vasten

Dathenum

Bericht door Dathenum »

Vasten is voor 100% bijbels. In handelingen lezen we regelmatig dat men vastten, bijvoorbeeld ter verootmoediging, als versterking van het gebed of om God's leiding te zoeken. In de eerste christengemeenten vastten men bijvoorbeeld voor men werd gedoopt of deelnam aan het avondmaal. Ook werd op gezette tijden hier tijd voor vrijgemaakt.

Het huidige lauwe geestelijke klimaat zorgt ervoor dat niemand het voor God over heeft om te vasten, en ook ik ben hier "schuldig" aan. Het is in ieder geval zeker dat God het zegend. Alle bekende opwekkingspredikers (Whitefield, Edwards, Finney, Wesley enz) vastten voor dat ze preekten.
Jelle

Bericht door Jelle »

Dathenum, ben ik met je eens, maar hoever zullen we terug moeten gaan om in een periode te komen waarin vasten in de christelijke kerk gewoon was.? Ik zou het eigenlijk niet weten. Het is echt geheel uit onze kerkelijke cultuur verdwenen, ik zou niet weten waar het onder de kerken nog gebruikelijk is.
Neemt niet weg dat het zeker Bijbels is, zo juist nog gelezen over het vasten van de discipelen. Maar weet iemand soms waarom en wanneer het vasten eigenlijk niet meer gedaan werd of wordt?


uH Egbert, niet de reden dat er niet in de kerken overgesproken wordt is maatgevend, dat is uiteraard de Bijbel, maar het is wel vreemd dat er dus nooit over gesproken wordt voor in het heden.

[Aangepast op 31/10/03 door Jelle]
Matthijs
Berichten: 2050
Lid geworden op: 07 okt 2002, 21:03

Bericht door Matthijs »

Ja als ik dat allemaal zo lees, wat zijn wij dan ver afgeweken. Ik denk dat men vroeger veel dichter bij de Heere leefden, dan dat nu het geval is.

Hoe is het eigenlijk gekomen dat het nu (bijna) niet meer gedaan wordt? Wanneer deed men daar afstand van?
moderne gelovige

Bericht door moderne gelovige »

Tsja al zou je vasten in de lijdenstijd zou dat hier gelijkgetrokken worden met het katholicisme? Je kunt je trouwens ook, al dan niet tijdelijk, van bepaalde dingen onthouden. dan geef je dus een persoonlijke invulling aan het vasten.
pingpongbal

Bericht door pingpongbal »

Een meisje uit mijn klas is Moslim en vast ook op het moment. Van de week had ik er met haar nog een gesprek over. Toen vroeg ze ook waarom wij dat niet doen. Zij gaf als reden van het vasten: Om het lichaam en de geest de zuiveren, en mee te leven met de armen, en om beter met de dingen van de godsdienst bezig te kunnen zijn. Ze zei niet zoals Jelle zei dat ze dan extra lief moeten zijn enzo, maar wel dat ze vooral moeten proberen veel met het geloof bezig te zijn. Dat lijkt me best een goede zaak.
Dathenum

Bericht door Dathenum »

Maar weet iemand soms waarom en wanneer het vasten eigenlijk niet meer gedaan werd of wordt?
Hoe is het eigenlijk gekomen dat het nu (bijna) niet meer gedaan wordt? Wanneer deed men daar afstand van?
In de vroeg-christelijke kerk was het vanzelfsprekend dat men vastten. Maar toen omstreeks de 5e eeuw er allerlij heidense gewoonten in de kerk kwamen, en de kerk Rooms-Kathliek werd kregen veel zaken een andere betekenis. De sacramenten kregen een andere betekenis, men kreeg een paus, ging heiligen aanbidden enz.. De rechtvaarding door het geloof vond men te goedkoop, en men begon op de goede werken te vertrouwen. De betekenis van vasten werd ook anders, men ging het vasten zien als een methode zien om in een goed blaadje bij God te komen - het op die manier te verdienen.

