Pagina 1 van 3

Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 01:35
door -DIA-
Vanavond las ik verontrustende ontwikkelingen. Helaas past dat niet meer in het topic dat ik daarover had geopend.
Ik laat nu dr. B.J. Spruyt aan het woord. Niet dat hij onfeilbaar zou zijn, maar wat ik meer zeg: wees wel wakker, want er zijn geesten bezig om zo mogelijk alles te vernietigen. En dat juist van binnenuit door onze naïviteit en onverschilligheid.

Hier het citaat wat in het vandaag verschenen nummer van GezinsGids staat:

“DE RECHTSTAAT IS DE LAATSTE WEERHOUDER VAN DE MACHT VAN DE ANTICHRIST”
BEDDING EN BEDREIGING

Wat betekenen de vrijheidsgrondrechten voor christenen?
Vrijheid van meningsuiting, van godsdienst, van onderwijs: dat zijn toch ‘liberale dingetjes’? Nee, zegt dr. Bart Jan Spruyt.
Ze wortelen in de christelijke traditie en vormen de bedding waarin waarin Gods Koninkrijk zich verbreidt. Jan Schippers laat zien hoe diezelfde grondrechten de vrijheid van christenen kan bedreigen. “Verzet je tegen iedere poging ze af te schaffen of in te perken.”
(Ik laat het artikel van Jan Schippers nu weg, kan eventueel later geplaatst worden (-DIA-))

Wij moeten zuinig zijn op vrijheden die geregeld zijn binnen grondrechten, vindt dr. B.J. Spruyt. Door een combinatie van onverschilligheid en naïviteit is de gereformeerde gezindte zich daar niet goed genoeg van bewust. “Er waart een geest rond die ons dwingt om onze opvattingen te relativeren.”

Krachtdadig en onverschrokken kruist dr. B.J. Spruyt (52) de degens met seculiere denkers, politici en publicisten van deze tijd. Met zijn fenomenale kennis van historie en ontwikkelingen weet hij hun denkbeelden tot op de wortels bloot te leggen. Tegelijkertijd laat Spruyt geregeld zijn christelijke medeburgers in de spiegel kijken. Zeker als het gaat om de grondrechten die samenhangen met vrijheden.


Vrijheid is een grondrecht. Waar komen due rechten historisch gezien vandaan?
“In onze Grondwet zijn diverse vrijheden vastgelegd: de vrijheid van godsdienst, van vereniging, van meningsuiting, van onderwijs. Dat zijn zaken waarvan de overheid erkent dat ieder individu daar recht op heeft. Bij de waardering van die vrijheden doen we er goed aan ons in de eerste plaats te realiseren dat zij geen product zijn van de Verlichting of de Franse Revolutie. Voor het eerst werden zij geformuleerd in christelijke teksten uit de Middeleeuwen en daarna in belangrijke documenten als bijvoorbeeld de Unie van Utrecht (1579) en het Plakkaat van Verlatinge (1581).
Dat deze rechten voor het eerst in een christelijke cultuur zijn vastgelegd en verdedigd heeft alles te maken met het christelijke mensbeeld. We zijn tot alle kwade geneigd, ook de overheden zijn dat. Mensen moeten dus tegen overheden worden beschermd. En ze hebben recht op die bescherming omdat zij schepselen van God zijn en als zodanig ook dragers van vrijheden ten opzichte van andere mensen.”

Hoe ver strekt vrijheid, wat u betreft?
“We moete zuinig zijn op vrijheden. Een overheid heeft macht, en macht corrumpeert. Al te gemakkelijk veranderd een overheid van een herder in een wolf, zoals onze vaderen het formuleerden. Daarom moet er een bereik zijn waarover de overheid niets te vertellen heeft en waarin burgers hun eigen keuzes kunnen maken. We mogen ons geloof vrij belijden, een eigen politieke partij oprichten, onze mening uiten en de overheid bekritiseren zonder dat we daardoor in de gevangenis belanden. Ouders mogen scholen oprichten waar het onderwijs in overeenstemming is met het geloof in gezin en kerk.
Dat zijn belangrijke verworvenheden, die als het ware de bedding vormen waarbinnen het Koninkrijk Gods zich verbreidt. Met een verwijzing naar 2 Thessalonicenzen 2 moeten we zeggen dat de rechtstaat de laatste weerhouder is van de macht van de antichrist. Er zijn christelijke politici die het bijna gênant lijken te vinden dat zij zich moeten beroepen op constitutionele vrijheden, alsof dat liberale dingetjes uit de negentiende eeuw zijn. Daarmee trappen ze in het misleidende verhaal dat liberalen over de herkomst van onze vrijheden vertellen!
Natuurlijk is de vrijheid niet onbegrensd. De Nederlandse wet stelt duidelijke grenzen aan bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting. Het is bijzonder spijtig dat al die bepalingen in de praktijk vaak niet meer zijn dan een dode letter.
Problematischer wordt het wanneer een bepaald artikel uit de Grondwet, artikel 1 (het verbod op discriminatie), wordt ingezet om de andere vrijheden waar ik het zojuist over had, te relativeren. Of wanneer wordt gezegd dat individuele vrijheden door groepen moeten worden gerespecteerd.”

