Verandering, Vervreemding, Verdeeldheid
Geplaatst: 23 okt 2018, 12:54
Bij het nadenken over vele ongekend hevige en heftige botsingen op o.a. dit forum leek me het goed om wat na te zoeken waar de oorzaak van deze botsende gedachten liggen. Er is veel veranderd in de gereformeerde gezindte. De ouderen onder ons kunnen dat weten, hoewel ook vele ouderen met de geest van deze tijd meegaan. Ik kwam een referaat tegen van dr. C.S.L. Janse, waarvan een uittreksel is gepubliceerd in Criterium. Er is daaruit, met name voor een jongere generatie veel te leren. Er is een compleet nieuwe generatie opgestaan die de oude gereformeerde gezindte nog alleen kennen van horen zeggen, en niet zelden zijn het dan karikaturen.
Het dacht me goed om enkele fragmenten uit de fragmenten die Criterium publiceerde hier over te nemen. Het is dus heel beperkt, enkele fragmenten uit fragmenten uit Criterium. Voor dit forum desondanks toch nog een "forse lap tekst", zoals dat tegenwoordig lijkt te heten.
De gereformeerde gezindte tussen 1980 en 2015
Dit artikel is een verkorte weergave van het gehouden referaat. De vraag kan gesteld worden waar we met onze reformatorische organisaties naar toe gaan? Worden die nog gedragen door de achterban?
De gereformeerde gezindte tussen 1980 en 2015, wat valt daarover te zeggen? Het gaat hier om ongeveer één generatie.
Er was in deze jaren een belangrijke stijging van de welvaart. Wat doet welvaart met mensen, met orthodoxe kerkmensen? “Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit en hij liet God varen Die hem gemaakt heeft”, zo zegt Mozes in zijn afscheidslied (Deut. 32: 15). Dat zien we ook in onze tijd. Welvaart en secularisatie gaan veelal hand in hand.
Een uiterst belangrijke ontwikkeling sinds 1980 is de snelle opkomst van de digitale wereld. De digitale media hebben onze gezinnen en onze gezindte opengebroken. De negatieve gevolgen blijven niet uit.
Gestegen onderwijsniveau
Als het gaat om de maatschappelijke ontwikkelingen die onze gezindte beïnvloeden, moet zeker ook het gestegen onderwijsniveau genoemd worden. Wat heeft die intellectuele emancipatie ons gebracht? Botst die wereldse wijsheid niet met de waarheid die naar de godzaligheid is? Bij velen heeft die academische studie er inderdaad toe bijgedragen dat ze braken met bevindelijk gereformeerde kring waaruit ze afkomstig waren. De psalmdichter vraagt dan ook om verstand met Goddelijk licht bestraald (Psalm 119 vers 17).
Maar als dat gevonden mag worden, is het zeker waardevol; waardevol ook voor onze gezindte. Daar zijn immers mensen nodig die kaderfuncties kunnen vervullen, mensen die de tekenen der tijden verstaan en een apologetische taak op zich kunnen nemen, wanneer allerlei openlijke of subtiele aanvallen op de gereformeerde leer en levensstijl aan de orde zijn.
Vroeger waren die nauwelijks beschikbaar, al moeten we daarbij wel bedenken dat je in het verleden onder ons wel allerlei mensen had die slechts een beperkte schoolopleiding hadden genoten (ze hadden waarschijnlijk wel meer gekund, maar de omstandigheden waren er niet naar), maar desondanks een grote levenswijsheid hadden. Bedeeld met de vreze Gods, mochten zij in het kerkelijk leven en daarbuiten dienstbaar zijn.
David Kodde (1894-1967) had alleen maar de lagere school doorlopen. Toch was hij vele jaren burgemeester van Zoutelande, statenlid in Zeeland en hoofdbestuurslid van de SGP. Zeven jaar maakt hij ook deel uit van de Tweede Kamer. In het kerkelijk leven was hij ouderling, afgevaardigde naar de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten en had daar zitting in het moderamen. In de jaren vijftig was hij een van de weinigen in onze kring die zich bezig hield met de principiële bezinning op allerlei actuele vragen. Ook was hij betrokken bij het toenmalige Gereformeerd Sociologisch Instituut.
Van grote betekenis is ook de secularisatie. Christenen zijn een minderheid geworden in onze maatschappij, zo zegt men. Dat is waar, zelfs als je alles bij elkaar telt: rooms en protestant, orthodox en vrijzinnig, evangelisch en gereformeerd.
