Nou. Ik denk dat als je bent opgebrand in het onderwijs, er wel iets heel bijzonders moet gebeuren om terug te keren. Bij sommigen lukt het echt niet. Ik zie nu een naaste collega (geen eerstejaars) het heel zwaar hebben. In de zomervakantie meerdere weken besteed aan goede plannen om de orde organisatorisch zoveel mogelijk te faciliteren. De inhoud van de lessen is top. De voorbereiding is voorbeeldig. Maar blijkbaar vindt deze docent net niet de goede toon, en dan is het een heel hard beroep. Deze collega is echt een doorzetter, dus zal niet zomaar afhaken. Maar ik kan me in deze situatie voorstellen dat als er nu een heel leuke geschikte niet-onderwijsvacature langskomt, je zomaar overstapt. En er nooit meer aan moet denken om deze vernedering nog een keer te ondergaan.
Bij sommigen lijkt het heel relaxed en vanzelf te gaan. Lesgeven is zo simpel, als je naast hen zit in de personeelskamer. Altijd gezellig, nooit gedoe met een klas, en de werkdruk valt ook reuze mee. Maar dan hoor je ook weleens de kant van de leerlingen: 'we weten alles over zijn kinderen en zijn racefiets, maar u legt toch de lastige dingen dit jaar nog wel een keer uit? Wat van onderwerp x begreep ik niks.' Of: 'Hij had zes parallelklassen en gaf dan de hele dag dezelfde repetities. De klas van het eerste uur maakte gelijk een foto, en de andere klassen wisten al dat ze dan alleen nog maar even de antwoorden hoefden op te zoeken.'
Bij behoorlijk veel is het luctor et emergo. Jaar na jaar een beetje beter worden, en na jaren denken: 'Nu sta ik relaxed voor de klas en ben ik niet meer bang voor de groepen die binnenkomen. En ik lig niet meer wakker voor iedere ouderavond, omdat ik bang ben voor wat de ouders me kunnen verwijten.'
En er zijn hardwerkende natuurtalenten. Die kunnen het van nature: de goeie toon, de juiste mate van strengheid en gezelligheid, diepgang, eigenzinnigheid, en daarbij een stevige voorbereiding en een goeie inhoud.
En er zijn vast nog veel meer soorten.
Maar wat ik dus wilde zeggen: verwacht het maar niet te hard van herintreders, tenzij ze zijn overgestapt om andere redenen dan dat het niet ging.