Voortgaande individualisering kan een bedreiging vormen voor de vrijheid van godsdienst. Deelt u die stelling?
“Dat is zeker het geval. Politici zeggen steeds vaker dat alleen individuen de dragers van de rechten zijn en dat iedere groep waarvan die indibiduen deel uitmaken de rechten van het individu moeten respecteren. Dat betekent bijvoorbeeld dat een reformatorische school wel iets mag vinden van homoseksualiteit maar een homoseksuele leraar toch moet accepteren omdat die als individu recht heeft op gelijke behandeling, wat zijn seksuele geaardheid ook is."
Dat is een bedenkelijke ontwikkeling omdat zij de vrijheid van godsdienst en godsdienst van binnenuit uitholt. Het is ook in strijd met de tekst van de Grondwet waar bijvoorbeeld duidelijk staat dat de vrijheid van godsdienst ook een collectief recht is: we hebben het recht om alleen of met anderen ons eigen geloof te belijden.
Wat onze eigen gezindte betreft ben ik erg bang voor een gevaarlijke combinatie van onverschilligheid en naïviteit.
Onverschilligheid, omdat we onze eigen scholen heel normaal zijn gaan vinden en ons niet meer realiseren welk een groot voorrecht dat eigen onderwijs is, met name wat betreft de kansen op vorming die zij biedt.
Naïviteit, omdat je nog zo vaak mensen tegenkomt die toch nog tamelijk beschermd leven en zich niet kunnen voorstellen welke geest zich van de hoofdstroom in politiek en samenleving meester heeft gemaakt. Die geest dwingt ons eigenlijk om onszelf en onze opvattingen te relativeren. Vanuit het christelijk geloof is dat onmogelijk.”

Is het denkbaar dat de grondrechten in de toekomst de vrijheid van christenen en hun instituten belemmeren?
“Ja, dat lijkt meer dan een theoretische mogelijkheid. We hebben gezien hoe de vrijheid van vereniging als de SGP om een bepaald vrouwenstandpunt in te nemen, al is belemmerd. Hoe je dat standpunt ook beoordeelt, de dwang was schokkend en pijnlijk.
De dwang om homoseksualiteit als gelijk aan heteroseksualiteit te accepteren kan gevolgen hebben voor onze scholen en kerken. Een beroep op de rechten van het kind wordt tegenwoordig als belangrijkste argument ingebracht in de strijd tegen jongensbesnijdenis. Voor onze dooppraktijk kan dat ook gevolgen hebben.
De VVD wil kerkverbanden die een bedreiging vormen, verbieden en opheffen. Dat plan lijkt zich vooralsnog tegen salafistische moskeeën te richten. Maar stel nu eens dat er een moment aanbreekt ook elke vorm van discriminatie als een integraal onderdeel van de rechtsorde wordt gezien? Dan komen wij ook aan de beurt.
Er is een politiek-incorrecte vorm van islamofobie bij de PVV van Geert Wilders. Maar er is ook een politiek-correcte vorm van islamofobie. Die tref je aan bij politici die de islam als een bedreiging voor onze moderne levensstijl zien maar zich niet tegen de islam als zodaning willen keren en daarom alle vormen van religie op één hoop gooien. Alle vormen van monotheïsme zijn gevaarlijk omdat deze gelovigen een God dienen en aanbidden die hen ieder moment kan opdragen iets te doen wat tegen de democratische rechtsorde ingaat. En daaerom moeten ze allemaal goed in de gaten worden gehouden. In Engeland komen ambtenaren al controleren bij het onderwijs op zondagscholen."

