Waar het op aankomt
Geplaatst: 14 okt 2004, 14:38
Zouden jullie met mij het volgende gedachtenexperiment kunnen volgen?
Mijns inziens gaat het in het christelijk geloof om de erkenning dat Jezus de door God gezonden Verlosser is en dat Hij ons vertrouwen waard is op grond van Zijn leer en Zijn werk. Centraal staat daarin de Opstanding. Want hierdoor wordt duidelijk wat de grote betekenis is van Jezus Christus (Hij heeft de dood gedood). Zijn werk is door God aanvaard: het is God die Hem heeft opgewekt.
Nu is het zo dat er allerlei menselijke benaderingen en gedachten zijn over dit grote en beslissende werk van God in Christus. Men raakt er niet over uitgedacht en over uitgepraat. Dat betekent tevens, dat er allerlei menselijke voorstellingen en ideeën over worden gemaakt. Dat er dingen aan worden toegevoegd of dat er dingen worden vergeten. Elke tijd, elke groep, elke vorm van christendom legt haar eigen accenten. Iedereen in groter of kleiner verband maakt zijn eigen theologie. Als je maar hard genoeg studeert kun je al die verschillen in een héééél dik boek verzamelen en jaar na jaar een nieuw supplement uitgeven met weer nieuwe ontwikkelingen, gedachten, meningen, exegesen enz. Als je echt je best wilt doen, dan promoveer je op een onderwerp waarbij het gaat om nauwelijks aantoonbare verschillen tussen christelijke groepen. Dan ben je echt een expert. Ik wil er maar mee zeggen: het houdt nooit op.
Het is natuurlijk ook erg interessant allemaal, het bevredigt je nieuwsgierigheid, je word er om bewonderd en het lijkt allemaal heel erg relevant.
Maar er zijn natuurlijk tegelijkertijd een heleboel christenen, die deze gedetailleerde vakkennis niet hebben. Ze zijn niet zo geleerd, ze begrijpen de helft niet, of ze zijn niet in de wieg gelegd om zo abstract en theoretisch te analyseren. En dat zijn er echt heel veel hoor. Van die mensen die dit allemaal boven de pet gaat.
Zou iemand deze mensen nu kwalijk kunnen nemen, dat ze de ins en outs van de veelvormige leer en praktijk van het christendom niet begrijpen en dat ze op belangrijke punten daarom vaak heel verkeerde voorstellingen hebben? Ik denk het niet. Ik hoop het niet. Het zou zeer onterecht zijn.
Ik bespeur echter, dat het vooral in de leerstellige hoek van het gereformeerd protestantisme vaak anders ligt. Daar wordt wel degelijk van elke gelovige een zeer intensieve kennis gevraagd van belangrijke, maar ook van bijna onbegrijpelijke en ondoorgrondelijke nuances aangaand het geloofsleven.
Wie er middenin zit zal het misschien niet zo opvallen, maar voor gelovigen, die er niet mee zijn opgegroeid is het eenvoudig niet te begrijpen. Ze haken definitief af, wanneer die kennis als bepalende voorwaarde wordt gesteld of hun uitspraken waar of onwaar zijn en hun geloof echt of onecht. En geef ze eens ongelijk. Men voelt zich niet toegelaten tot een bepaalde elite.
Wanneer deze mensen er tegenin brengen, dat die heel gedetailleerde kennis toch niet zo belangrijk kan zijn (en dat men er zelf toch wel anders over denkt), krijgt men maar al te vaak te horen, dat het toch echt zeer essentieel is, dat het hiervan afhangt, dat het echt gekend moet worden, dat het zonder dit inzicht niet kan en dat men ernstig bij zichzelf te rade moet gaan enz. enz. Zo verschrompelen ze in eigen ogen helemaal. Alsof ze er niets, maar dan ook niets van begrepen hebben.
