en dankbaarheid zijn de 3 stukken die nodig zijn om welgetroost te leven en éénmalig zalig te sterven.
3. Ellende komt niet vóór maar na het geloof.
4. De zaligmakende overtuiging van zonde komt wel vóór het geloof, immers het is de Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel.
5. Deze overtuiging is niet de uitroep van David in Psalm 51 ‘Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.’
6. Deze overtuiging is wel de overtuiging van de Pinksterlingen ‘En als zij dit hoorden, werden zij verslagen (doorstoken) in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?’
7. Deze overtuiging blijft niet rusten in deze belijdenis.
8. Deze overtuiging drijft onmiddellijk uit tot Christus.
9. Op deze overtuiging schenkt God de aannemende (ontvangende) geloofsdaad.
10. Er is ook een overtuiging die niet zaligmakend is.
11. Deze overtuiging belijdt met Kaïn ‘Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven worde.’
12. Deze overtuiging blijft wel rusten in deze belijdenis en noemt dat zelfs de noodzakelijke ellendekennis.
13. Die de Zoon met een waar geloof heeft aangenomen die heeft het leven en het begin van het eeuwige leven reeds hier.
14. Die de Zoon niet heeft, die heeft het leven niet.
15. Dit geloof is door het gehoor en het gehoor door het gepredikte Woord Gods.
16. Immers het heeft God behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven.
17. De zekerheid van het geloof ligt in het wezen van het geloof.
18. De zekerheid ligt niet in het welwezen van het geloof.
19. Het geloof kan niet zonder zekerheid.
20. Er zijn geen trappen vóór het geloof, wel oefeningen in het geloof.
21. Voor het geloof is er geen verbondenheid met het Voorwerp van het geloof en dus ook geen oefening van dat geloof.
22. Er zijn geen standen in het genadeleven, wel geloofsoefeningen in het genadeleven.
23. Op de geloofsschool van de Heilige Geest worden we nooit bevorderd, maar zakken we iedere keer een klas terug.
24. De zekerheid van het geloof is gehuld in het gewaad van de hoop, die biddend wordt verkregen.
25. De zekerheid van het geloof wordt niet verkregen door een bijzondere openbaring of vierschaarbeleving.
26. Er is geen onbewuste rechtvaardigmaking wel een ordinering van eeuwigheid.
27. Er is ook geen twee-erlei rechtvaardigmaking.
28. Het geloof (daad) en geloven (oefeningen) zijn wel onderscheiden echter nooit te scheiden.
29. Heilshistorie is niet de heilsorde.
30. Ruth was het zaligmakende geloof geschonken in Moab en oefende dat geloof aan de grens van Moab/ Israël.
31. Petrus oefende datzelfde geloof toen hij antwoordde: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.’
32. Er is een klein geloof en een groot geloof.
33. Het Avondmaal des Heeren is ingesteld voor diegenen die weten dat hun zonden en hun overblijvende zwakheden om Christus’ wil vergeven zijn en die begeren dat kleine of grote geloof te sterken.
34. Het is een dwaling om te stellen dat het Avondmaal des Heeren alleen voor diégenen is die een bijzondere openbaring hebben gehad.
35. De mens ligt verloren in Adam en hij wordt behouden dóór geloof of hij gaat verloren dóór het ongeloof.
36. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
37. Zalig zijn de ogen, die zien, hetgeen gij ziet.
38. Velen geloven in een veronderstelde wedergeboorte, velen in een verondersteld geloof en helaas ook velen in een veronderstelde bekering. Alledrie gaan lijnrecht in tegen de Schrift.
39. Bevinding is wat David belijdt in Psalm 46 ‘Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.’
40. Ooit was het goud van de Reformatie het Sola Scriptura (door het Woord alléén); het Sola Fide (door het geloof alléén); het Sola Gratia (door genade alléén). Belijden en geloven we dit nog?
Wil je op deze stelling(en) reageren? Graag, maar wel gefundeerd op en met Gods Woord.
Dit zijn 40 stellingen tegen een leer die helaas tegenwoordig steeds meer opgang vindt en niet zoals sommigen zullen denken aan de linkerzijde van ons Gereformeerd Nederland, nee deze vinden opgang in het meeste rechtse gedeelte van ons Gereformeerd Nederland.