Hoe dienen christenen -en politici die hen vertegenwoordigen- zich op te stellen in de discussies rondom grondrechten?
“Een beetje moedig zou ik zeggen. Maak de herkomst van de grondrechten duidelijk, en de aard en betekenis van die grondrechten en de reikwijdte. En verzet je tegen iedere poging om die grondrechten vanuit een liberale ideologie in te perken of af te schaffen.
Er is nog een gevaar dat onze gezindte bedreigt. Tenminste als je hier en daar in het land voor zaaltjes staat. Dan hoor je mensen wel zeggen: Ach, laat maar die vrijheden, als christenen behoren we te worden vervolgd. Ik ben bang dat die gedachte wel eens op een bepaalde zelfoverschatting kan berusten. Ik ben ook bang dat mensen die zoiets zeggen ook weinig oog hebben voor de kaders waarbinnen we ons geloof kunnen blijven overdragen. Ik houdt het liever bij wat Groen van Prinster zei. Die maakte zich weinig illusies over de toekomst en vreesde dat het vacuüm van de moderne samenleving zich zou vullen met ideologieën die een anti-christelijkje spits hadden. Maar het maakt wat uit, zei Groen, of die ontwikkelingen zich dankzij ons of ondanks ons voltrekken. Dank zij ons gebrek aan waakzaamheid, of ondanks onze strijd tegen die ontwikkelingen."

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 17:02
door Martijn
Ik ben wel benieuwd waar vanuit 2 Thessalonicenzen 2 is af te leiden dat de rechtstaat de laatste weerhouder van de antichrist is?

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 17:10
door -DIA-
Martijn schreef:Ik ben wel benieuwd waar vanuit 2 Thessalonicenzen 2 is af te leiden dat de rechtstaat de laatste weerhouder van de antichrist is?
Ik heb dit zelf nog niet nageslagen, maar ik wil wel eens nakijken wat de kanttekeningen en Matthew Henry en anderen hierover zeggen.
In ieder geval is dit geen nieuw gezichtspunt. Ook dhr. L.M.P. Scholten heeft zich hierover in gelijke zin uitgelaten.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 17:17
door -DIA-
Wat dhr. L.M.P Scholten schreef over 'de wederhouder' had ik al eerder hier gepost, enkele jaren geleden. Ik kan het dus makkelijk kopiëren, wat ik persoonlijk handiger vind dan een link plaatsen: Hier wat dhr. Scholten schreef:

DE WEDERHOUDER

'Antichrist nog weerhouden door de wet' stond er boven het artikel waarin het RD verslag deed van de eerste lezing van ds. P. den Butter op de Haamstede-conferentie. Het verslag vermeldde daarvan: 'Het enige obstakel dat de komst van de antichrist tegenhoudt, is de wet. Als de wet helemaal weg is, kan hij doen wat hij wil.'
Dat leidde ds. Den Butter kennelijk af uit 2 Thessalonicenzen 2. Daar schrijft Paulus over de komst van de antichrist. De twee verzen waarom het gaat, de verzen 6 en 7, luiden als volgt: 'En nu, wat hem (de antichrist) wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd. Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk die hem nu wederhoudt, die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.'
De gemeente van Thessalonica was in verwarring gebracht door mensen die verkondigden dat de jongste dag elk ogenblik kon aanbreken. Paulus zet uiteen, dat voorafgaande aan Christus' wederkomst eerst de grote afval komen zal en de mens der zonde, de zoon des verderfs (hij bedoelt daarmee de antichrist) zich in al zijn vreselijkheid zal openbaren.
Hij tekent de antichrist in diens zelfvergoding, alzo dat hij in de tempel Gods als een God zal zitten (vers 4). De antichrist is dus bij uitstek religieus. Hij kan alleen voortkomen uit een eens christelijke en nu ontkerstende wereld. De antichrist is een totalitaire macht die als resultaat van een lange ontwikkeling, maar toch ineens, plotseling, de wereldheerschappij zal bezitten.
Zijn toekomst (in het Grieks staat het woord parousia, hetzelfde woord dat de apostel dikwijls gebruikt voor de komst van Christus ten oordeel) zal zijn naar de werking des satans, in alle kracht en tekenen en wonderen der leugen (vers 9). Men vergelijke Openbaring 13 en 17. Daar wordt over de antichrist gesproken in termen die duidelijk heenwijzen naar Rome.
Maar de volle openbaring van de antichrist wordt nog door iets tegengehouden. Hoewel de verborgenheid der ongerechtigheid al gewerkt wordt, is er iets dat de volle uitbarsting van het kwaad nu nog weerhoudt, zo doet Paulus de Thessalonicenzen weten.
Deze woorden hebben de uitleggers veel moeite gegeven. Dat is vooral omdat de apostel in vers 6 spreekt van iets wat, en in vers 7 van iemand die de antichrist tegenhoudt, evenwel zo dat het duidelijk is dat die beiden nauw verband houden met elkander.
De oudste ons bekende verklaring, die ook thans nog wel het meest naar voren wordt gebracht, is, dat Paulus met ''wat hem wederhoudt'' de Romeinse staat heeft bedoeld en met ''die hem wederhoudt'' de keizer van Rome.

