Oorspronkelijk gepost door Majorca
Oorspronkelijk gepost door Kaw
Oorspronkelijk gepost door refo
Nee, dat gaat over iets anders. Vers 22 beschrijft de toestand van de mens voor het geloof. En vers 24 beschrijft hoe die nieuwe mens dan is.
Het gaat mij erom: waar staat nu dat God de mens aanspreekt, hem als het ware terugplaatst in het Paradijs en dan stelt dat Zijn Beeld weer vertoond moet worden.
Ik ben het niet eens met deze uitdrukking. Wij hoorden bij God en kozen voor de duivel. We hebben God daarmee veraden en hadden het kwaad liever dan het licht. Daarmee kozen wij ten diepste ook voor de hel en daar stevenen we dan ook op af.
MAAAAAAAAAAAR! En dat mis ik helemaal in dit verhaal. Jezus doorbrak deze spiraal met Zijn werk en daarom eist God niet van ons dat wij weer heilig worden, maar dat wij in Hem onze verlossing verwachten.
Eist God niet dat wij heilig worden?
1 Petrus 1:16 "Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig."
3 Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.
4 Tot een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u,
5 Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is, om geopenbaard te worden in den laatsten tijd.
6 In welke gij u verheugt, nu een weinig [tijds] (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen;
7 Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus;
8 Denwelken gij niet gezien hebt, en [nochtans] liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel [Hem] niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde;
9 Verkrijgende het einde uws geloofs, [namelijk] de zaligheid der zielen.
10 Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u [geschied];
11 Onderzoekende, op welke of hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden, [dat] op Christus [komen zou], en de heerlijkheid daarna [volgende].
12 Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door den Heilige Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien.
13 Daarom opschortende de lenden uws verstands, [en] nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.
14 Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te voren in uw onwetendheid waren;
15 Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, [zo] wordt ook gijzelven heilig in al [uw] wandel;
1 Petrus 1:16 "Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig."
God eist dit niet van ons zonder Christus, maar wanneer wij leven in de genade van Christus. De werken uit dankbaarheid. Wandelende als heiligen, omdat onze heiligmaker ons ten voorbeeld is geweest.
En Memento, je hebt gelijk. Maar dat God Zijn beeld terug eist wordt (altans in mijn omgeving) vaak gebruikt om de zondaars wanhopig te maken, zonder dat er een weg ter ontkoming wordt gegeven. Dan gaan mijn nekharen recht op staan.
[Aangepast op 19/11/04 door Admin]