Laat ik een eenvoudig, maar explosief voorbeeld gebruiken. Veel christenen in deze wereld zijn arminiaan. Zij voelen het ongeveer zo: Christus is de Middelaar tussen God en mensen. Hij heeft Zijn werk volbracht. Dat is de inhoud van de prediking, die door de wereld trekt. Wanneer ik nu met die prediking wordt geconfronteerd wordt van mij een keuze gevraagd. Ik voel weerstand, ik moet worden overtuigd enz. Maar uiteindelijk kies ik, soms na een lange innerlijke strijd, voor Jezus als de van God gezonden Verlosser. Ik erken Zijn heerschappij en geef me aan Hem over. Ik laat mijn eigen houvast los en waag het met Hem. Als hij het niet is, die mijn leven kan behouden, dan weet ik het niet meer. En ze komen door een geloofsstap in de weg van gehoorzaamheid tot een gebed om zondenvergeving, be-amen hun schuld, maar nemen ook de verkondigde vergeving van zonde in het bloed van Christus als waarheid voor hun leven aan.
In de beleving van zo iemand maakt hij die keuze. Het is in onze ogen misschien wat naief, maar toch begrijp ik die arminiaan wel: hij/ zij was er immers zelf bij toen hij besloot om zich gewonnen te geven. En niemand heeft hem ook maar enigzins verhinderd bij die stap: integendeel: men heeft daar ernstig op aangedrongen en er vurig om gebeden.
(Zelf zou ik liever zeggen: Wat is de genade van God groot, dat Hij zo onophoudelijk het hart van hem/ haar heeft bewerkt. Dat heeft te maken met mijn achtergrond. Ik houd van die prachtige diepzinnige formulering, die de gereformeerde dogmatiek hiermee hanteert: alles uit God. Een zeer waardevol inzicht.)
Ik zou dat graag met zo'n arminiaan bespreken. Maar toch wil ik het werk van God in deze mens op voorhand erkennen. Ik wil er van afblijven. In zekere zin zeg ik dus: of je nu arminiaans bent of niet, het staat het werk en de waarheid van Christus' dood en Opstanding niet in de weg. Het is een secundair punt.
Of moeten we nu wel een arminiaan van een onecht geloof betichten, omdat hij het diepzinnige gereformeerde inzicht niet heeft. Het zou volgens mij weer erg onterecht zijn en de reikwijdte van Gods Geest miskennen en die Geest daarmee ook uitblussen.
Misschien dat hij niet zo'n diep inzicht heeft op dit punt, maar wellicht dat hij wel een heel diep verankerde blijdschap en vreugde toont, omdat hij eindelijk gevonden heeft, waar hij zijn hele leven al naar zocht. Daarmee geeft hij gehoor aan Jezus opdracht om zich ten allen tijde te verblijden, een inzicht dat nu net weer niet het sterkste punt is van de gereformeerde belijdenis.
Ik hoor in de verte al weer een zuur: ha, ha, zomaar blij zijn zeker...omdat je Jezus met eigen handen hebt aangenomen...nou mooi niet! (voor de goede orde: dit is een karikatuur). Maar daarmee zou met open ogen in de traditionele valkuil van de automatische afkeuring van anderen worden gestapt. Niet doen dus!
Conclusie: De betekenis van Christus door kruis en Opstanding blijft ondanks onze eigen interpretatie van dit grote Godswonder gewoon overeind. Het stijgt uit boven onze theologie. Het is onaantastbaar voor onze mitsen en maren. Het baant zich een weg door de wereld van ongeloof, twijfel, farizeisme, naiviteit, en alle andere ondeugden van orthodoxie en heterodoxie. Ze waren er ook al in Jezus' tijd.
Het lijkt me daarom goed en wijs, om aan het goede inzicht, dat ook onze traditie heeft ontvangen, geen oordeel te verbinden over andere christenen, die dat inzicht wellicht minder hebben, maar daarentegen weer een ander aspect van het Koninkrijk van God beter hebben begrepen.