In de tijd van de reformatie stond men niet negatief tegenover vasten, maar zoals te begrijpen is waren zij erg huiverig voor het Roomse misbruik. Calvijn vond het vasten ook zeer normaal voor een christen, hoewel hij waarschuwde tegen het Roomse gebruik.

Artikel 66 van de Dordtse Kerkorde beveelt de predikanten „in tijden van oorlog, pestilentie, dure tijd, zware vervolging der kerken en andere zwarighedenâ€
Jelle

Bericht door Jelle »

Oorspronkelijk gepost door pingpongbal
Een meisje uit mijn klas is Moslim en vast ook op het moment. Van de week had ik er met haar nog een gesprek over. Toen vroeg ze ook waarom wij dat niet doen. Zij gaf als reden van het vasten: Om het lichaam en de geest de zuiveren, en mee te leven met de armen, en om beter met de dingen van de godsdienst bezig te kunnen zijn. Ze zei niet zoals Jelle zei dat ze dan extra lief moeten zijn enzo, maar wel dat ze vooral moeten proberen veel met het geloof bezig te zijn. Dat lijkt me best een goede zaak.
Dit kwam niet bij mij vandaan Pinpongetje, maar dat hoorde ik in een vraaggesprek op de radio, daar werd deze opmerking gemaakt, in de trand van we moeten dan goed zijn voor elkaar.
De praktijk leert wel dat we van dit vasten van de moslims weinig of niets positiefs merken naar buiten toe.
Vortigern

Bericht door Vortigern »

Goed, ik lees dat we als gereformeerd christen best kunnen vasten, dat dit vroeger ook werd gedaan en dat het tot nut kan zijn voor onze geestelijke vorming. Hoe gaan we er dan concreet invulling aangeven?
strik

Bericht door strik »

Oorspronkelijk gepost door Dathenum
In de vroeg-christelijke kerk was het vanzelfsprekend dat men vastten. Maar toen omstreeks de 5e eeuw er allerlij heidense gewoonten in de kerk kwamen, en de kerk Rooms-Kathliek werd kregen veel zaken een andere betekenis. De sacramenten kregen een andere betekenis, men kreeg een paus, ging heiligen aanbidden enz.. De rechtvaarding door het geloof vond men te goedkoop, en men begon op de goede werken te vertrouwen. De betekenis van vasten werd ook anders, men ging het vasten zien als een methode zien om in een goed blaadje bij God te komen - het op die manier te verdienen.
Wat kraam je een ongelooflijke onzin uit hier!
strik

Bericht door strik »

Het vasten

Het vasten is een zeer oude godsdienstige praktijk die vrijwel bij alle volken en in alle tijden wordt aangetroffen. In de Bijbel komt het vasten voor als uiting van bekering, berouw, boete en verdriet, maar vooral als voorbereiding op de grote feesten van het geloof.
Tijdens het leven van onze Heer Jezus Christus op aarde hielden ook de Joden hun vasten, en niemand strikter dan de Farizeeën, die tweemaal in de week, op maandag en donderdag vastten (Lc. 18:12).
Christus schafte het vasten niet af, maar heiligde het gebruik door Zelf te vasten. Veertig dagen vastte Hij in de woestijn alvorens Zijn werk onder de mensen te beginnen (Mt. 4:1-2). Zijn leerlingen gaf Hij aanwijzingen hoe zij moesten vasten, en streng veroordeelde Hij de huichelachtigheid van de Farizeeën (Mt. 6:16-18). Op vele plaatsen in het NT wordt vasten aanbevolen als middel tot matiging, geestelijke verheffing en inkeer (bijvoorbeeld: Mt. 9:15; Mt. 17:21; Hand. 9:9; 13:2; 14:23; 1Cor. 7:5).

Zo werd het vasten ook een geheiligde praktijk in de christelijke Kerk. Aanvankelijk namen de christenen de joodse vasten op maandag en donderdag in acht, later werd dit woensdag (de dag waarop de Heer werd verraden) en vrijdag (de dag van de Kruisiging).