We vinden deze uitleg reeds bij de christenjurist Tertullianus, die omstreeks het jaar 200 heeft geleefd en vervolgens bij vele kerkvaders van de oude kerk.
De achterliggende gedachte daarvan is, dat het Romeinse rijk een rechtsstaat was, met een vaste en geregelde organisatie, berustend op wetten en als zodanig een bescherming van zijn burgers tegen de bandeloosheid en wetteloosheid van de mens der zonde, de zoon des verderfs.
Vandaar dat men in de oude kerk, volgens het getuigenis van dezelfde Tertullianus, placht te bidden dat het Romeinse keizerrijk nog lang mocht bestaan, als wederhouder van de komst van de antichrist. Augustinus was er ook van overtuigd, dat de Romeinse keizers deze opdracht van Godswege gekregen hadden. Vandaar, dat toen in 410 de stad Rome verslagen en ingenomen werd door Alarik, de vorst van het volk der Goten, de ontsteltenis onder de christenen groot was. Toen de bekende kerkvader Hiëronymus in Bethlehem ervan hoorde, sprak hij de verwachting uit, dat de komst van de antichrist en het einde van de wereld nu voor de deur stonden.
Wie die antichrist zou zijn, daarvan had geen van deze mannen een notie. De overtuiging dat het pausdom de in de Schrift voorzegde antichrist was, rijpte in de Middeleeuwen in groepen als de albigenzen en waldenzen en bij enkele moedige mannen in de kerk, zoals Joachim van Fiore en John Wiclif.
Luther knoopte bij hen aan en gaf daarmee een nieuwe inhoud aan het gevoelen dat het Romeinse keizerrijk de wederhouder was geweest: Zolang de Romeinse keizers de baas waren, kreeg het pausdom geen kans om wereldlijke macht tentoon te spreiden. Maar toen barbaarse volken het Romeinse rijk ten onder brachten, en zo de wederhouder 'uit het midden werd weggedaan' maakte het pausdom van de gelegenheid gebruik om naar de geestelijke en wereldlijke heerschappij te grijpen.
Deze verklaring kreeg brede aanhang zowel onder lutheranen en gereformeerden als onder andere protestanten. Toch blijft er iets wringen. Neen, wij willen er geen duimbreed van afdoen, dat we in het roomse pausdom de antichrist hebben te zien. Maar de verklaring dat Paulus met de wederhouder het Romeinse keizerrijk bedoeld heeft, stuit toch wel op bezwaren. Het moge waar zijn, dat de eenheid, vrede en orde in het Romeinse rijk bevorderlijk zijn geweest voor de evangelieprediking, maar het rijk kon zijn eenheid alleen bewaren dankzij een religieuze fundering in de keizerverering.