Want al dat twisten op leven en dood met elkaar (zoals eens de discipelen hun plaatsje in de hemel voor de ogen van hun Heiland stonden te bediscussieren), is alleen maar een bewijs voor het feit dat één wijze les van Jezus Christus nog niet is geleerd:
"leer van Mij, dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart"
Daar komt het op aan,
gravo
Mijns inziens gaat het in het christelijk geloof om de erkenning dat Jezus de door God gezonden Verlosser is en dat Hij ons vertrouwen waard is op grond van Zijn leer en Zijn werk. Centraal staat daarin de Opstanding. Want hierdoor wordt duidelijk wat de grote betekenis is van Jezus Christus (Hij heeft de dood gedood). Zijn werk is door God aanvaard: het is God die Hem heeft opgewekt.
Nu is het zo dat er allerlei menselijke benaderingen en gedachten zijn over dit grote en beslissende werk van God in Christus. Men raakt er niet over uitgedacht en over uitgepraat. Dat betekent tevens, dat er allerlei menselijke voorstellingen en ideeën over worden gemaakt. Dat er dingen aan worden toegevoegd of dat er dingen worden vergeten. Elke tijd, elke groep, elke vorm van christendom legt haar eigen accenten. Iedereen in groter of kleiner verband maakt zijn eigen theologie. Als je maar hard genoeg studeert kun je al die verschillen in een héééél dik boek verzamelen en jaar na jaar een nieuw supplement uitgeven met weer nieuwe ontwikkelingen, gedachten, meningen, exegesen enz. Als je echt je best wilt doen, dan promoveer je op een onderwerp waarbij het gaat om nauwelijks aantoonbare verschillen tussen christelijke groepen. Dan ben je echt een expert. Ik wil er maar mee zeggen: het houdt nooit op.
Het is natuurlijk ook erg interessant allemaal, het bevredigt je nieuwsgierigheid, je word er om bewonderd en het lijkt allemaal heel erg relevant.
Maar er zijn natuurlijk tegelijkertijd een heleboel christenen, die deze gedetailleerde vakkennis niet hebben. Ze zijn niet zo geleerd, ze begrijpen de helft niet, of ze zijn niet in de wieg gelegd om zo abstract en theoretisch te analyseren. En dat zijn er echt heel veel hoor. Van die mensen die dit allemaal boven de pet gaat.
Zou iemand deze mensen nu kwalijk kunnen nemen, dat ze de ins en outs van de veelvormige leer en praktijk van het christendom niet begrijpen en dat ze op belangrijke punten daarom vaak heel verkeerde voorstellingen hebben? Ik denk het niet. Ik hoop het niet. Het zou zeer onterecht zijn.
Ik bespeur echter, dat het vooral in de leerstellige hoek van het gereformeerd protestantisme vaak anders ligt. Daar wordt wel degelijk van elke gelovige een zeer intensieve kennis gevraagd van belangrijke, maar ook van bijna onbegrijpelijke en ondoorgrondelijke nuances aangaand het geloofsleven.
Wie er middenin zit zal het misschien niet zo opvallen, maar voor gelovigen, die er niet mee zijn opgegroeid is het eenvoudig niet te begrijpen. Ze haken definitief af, wanneer die kennis als bepalende voorwaarde wordt gesteld of hun uitspraken waar of onwaar zijn en hun geloof echt of onecht. En geef ze eens ongelijk. Men voelt zich niet toegelaten tot een bepaalde elite.
Wanneer deze mensen er tegenin brengen, dat die heel gedetailleerde kennis toch niet zo belangrijk kan zijn (en dat men er zelf toch wel anders over denkt), krijgt men maar al te vaak te horen, dat het toch echt zeer essentieel is, dat het hiervan afhangt, dat het echt gekend moet worden, dat het zonder dit inzicht niet kan en dat men ernstig bij zichzelf te rade moet gaan enz. enz. Zo verschrompelen ze in eigen ogen helemaal. Alsof ze er niets, maar dan ook niets van begrepen hebben.