De praktijk van het vasten heeft in de loop der tijden nogal wat veranderingen ondergaan, maar het is altijd een middel gebleven tot geestelijke verheffing, tot heerschappij van de geest over het vlees en tot versterking van de wil en het karakter van de mens. De vaders en de liturgische traditie van de Kerk houden zich aan de woorden van de Heer: “Niet wat de mond ingaat, maakt de mens onrein, maar wat de mond uitkomtâ€
moderne gelovige

Bericht door moderne gelovige »

Beste Strik, U bent heel goed op de hoogte. Kom regelmatig rond kerst in oostelijk Europa. De vastendag 24-12 klopt helemaal, ook de beschrijving van de gerechten Die hele periode vanaf 15 nov. neemt men daar niet (meer) in acht.
Geerten

Bericht door Geerten »

1. Benaming

Vasten komt van het Hebreeuwse woord tagknanit dat van verdrukken, verootmoedigen, kwellen komt en dat ook vertaald wordt met bedruktheid. Anderen vertalen het met vasten.

Ezra 9:5: En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid.

Jes. 58:5: Zou het zulk een vasten zijn, dat Ik verkiezen zou, dat de mens zijn ziel een dag kwelle?

Ook het Hebreeuwse tzoom betekent vasten (Jes. 58:5). En het Griekse nesteia: niet eten. Dat bedoelen we ook met het woord vasten.

2. Beschrijving

Vasten is een buitengewone godsdienstige oefening waarbij een gelovige zich voor één dag onthoudt van alles wat het lichaam verkwikt, en hij zich zowel naar het lichaam als naar de ziel voor God verootmoedigt, als een middel om zijn begeerte te verkrijgen.

3. Godsdienstige oefening

Vasten is een godsdienstige oefening, een oefening waardoor God gezocht wordt. Vasten wegens gebrek, uit gierigheid of door ziekte of om de gezondheid of omdat men door zijn bezigheden belet wordt eten te nemen, is hier niet aan de orde. Wij spreken slechts over het vasten als een godsdienstige oefening. Het heeft betrekking op God. Het is om op zo'n wijze God te zoeken. En aangezien de hele godsdienst niet eigenwillig moet geschieden of op grond van menselijke inzettingen, maar slechts naar Gods bevel en op Zijn voorschrift, daarom is dat ook zo bij het vasten. Het is geen nietsdoen, maar een bezigheid. Men is de hele dag ingespannen en alleen met God in onderhandeling.

Het is een buitengewone (lett. extraordinaire) oefening. Het is geen dagelijks werk zoals bidden, lezen, danken, zingen, maar het vindt plaats bij bijzondere gebeurtenissen. In nood, als er gevaar is dat er rampen zijn of dreigen te komen. In het geval men een belangrijke zaak moet aanvaarden. Als men in verlegenheid is omdat men in een belangrijke zaak moet kiezen of beslissen over zaken die dagelijks voorkomen, maar waarover men bijzonder aangedaan wil zijn, zoals het zoeken van de gemeenschap met God, kracht tegen bijzondere zonden, aanwas in de genade.

4. Vasten bestaat in het zich onthouden van alles

Het vasten bestaat in de eerste plaats in het zich onthouden van alles wat het lichaam verkwikt. Want men wil voor die dag het lichaam in een toestand van ingetogenheid, beklemdheid, weekheid en zwakheid brengen.

Hierbij hoort het zich onthouden van

1. alle spijze. Dat betekent het woord vasten ook. Wie enige spijze gebruikt, die blijft niet nuchter. Zie: Esther 4:16: Vast voor mij, en eet en drinkt niet in die dagen. Als men zich alleen van vlees onthoudt, is dat geen vasten. In het Oude Testament was er onderscheid in het voedsel. Er was reine en onreine spijze. Maar dat had geen betrekking op het vasten. Paulus zegt in Romeinen 14:21: Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken. Dit heeft ook geen betrekking op vastendagen. Het gaat hier om het niet ergeren van de zwakken. Dit had toen nog plaats, omdat sommigen toen nog onderscheid aanbrachten in spijze volgens het Oude Testament. Met het oog hierop zegt Paulus ook: Zo zal ik in der eeuwigheid geen vlees eten (1 Kor. 8:13). Dat betekent: ik wil mij liever daarvan onthouden dan dat ik iemand zou ergeren, zoals blijkt uit wat toegevoegd is: Indien de spijze mijn broeder ergert, en: Opdat ik mijn broeder niet ergere.