Welvaart en secularisatie gaan veelal hand in hand
Overigens zijn de bevindelijk gereformeerden al eeuwenlang een minderheid (een verachte minderheid kan ik ook zeggen) in de samenleving. In leer en levensgedrag weken zij af van de hoofdstroom van de samenleving. Vroeger was die hoofdstroom oppervlakkig christelijk, nu is die duidelijk seculier.
Verschuivingen
Hoe ontwikkelt onze gereformeerde gezindte zich in deze welvarende, hoogopgeleide maar geseculariseerde maatschappij? Ik heb wel eens een artikel in het RD geschreven onder de titel: “Orthodoxen volgen de wereld vaak op afstand”. Er blijven steeds wel allerlei verschillen te signaleren tussen orthodoxe christenen (tussen de gereformeerde gezindte) en de geseculariseerde maatschappij. Maar je ziet ook nogal eens dat bepaalde zaken waar zij zich aanvankelijk fel tegen verzetten, na verloop van tijd geruisloos geaccepteerd worden. In die tussentijd zijn er echter weer nieuwe kwesties opgekomen, die dan het verschil uitmaken.
Gereformeerde leer
Hoe staat het met de binding aan de gereformeerde leer? In het algemeen is er in de kerkelijke wereld niet zoveel aandacht voor de leer. Dat geldt voor rooms-katholieken, dat geldt voor protestanten. Niet weinigen combineren zelfs elementen uit verschillende religies, zo werd onlangs in een VU-onderzoek bevestigd. Rituelen en praktijken acht men belangrijker dan religieuze overtuigingen.
Ook in orthodoxe kring zijn velen van mening dat leerstellige verschillen maar scheiding brengen tussen christenen, terwijl juist de eenheid in Jezus voorop moet staan. Niet de leer, maar de Heer. Het gaat hen om de oecumene van het hart. Zo is in allerlei kerken en kringen waar de wekelijkse catechismusprediking vanouds gebruikelijk was (Nederlands Gereformeerden, Vrijgemaakten, Christelijke Gereformeerden en Gereformeerde Bond) die afgeschaft of in ieder geval minder frequent geworden.
Er is ook sprake van een opmerkelijke toenadering tot Rome. De oude 16e eeuwse tegenstellingen worden voor het heden niet meer zo relevant geacht. Men wil die, zoals dat heet, overstijgen. Alleen onder ons wordt de jaarlijkse Hervormingsdag nog op de klassieke manier herdacht.
Ware godsvreze
Onmiskenbaar is en blijft het van groot belang dat we ons beijveren om de gereformeerde leer in de gezinnen, op school, op catechisatie en in de kerkdiensten aan de volgende generatie uit te leggen en over te dragen. Maar dat alles uiteraard in het besef dat de waarheid van Gods Woord ook met het hart beleefd moet worden.
Is het gebrek aan echt geestelijk leven, maar ook de opmars van een lichtvaardig geloof, niet het grote manco van onze gereformeerde gezindte? Zou daarom het gebed van de psalmist niet het onze moeten zijn: “Behoud o HEERE, want de goedertierene ontbreekt, want de getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen” (Psalm 12:2). We kunnen van alles organiseren op kerkelijk en aanverwant gebied, maar als de ware godsvreze ontbreekt en God Zijn zegen eraan onthoudt, dan zal het nergens toe leiden.
Georganiseerd hebben we inderdaad een heleboel. Er is in de loop der jaren een hele reformatorische zuil opgebouwd. Dat begon een eeuw geleden met de oprichting van de SGP en een aantal lagere scholen. In dit verband moet de naam van ds. G.H. Kersten genoemd worden. In 1980 was de uitbouw van deze refozuil voor een groot deel voltooid. Sindsdien vond vooral een consolidatie plaats.
Ik heb daarbij de Christelijke Hogeschool De Driestar genoemd als voorbeeld van een school die weg gegroeid is van haar oorspronkelijke, bevindelijk gereformeerde identiteit. In mijn recensie in De Saambinder van de beide jubileumboeken van De Driestar heb ik mijn kritiek uitgebreider verwoord en onderbouwd. Inmiddels kondigde De Driestar aan dat zij dit jaar een aantal voorlichtingsbijeenkomsten organiseert om de koers van de hogeschool toe te lichten. Dat er ook sprake is van interne bezinning op de identiteit van de onderwijsinstelling, bleek helaas niet uit de berichtgeving.
Destijds op De Driestar van Kuijt stonden het bevindelijke en het verbondsmatige niet tegenover elkaar. De recente geschiedschrijving van De Driestar maakt dat ook wel duidelijk.