Laat ik een eenvoudig, maar explosief voorbeeld gebruiken. Veel christenen in deze wereld zijn arminiaan. Zij voelen het ongeveer zo: Christus is de Middelaar tussen God en mensen. Hij heeft Zijn werk volbracht. Dat is de inhoud van de prediking, die door de wereld trekt. Wanneer ik nu met die prediking wordt geconfronteerd wordt van mij een keuze gevraagd. Ik voel weerstand, ik moet worden overtuigd enz. Maar uiteindelijk kies ik, soms na een lange innerlijke strijd, voor Jezus als de van God gezonden Verlosser. Ik erken Zijn heerschappij en geef me aan Hem over. Ik laat mijn eigen houvast los en waag het met Hem. Als hij het niet is, die mijn leven kan behouden, dan weet ik het niet meer. En ze komen door een geloofsstap in de weg van gehoorzaamheid tot een gebed om zondenvergeving, be-amen hun schuld, maar nemen ook de verkondigde vergeving van zonde in het bloed van Christus als waarheid voor hun leven aan.
In de beleving van zo iemand maakt hij die keuze. Het is in onze ogen misschien wat naief, maar toch begrijp ik die arminiaan wel: hij/ zij was er immers zelf bij toen hij besloot om zich gewonnen te geven. En niemand heeft hem ook maar enigzins verhinderd bij die stap: integendeel: men heeft daar ernstig op aangedrongen en er vurig om gebeden.
(Zelf zou ik liever zeggen: Wat is de genade van God groot, dat Hij zo onophoudelijk het hart van hem/ haar heeft bewerkt. Dat heeft te maken met mijn achtergrond. Ik houd van die prachtige diepzinnige formulering, die de gereformeerde dogmatiek hiermee hanteert: alles uit God. Een zeer waardevol inzicht.)
Ik zou dat graag met zo'n arminiaan bespreken. Maar toch wil ik het werk van God in deze mens op voorhand erkennen. Ik wil er van afblijven. In zekere zin zeg ik dus: of je nu arminiaans bent of niet, het staat het werk en de waarheid van Christus' dood en Opstanding niet in de weg. Het is een secundair punt.
Of moeten we nu wel een arminiaan van een onecht geloof betichten, omdat hij het diepzinnige gereformeerde inzicht niet heeft. Het zou volgens mij weer erg onterecht zijn en de reikwijdte van Gods Geest miskennen en die Geest daarmee ook uitblussen.
Misschien dat hij niet zo'n diep inzicht heeft op dit punt, maar wellicht dat hij wel een heel diep verankerde blijdschap en vreugde toont, omdat hij eindelijk gevonden heeft, waar hij zijn hele leven al naar zocht. Daarmee geeft hij gehoor aan Jezus opdracht om zich ten allen tijde te verblijden, een inzicht dat nu net weer niet het sterkste punt is van de gereformeerde belijdenis.
Ik hoor in de verte al weer een zuur: ha, ha, zomaar blij zijn zeker...omdat je Jezus met eigen handen hebt aangenomen...nou mooi niet! (voor de goede orde: dit is een karikatuur). Maar daarmee zou met open ogen in de traditionele valkuil van de automatische afkeuring van anderen worden gestapt. Niet doen dus!
Conclusie: De betekenis van Christus door kruis en Opstanding blijft ondanks onze eigen interpretatie van dit grote Godswonder gewoon overeind. Het stijgt uit boven onze theologie. Het is onaantastbaar voor onze mitsen en maren. Het baant zich een weg door de wereld van ongeloof, twijfel, farizeisme, naiviteit, en alle andere ondeugden van orthodoxie en heterodoxie. Ze waren er ook al in Jezus' tijd.
Het lijkt me daarom goed en wijs, om aan het goede inzicht, dat ook onze traditie heeft ontvangen, geen oordeel te verbinden over andere christenen, die dat inzicht wellicht minder hebben, maar daarentegen weer een ander aspect van het Koninkrijk van God beter hebben begrepen.
Want al dat twisten op leven en dood met elkaar (zoals eens de discipelen hun plaatsje in de hemel voor de ogen van hun Heiland stonden te bediscussieren), is alleen maar een bewijs voor het feit dat één wijze les van Jezus Christus nog niet is geleerd:
"leer van Mij, dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart"
Daar komt het op aan,
gravo