Sommigen hadden de vrijheid om te eten van het vlees van de beesten die aan de afgoden waren geofferd. De apostel verklaart dat men die had, omdat de afgod niet was. Maar anderen meenden, dat men geen vrijheid had en zij ergerden zich eraan als ze zagen dat anderen dat wel deden. Daarom wilde de apostel niet alleen niet eten van het vlees van de beesten die aan de afgoden waren geofferd, maar hij wilde zelfs helemaal geen vlees eten, namelijk in het geval dat iemand zich daaraan zou ergeren. Evenwel afgezien daarvan at hij vlees. Deze teksten kunnen dus niet dienen [als bewijs] voor het roomse vasten, waarbij zij zich van vlees onthouden. Anders zouden zij zich ook van wijn moeten onthouden en dan zouden zij in der eeuwigheid geen vlees mogen eten.

2. Op een vastendag moet men zich onthouden van iedere pracht en praal. In het Oude Testament bedekten ze hun lichaam met een allergeringste stof, die strak om het lichaam werd gesnoerd. Het was als een zak waarin men allerlei goederen die men vervoeren wil, doet. (Gewoonlijk droeg men wijde klederen; Jes. 3:24.) Die omgeslagen zak maakten ze bovendien vuil door die met aarde en as te bestrooien, zodat ze zich in de allerellendigste en nederigste toestand voor God vertoonden. Ze betuigden daarmee dat ze alles onwaardig waren.

Jes. 58:5: ... en een zak en as onder zich spreide.
Ps. 35:13: Een zak was mijn kleed.
Jer. 6:26: Gord een zak aan en wentel u in de as.
Ex. 33:4: ... Niemand van hen deed zijn versiersel aan zich.

3. Op een vastendag moet men zich onthouden van ieder vermaak, hetzij spelen, wandelen om tuinen of sierlijke en kunstige werken of beplantingen te bekijken of voor plezier uitgaan met schuit of wagen.

Jes. 58:3: Zie, ten dage wanneer gijlieden vast, zo vindt gij uw lust.

Men moet zich zelfs onthouden van de huwelijksplicht (1 Kor. 7:5).

4. Ook moet men zich onthouden van het werk dat het beroep met zich meebrengt.

Lev. 23:30, 32: Ook alle ziel die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden van haar volk verderven... Het zal u een sabbat der rust zijn.

5. Hierbij hoort ook het zich onthouden van de slaap. Men moet dan vroeg opstaan en niet vroeger dan gewoonlijk naar bed gaan. Op die dag moet men zich niet aan sluimering overgeven, want dat druist in tegen de bedoe­ling van die dag. Het neemt de tijd weg. Het is alsof men een dood lichaam voor de Heere stelde, opdat dat zou vasten. Het is in tegenspraak met de vernedering. Im­mers, de slaap verkwikt en deze dag is om door de zwakheid en slapheid van het lichaam naar de ziel klein te zijn en zich diep te vernederen.

6. Voor alles moet men zich op een vastendag zorgvuldig wachten voor het bedrijven van zonde. Dat zou een gru­wel aller gruwelen zijn: op een dag, waarop men zich zou vernederen over zonden en zou bidden om vergeving en om verschoning van rampen die door de zonde verdiend zijn, de Heere te tergen door ondertussen zonde te bedrij­ven.

Jes. 58:6: Is niet dit het vasten, dat Ik verkies: Dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid?

5. Vasten bestaat ook in verootmoediging

Ten tweede bestaat vasten hierin dat men zich veroot­moedigt naar ziel en naar lichaam. Ziel en lichaam zijn zo nauw verenigd dat de ongestalte van de ene een ongestalte van de andere meebrengt. Als het lichaam door onthou­ding van iedere verkwikking klein, week en gedwee wordt, dan komt de ziel ook in zo'n gestalte en als de ziel een beginsel van geestelijk leven heeft, wordt de natuur­lijke gestalte vergeestelijkt. Vasten is op zichzelf geen godsdienst, maar: God door vasten te zoeken.

