Maanenschijn schreef:-DIA- schreef:Dhr. L. van der Tang schrijft in het jongste nummer van DWS een leerzaam artikel, getiteld "Leugengeest"
Het gaat over de tijd waarin wij leven, een tijd waarin de leugen meer geloofd wordt dan in vorige tijden. Wat me opviel was dat de schrijver, evenals ik hier eerder op dit forum, de tijd markeert van de Verlichting. Ik heb hierin dezelfde gedachten. Ik zal een klein deel hier citeren, want het is, mijns inziend, wel noodzaak om onze tijd te verstaan. Een klein gedeelte dus:
LEUGENGEEST
In 2 Thes.2 wordt gesproken over de tijden die vooraf gaan aan het laatste oordeel. Die tijd wordt beschreven als een tijd van afval, waarin velen verleidt worden door de mens der zonde, de zoon des verderfs – de antichrist dus – wiens toekomst is naar de werking des satans.
In die tijd zal God zenden een kracht der dwaling, zodat de leugen geloofd wordt opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid (vers 11, 12)
De mens wordt in die laatste tijden dus niet alleen verleid tot afval van de waarheid, maar God zal in die tijd toelaten om zijn kracht van verleiding te gebruiken, om mensen zo aan hun eigen begeerte over te geven, waardoor zij krachtiglijk tot dwaling zullen gebracht worden. (kantt. 43).
Misschien kan gesteld worden dat er in de westerse wereld nooit een tijd was waarin dit zo nadrukkelijk zichtbaar werd als in de onze. Een belangrijke stap daartoe was – al eeuwen geleden – de Verlichting. De menselijke rede begon centraal te staan. Dit leidde er uiteindelijk toe dat de waarheid gereduceerd werd tot wat ‘wetenschappelijk bewezen’ kan worden. Alleen datgene werd tot waarheid gerekend wat door mensen proefondervindelijk vastgesteld kon worden. Dat werd het synoniem voor ‘wetenschappelijk bewijs’. Alleen wat bewezen wordt is waar.
Het behoeft weinig betoog dat met deze definitie van waarheid, de Bijbel het etiket krijgt van ‘onwaar’. De christelijke leer is echter geen begripsleer maar een geloofsleer.
De tijd van de leugengeest is de tijd waarin de antichrist geloofd zal worden. Zie de verzen 9-11 met de kanttekeningen.
Is ds. van der Tang (en jij met hem?) van mening dat de antichrist reeds gekomen is of leven we wel in een leugenachtige tijd (wat zeker zo is) maar niet de tijd waar 2 Tess. 2 over spreekt?
Ten eerste is de auteur niet ds. O.M. van der Tang, ik vermoed wel dat hij een broer van hem kan zijn. Hij schrijft vaker in het kerkelijk orgaan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Zo dus ook nu. Ik kan niet in het hart van dhr. van der Tang zien. Ik zal daar ook niet wat over zeggen.
Maar we kunnen wel opmerken in welke context deze woorden geschreven zijn. Het hele artikel, waar ik een deel heb uitgelicht, gaat over de 'leugengeest'. De eerste zij van artikel is dan ter verduidelijking:
"Iedere afwijking van de waarheid begint met de vraag of de waarheid wel de waarheid is.
"Is het ook dat God gezegd heeft..." sprak de slang tot Eva. Het was deze listige vraag die de aanleiding gaf tot de zondeval, en het is dezelfde vraag die de sindsdien steeds opnieuw stelt, in alle toonaarden. Daarmee is niet gezegd dat het vragen naar de waarheid op zichzelf genomen verkeerd is. Als die vragen voortkomen uit een oprechte behoefte om de waarheid naar Gods Woord te verstaan, dan zijn dat goede vragen.
(...)
Toch zijn er aan het zoeken naar de waarheid grenzen. Er zijn diepten waar wij niet mogen indringen en hoogten die ons begrip te boven gaan. De verzuchting van de psalmist (zie ook Ps. 119:66) die nadenkt over Gods onbegrijpelijke alwetendheid is niet voor niets:
De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.
Dan het artikel verder over de waarheidsvraag, hoe die vraag van de slang een geheel andere intentie had. Die was niet bedoeld om de waarheid te verstaan. En staat er: Het zijn dergelijk aanvallen op de waarheid die voluit actueel zijn. Daarbij valt op dat zelfs de meest eenvoudige en fundamentele waarheden in toenemende mate ontkent worden. Het is zelfs niet meer vanzelfsprekend dat een man een man is, of een mens een mens.
Daarna komt het stukje dat ik citeerde.
Waar het gaat over de tijden die vooraf gaan aan het laatste oordeel. Wat de natuurlijke mens niet begrijpt kan nog uitgebreid worden.
In 1 Korinthe 2 gaat het samengevat over het volgende, ik citeer hier de korte inhoud van het tweede hoofdstuk:
1 De apostel bewijst met zijn voorbeeld, hoe het Evangelie van Christus moet voorgesteld worden,
namelijk niet met menselijke wijsheid of welsprekendheid, maar in eenvoudigheid en geestelijke kracht.