De bevinding van Gods kinderen en een gereformeerde verbondsbeschouwing horen immers bij elkaar. Van een tegenstelling is wel sprake bij een Kuyperiaanse invulling van het verbond of een invulling in de lijn van Schilder of Woelderink. In de loop der jaren heeft een Woelderinkiaanse verbondsbeschouwing ingang gevonden bij De Driestar en daar een legitieme, zo niet dominante plaats gekregen.
Niet allen die vervolgd worden, zijn daardoor ook godzalige mensen
Die verbondsbeschouwing overheerst tegenwoordig ook in de kring van de Gereformeerde Bond. Een man als prof. dr. W. Verboom is een prominent woordvoerder van deze stroming. Recent schreef hij in een boek over de Heidelbergse Catechismus dat de doop de meest ingrijpende gebeurtenis is in het mensenleven.
Dat is een volstrekt andere lijn dan vanouds in bevindelijk gereformeerde kring is voorgestaan. Daar staat immers de noodzaak van de waarachtige bekering voorop. Tenzij dat iemand gedoopt wordt, nee, “tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.” (Joh. 3: 3)
Bewaard worden
Ook in breder verband kan de vraag gesteld worden waar we met onze reformatorische organisaties (van SGP tot RD en van scholen tot zorginstellingen) naar toe gaan? Worden die nog gedragen door de achterban? En hoe functioneert de in de statuten vastgelegde identiteit? Herkennen we elkaar nog rond de gereformeerde leer zoals die door de oprichters beleden en beleefd werd? Er is ongetwijfeld reden tot zorg. Ook hier geldt: “bewaar het Pand u toebetrouwd” (1 Tim. 6: 20).
Ds. A. Vergunst, destijds voorzitter van de Raad van Toezicht van het RD, zei eens dat het moeilijk was geweest om een reformatorisch dagblad op te richten. Maar, zo beklemtoonde hij, het zou nog moeilijker zijn om een reformatorisch dagblad ook reformatorisch te laten blijven. Dat is zeker waar. Afzakken gaat vanzelf. Daar behoef je niets voor te doen.
In een van zijn catechismuspreken hield hij de gemeente voor: “Vraagt of u mag blijven bij de leer van de totale doodstaat van de mens, van het volkomen eenzijdige werk Gods, van het onwederstandelijke werk van de Heilige Geest en van de gangen die de Heere met Zijn Kerk op aarde houdt, zoals de Schrift ons leert. Vraagt of de Heere u, uw kinderen en de gemeente bij die leer wil bewaren. Wij kunnen onszelf niet bewaren, maar wij moeten bewaard worden”.
Tot zover enkele fragmenten uit fragmenten van dr. C.S.L. Janse, waar ik Criterium als brom vermeld.
Het dacht me goed om enkele fragmenten uit de fragmenten die Criterium publiceerde hier over te nemen. Het is dus heel beperkt, enkele fragmenten uit fragmenten uit Criterium. Voor dit forum desondanks toch nog een "forse lap tekst", zoals dat tegenwoordig lijkt te heten.
De gereformeerde gezindte tussen 1980 en 2015
Dit artikel is een verkorte weergave van het gehouden referaat. De vraag kan gesteld worden waar we met onze reformatorische organisaties naar toe gaan? Worden die nog gedragen door de achterban?
De gereformeerde gezindte tussen 1980 en 2015, wat valt daarover te zeggen? Het gaat hier om ongeveer één generatie.
Er was in deze jaren een belangrijke stijging van de welvaart. Wat doet welvaart met mensen, met orthodoxe kerkmensen? “Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit en hij liet God varen Die hem gemaakt heeft”, zo zegt Mozes in zijn afscheidslied (Deut. 32: 15). Dat zien we ook in onze tijd. Welvaart en secularisatie gaan veelal hand in hand.
Een uiterst belangrijke ontwikkeling sinds 1980 is de snelle opkomst van de digitale wereld. De digitale media hebben onze gezinnen en onze gezindte opengebroken. De negatieve gevolgen blijven niet uit.
Gestegen onderwijsniveau
Als het gaat om de maatschappelijke ontwikkelingen die onze gezindte beïnvloeden, moet zeker ook het gestegen onderwijsniveau genoemd worden. Wat heeft die intellectuele emancipatie ons gebracht? Botst die wereldse wijsheid niet met de waarheid die naar de godzaligheid is? Bij velen heeft die academische studie er inderdaad toe bijgedragen dat ze braken met bevindelijk gereformeerde kring waaruit ze afkomstig waren. De psalmdichter vraagt dan ook om verstand met Goddelijk licht bestraald (Psalm 119 vers 17).