Als iemand zich heeft onthouden van iedere verkwikking, heeft hij geen deel van de vastendag gehouden, want vasten en verootmoediging zijn geen onderscheiden plichten. Het vasten moet bezield zijn door het verootmoedigen, en het verootmoedigen door vasten.

Het vasten is daartoe, namelijk om een middel tot verootmoediging van de ziel te zijn, zodat het verder niet in aanmerking zou komen. Hoewel het een middel daartoe is, is het vasten als vasten toch een ver­eiste. Het hoort tot de wijze van doen, tot het wezen van de vastendag, maar verenigd met en niet gescheiden van de verootmoediging. Ze moeten er zijn, niet als twee zaken, maar als één.

Als men op een vastendag zich met vasten verootmoedigt, dan zal men al meteen aan het begin van de dag, of al voor de gewone maaltijd, meer zin in voedsel krijgen dan gewoonlijk. Dat ontstaat niet altijd uit de verdorvenheid van de natuur, die altijd naar het verbodene overhelt. Het ontstaat ook uit de verbinding tussen vasten en veroot­moediging. De smart over het zielsgebrek verwekt smart over het gebrek van het lichaam. Lichaamsgebrek ver­wekt smart over zielsgebrek en zo helpen beide tot verootmoediging (Deut. 10:12).

Lev. 23:27: Dan zult gij uw zielen verootmoedigen.

Het verootmoedigen bestaat in:

a. Het belijden van de zonden met smart en schaamte.

Neh. 9:1, 2: ... verzamelden zich de kinderen Israëls met vasten ... en zij stonden en deden belijdenis van hun zonden en hunner vaderen ongerechtigheden.

Ezra 9:6: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd en onze schuld is groot gewor­den tot aan den hemel.

b. In het verklaren van strafwaardigheid, van de erken­ning van de rechtvaardigheid van de Heere als Hij de verdiende straffen over de zonden uitstort.

Neh. 9:33: Doch Gij zijt rechtvaardig in alles wat ons overkomen is; want Gij hebt trouwelijk gehandeld, maar wij hebben goddelooslijk gehandeld.

c. In het bidden om genade en wel met geween. Van de verbodsdag staat: Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE! (Joël 2:17). Zie dit ook op de vastendag van Nehemia in hoofdstuk 9.

Ps. 35:13: Ik kwelde mijn ziel met vasten en mijn gebed keerde weder in mijn boezem.

Hand. 13:3: Toen vastten en baden zij.

Matth. 17:21: Dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.

d. Het verbond vernieuwen met een hartelijk voornemen om uit de vorige zonden op te staan en Godzalig te leven.

Neh. 9:38: En in dit alles maken wij een vast verbond. Jes. 58:6: Is dit niet het vasten, dat Ik verkies: Dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid?

e. Aalmoezen geven.

Jes. 58:6, 7: Is niet dit het vasten, dat Ik verkies... dat gij den hongerige uw brood mededeelt en de arme verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?

6. Hoelang men moet vasten

De tijd hoe lang men moet vasten is één etmaal, van de avond tot de avond.

a. Mozes (Deut. 9:9), Elia (1 Kon. 19:8), en de Heere Jezus Christus (Matth. 4:2) vastten veertig dagen achtereen. In deze tijd hield God hen door wonderen in leven. Het is niet alleen niet geboden om dat na te volgen, het is bijgeloof. Bovendien kan niemand zo lang zonder voedsel. Het zich dan maar zo lang te onthouden van vlees en slechts een keer per dag te eten is geen navolging van de Heere Jezus, Die al die tijd geheel niet at. Hij heeft Zijn vasten ons niet tot voorbeeld gesteld. Zoals Hij dat evenmin met veel andere zaken heeft gedaan die men niet kan noch mag navolgen, omdat ze door Zijn Godheid zijn gedaan of tot het Middelaarsambt behoren.

b. Men leest ook van zeven dagen vasten (1 Kron. 10:12) en van drie dagen (Esth. 4:16). Het kan zijn dat men het zo moet opvatten dat men iedere dag 's avonds gegeten heeft of dat men in die warmere landen langer zonder voedsel kon zijn zonder zijn gezondheid te schaden, maar de gewone tijd van vasten is één dag van de avond tot de avond (Lev. 23; Jes. 58:5).