De massaliteit van het rijk vroeg om een algemene staatsgodsdienst. Keizer Augustus noemde zich 'Gods Zoon' en beval voor zich tempels te bouwen, waar de eredienst tevens moest geschieden voor de godin Roma. De eerste van deze tempels verrees in Pergamum, in Openb. 2:13 veelbetekenend de troon des satans genaamd. Latere keizers, zoals Caligula, Nero, Domitianus, Trajanus, lieten zich als goden vereren.
De christenvervolgingen in de eerste drie eeuwen waren dan ook geen incidenten, maar onvermijdelijk. De christenen werden als staatsgevaarlijk beschouwd, omdat zij weigerden mee te doen aan de offerdiensten en de keizerverering. Vandaar telkenmale tijden van bloedige vervolging.
Het Nieuwe Testament staat positief tegen de overheid als dienaresse Gods, Romeinen 13. Maar tegelijk is de verplichting om de keizer goddelijke eer te bewijzen reden dat de overheid van Rome in het laatste Bijbelboek zo scherp veroordeeld wordt. Wat dat betreft is het pauselijke Rome feitelijk de rechtlijnige voortzetting van het keizerlijke Rome.
Het is, goed beschouwd, dan wel heel vreemd, dat de val van het Romeinse heidendom (een overwinning voor Christus' Koninkrijk) het wegnemen van de wederhouder van de antichrist zou zijn. Daar komt dan nog bij, dat het wegvallen van de wederhouder door de apostel typisch getekend wordt als een verschijnsel tegelijk met de grote afval in het laatst der dagen.
Wie bij de wederhouder alleen denkt aan de Romeinse staat, moet wel tot de conclusie komen, dat Paulus' voorzegging al meer dan 1400 jaar geleden in vervulling is gegaan, en ons voor de tijd waarin wij nu leven, weinig meer te zeggen heeft.
Er zijn dan ook andere uitleggers, die bij de woorden van Paulus niet speciaal aan het Romeinse rijk denken, als wel aan de rechtsstaat in het algemeen. Zij willen die zien als een blijk van Gods algemene genade waardoor er ondanks de zondeval nog een menselijke samenleving mogelijk is. Krachtens de algemene genade is er onder de mensen nog besef van eerbied, ontzag, respect, naastenliefde, verantwoordelijkheid, is er nog gezinsleven, maatschappelijk leven en staatkundig leven mogelijk. Dat, zeggen deze uitleggers, is de wederhoudende macht die Paulus bedoelt, waardoor de mens der zonde, de zoon des verderfs zich nog niet zo kan uitleven als hij wel zou willen.
De 19e-eeuwse nieuwtestamenticus Th. Zahn heeft dit vooral benadrukt. Hij zag in de wederhouder dan ook concreet de macht van de wet in de zin van een algemene rechtsorde. Het zou ons niet verbazen, wanneer ds. Den Butter in deze zin gedacht heeft.

Tegen de ongerechtigheid (vers 7) en de ongerechtige (vers 8), letterlijk de wetteloosheid en de wetteloze verheft zich dan een wettelijk geordende samenleving, die in onze westerse cultuur uiteindelijk gefundeerd is in het Romeinse recht. Die rechtsstaat is als een dijk die de doorbraak van de wetteloosheid nog tegenhoudt.
We willen niet miskennen wat we nog bezitten in de Nederlandse wetgeving. Duidelijk vertoont zij de sporen van het christelijk verleden van ons volk. Maar als wederhoudende macht zoals Paulus die bedoelt tegen de mens der zonde, de zoon des verderfs, zijn staatswetten van een moderne democratische samenleving ten enenmale ontoereikend.
Immers, de wetteloosheid van de Gode vijandige wereld is geen overtreding van menselijke wetten, maar rechtstreekse opstand tegen de autoriteit Gods.
Weer anderen, onder wie prof. dr. V. Hepp in zijn boek 'De antichrist', hebben aan de aartsengel Michaël gedacht, op grond van Daniël 10:13 en 21 en Openbaring 12:7. Maar dat is puur een gissing, waarvoor genoemde teksten onzes inziens te weinig aanknopingspunten bieden.
Calvijn, in zijn verklaring van 2 Thessalonicenzen 2:6, begint met het gevoelen van de kerkvader Chrysostomos (354 – 407). Deze heeft geschreven dat de wederhoudende macht die de volkomen openbaring van de antichrist tegenhoudt, óf de Heilige Geest, óf het Romeinse rijk moet zijn. Nadat Calvijn dan heeft getoond hoe Chrysostomos tot de keus voor het laatste is gekomen, vervolgt de Kerkhervormer: Maar ik meen dat Paulus' zin anders geweest is, te weten dat de leer des Evangelies alom moest verbreid worden, totdat meest de ganse wereld van hardnekkigheid en voorgenomen boosheid overwonnen en overtuigd ware. (…)
Voorwaar, mij dunkt dat ik Paulus hoor spreken van de algemene roeping der heidenen. Dat de genade Gods alle mensen moest aangeboden worden, dat Christus de wereld zou doorlichten met Zijn Evangelie, opdat der mensen goddeloosheid te beter betuigd en overwonnen ware. Dit was dan de uitstelling, totdat de loop des Evangelies vervuld ware. Want de onverdiende aanbieding der zaligheid zou naar Gods orde voorgaan. Daarom zegt hij daarbij ''te zijner eigen tijd'', want als de genade verworpen was, zo was het tijd te straffen.''
Het is duidelijk, dat Calvijn hierbij gedacht heeft aan Matth. 24:14: En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen. We gaan nu niet in op de betekenis die het woord 'aanbieden' hier bij Calvijn heeft: bekendmaken, prediken, verkondigen, op het hart binden, met de eis van bekering en geloof, waardoor de hoorders te meer schuldig gesteld worden.


