Het recht onderscheidenlijk spreken n.a.v. citaten John Flavel en dr. P. de Vries
Geplaatst: 09 nov 2015, 13:50
Luther schreef:Eerder plaatste @JGW een stuk van dr. P. de Vries onder de titel 'bekommerde'; later plaatste @WimAnker een stuk uit DWS van Flavel. Wim trok onder andere de onderstaande conclusie en ik zou daar nog op terug komen.Ik heb gesteld dat die conclusie niet uit het stuk van Flavel te trekken is; Wim meende dat je dan de beide stukken echt anders leest dan hij zelf doet.WimAnker schreef:2. De in dit stuk als 3e 'categorie' benoemde christen is, met andere woorden, de 'bekommerde'. Het eerder door JGW geplaatste stukje van dr. P de Vries ademt, zacht gezegd, toch een andere toonzetting. Eerlijker is te zeggen dat de geplaatste stukken gewoon met elkaar in tegenspraak zijn.
Eerst nog maar even de beide stukken naast elkaar leggen. Ik citeer alleen de voor deze post relevante zinnen. De rest is elders in dit topic te lezen.Vervolgens postte @WimAnker een gedeelte van John Flavel en zette hij daarboven "Definitie van een 'bekommerde'" . Let wel: dat is Wims definitie, en niet wat Flavel erboven zet! Wim citeerde ook niet het hele artikel; dat ga ik ook niet doen, maar het is wel nodig om er wat meer van te zeggen. Daarom citeer ik uit De Wachter Sions van 15 oktober jl. Johan Flavel. Het artikel waarin het citaat van Wim stond, start met deze passage:dr. P. de Vries schreef:(...) De eerste daad van het zaligmakende geloof is, dat we als een verdoemelijk zondaar vluchten tot Christus om door Zijn bloed gereinigd te worden. Het waarachtige geloof wordt in de diepten geboren. Waar wij de grond uit al ons zoeken, bidden en zuchten verliezen, komt de Heere over. Dat is dan het begin van het geestelijk leven. Daar krijgt namelijk Christus waarde voor ons. Daarvóór zochten we het nog in de werken der wet. (...)
Daarom wijs ik erop dat soms het woord ‘bekommerde’ in een andere betekenis wordt gebruikt, dan ik zojuist deed. Dan denkt men aan mensen die weliswaar diep overtuigd zijn van het feit dat zij God niet kunnen ontmoeten, maar nadrukkelijk aangeven dat zij geen zicht hebben op Christus en geen band aan Hem. Nu is God de laatste Rechter, maar afgaande op de woorden van de mensen die zo spreken, moeten wij ervan uitgaan dat zij in zekere zin de enge poort dicht genaderd zijn, maar er nog niet doorheen zijn gegaan.(...)
Helaas gebeurt het meer dan eens, dat je uit een preek de indruk krijgt dat er drie soorten mensen zijn: zij die buiten Christus zijn en dus kinderen des toorns, zij die in Christus zijn en daarom vrede met God hebben en in de derde plaats de bekommerden die er ergens tussen in zitten. Onze belijdenis leert ons dat degenen die buiten Christus zijn, gewaarschuwd moeten worden dat zij rampzalig zijn en zij die in Christus zijn, getroost, dat zij zalig zijn.
(...)Wie de bekommerden als een aparte categorie ziet, waarschuwt de bekommerden niet echt en troost ze niet echt. Een dergelijke derde categorie is ook strijdig met wat de Heidelbergse Catechismus naar Gods Woord leert over de sleutels van het koninkrijk der hemelen.
Als het om een soort bekommernis gaat waarin iemand wel van schuld weet, maar niet om Christus zucht en tot Christus vlucht, is het echter zo nodig dat de persoon in kwestie hoort dat niet slechts de kennis van één stuk, namelijk slechts dat van de ellende, maar de kennis van drie stukken, namelijk van ellende, verlossing en dankbaarheid, nodig is om zalig te leven en te sterven. Die moet niet worden betuigd dat het hem nog het een en ander ontbreekt en zelfs niet dat hem veel ontbreekt, maar dat hem uiteindelijk nog alles ontbreekt.
(...)