Men zou kunnen vragen of alle mensen eraan gebonden zijn om een hele dag te vasten. En of men niet een beetje mag eten, een stuk brood of iets dergelijks, als men wat flauw wordt en daardoor onbekwaam tot bidden en de andere plichten van die dag.

Ik antwoord dat met betrekking tot sommige personen deze regel geldt: Ik wil barmhartigheid en niet offerande. Kraamvrouwen, zieken, zogende vrouwen, buitengewone zwakke mensen (ofschoon niet ziek), zuigelingen en kindertjes die gezien moeten worden in het licht van hun leeftijd: sommigen moet men niets onthouden en anderen moet men iets, en wel het eenvoudigste geven, anderen moet men ook leren vasten. Maar de gezonden moeten zich de gehele tijd van alles onthouden. Als men enigszins flauw wordt, dan wordt dat juist met het vasten beoogd en daaraan moet men zich niet onttrekken. Het voorwendsel dat men onbekwaam wordt tot bidden, komt hieruit voort dat men meent dat vasten slechts is om iets anders te dienen, namelijk het bekwamer worden tot bidden en dergelijke oefeningen en dat het niet een (bezield) deel is van de vastendag. Men zal ook ervaren dat men niet onbekwaam, maar bekwamer zal worden door de flauwheid om ootmoediger te bidden en in de gestalte van een gans ontblote tot God te roepen. Ook al kunnen de verschijnselen zich niet zo heftig voordoen als anders, tegen de avond wordt het gebed ernstiger en dan komt er soms een bijzondere zegen.

7. De vastendagen zijn algemeen

Met betrekking tot de personen die vasten, kan men vasten onderscheiden in publiek en particulier vasten.

1. Het publieke vasten is:

a. Als de overheid het laat uitroepen wegens een algemene nood van het land: Oorlog, pest, hongersnood, ongedierte, buitengewone droogte of aanhoudende regen of dergelijke. In deze gevallen komt het de overheden toe vasten en bededagen in te stellen. Niet dat de vastendag een gebod is van mensen. Nee, God heeft de vastendagen bevolen. Maar de overheden bepalen slechts de tijd die door buitengewone gebeurtenissen door God wordt aan­gewezen.

b. Als een synode, classis, of de opzieners van een afzon­derlijke gemeente voor de kerk die onder hun opzicht staat, een vastendag instellen wegens een bijzondere nood in de kerk: Vervolging van hun of van andere kerken in andere landen, het opkomen van een valse leer, noodza­kelijke hervorming bij verval, wegens het beroepen van leraren of verkiezing van de kerkeraden of andere bijzon­dere gebeurtenissen Dit is eveneens geen menselijke inzetting, maar het volgen van het bevel van God.

8. Het particuliere vasten.

Het particuliere vasten vindt plaats:

a. Als enkele afzonderlijke hartsvrienden overeenstem­men om een dag af te zonderen wegens hun eigen noden of noden van anderen of wegens een bijzondere begeerte om de Heere ernstig te zoeken om een begeerde zaak naar het lichaam of naar de ziel.

b. Als een huisvader met zijn gezin een vastendag instelt.

c. Als een afzonderlijk persoon voor zichzelf een dag afzondert. Hierin heeft ieder voor zichzelf vrijheid, zowel om alleen bij bijzondere gebeurtenissen een dag af te zonderen als daarbij een vastendag in te stellen op tijden waarvan hij oordeelt dat die hem het beste uitkomen, om zo te voorkomen dat de zaak in versloffing komt als hij telkens één dag kiest. Dit was de gewoonte van uitmun­tende Godzaligen. Maar hij kan ook steeds opnieuw kie­zen. Hierdoor gewent men zich aan de Heere. Men wordt meer ingetogen. Men wordt heiliger en God geeft dezulken doorgaans meer geestelijke genade.

