Oorspronkelijk gepost door Gerrie
Oorspronkelijk gepost door gravo
Leren we niet van Jezus, dat we onszelf uit liefde voor de ander moeten overgeven? Is het najagen van onze eigen persoonlijke zaligheid nu wel de ware navolging van Jezus? Het klinkt zo weinigbelovend voor anderen. Is de praktijk in ons leven dan niet, dat we ons hele leven op zoek zijn naar zelfbehoud en dat onze naaste er maar bekaaid vanaf komt? En geven we bij dit laten wachten van onze naasten niet heimelijk God de schuld? Het behaagde Hem immers niet om ons eerst te redden, zodat ook de naasten tevergeefs moeten wachten op ons dienstbetoon?
Gravo,
Zou je willen dat mensen zich eerst geven voor anderen en dan pas voor zichzelf het heil gaan zoeken?
Het dienstbaar zijn aan anderen is trouwens ook iets dat niet-christenen doen (artsen zonder grenzen b.v. zijn toch niet allemaal christen?).
De oproep is bijbels om je roeping en verkiezing vast te maken (voor jezelf met name).
Wel heb je een punt, dat sommigen hun hele leven bezig zijn met hun eigen zaligheid. En dan klinkt het bijbelwoord: "zoekt eerst het Koninkrijk van God..." en dat is m.i. meer dan het zoeken van eigen zaligheid.
Ik blijf het een moeilijk punt vinden. De zaligheid is mijns inziens nu net, dat de relatie met God (en zo ook met onze naasten) hersteld wordt. Dat de verschrikkelijke kloof tussen God en mens wordt overbrugd. Het erge van die kloof is precies de eenzaamheid, het niet gekend worden, het geen Vader hebben en het er alleen voor staan. God heeft juist oog voor degenen, die geen helper hebben, de weduwe en de wees. Juist in de verlossing uit hun uitzichtsloze positie (zonder familie, zonder vrienden, zonder relaties) ligt hun behoud. Zaligheid wordt toch ook verstaan als het terugkomen bij God (de verloren zoon, die herenigd wordt met zijn Vader?).
Ik vind dat toch een bijbelse notie, die een heel andere sfeer oproept dan een strikt, voor eigen gebruik bedoeld, persoonlijk heil.
Wie verlost is, is ook verlost van zijn op-zichzelf-gericht zijn. Verlossing is altijd verlossing tot een nieuw leven, een leven van gemeenschap en delen (vroege kerk!), van verzoening en hereniging met voormalige vijanden, van opgenomen worden in het huisgezin Gods, van het broeder en zuster van elkaar worden, van het 'kinderen Gods genaamd worden'. Kortom: het zijn allemaal beelden van een volk (!), dat gered wordt. En zo ziet de hemel er ook uit: als een vaderhuis met vele woningen: een stad van vrede, vol van gezamenlijk gezang (zingen is per definitie niet een individueel gebeuren).
Echt, we zullen om de zaligheid te verstaan, nu reeds oor en oog voor onze naaste moeten hebben. We zijn niet op weg naar een persoonlijk geluk. We zijn op weg naar een Koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Egoïsme kan nooit een juiste voorbereiding zijn op het verkrijgen van die zaligheid. Alsof we van Jezus leren, dat het toch om onszelf en niet om God zou gaan.
We moeten Gods geopenbaarde wil niet al te gemakkelijk over het hoofd zien:
God zegt: 'opdat Mijn Huis vol worde" Het gaat God kennelijk om een volle hemel. Alleen omdat er ook anderen zullen zijn, zal de zaligheid ervaren worden.
Ik begrijp best wat er hier wringt. Dat is namelijk de vaak voor lief genomen zgn 'onbekeerde tijd'. Die tijd moet dan op één of andere manier religieus of geestelijk gevuld worden. En dan ontstaan er allerlei vormen van zoeken, verlangen, smekingen of bekommernis om het eigen heil. Maar om het maar even hard te zeggen: men is en blijft in deze 'onbekeerde tijd' gewoon zichzelf. Het heilige egoïsme is volgens mij gewoon normaal, menselijk egoïsme: ik wil ook naar de hemel, ik wil ook eeuwig leven, ik wil ook zalig worden.
Jammer, maar juist door de nadruk op die lange voorberedingstijd vóór de eigenlijke en daadwerkelijke bekering, ontstaan er van die witwas-praktijken. Dan wordt ons zoeken en maar niet vinden, ons smeken, klagen, roepen en verlangen enz. tot iets heiligs gemaakt. En lijken het schreden voorwaarts te zijn.
Maar waar het aan ontbreekt, is nu juist de overgave aan de zaligheid, die reeds present is. Wie oren heeft hore. De deuren staan wagenwijd open. Sla niet langer acht op je eigen begeerte of je eigen behoeften, maar sla acht op zo'n grote zaligheid. Juist de wolk van getuigen: al die andere gelovigen, de mensen die zich in geloof reeds over hebben gegeven moedigen je hierbij aan. Doe het niet alleen! Spreek met hen, die de Weg (misschien ook op aanraden van anderen) zijn gegaan. Spiegel je aan anderen, zondaren wellicht, die ook mochten komen. Wees ervan overtuigd, dat God in heggen en sloppen zoekt, als het zo uitkomt. Kijk eens goed naar de christelijke gemeenschap en vraag je af: is dit geen teken voor mij om me daar ook bij aan te sluiten. Roept het geen hartstochtelijk geloof op? En kom je niet tot de conclusie: 'Ja, dit is het! Ik hoef niet verder te zoeken. Proef je niet het diepe geheim, de kern van wat er schuilt achter al die technische termen als roeping, wedergeboorte, bekering, geloof, namelijk de oprecht gemeende liefde van God voor de wereld. Zó lief heeft Hij de wereld gehad....
Dan is er geen enkel obstakel om te beantwoorden aan de oproep: geloof en leef. Ga dan gelovend tot Christus en zeg : 'mijn Here en mijn God'. En val in de armen van Hem, die je al van ver zag aankomen. En laat je last bij Hem achter, je angst om niet bekeerd te worden, je geforceerde pogingen om toch een plekje in de hemel te bemachtigen.
Die overgave zelf is de zaligheid. Je eerste ontmoeting met Gods liefde in Christus. Het is de eerste liefde, die je altijd bij zal blijven. Je denkt niet aan later, aan de toekomstige hemel. Nee je belandt ter plekke in de hemel. Het is hier en nu. Je komt thuis en herkent Zijn stem. En je leert je nieuwe broeders en zusters kennen. Het is het gelukkigste moment, dat je kunt meemaken. Die zaligheid en die nieuwe familie worden je nooit meer afgenomen.
gravo