In zijn verklaring van Matth. 24:14 zegt Calvijn, dat 'wat de satan ook bedenke, en hoe vele beroeringen hij ook verwekke, het Evangelie toch dat alles zal te boven komen, totdat het over de gehele aarde verbreid zal zijn. (…) Ook geeft Hij als doel der prediking aan, dat zij zijn zal tot een getuigenis voor alle volken. (…) Bedenken wij dan dat zo dikwerf het Evangelie gepredikt wordt, het is alsof God Zelf optrad om plechtig en ernstig tot ons te getuigen, opdat wij voortaan niet meer in het duister zouden omzwerven, en degenen die weigeren Hem te gehoorzamen, alle reden tot verontschuldiging te benemen.'
Het wederhouden van de volle ontplooiing van de antichristelijke macht is niet alleen omwille van de prediking des Woords, maar niet minder ook dóór die prediking. Daarop wijzen met name onze Statenvertalers.
In hun kanttekening bij 'wat hem wederhoudt' geven zij verschillende verklaringen, zonder dat zij daarin een duidelijke keuze maken. Zij schrijven: Van meest alle oude leraars en van onzen tijd wordt hierdoor verstaan de opperste autoriteit en aanzien der oude keizers in het Romeinse rijk.' Maar daaraan vooraf stellen zij: wat hem wederhoudt: 'Dat is, zijn openbaring of openlijke opkomst nu nog verhindert en ophoudt. Hierdoor wordt van sommigen verstaan de zuivere predikatie des Evangelies, en de oprechtheid der leraars in de gemeente Gods, die zolang zij in Christus' kerk zijn behouden, zulke geestelijke heerschappijzucht en dwaling hebben wederstaan en opgehouden.'
Een uitwerking van het gevoelen van Calvijn dus. De prediking des Woords heeft ook een actieve functie in het weerhouden van de antichrist. Ook al heeft de uitwendige roeping, wanneer zij niet met de zaligmakende werking van Gods Geest gepaard gaat, niet de macht om het geloof in het hart te werken, zij houdt de mens wel onder het beslag van Gods openbaring en wederhoudt van vele zonden. Dat geldt van mensen persoonlijk en ook van hele volken. We hebben bij Matth. 24:14 dus niet alleen aan de prediking op de zendingsvelden te denken, maar breder, aan de kerstenende kracht van het Woord op de gehele samenleving. Zolang dat Woord helder, zuiver en krachtig gepredikt wordt, kan de mens der zonde zich nog niet ten volle openbaren.
In vers 6 schrijft Paulus over iets dat de antichrist wederhoudt, en in vers 7 over een persoon die dat doet. Men kan bij het laatste denken aan de dienaren des Woords, als een eenheid gezien, zoals ook de verschillende pausen samen de persoon van de antichrist uitmaken. Maar ook zijn er die gedacht hebben aan de Heilige Geest. Vermoedelijk ook Calvijn, getuige zijn opmerking over Chrysostomos.

Iets vergelijkbaars zien we in Hebr. 4:12 en 13. In vers 12 handelt de apostel daar over het Woord Gods, dat levend en krachtig is, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, enz., en dan vervolgt hij in vers 13: En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, enz.. Daarvan citeren we maar weer de kanttekening: Alzo klimt hij dan hier van het Woord Gods tot God Zelven.
''Eerst waren het de Romeinse keizers, toen de Roomse pauzen, die de kerk des Heeren zochten uit te roeien en in het eind der dagen zal Rome nog eens in het woeden van de antichrist de macht ontplooien, vreselijker dan ooit tevoren, om Gods kerk te vuur en te zwaard te vervolgen'' (aldus ds. G.H. Kersten in zijn dogmatiek, II, 318). We herhalen wat wij over de wederhouder hebben geschreven in ons Kerkelijk Jaarboek van 1999:
Het Woord dus, als het zwaard des Geestes. Dat heeft door de eeuwen zoveel kracht gehad, dat daardoor de openbaring van de mens der zonde, de zoon des verderfs, werd tegengehouden.
Alleen, in het laatst der dagen, als de afval gekomen is, zal die wederhoudende macht uit het midden weggedaan worden.
Moeten we hier ook niet denken aan de Schriftkritiek, waardoor ook in het protestantisme het Woord van zijn kracht beroofd wordt en de kerkleer onherkenbaar wordt verdraaid?
Met het zwaard des Woords werd het beest een dodelijke slag toegebracht, maar de wond werd genezen en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest, Openb. 13:3.
Men onderschatte Rome niet. Rome verwacht, als leidster van de grootste kerk van de grootste wereldreligie in de 21e eeuw een leidende rol te kunnen spelen in een verbond van wereldgodsdiensten, als aangeboren geestelijk leidster van de wereld. Als een vaardige kameleon weet het Vaticaan, met een diplomatieke ervaring van eeuwen, zich soepel aan te passen aan wat er leeft aan opvattingen en stromingen in de wereld. In wezen is er een fundamentele overeenkomst tussen Rome's leer en het humanisme. Ook zijn er duidelijke raakvlakken met de religieuze ideeën van de oosterse religies, New Age. De antichrist zal gediend worden met grote wonderen en tekenen, waarmede hij zeer velen zal verleiden (2 Thess. 2:9-12. Openb. 13:13-16). Hij zal de kerk zo vervolgen, dat zij een kerk in de woestijn wordt (Matth. 24:9, 22. Openb. 11:13 e.v.; 12:6). En toch zal hij tenslotte door Christus volkomen worden overwonnen, 2 Thess. 2:8.
Wat hem wederhoudt, weet gij, schreef Paulus aan de Thessalonicenzen. Weten wij het ook? Waar het woord des konings is, daar is heerschappij, Pred. 8:4.