Maar als dat gevonden mag worden, is het zeker waardevol; waardevol ook voor onze gezindte. Daar zijn immers mensen nodig die kaderfuncties kunnen vervullen, mensen die de tekenen der tijden verstaan en een apologetische taak op zich kunnen nemen, wanneer allerlei openlijke of subtiele aanvallen op de gereformeerde leer en levensstijl aan de orde zijn.
Vroeger waren die nauwelijks beschikbaar, al moeten we daarbij wel bedenken dat je in het verleden onder ons wel allerlei mensen had die slechts een beperkte schoolopleiding hadden genoten (ze hadden waarschijnlijk wel meer gekund, maar de omstandigheden waren er niet naar), maar desondanks een grote levenswijsheid hadden. Bedeeld met de vreze Gods, mochten zij in het kerkelijk leven en daarbuiten dienstbaar zijn.
David Kodde (1894-1967) had alleen maar de lagere school doorlopen. Toch was hij vele jaren burgemeester van Zoutelande, statenlid in Zeeland en hoofdbestuurslid van de SGP. Zeven jaar maakt hij ook deel uit van de Tweede Kamer. In het kerkelijk leven was hij ouderling, afgevaardigde naar de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten en had daar zitting in het moderamen. In de jaren vijftig was hij een van de weinigen in onze kring die zich bezig hield met de principiële bezinning op allerlei actuele vragen. Ook was hij betrokken bij het toenmalige Gereformeerd Sociologisch Instituut.
Van grote betekenis is ook de secularisatie. Christenen zijn een minderheid geworden in onze maatschappij, zo zegt men. Dat is waar, zelfs als je alles bij elkaar telt: rooms en protestant, orthodox en vrijzinnig, evangelisch en gereformeerd.
Welvaart en secularisatie gaan veelal hand in hand
Overigens zijn de bevindelijk gereformeerden al eeuwenlang een minderheid (een verachte minderheid kan ik ook zeggen) in de samenleving. In leer en levensgedrag weken zij af van de hoofdstroom van de samenleving. Vroeger was die hoofdstroom oppervlakkig christelijk, nu is die duidelijk seculier.
Verschuivingen
Hoe ontwikkelt onze gereformeerde gezindte zich in deze welvarende, hoogopgeleide maar geseculariseerde maatschappij? Ik heb wel eens een artikel in het RD geschreven onder de titel: “Orthodoxen volgen de wereld vaak op afstand”. Er blijven steeds wel allerlei verschillen te signaleren tussen orthodoxe christenen (tussen de gereformeerde gezindte) en de geseculariseerde maatschappij. Maar je ziet ook nogal eens dat bepaalde zaken waar zij zich aanvankelijk fel tegen verzetten, na verloop van tijd geruisloos geaccepteerd worden. In die tussentijd zijn er echter weer nieuwe kwesties opgekomen, die dan het verschil uitmaken.
Gereformeerde leer
Hoe staat het met de binding aan de gereformeerde leer? In het algemeen is er in de kerkelijke wereld niet zoveel aandacht voor de leer. Dat geldt voor rooms-katholieken, dat geldt voor protestanten. Niet weinigen combineren zelfs elementen uit verschillende religies, zo werd onlangs in een VU-onderzoek bevestigd. Rituelen en praktijken acht men belangrijker dan religieuze overtuigingen.
Ook in orthodoxe kring zijn velen van mening dat leerstellige verschillen maar scheiding brengen tussen christenen, terwijl juist de eenheid in Jezus voorop moet staan. Niet de leer, maar de Heer. Het gaat hen om de oecumene van het hart. Zo is in allerlei kerken en kringen waar de wekelijkse catechismusprediking vanouds gebruikelijk was (Nederlands Gereformeerden, Vrijgemaakten, Christelijke Gereformeerden en Gereformeerde Bond) die afgeschaft of in ieder geval minder frequent geworden.
Er is ook sprake van een opmerkelijke toenadering tot Rome. De oude 16e eeuwse tegenstellingen worden voor het heden niet meer zo relevant geacht. Men wil die, zoals dat heet, overstijgen. Alleen onder ons wordt de jaarlijkse Hervormingsdag nog op de klassieke manier herdacht.
Ware godsvreze
Onmiskenbaar is en blijft het van groot belang dat we ons beijveren om de gereformeerde leer in de gezinnen, op school, op catechisatie en in de kerkdiensten aan de volgende generatie uit te leggen en over te dragen. Maar dat alles uiteraard in het besef dat de waarheid van Gods Woord ook met het hart beleefd moet worden.