1. Er is geen toeleidende weg tot Christus, wel een toeleidende weg vanuit Christus.
2. Ellende, verlossing en dankbaarheid zijn de 3 stukken die nodig zijn om welgetroost te leven en éénmalig zalig te sterven.
3. Ellende komt niet vóór maar na het geloof.
4. De zaligmakende overtuiging van zonde komt wel vóór het geloof, immers het is de Geest die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel.
5. Deze overtuiging is niet de uitroep van David in Psalm 51 ‘Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.’
6. Deze overtuiging is wel de overtuiging van de Pinksterlingen ‘En als zij dit hoorden, werden zij verslagen (doorstoken) in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?’
7. Deze overtuiging blijft niet rusten in deze belijdenis.
8. Deze overtuiging drijft onmiddellijk uit tot Christus.
9. Op deze overtuiging schenkt God de aannemende (ontvangende) geloofsdaad.
10. Er is ook een overtuiging die niet zaligmakend is.
11. Deze overtuiging belijdt met Kaïn ‘Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven worde.’
12. Deze overtuiging blijft wel rusten in deze belijdenis en noemt dat zelfs de noodzakelijke ellendekennis.
13. Die de Zoon met een waar geloof heeft aangenomen die heeft het leven en het begin van het eeuwige leven reeds hier.
14. Die de Zoon niet heeft, die heeft het leven niet.
15. Dit geloof is door het gehoor en het gehoor door het gepredikte Woord Gods.
16. Immers het heeft God behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven.
17. De zekerheid van het geloof ligt in het wezen van het geloof.
18. De zekerheid ligt niet in het welwezen van het geloof.
19. Het geloof kan niet zonder zekerheid.
20. Er zijn geen trappen vóór het geloof, wel oefeningen in het geloof.
21. Voor het geloof is er geen verbondenheid met het Voorwerp van het geloof en dus ook geen oefening van dat geloof.
22. Er zijn geen standen in het genadeleven, wel geloofsoefeningen in het genadeleven.
23. Op de geloofsschool van de Heilige Geest worden we nooit bevorderd, maar zakken we iedere keer een klas terug.
24. De zekerheid van het geloof is gehuld in het gewaad van de hoop, die biddend wordt verkregen.
25. De zekerheid van het geloof wordt niet verkregen door een bijzondere openbaring of vierschaarbeleving.
26. Er is geen onbewuste rechtvaardigmaking wel een ordinering van eeuwigheid.
27. Er is ook geen twee-erlei rechtvaardigmaking.
28. Het geloof (daad) en geloven (oefeningen) zijn wel onderscheiden echter nooit te scheiden.
29. Heilshistorie is niet de heilsorde.
30. Ruth was het zaligmakende geloof geschonken in Moab en oefende dat geloof aan de grens van Moab/ Israël.
31. Petrus oefende datzelfde geloof toen hij antwoordde: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods.’
32. Er is een klein geloof en een groot geloof.
33. Het Avondmaal des Heeren is ingesteld voor diegenen die weten dat hun zonden en hun overblijvende zwakheden om Christus’ wil vergeven zijn en die begeren dat kleine of grote geloof te sterken.
34. Het is een dwaling om te stellen dat het Avondmaal des Heeren alleen voor diégenen is die een bijzondere openbaring hebben gehad.
35. De mens ligt verloren in Adam en hij wordt behouden dóór geloof of hij gaat verloren dóór het ongeloof.
36. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
37. Zalig zijn de ogen, die zien, hetgeen gij ziet.
38. Velen geloven in een veronderstelde wedergeboorte, velen in een verondersteld geloof en helaas ook velen in een veronderstelde bekering. Alledrie gaan lijnrecht in tegen de Schrift.
39. Bevinding is wat David belijdt in Psalm 46 ‘Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.’
40. Ooit was het goud van de Reformatie het Sola Scriptura (door het Woord alléén); het Sola Fide (door het geloof alléén); het Sola Gratia (door genade alléén). Belijden en geloven we dit nog?