Soms moet je wel even slikken als je Wikipedia raadpleegd.
Het wordt wel heel erg populistisch weergegeven en vraag me af of zoiets de toets van het Woord wel kan doorstaan.
Let op deze zinsneden:
de vroege profeten, die als het ware het primitieve woestijngeweten van de 'zonen van Israël' belichaamden
Elia, de profeet en grootste religieuze rivaal van het koningspaar in het noorden, was ook gestorven ('in een rookzuil opgegaan'),
maar zijn haatcampagne jegens met name Izebel werd door zijn opvolger-leerling Elisa voortgezet.
Is "met een onweder ten hemel varen" hetzelfde als "in een rookzuil opgaan"?
Was het echt een "haatcampagne" die Elia tegen Achab en Izebel voerde?
en zo zijn er veel meer aantekeningen te maken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Uit het Wikikpedia-artikel over
Jehu van Israël:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jehu_van_Isra%C3%ABl
In de laatste regeringsjaren van Achab en Izebel was de oppositie tegen hun liberale religieuze politiek nog voortdurend aangewakkerd door een van de vroege profeten, die als het ware het primitieve woestijngeweten van de 'zonen van Israël' belichaamden. Vaak trokken zij in groepen in extase uit, zingend en dansend en orakelachtige uitspraken doend. Ze werden door velen als gek beschouwd, maar hadden ook hun aanhangers. Toen Achab stierf in een veldslag bleef koningin-moeder Izebel de macht achter de schermen uitoefenen terwijl twee van hun jonge zonen kort na elkaar over het koninkrijk Israël regeerden.
Elia, de profeet en grootste religieuze rivaal van het koningspaar in het noorden, was ook gestorven ('in een rookzuil opgegaan'), maar zijn haatcampagne jegens met name Izebel werd door zijn opvolger-leerling Elisa voortgezet.
Elisa organiseerde een militaire coup tegen Izebel en riep legeraanvoerder en strijdwagenrijder Jehu tot koning uit 'in naam van de Heer'. Deze trok onmiddellijk naar de vlakte van Jizreël waar koningin Izebel met haar zoon koning Joram verblijf hield. Toen Joram van Israël en zijn neef Achazja van Juda, die daar eveneens aanwezig was, uitreden op weg naar onderhandelingen, werden ze meedogenloos met pijlen doorboord. Toen Jehu met zijn gevolg bij het paleis aankwam en Izebel in het staatsievenster verscheen, gaf hij zijn schutters opdracht pijlen op haar af te vuren en liet haar uit het venster naar beneden werpen, waarop hij met zijn wagen het lijk van de koningin onherkenbaar vermorzelde (II Kon. 9,30-37). De hele koninklijke familie (een 70-tal leden) werd daaropvolgend uitgemoord.
Jehu riep daarna al de Baälpriesters en vereerders in hun tempel in Samaria bijeen voor een 'offer', maar liet allen afslachten en de tempel met de grond gelijk maken (II Kon. 10, 18-27). Deze gewelddadige gebeurtenissen leidden voor het koninkrijk Israël een episode van riskante zwakte in voor de daarop volgende vijftig jaar. Ook in koninkrijk Juda duurde het een hele tijd vooraleer er stabiel bestuur werd ingesteld.