De mens der zonde maakt zich zo sterk, woedt reeds rondom ons, in kerk, staat en maatschappij, woedt ook in ons, maar waar dat Woord is, zal hij niets vermogen. Het Woord Gods is levend en krachtig, scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, Hebr. 4:12. Luther zong: Eén woord reeds doet hem vallen. Er is maar één macht die de mens der zonde wederhoudt, de macht van het Woord. Geloofden wij het toch: Met onze macht is het niets gedaan. Alle kunstmiddelen vermogen niets.
De ellende van onze tijd ligt in het loslaten van het Woord. Vandaar de geweldige veranderingen. Als het anker in Gods Woord wordt losgelaten, raakt alles op drift. Er ligt een nauw verband tussen de ontbinding van de satan en het wegdoen van de wederhouder uit het midden.
Zal de wederhouder blijven tot de jongste dag? Jazeker. Hij zal wel uit het midden weggedaan worden, dat wil zeggen, Gods Woord zal zijn wederhoudende kracht in de maatschappij, in het leven der volken verliezen. Maar toch zal er een volk blijven, waarvan geldt: Gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard. Dat volk heeft dat Woord lief gekregen, omdat de liefde tot de God van het Woord is uitgestort in hun hart.
Dat kan dat Woord niet meer loslaten, omdat het daarin spijze voor de ziel gevonden heeft. Van dat volk geldt: Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken die op de aarde wonen. Zie, Ik kom haastelijk; houd wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme, Openb. 3:10, 11.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 17:44
door emigrant
Ik vind deze artikelen niet verontrustend maar wel ontiegelijk Hypocriet gezien de leefstijl in de gereformeerde gezindte.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 17:51
door -DIA-
emigrant schreef:Ik vind deze artikelen niet verontrustend maar wel ontiegelijk Hypocriet gezien de leefstijl in de gereformeerde gezindte.
Dat is het juist. Men laat zich niet meer gezeggen.
Dat maakt het zo ernstvol. Het is of de consciënties van de mens als met
een brandijzer worden toegeschroeid. Dan wil men het niet zien, en...
men ziet het ook daadwerkelijk niet. Men heeft er zichzelf voor afgesloten.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 19:42
door Wim Anker
Mooie, heldere artikelen @DIA. tnx voor het plaatsen.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 23:00
door Bonny
emigrant schreef:Ik vind deze artikelen niet verontrustend maar wel ontiegelijk Hypocriet gezien de leefstijl in de gereformeerde gezindte.
Kun je dat beargumenteren?

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 23:21
door -DIA-
Bonny schreef:
emigrant schreef:Ik vind deze artikelen niet verontrustend maar wel ontiegelijk Hypocriet gezien de leefstijl in de gereformeerde gezindte.
Kun je dat beargumenteren?
We kunnen wel wat vermoeden als we dat stukje van dr. B.J. Spruyt lezen.
Maar ik wil daar verder niet op ingaan.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 24 jun 2016, 23:54
door Panny
Terechte zorgen van dhr. Spruyt over bepaalde ontwikkelingen. Het liberale gedachtegoed is in de praktijk vaak helemaal niet zo liberaal. En daarbij de kanttekening of we wel genoeg gebruik maken van de godsdienstvrijheid zoals wij die hier kennen.

