belijdenisgeschriften

roseline

Bericht door roseline »

Indien uw hand u tot zonde zou verleiden... Indien uw oog u tot zonde zou verleiden....

Ik geloof dat ik ook al eens met je van gedachten heb gewisseld over wat 'zonde doen' is :)

Lees 1 Joh. 3:1-10. Ook dat geloof ik letterlijk.
lebaoth
Berichten: 583
Lid geworden op: 09 jul 2002, 15:18
Locatie: Utrecht
Contacteer:

Bericht door lebaoth »

Hoi Roseline,

ik geloof ook dat ik uitverkoren ben, ik geloof ook dat ik door de Geest geleid word.
Maar ik geloof niet dat ik nooit in een dwaling zal belanden, want dat zou betekenen dat alle mensen die het niet met mij eens zijn dwalen?
Dan zou jij dwalen, en volgens jou zou ik dwalen..

Lebaoth
'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'
roseline

Bericht door roseline »

Dat is nu het verschil.

Ik geloof de onderstaande teksten.

Jij niet?
Quazzy

Bericht door Quazzy »

Ok, stel nu dat er twee mensen zijn die allebei tot God bidden om zijn Geest die zal leiden tot zijn Waarheid bij het lezen van de bijbel. Maar stel nu dat zij een klein meningsverschil hebben over een ietsiepietsie klein detailtje van een niet noemenswaardig klein deel uit de bijbel. Waarschijnlijk zou jij tot de conclusie komen dat dus een van de twee flink de weg kwijt is (oftewel aan het dwalen) Waarom heeft God hen dan allebei niet geleid?
roseline

Bericht door roseline »

Origineel gepost door Quazzy
Ok, stel nu dat er twee mensen zijn die allebei tot God bidden om zijn Geest die zal leiden tot zijn Waarheid bij het lezen van de bijbel. Maar stel nu dat zij een klein meningsverschil hebben over een ietsiepietsie klein detailtje van een niet noemenswaardig klein deel uit de bijbel. Waarschijnlijk zou jij tot de conclusie komen dat dus een van de twee flink de weg kwijt is (oftewel aan het dwalen) Waarom heeft God hen dan allebei niet geleid?
Beste Quazzy,

1) Wat versta jij onder een dwaling? Laten we het daar eens over hebben. Wat is een dwaling - op bijbelse gronden?
2) Als je nu eens niet een bijbeltekst probeert te interpreteren maar zoveel mogelijk bijbelteksten die over dat onderwerp gaan naast elkaar legt, bestudeert, denk je dan niet dat je al een eind verder bent? Voorwaarde is dat je beiden aan de bijbel eenzelfde autoriteit toekent...
3) Als een ieder nu de bijbel nam, slechts de bijbel, daarvan uitgaat, en niet discussieert over zaken die niet in de bijbel staan, geen begrippen erbij verzint, en geen verbanden legt tussen zaken die in de bijbel ook niet met elkaar verbonden worden?

Noem overigens eens een voorbeeld?

Oh ja - geloof je in de teksten die ik hieronder aangeef, of is daar een andere interpretatie van mogelijk?

Het is mogelijk (en zelfs vanzelfsprekend) dat ik niet alles weet en niet alle wijsheid in pacht heb. Ik kan in een opwelling of in een snelle reactie wel eens onnadenkend reageren (gebeurt regelmatig) - en dat mijn mening dan niet helemaal juist is - ik heb hem ook wel eens bijgesteld hoor :) (iets dat voortkomt uit onnadenkendheid is niet meteen een dwaling! Petrus heeft ook nog wel eens iets gezegd dat niet helemaal juist was, maar hij is daarop teruggekomen!) Maar dat bijstellen hangt af van Gods Woord (als ik een tekst lees die ik nog niet eerder had gezien en die de boel verduidelijkt) - daar ligt de autoriteit - en niet van bepaalde geschriften. Bovendien word ik regelmatig geoordeeld door Gods Geest die van binnen zegt: 'Was dat niet een te felle reactie? Was het nu nodig om daar (zo) op te antwoorden?' Het spijt me als ik af en toe te fel overkom.

En lees het onderstaande eens:

'Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt, en zij zal hem gegeven worden. Maar hij moet bidden in gleoof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.' Jac. 1:5-8.

Groeten, Rose.
Adryan_123

Bericht door Adryan_123 »

HEt heeft nogal wat consequenties om te zeggen dat als je om Gods Geest bidt je NOOIT kan dwalen. Want dat zou betekenen dat alleen zij die geloven zoals jij gelooft om Gods Geest bidden.

Zoals ptl zei, het geloof kan toch ook wel eens minder sterk zijn? David, de man naar Gods hart, kon ook in zonde vallen.

3) Als een ieder nu de bijbel nam, slechts de bijbel, daarvan uitgaat, en niet discussieert over zaken die niet in de bijbel staan, geen begrippen erbij verzint, en geen verbanden legt tussen zaken die in de bijbel ook niet met elkaar verbonden worden?
En jij gelooft dat je dat lukt? Kan jij op elke situatie concreet een tekst toepassen? Want het gaat dan niet alleen om geloofszaken. Ik geloof dat je de Bijbel ook kan gebruiken voor actuele onderwerpen. Ik wil hier geen discussie gaan houden over actuele onderwerpen, maar als je voor elk onderwerp een tekst hebt wordt dat knap.

Volgens mij vergeet je dat we nu in een andere situatie leven dan de Israelieten. Die kregen Gods Woord als wet. Concreet op elke situatie toegepast. Dat is in onze tijd niet meer zo.

