Als je kritisch luistert valt wel te merken dat de canon niet is geschreven voor een gereformeerd volksdeel. Paar puntjes die dat aangeven. Niet direct HIER bedoelt als kritiek, maar het is wel goed om niet alles als zoete koek te slikken. Ik begin bij het begin, dan kom je nogal wat zaken tegen waaruit blijkt dat het voor een breed publiek (die er dan niet echt wijzer van worden) is geschreven:
a. De kerk die je in het begin ziet er niet uit als een kerk waar Teellinck nog wordt gelezen. De geeft meer een indruk van een modernere kerk waar de hoofdbedekking van de vrouw is afgeschaft.
b. Ook de kansel met afbeeldingen van een vis en alfa en omega teken, is niet bepaald iets van een kerk waar Teellink gelezen wordt
c. Verder zie je op het psalmbord nogal wat gezangen staan, ook niet in de lijn van Teellinck.
d. Dat wordt gezegd dat HIJ VOND dat het dagelijks leven overal en altijd in overeenstemming en in overeenstemming met het geloof zou moeten staan. Dat vond, zoals ik het beluister Teellinck dus, en dat was dan geen duidelijke Bijbelse regel?
e. Vervolgens zien we een kaars branden. Dat is niet in geest van Teellinck
f. Zondig gedrag MOEST worden bestreden (denk ik dan: Nu niet meer?, en dan denk ik wat de genoemde zonden betreft dat die nu nog veel meer bestreden moesten woerden)
g. Dansen, gokken, toneelspel…. Valt onder toneelspel tegenwoordig ook geen film, waar iemand in de rol van een ander kruipt?
h. Dat WAS IN DE OGEN VAN TEELLICK EN AANHANGERS taboe. Dus, wie geen ‘aanhanger’ van Teellinck was kon het gewoon aan zijn laars lappen? Is het niet dat dit voor alle mensen betamelijk was, is en blijft?
i. Een eeuw later was de gereformeerde kerk, mede dankzij Teellinck…. Waarom niet rechtuit zeggen dat Teellinck slechts een middeltje in Gods hand was?
j. Toch vond een aantal mensen begin 18e eeuw dat de teugels opnieuw moesten worden aangehaald… Vreemde zin. Mensen lopen van nature nooit in de rechte weg, kunnen en willen dat ook niet, maar de mensen erop wijzen is niet minder dan onze plicht. Dat is toch geen subjectief ‘vinden dat…?” Hier ademt de (post)moderne vrije geest van de mens.
k. Smytegelt schreef ZIJN GELOVIGEN strikte leefregels voor… Het lijkt hier wel een sekte, dat moet je doen en dat laten, en van liefde tot de God van de wet lijkt geen sprake.
l. Smytegelt deed dat heel vaak van wat hij noemde ‘kentekenen’….
m. Als je dit en dat bij jezelf ziet dan… dan is dat en dat er aan de hand… (o, hier gaan we wel erg ver in karikaturiseren)
n. Zo probeert ie doormiddel van die kentekenen handreikingen te geven aan… Ja die handreikingen zijn wel uit de mode, als we ons hier en daar te luisteren leggen.
o. Waarom zo toetsen of hij een dienaar is van de Heere of dat ie dat juist niet is… Ook vreemd, want moet niet in elke preek een toepassing worden gemaakt? Eerlijk zelfonderzoek lijkt ook een achterhaalde zaak, we vertrouwen nu onszelf wel… Alsof er het nu beter weten…
p. Heeft ie nu wel of niet het zaligmakende geloof… Daar hebben we een punt dat aandacht behoeft. In onze tijd word historisch geloof met wat gevoel bijna niet meer onderscheiden van het ware zaligmakende geloof. Geen separatie meer in de prediking. En toch is er een hemelsbreed onderscheid, dat het waard is om nauw, ja zeer nauw onderzocht te worden? Dat was toch niet iets van Smytegelt?
q. De duidelijke preken van Smytegelt werden vooral populair bij bevindelijk gereformeerden… Dus dan zien we meteen dat er ook mensen zijn waarvoor ze niet populair waren… En is het niet zo dat dit juist het geval is bij de mens van nature? Pakt de mens van nature niet liever de krant of een ontspannend boek dan zichzelf nauw te onderzoeken?
r. Daar heb je het weer: Door buitenstaanders wel de 'Zwartekousenkerken' genoemd. Dat houdt in feite zo ontzettend veel in…. Dat ene woordje:
buitenstaanders… En dan ter illustratie daar bovenop nog een dame pontificaal in beeld in het zwart (inclusief haar kousen) getoond…
s. Maar ook vandaag nog, wordt Smytegelt nog veel voorgelezen in de zondagse erediensten? Is dat echt waar? Veel? Of slechts hier en daar een behoudende kerk, maar dat beslist niet veel te noemen