Bijbelse vragen
Geplaatst: 11 okt 2013, 16:21
Er is een topic voor technische vragen, als er iets op internet niet klopt.
Er is een topic voor algemene vragen, zomaar een vraag.
Maar er is geen topic als je iets in de Bijbel leest, en je hebt er een vraag over.
Hierbij vraag nr. 1:
In de Bijbel wordt heelveel gehuild/geweend. Maar ik heb het idee toch weinig gelachen.
Een paar voorbeelden van lachen en huilen:
Lachen:
Toen viel Abraham op zijn aangezicht en hij lachte; en hij zeide in zijn hart: Zal een die honderd jaar oud is een kind geboren worden; en zal Sara, die 99 jaar oud is, baren?, Genesis 17:17.
Zo lachte Sara bij zichzelve, zeggende:Zal ik wellust hebben, nadat ik oud geworden ben en mijn heer oud is?, Genesis 18: 12.
Die in de hemel woont, zal lachen, Psalm 2:4.
Huilen:
Toen viel Jozef op zijns vaders aangezicht, en hij weende over hem en kuste hem, Genesis 50:1.
Toen hieven zij haar stem op en weenden wederom; en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan, Ruth 1: 14.
Toen werd de koning zeer beroerd, en ging naar de opperzaal der poort en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo:Mijn zoon Absalom, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon. En Joab werd aangezegd: Zie, de koning weent en bedrijft rouw over Absalom, 2 Samuël 18:33 en 19:1.
Och HEERE, gedenk toch dat ik voor Uw aangezicht en met een volkomen hart gewandeld heb, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer, 2 Koningen 20:3.
Een gebed van David. HEERE, hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedrieglijke lippen gesproken, Psalm 17:1.
Hoe komt dat? Evangelie betekent letterlijk blijde boodschap. Of zie ik dat verkeerd?
Vraag nr. 2:
In Psalm 69 staat o.a.:
Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding een valstrik.
Laat hun ogen duister worden, dat zij niet zien.
Doe hun lendenen geduriglijk waggelen.
Stort over hen Uw gramschap uit.
Hun paleis zij verwoest.
Doe misdaad tot hun misdaad.
Laat hen uitgedelgd worden uit het boek des levens.
In het begin van de Bijbel:
Oog om oog, tand om tand.
In de Mattheüs 5:38 & 39:
Gij hebt gehoord dat gezegd is:Oog om oog, tand om tand. Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat, maar zo wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe.
En weer ergens anders:
Mij (God) komt de wrake toe.
Ik snap niet helemaal wat hier staat. Er staat: Verduister hun gezicht (ps. 69), oog om oog, tand om tand. En er staat: Wederstaat de boze niet, en: Mij (God) komt de wrake toe. Spreekt Jezus nou in de bergrede Zijn eigen woord tegen? En de dichter van Psalm 69? Zit die dan fout? En mag je je nou wreken of niet?
Er is een topic voor algemene vragen, zomaar een vraag.
Maar er is geen topic als je iets in de Bijbel leest, en je hebt er een vraag over.
Hierbij vraag nr. 1:
In de Bijbel wordt heelveel gehuild/geweend. Maar ik heb het idee toch weinig gelachen.
Een paar voorbeelden van lachen en huilen:
Lachen:
Toen viel Abraham op zijn aangezicht en hij lachte; en hij zeide in zijn hart: Zal een die honderd jaar oud is een kind geboren worden; en zal Sara, die 99 jaar oud is, baren?, Genesis 17:17.
Zo lachte Sara bij zichzelve, zeggende:Zal ik wellust hebben, nadat ik oud geworden ben en mijn heer oud is?, Genesis 18: 12.
Die in de hemel woont, zal lachen, Psalm 2:4.
Huilen:
Toen viel Jozef op zijns vaders aangezicht, en hij weende over hem en kuste hem, Genesis 50:1.
Toen hieven zij haar stem op en weenden wederom; en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan, Ruth 1: 14.
Toen werd de koning zeer beroerd, en ging naar de opperzaal der poort en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo:Mijn zoon Absalom, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon. En Joab werd aangezegd: Zie, de koning weent en bedrijft rouw over Absalom, 2 Samuël 18:33 en 19:1.
Och HEERE, gedenk toch dat ik voor Uw aangezicht en met een volkomen hart gewandeld heb, en wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans zeer, 2 Koningen 20:3.
Een gebed van David. HEERE, hoor de gerechtigheid, merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedrieglijke lippen gesproken, Psalm 17:1.
Hoe komt dat? Evangelie betekent letterlijk blijde boodschap. Of zie ik dat verkeerd?
Vraag nr. 2:
In Psalm 69 staat o.a.:
Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding een valstrik.
Laat hun ogen duister worden, dat zij niet zien.
Doe hun lendenen geduriglijk waggelen.
Stort over hen Uw gramschap uit.
Hun paleis zij verwoest.
Doe misdaad tot hun misdaad.
Laat hen uitgedelgd worden uit het boek des levens.
In het begin van de Bijbel:
Oog om oog, tand om tand.
In de Mattheüs 5:38 & 39:
Gij hebt gehoord dat gezegd is:Oog om oog, tand om tand. Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat, maar zo wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe.
En weer ergens anders:
Mij (God) komt de wrake toe.
Ik snap niet helemaal wat hier staat. Er staat: Verduister hun gezicht (ps. 69), oog om oog, tand om tand. En er staat: Wederstaat de boze niet, en: Mij (God) komt de wrake toe. Spreekt Jezus nou in de bergrede Zijn eigen woord tegen? En de dichter van Psalm 69? Zit die dan fout? En mag je je nou wreken of niet?