De Reformatoren leren overduidelijk dat er zonder Christuskennis geen geloof is.
Ook preekte zij niet voorwaardelijk. Maar net als bij bijna alle Puriteinen, leren ze wel dat als je niets van je zonde ziet, Christus ook geen waarde zal hebben.
Immers: die gezond zijn hebben de dokter niet nodig.
Ieder mag vrijelijk tot de Arts der zielen komen, maar als je niets ziet van je kwaal dan zul je niet tot Hem komen.
Onverkort wordt wel ieder genodigd om tot Christus Jezus te komen.
Ook zijn Reformatoren en Puriteinen wars van een (lange) weg van zondekennis tot Christuskennis.
Maar om tot zondekennis te komen, gebruikt God de wet en de eis en prediking van de wet.
Dit is onder andere te lezen bij Melanchton en Luther maar ik kwam het onlangs ook heel duidelijk tegen bij William Tyndale:
"In het Oude Testament staan vele beloften. Zij zijn niets anders dan het Evangelie, om hen die daarin geloofden te verlossen van de wraak van de wet. In het Nieuwe Testament wordt vaak melding gemaakt van de wet, om hen die de beloften niet geloven te veroordelen. Bovendien mogen de wet en het Evangelie nooit van elkaar worden gescheiden, want het Evangelie, en de beloften zijn slechts dienstbaar aan beroerde gewetens, die tot wanhoop gebracht zijn, de pijnen van de hel en de dood onder de wet gevoelen en in gevangenschap en dienstbaarheid onder de wet zijn. In al mijn daden moet ik de wet voor mij hebben om mijn onvolkomenheid te veroordelen. Want alles wat ik doe (al is het voor het oog nog zo volkomen), is toch verdoemelijke zonde wanneer het tegenover de wet wordt gezet, die de grond en bodem van mijn hart vereist. Ik moet daarom altijd de wet onder ogen hebben, opdat ik zachtmoedig zal zijn van geest en aan God al de lof en prijs geve, aan Hem alle gerechtigheid en aan mijzelf alle ongerechtigheid en zonde toeschrijvende. Ik moet mijzelf ook de beloften voor ogen houden, opdat ik niet wanhope. Want in die beloften zie ik de barmhartigheid, gunst en welwillendheid van God jegens mij in het bloed van Zijn Zoon Christus, Die voldaan heeft voor mijn onvolkomenheid en voor mij volbracht heeft waartoe ik niet bij machte was.
(...)
Dit is de gevangenschap en dienstbaarheid, waaruit Christus ons bevrijd, verlost en losgemaakt heeft. Zijn bloed, Zijn dood, Zijn geduld in het lijden onder berispingen en onrecht, Zijn gebeden en vasten, Zijn zachtmoedigheid en het ten uiterste vervullen van de wet; dit alles bevredigde Gods toorn. Dit alles bracht Gods gunst weer tot ons, bewerkstelligde voor ons de liefde van God en de liefde van de Vader - en een barmhartige Vader, Die onze gebreken en zwakheden in ogenschouw wil nemen en ons Zijn Geest (Die van ons genomen is in de val van Adam) geven wil om ons te leiden, te regeren, te sterken en de banden van de satan te verbreken, waarin we zo strak gebonden zaten. Wanneer Christus zo gepredikt wordt en verhaald wordt van de beloften die besloten liggen in de profeten, de psalmen en in verscheidene plaatsen van de vijf boeken van Mozes (die het Evangelie prediken of de goede tijding worden genoemd), dan beginnen de harten van de uitverkorenen zacht en verbroken te worden onder de milde barmhartigheid van God en de vriendelijkheid die Christus betoont. Want waar het Evangelie gepredikt wordt, daar komt Gods Geest in hen die verordineerd zijn tot, en bestemd zijn voor het eeuwige leven. Hij opent hun inwendige ogen en werkt dit geloof in hen. Wanneer de aangeslagen gewetens voelen en proeven hoe lieflijk de bittere dood van Christus is en hoe barmhartig en liefhebbend God is door Christus' verwerving en verdiensten, dan beginnen zij Gods wet weer lief te krijgen."
Zondekennis én Christuskennis nodig
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5071
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Zondekennis én Christuskennis nodig
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"