Maar aan de andere kant kan vrijheid zoals wij die kennen ook heel bedriegelijk zijn. Het lijkt allemaal heel vredig en gemakkelijk waardoor de grens tussen wereld en kerk zo lijkt te vervagen. De aanvallen van satan tegen de kerk in vrijheid is vaak zo subtiel en daardoor misschien juist extra gevaarlijk.
Wat denken jullie?

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 25 jun 2016, 00:35
door -DIA-
Panny schreef:Terechte zorgen van dhr. Spruyt over bepaalde ontwikkelingen. Het liberale gedachtegoed is in de praktijk vaak helemaal niet zo liberaal. En daarbij de kanttekening of we wel genoeg gebruik maken van de godsdienstvrijheid zoals wij die hier kennen.

Maar aan de andere kant kan vrijheid zoals wij die kennen ook heel bedriegelijk zijn. Het lijkt allemaal heel vredig en gemakkelijk waardoor de grens tussen wereld en kerk zo lijkt te vervagen. De aanvallen van satan tegen de kerk in vrijheid is vaak zo subtiel en daardoor misschien juist extra gevaarlijk.
Wat denken jullie?
Dat is wel juist opgemerkt. De herders worden wolven, zoals dr. Spruyt ook zegt. En een wolf in schaapskleren heeft je voor je er erg in hebt. Dat is inderdaad erg gevaarlijk. Juist in deze tijd waarin alles zowat mag en de zonde vanaf veel kansels niet meer benoemd wordt, de kerk bespot wordt als een achterlijk groepje dat maar niet meekan (ik denk niet dat dit zo veel ronduit van de kansel wordt gezegd) en de oproep tot bekering wegvalt omdat de hoorders allemaal immers al broeders en zusters zijn. Ik weet wel waarover ik praat, want ik beluister toch af en toe wel preken buiten onze reformatorische kerken. Of het mag weet ik niet, heb ik zelf soms mijn twijfels over, maar je weet dan wel wat er in kerk en wereld gaande is.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 25 jun 2016, 06:23
door CvdW
Van wie mag het niet? Bedoelt u van God of het keurslijf van de GG?
We leven wel in deze wereld, maar als het goed is zijn we niet van deze wereld.
Namen onze oudvaders geen kennis van hetgeen in de wereld geschiedde? Ik lees daar echt niet dat ze geen kennis mochten nemen van andersdenkenen.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 25 jun 2016, 07:34
door Martijn
-DIA- schreef:
Martijn schreef:Ik ben wel benieuwd waar vanuit 2 Thessalonicenzen 2 is af te leiden dat de rechtstaat de laatste weerhouder van de antichrist is?
Ik heb dit zelf nog niet nageslagen, maar ik wil wel eens nakijken wat de kanttekeningen en Matthew Henry en anderen hierover zeggen.
In ieder geval is dit geen nieuw gezichtspunt. Ook dhr. L.M.P. Scholten heeft zich hierover in gelijke zin uitgelaten.
Zou het niet God zelf zijn die antichrist nog tegenhoud? Alles in deze wereld gaat naar Zijn wil, al zien wij dat vaak niet.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 25 jun 2016, 08:32
door -DIA-
Martijn schreef:
-DIA- schreef:
Martijn schreef:Ik ben wel benieuwd waar vanuit 2 Thessalonicenzen 2 is af te leiden dat de rechtstaat de laatste weerhouder van de antichrist is?
Ik heb dit zelf nog niet nageslagen, maar ik wil wel eens nakijken wat de kanttekeningen en Matthew Henry en anderen hierover zeggen.
In ieder geval is dit geen nieuw gezichtspunt. Ook dhr. L.M.P. Scholten heeft zich hierover in gelijke zin uitgelaten.
Zou het niet God zelf zijn die antichrist nog tegenhoud? Alles in deze wereld gaat naar Zijn wil, al zien wij dat vaak niet.
Hij vermag niets als God het hem niet toestaat. Maar we weten dat hij geopenbaard MOET worden te zijner tijd. De tekenen die daaraan vooraf zijn ons ook niet zomaar gegeven.

Re: Onze naïviteit en onze onverschilligheid.

Geplaatst: 25 jun 2016, 08:45
door Leerling
In dit opzicht kunnen we alleen maar zeggen dat we de dag en de ure niet weten. Laten we dus maar op houden met alle eindtijdstheorieen. (@Forummer: Dit is niet wettisch en doorgezakt.) Wees ten alle tijd waakzaam en wees bereid!