Is het gebrek aan echt geestelijk leven, maar ook de opmars van een lichtvaardig geloof, niet het grote manco van onze gereformeerde gezindte? Zou daarom het gebed van de psalmist niet het onze moeten zijn: “Behoud o HEERE, want de goedertierene ontbreekt, want de getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen” (Psalm 12:2). We kunnen van alles organiseren op kerkelijk en aanverwant gebied, maar als de ware godsvreze ontbreekt en God Zijn zegen eraan onthoudt, dan zal het nergens toe leiden.
Georganiseerd hebben we inderdaad een heleboel. Er is in de loop der jaren een hele reformatorische zuil opgebouwd. Dat begon een eeuw geleden met de oprichting van de SGP en een aantal lagere scholen. In dit verband moet de naam van ds. G.H. Kersten genoemd worden. In 1980 was de uitbouw van deze refozuil voor een groot deel voltooid. Sindsdien vond vooral een consolidatie plaats.
Ik heb daarbij de Christelijke Hogeschool De Driestar genoemd als voorbeeld van een school die weg gegroeid is van haar oorspronkelijke, bevindelijk gereformeerde identiteit. In mijn recensie in De Saambinder van de beide jubileumboeken van De Driestar heb ik mijn kritiek uitgebreider verwoord en onderbouwd. Inmiddels kondigde De Driestar aan dat zij dit jaar een aantal voorlichtingsbijeenkomsten organiseert om de koers van de hogeschool toe te lichten. Dat er ook sprake is van interne bezinning op de identiteit van de onderwijsinstelling, bleek helaas niet uit de berichtgeving.
Destijds op De Driestar van Kuijt stonden het bevindelijke en het verbondsmatige niet tegenover elkaar. De recente geschiedschrijving van De Driestar maakt dat ook wel duidelijk.
De bevinding van Gods kinderen en een gereformeerde verbondsbeschouwing horen immers bij elkaar. Van een tegenstelling is wel sprake bij een Kuyperiaanse invulling van het verbond of een invulling in de lijn van Schilder of Woelderink. In de loop der jaren heeft een Woelderinkiaanse verbondsbeschouwing ingang gevonden bij De Driestar en daar een legitieme, zo niet dominante plaats gekregen.
Niet allen die vervolgd worden, zijn daardoor ook godzalige mensen
Die verbondsbeschouwing overheerst tegenwoordig ook in de kring van de Gereformeerde Bond. Een man als prof. dr. W. Verboom is een prominent woordvoerder van deze stroming. Recent schreef hij in een boek over de Heidelbergse Catechismus dat de doop de meest ingrijpende gebeurtenis is in het mensenleven.
Dat is een volstrekt andere lijn dan vanouds in bevindelijk gereformeerde kring is voorgestaan. Daar staat immers de noodzaak van de waarachtige bekering voorop. Tenzij dat iemand gedoopt wordt, nee, “tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.” (Joh. 3: 3)
Bewaard worden
Ook in breder verband kan de vraag gesteld worden waar we met onze reformatorische organisaties (van SGP tot RD en van scholen tot zorginstellingen) naar toe gaan? Worden die nog gedragen door de achterban? En hoe functioneert de in de statuten vastgelegde identiteit? Herkennen we elkaar nog rond de gereformeerde leer zoals die door de oprichters beleden en beleefd werd? Er is ongetwijfeld reden tot zorg. Ook hier geldt: “bewaar het Pand u toebetrouwd” (1 Tim. 6: 20).
Ds. A. Vergunst, destijds voorzitter van de Raad van Toezicht van het RD, zei eens dat het moeilijk was geweest om een reformatorisch dagblad op te richten. Maar, zo beklemtoonde hij, het zou nog moeilijker zijn om een reformatorisch dagblad ook reformatorisch te laten blijven. Dat is zeker waar. Afzakken gaat vanzelf. Daar behoef je niets voor te doen.
In een van zijn catechismuspreken hield hij de gemeente voor: “Vraagt of u mag blijven bij de leer van de totale doodstaat van de mens, van het volkomen eenzijdige werk Gods, van het onwederstandelijke werk van de Heilige Geest en van de gangen die de Heere met Zijn Kerk op aarde houdt, zoals de Schrift ons leert. Vraagt of de Heere u, uw kinderen en de gemeente bij die leer wil bewaren. Wij kunnen onszelf niet bewaren, maar wij moeten bewaard worden”.
Tot zover enkele fragmenten uit fragmenten van dr. C.S.L. Janse, waar ik Criterium als brom vermeld.