Ieder heeft bij het afzonderen van de dag vrijheid met betrekking tot de vraag hoever hij de dag wil afzonderen. Hij kan zijn werk laten liggen als hij een vrij man is, en zijn huisgezin daar geen nadeel van ondervindt; als hij het doen kan, zodat een ander het niet merkt. Hij kan zich ook voor een dag afzonderen met het voornemen toch zijn werk te doen en enig voedsel te nuttigen omdat zijn positie vereist dat hij werkt en om zijn vastendag voor anderen te verbergen. Op dit laatste moet hij nauwkeurig letten op de les van Christus:

Matth. 6:16 18: Wanneer gij vast (dit ziet niet op het publieke maar op het particuliere vasten), toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden... Maar gij, als gij vast, zalf uw hoofd (kleed u eerbaar, zoals u gewoon bent) en was uw aangezicht. Opdat het van de mensen niet gezien worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergel­den.

Maar indien men het voor zijn huisgezin niet kan verber­gen, dan moet men zich daardoor niet laten weerhouden. Echter als men daardoor tot een bespotting zou zijn, dan moet men het geheel verbergen en slechts weinig eten.

9. Klacht over het verval in het vasten

Het is droevig en een teken van een groot verval van de kerk, dat men zowel publiek als in het verborgene zo weinig werk meer van het vasten maakt. Daarom, een ieder die teer Godzalig wil leven en die het goede van Sion wil zien, die wekke zichzelf op tot de oefening van deze plicht. Immers:

Heeft God het niet geboden? Zie Leviticus 23:27 en Joël 2:12.

Hebben de kerk en de heiligen van alle tijden het niet beoefend en ons alzo een voorbeeld ter navolging gege­ven? Zie Richteren 20:26; 2 Kronieken 20:3; Nehemia 9:1. Over het eenzame vasten, zie Nehemia 1:4; Psalm 35:13. Het was niet alleen de plicht en praktijk in het Oude Testament, maar ook in het Nieuwe Testament. Zie hier­voor Mattheus 6:16 18; Mattheus 9:15; Markus 9:29; Lukas 2:37; Handelingen 13:3; Handelingen 14:23;1 Korinthe 7:5.

Welaan dan, begeef u als gehoorzame kinderen Gods en navolgers van de heiligen veel tot het vasten. Dit was de praktijk van de eerste christenkerk en van de gelovigen in de eerste tijd van de hervorming en nog lange tijd daarna. Laat dit werk dan niet versterven.

10. Opwekking tot het juiste vasten op vastendagen

Als er een openbaar vasten is, gedraag u op een juiste wijze. Want er zijn weinig goede vasters. Er is dan bekom­mernis over het land waarin de kerk geherbergd wordt. Gods oog zal bijzonder op u zijn, het zal Hem aangenaam zijn dat Hij ziet dat u in de bres staat om Zijn toorn van het land af te wenden. Misschien zal Hij op uw gebed het land redden. En hoe het ook afloopt, al werd het land ver­woest, dan zal des Heeren oog en goedertierenheid op u en de uwen zijn en u zult steeds een gerust geweten omdragen dat u de pilaren van de kerk en van het land hebt proberen zeker te stellen.

11. Opwekking tot het juiste vasten in particuliere ge­zelschappen

Als er enkele Godzaligen overeengekomen zijn om een dag af te zonderen, probeer daarbij te zijn. Wek zelf enige Godzaligen daartoe op. Gewis, de Heere zal daaronder zijn. Hij zal tot u komen en u zegenen. Het zal een zoete band van liefde onder elkaar geven. Het zal dienen tot een heilige omgang met elkaar, tot opscherping van de liefde en van de goede werken.

