Als Gods genade conditioneel is, kan geen enkele zondaar zalig worden.
Och, laat een prediker maar oproepen tot wat nodig is, zoals ook Ezechiel 18:23 doet: "Zou Ik enigszins lust hebben aan den dood des goddelozen? spreekt de Heere HEERE; is het niet, als hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij leve?"
En men moet het vast eens kunnen worden met W. á Brakel, Redelijke Godsdienst in hoofdstuk 30:
"Hij beoogt hen te nodigen, hen te verplichten tot komen, hun de zaligheid voor te stellen, onder voorwaarde van geloof en bekering, hen niet te beletten. De nodiging houdt een voorwaarde in om te komen met een bruiloftskleed; de gast zonder bruiloftskleed mocht tot de bruiloft niet toegelaten worden, niet omdat hij niet genodigd was, maar omdat hij de voorwaarde in de nodiging begrepen, niet vervulde, en geen bruiloftskleed aan had. God beoogt hen alle middelen tot de zaligheid te geven, daarin erkend en verheerlijkt te worden. Maar in dat roepen tot de bruiloft is geen beoging om hen zelf tot de bruiloft te dragen, hun zelf het bruiloftskleed te geven, dat volstrekt nodig was dat de Heere het hun deed, dewijl zij van zelf niet verstaan, noch willen, en daarom ook niet kunnen; maar omdat Hij niet beoogt dat aan hen te doen, 't welk Hij aan hen niet schuldig is, zo kan Hij ook niet beogen hun de zaligheid te geven. Zodat de nodiging hen verplicht te komen en te geloven, zo zij komen met geloof en bekering, dat ze de zaligheid ook zullen verkrijgen, maar zij sluit niet in de beoging Gods om hun de zaligheid te geven zonder voorwaarde, of om hun de voorwaarde te geven.
Men heeft aan Gods Woord genoeg, dat is waarheid; men mag vrijelijk daarop aangaan, en men zal niet bedrogen worden. Dat woord belooft zaligheid aan alle gelovigen, aan allen, die Christus aannemen tot rechtvaardigmaking en heiligmaking. De uitspraak is voor allen, die moet een ieder geloven, op zich toepassen en zeggen indien ik geloof en mij waarlijk bekeer, zo zal ik zalig worden. God weet voorheen wel wie niet zullen willen komen. God laat de mens aan zichzelf, en doet hem geen ongelijk, met hem, - die het in zijn macht gehad had om God in alles te gehoorzamen - geen nieuwe genade te geven. God laat de mens aan zijn eigen vrije wil, waardoor hij vrijwillig Christus en alle hemelse goederen verwerpt. Maar de uitverkorenen geeft God bij het Woord de Heilige Geest, Die hun geloof en bekering geeft, en zij alzo de vereiste voorwaarde hebbende, zo worden zij zalig."