Oorspronkelijk gepost door Majorca
Ja, dan valt de mens met al zijn doen en kunnen er volledig buiten, en krijgt God de eer.
En negeren we Gods opdrachten en zijn we God ongehoorzaam, dus krijgt God helemaal geen eer.
Bekering:
Wat moest Jona dan doen in Ninevé, volgens de huidige maatstaven?
Geloof:
Waar spitst Jezus Joh. 3 naar toe? Naar eis tot wedergeboorte? Naar de onmogelijkheid tot wedergeboorte en geloof?
Ja, het is eenzijdig Godswerk. Maar dat is 1 gedeelte van de bijbel. De andere is dat we 10000 keer opgeroepen worden tot actie en dat is iets wat tegenwoordig niet zo populiar meer is.
Een doorgeschoten anti-remonstrante beweging met inmiddels een dun bijbeltje.
Ik bespeur juist een andere beweging: Een wel erg grote nadruk op wedergeboorte en onmogelijkheid van de mens. Een Luther is vandaag de dag weer een ketter. Sola fide? Nee, daar redt je het niet mee.
Hierom, heilige broeders, die der hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus;
Die getrouw is Dengene, Die Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel zijn huis was.
Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht dan Mozes, als degene, die het huis gebouwd heeft, meerder eer heeft, dan het huis.
Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God.
En Mozes is wel getrouw geweest in geheel zijn huis, als een dienaar, tot getuiging der dingen, die [daarna] gesproken zouden worden;
Maar Christus, als de Zoon over Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het einde toe vast behouden.
Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort,
Zo verhardt uw harten niet, gelijk [het geschied is] in de verbittering, ten dage der verzoeking, in de woestijn;
Alwaar Mij uw vaders verzocht hebben; zij hebben Mij beproefd, en hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang.
Daarom was Ik vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend.
Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn; Indien zij in Mijn rust zullen ingaan!
Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God;
Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde door de verleiding der zonde.
Want wij zijn Christus deelachtig geworden, zo wij anders het beginsel van dezen vasten grond tot het einde toe vast behouden;
Terwijl er gezegd wordt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet, gelijk in de verbittering [geschied is].
Want sommigen, als zij die gehoord hadden, hebben [Hem] verbitterd, doch niet allen, die uit Egypte door Mozes uitgegaan zijn.
Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in de woestijn?
En welken heeft Hij gezworen, dat zij in Zijn rust niet zouden ingaan, anders dan dengenen, die ongehoorzaam geweest waren?
En wij zien, dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege [hun] ongeloof.
Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven te zijn.
Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben.
Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust, gelijk Hij gezegd heeft: Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn: Indien zij zullen ingaan in Mijn rust! hoewel [Zijn] werken van de grondlegging der wereld af al volbracht waren.
Want Hij heeft ergens van den zevenden [dag] aldus gesproken: En God heeft op den zevenden dag van al Zijn werken gerust.
En in deze [plaats] wederom: Indien zij in Mijn rust zullen ingaan!
Dewijl dan blijft, dat sommigen in dezelve [rust] ingaan, en degenen, dien het Evangelie eerst verkondigd was, niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid,
Zo bepaalt Hij wederom een zekeren dag, [namelijk] heden, door David zeggende, zo langen tijd daarna (gelijkerwijs gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet.
Want indien Jozua hen in de rust gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen dag.
Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.
Want die ingegaan is in zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne.
Laat ons dan ons benaarstigen, om in die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid valle.
Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten.
En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben.
Dewijl wij dan een groten Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, [namelijk] Jezus, den Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.
Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, [doch] zonder zonde.
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd
En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen.
Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.