Tegelijkertijd zeg ik met Brakel dat de eerste daden van het geloof zo zwak kunnen zijn dat de persoon in kwestie die het geloof beoefent, dat niet als daden van geloof kan zien. Daarom mogen we voor onszelf altijd vragen of wij in Gods licht het licht mogen zien.Flavel werkt dat in de volgende alinea uit en noemt wat Christus op die dag allemaal meebrengt aan heilsgoederen. Vervolgens schrijft hij:John Flavel schreef:"Als Christus met al Zijn weldaden door Gods bijzondere toepassing tot de Onze wordt gemaakt, wat is dan de dag van de bekering een dag van veel genade en barmhartigheid! Wat bezoekt een veelheid van uitgelezen zegeningen de bekeerde ziel op die dag!Flavel werkt dit uit door te wijzen op de bekering van Zacheüs (Luk 19), van de kamerling (Hand. 8), van de stokbewaarder (Hand 16). Daarna vervolgt Flavel:John Flavel schreef:Welnu, als de dag waarop wij Christus omhelzen, de dag van vreugde van Zijn hart, en Hijzelf het zo beschouwt dat wij Hem eren en verheerlijken, wat moet het dan voor óns hart een dag van vreugde en blijdschap zijn.En dan volgt de quote die @WimAnker hier eerder heeft gepost. O.a. dit:Johan Flavel schreef:Als Christus dit alles wordt gemaakt voor elke ziel waaraan Hij krachtdadig wordt toegepast, wat heeft dan díe ziel die onder het voorbereidende werk van de Geest is, en dicht is genaderd tot Christus en al Zijn weldaden, reden om met een vurig verlangen haar hand uit te strekken en Hem de uiterst belangrijke uitnodiging te doen om binnen te komen!De conclusie van Wim was:WimAnker schreef:Definitie van een 'bekommerde':
Zij echter die onder de voorbereidende werkingen van de Geest dicht bij Christus zijn gekomen, die zien dat zij Hem absoluut nodig hebben en dat Hij gepast is voor wat zij behoeven, in wie ook een bemoedigende hoop begint te gloren en wier ziel aan Gods voeten wacht op kracht om Hem aan te nemen, op een hart dat Hem met ernst, en volledig wil aannemen – o, wat moeten die mensen met een sterk verlangen, met krachtige smeekbeden en aandoenlijke beweegredenen komen, en er dringend om vragen Christus te mogen gewinnen en Hem te mogen bezitten!Ik heb daarover gezegd dat ik niet begreep hoe hij deze conclusie kon trekken uit de geplaatste citaten. En nu ik er nogmaals doorheen ben gegaan, snap ik het nog minder.WimAnker schreef:2. De in dit stuk als 3e 'categorie' benoemde christen is, met andere woorden, de 'bekommerde'. Het eerder door JGW geplaatste stukje van dr. P de Vries ademt, zacht gezegd, toch een andere toonzetting. Eerlijker is te zeggen dat de geplaatste stukken gewoon met elkaar in tegenspraak zijn.
1. In de eerste plaats gebruikt Flavel het woord 'bekommerde' zelf niet, maar spreekt hij over enerzijds hen die door Gods bijzondere toepassing Christus en al Zijn weldaden deelachtig worden en anderzijds over hen die onder de voorbereidende werkingen van de Geest zijn.
2. Dr. De Vries noemt eerst de juiste uitleg van wat een bekommerde is, en kritiseert daarna een onjuiste definitie ervan. De juiste uitleg: bekommerden zijn zwakgelovigen.De verkeerde definitie:dr. P. de Vries schreef:Tegelijkertijd zeg ik met Brakel dat de eerste daden van het geloof zo zwak kunnen zijn dat de persoon in kwestie die het geloof beoefent, dat niet als daden van geloof kan zien.Waarom zegt dr. De Vries hier 'helaas', omdat aan de bekommerde dan al heel wat zaligmakend geestelijk leven wordt toegeschreven. Zowel De Vries als Flavel maken echter duidelijk dat het moet komen tot het 'in Christus zijn'. De Vries waarschuwt ervoor om zulke mensen, die onder de voorbereidingen van de Geest zijn, tot de bekommerden te rekenen en hen daarin rust te schenken, en Flavel doet feitelijk precies hetzelfde. Flavels stuk is een preek of verhandeling en hij geeft aan hoe deze mensen aangespoord moeten worden om geheel tot Christus te komen en zichzelf ook uitstrekken naar Christus om Hem te mogen gewinnen.dr. P. de Vries schreef:Helaas gebeurt het meer dan eens, dat je uit een preek de indruk krijgt dat er drie soorten mensen zijn: zij die buiten Christus zijn en dus kinderen des toorns, zij die in Christus zijn en daarom vrede met God hebben en in de derde plaats de bekommerden die er ergens tussen in zitten.