12. Opwekking tot persoonlijk vasten

Als u werk maakt van eenzame vastendagen, dan zult u ervaren dat de belofte waar zal zijn en aan u vervuld zal worden, die in Mattheus 6:18 staat: Uw Vader zal het u vergelden. De Heere zal tonen dat het Hem aangenaam is. Hij zal uw licht vermenigvuldigen, uw hart in het geloof sterken. U zult u in het algemeen dichter bij God bevin­den. U zult meer ingetogen, bedachtzamer, teerder in het geweten leven. U zult meer kracht krijgen tegen de zonde en meer vertroosting van de Heere ontvangen. Die zich hierin geoefend heeft, heeft het nooit berouwd. Wij willen het als een bijzonder middel van groei aanprijzen.

13. De voorbereiding en de nabetrachting

Als u een publieke of verborgen bededag zult houden, bereid u er dan op voor. Neem alle verhinderingen weg. Wees 's avonds matig wat betreft voedsel en drank en 's nachts matig in slaap. Belijd uw weerstand tegen de bededag voor de Heere als zonde. Bid om bekwaamheid om u op de bededag goed te gedragen en als het samen met anderen is ook om bekwaamheid bij anderen.

Als de bededag zo doorgebracht is, als hierboven beschre­ven, gedraag u daarna ook op een juiste wijze. Wees 's avonds blij dat u voedsel hebt om te eten, terwijl u niet een hapje brood waard bent. Dank de Heere dat Hij het u in Zijn gunst geeft als gekocht door het bloed van Christus. Wees matig in het gebruik van voedsel en ook in de slaap. Houd indrukken vast van alles wat er die dag gepasseerd is, zowel van u tegenover God als door God jegens u. Let er aandachtig op, hoe God uw bededag beantwoordt. Want God zal hem beantwoorden en u zult zo aan deze plicht gewennen. U zult er zoveel zoetigheid in vinden dat u ernaar verlangen zult weer een bededag te houden.

Aldus Wilhelmus à Brakel in zijn Redelijke Godsdienst Dl II, hfdst 33.
strik

Bericht door strik »

Geerten,

En zo zie je maar weer:
Er wordt slechts 'geshopped' uit de reformatorische vaders.
Barak

Bericht door Barak »

Het woord wat de Here Jezus spreekt over vasten is een heel duidelijke. Laat het niet merken aan anderen, loop er niet mee te koop. Welnu, bij deze heb ik er dus moeite mee om hier te zeggen dat ik wel eens vast. Let wel in het verborgene, hooguit spreek ik erover met wat naaste broeders en zusters.

Een tijd van vasten kan ook afgekondigd worden door je geestelijk leider (dominee/voorganger), zoals een koning of profeet dat deed in de Bijbel. Bij ons in de gemeente vasten wij als geheel (zover mogelijk) 1 dag per maand. Vasten heeft altijd een doel, je doet het niet om het maar zo te zeggen voor de lol of voor je eigen eer, maar omdat je een zaak te begeren heb bij de Here God. In ons gemeenteblad stond de volgende uiteenzetting over vasten:

I. Op welke wijze vastte men in de bijbel:
Vasten is het afzien van eten en/of drinken ten einde God op een diepere en intensievere manier te zoeken door gebed en bijbelstudie. Het woord van God geeft ons voorbeelden van verschillende manieren van vasten.

A. Volledig vasten:
Dit betekent helemaal van eten en drinken afzien. Bijbelse voorbeelden laten zien dat het langdurig en volledig vasten door God zelf is begonnen en ondersteund.
1. Mozes heeft twee maal 40 dagen aaneengesloten in de tegenwoordigheid van God, volledig gevast. Deut. 9:9 “Toen ik de berg was opgegaan om de stenen tafelen te ontvangen, de tafelen van het verbond, dat de HERE met u gesloten had, vertoefde ik veertig dagen en veertig nachten op de berg; brood at ik niet en water dronk ik niet.â€
Anna Klein

Bericht door Anna Klein »

Hallo allemaal,

Weet iemand waarom er in de protestantse (d.w.z. niet-katholieke) kerken niet meer gevast wordt?
Vasten is volgens mij een bijbels gegeven, maar veel weet ik er niet van.

Groetjes van Anna
Plaats reactie