6 Verklaart voorts wat voor hemelse wijsheid daarin is begrepen.
10 En hoe die door Gods Geest en niet door menselijk vernuft geopenbaard is.
13 Verhaalt wederom met wat woorden die moet worden uitgesproken.
14 En hoe die niet van den natuurlijken, maar van den geestelijken mens wordt onderscheiden en geoordeeld.
Het hier over het niet kunnen begrijpen met het natuurlijke verstand van de dingen die des Geestes Gods zijn. Zie de hele indeling van dit hoofdstuk in zijn verband.
We weten niet wanneer de wederkomst van Christus zal zijn. We hebben wel de tekenen om daarop acht te slaan en deze, als ze zichtbaar worden ook alzo te geloven.
Het, is dacht ik, ook niet te weerspreken dat er een leugengeest zeer actief is in deze tijd. De Bijbelse-reformatorische leer zien we weergegeven, omtrent vragen rond de leer, een begripsleer of een geloofsleer. Hebreeën 11 vers 1:
Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet.
Daarna gaat het over het maken van een nieuwe waarheid. Ik citeer weer even voor de duidelijkheid:
'Het opvallende is echter dat er inmiddels een tweede stap is gezet: Niet wat wetenschappelijk bewezen wordt is waar, maar datgene wat wenselijk is. De waarheid wordt niet meer gereduceerd tot wat 'bewezen kan worden', maar ze wordt opnieuw 'geconstrueerd'.
Er wordt een nieuwe waarheid gemaakt waar zondige menselijke begeerten lijdend zijn voor wat wenselijk is.
Ik zal even wat overslaan, maar we begrijpen wel op welke manier er nu gesproken en gedacht wordt. Denk aan het debat over abortus, en de zogenaamde genderneutrale samenleving. De verandering van waarheid in leugen... Tja, kunnen we dit rechtuit spreken op een openbaar forum? Dit punt op zich moet ons wel wat te denken geven. Ik kan niet teveel citeren uit het gehele artikel.
Dan wordt de vraag gesteld:
"Is ds. van der Tang (en jij met hem?) van mening dat de antichrist reeds gekomen is of leven we wel in een leugenachtige tijd
(wat zeker zo is) maar niet de tijd waar 2 Tess. 2 over spreekt?"
Dat kan ik niet zeggen want ik ken het hart van de schrijver niet en hij zegt het zelf niet. Maar we kunnen wel wat weten. We leven immers in een ongekende tijdsomstandigheid dat dit punt alleen al veel zegt. Ik meen zelf wel dat we kunnen opmerken dat er tekenen waar te nemen zijn waarvan ons is geboden daarop acht te slaan. Dan kunnen we denken dat, zoals het wel uitgedrukt wordt, satan weet dat hij nog een kleine tijd heeft. Als we de ogen openen zien we onmiskenbaar de tekenen die ons voorzegd zijn.
Is de antichrist dan nu tot zijn volle openbaring? Ik meen van niet. Maar zijn werkingen waren er al in de tijd van de Bijbel. We zien echter een vermeerdering van tekenen, in de kerk, onder de mensen, in de natuur, ja overal eigenlijk. Ook dit kunnen we zien als we de Schriften laten spreken.
We denken aan de grote verdrukking, de dingen die o.a. in Matth. 24 worden genoemd. Maar door de tekenen die nu al openbaar komen zien we als het ware wel de contouren van de antichrist. Lees maar bv. Matth. 24, of zie hoe de Kerk nu als de tien maagden slaapt.
Ook het niet geloven in de tekenen vind ik een opvallend iets, wat me doet denken aan wat Jezus sprak over de laatste tijden. Noach waarschuwde 120 jaar lang, maar ze geloofden niet. En Lot was in de ogen van zijn schoonzonen als jokkende. Zien we deze tegenwerpingen nu ook niet veel?
Ook Jezus zelf had met dergelijk tegenwerpingen te doen. Denk aan het verzoeken door de vrome kerkmensen als de farizeeën: Ze wisten de tekenen in de natuur goed te onderscheiden, maar niet de tekenen die zagen op de Messias. Daar wilden ze ook niet in geloven. Elders heb ik pas nog, meen ik, iets geschreven over een kracht der dwaling die God zendt en toelaat.
Ook het verval in de kerken is een zaak die ons terdege aan het hart moet gaan. Als er een bewogen oproep tot eenheid klinkt zijn er mensen die hier afhaken. We kunnen blijkbaar rustig doorleven, en ieder op zijn eigen wijs naar een preek luisteren. Dan valt op dat velen zich buitengesloten voelen (en zelfs wel wrevelig worden) als het kerken betreft die nu niet meer zijn wat ze waren, en op verschillende punten afwijken, en zich desondanks toch nog reformatorisch willen noemen.
Verder wil ik me hierover niet verder uitlaten, ik schreef wat ik zo rondom me heen zie en opmerk.
Hopelijk is het zo genoeg?