Daarnaast wil ik niet zeggen dat mensen die, in mijn ogen dwalen, de Bijbel niet gebruiken.

Westminster Confession te nemen, dat is een belijdenisgeschrift die met het doel geschreven is de hoofdpunten uit de christelijke leer, zo duidelijk, en zo dichtbij de bijbel als mogelijk, samen te vatten.
Absoluut goed om de Westminster Confessie te lezen. Ik wil daar niets vanaf doen, maar wat ik wil opmerken is dat onze Heidelberger ook met dit doel geschreven is. Een belijdenisgeschrift wat uitlegt wat wij op grond van Gods Woord leren.

Er STAAT ook nergens in de bijbel geschreven dat de doop i.p.v. de besnijdenis komt!
Ik ken je niet Roseline, maar ik begrijp dus dat jij ook de zaterdag in ere houdt als rustdag? (zo maar een informatieve vraag)

Ik geloof dat de tekst die jij onderaan schrijft. Absoluut de waarheid is. Ook zoals jij hem geeft. De enige juiste definitie wat geloof is.

Ik ga jou teksten niet quoten, maar ik heb alleen een tekst gemist.

Eerst Jakobus 3:
1 Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen.
2 Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden.
(Lees aub de verbanden erbij)

HEt liefst zette ik er heel Romeinen 7 in, maar hier heb ik toch maar een kleine selectie gemaakt:
18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.
20 Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
21 Zo vind ik dan deze wet in mij; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt.
22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;
23 Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.
24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?

En mogen we van Paulus zeggen dat hij een waar christen is?
En dat dit laatste vers maar tot bede mocht zijn. Dat geve God.
roseline

Bericht door roseline »

...Gode zij dank, door Jezus Christus, onze Here!

Zou ik nog even toe willen voegen aan je laatste tekst (dat hoort er toch nog bij?). En wil je verder Romeinen 8 lezen? Dan heb je het totaalbeeld...

Om even een concreet voorbeeld te noemen: zet eens onder elkaar wat Jezus zegt over de sabbat? (punt 2)

Dat heb ik al eerder gedaan op het forum :)

Dan weet je direct mijn mening.

Jakobus, hoofdstuk: 3
Vers Staten vertaling
1 Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen.
2 Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in woorden niet struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom te houden.
3 Ziet, wij leggen den paarden tomen in de monden, opdat zij ons zouden gehoorzamen, en wij leiden daarmede hun gehele lichaam om;
4 Ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn, en van harde winden gedreven, zij worden omgewend van een zeer klein roer, waarhenen ook de begeerte des stuurders wil.
5 Alzo is ook de tong een klein lid, en roemt nochtans grote dingen. Ziet, een klein vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt.
6 De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel.
7 Want alle natuur, beide der wilde dieren en der vogelen, beide der kruipende en der zeedieren, wordt getemd en is getemd geweest van de menselijke natuur.
8 Maar de tong kan geen mens temmen; zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn.
9 Door haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.
10 Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijn broeders, alzo niet geschieden.
11 Welt ook een fontein uit een zelfde ader het zoet en het bitter?
12 Kan ook, mijn broeders, een vijgeboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Alzo kan geen fontein zout en zoet water voortbrengen.
13 Wie is wijs en verstandig onder u? die bewijze uit zijn goeden wandel zijn werken in zachtmoedige wijsheid.
14 Maar indien gij bitteren nijd en twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet tegen de waarheid.
15 Deze is de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk, duivels.
16 Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel.
17 Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd.
18 En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken.

Vermijdt dat struikelen door zo min mogelijk te willen beredeneren en te leren - vanuit eigen inzicht...

'Laat niet zovelen uwer leraars zijn, mijn broeders, gij weet immers, dat wij er des te strenger om geoordeeld zullen worden...' NBG.

Is dat geen vermaning om ter harte te nemen?

Het liefst zou ik slechts met bijbelteksten antwoorden... (dan heb ik zo min mogelijk kans om in interpretatiefouten/onnadenkendheden te vervallen...)

Zoals eerder gevraagd: Wat is precies een dwaling - op bijbelse gronden?

Groeten, Rose.
roseline

Bericht door roseline »

Romeinen 1
18 Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, als die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
19 Overmits hetgeen van God kennelijk is, in hen openbaar is; want God heeft het hun geopenbaard.
20 Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn.
21 Omdat zij, God kennende, Hem als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;
22 Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden;
23 En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende gedierten.
24 Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;
25 Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen.
26 Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature;
27 En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangen
28 En gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen;
29 Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid;
30 Oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam;
31 Onverstandigen, verbondbrekers, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijken, onbarmhartigen;
32 Dewelken, daar zij het recht Gods weten, namelijk, dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig zijn) niet alleen dezelve doen, maar ook mede een welgevallen hebben in degenen, die ze doen.



Efeze 4
1 Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;
2 Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde;
3 U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
4 Een lichaam is het, en een Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping;
5 Een Heere, een geloof, een doop,
6 Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
7 Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus.
8 Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven.
9 Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde?
10 Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou.
11 En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars;
12 Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus;
13 Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus;
14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen;
15 Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Christus;
16 Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijn maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde.
17 Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds.
18 Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten;
19 Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven.
20 Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd;
21 Indien gij naar Hem gehoord hebt, en door Hem geleerd zijt, gelijk de waarheid in Jezus is;
22 Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding;
23 En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.


2 Thessalonica 2
1 En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem,
2 Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware.
3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;
4 Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is.
5 Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb?
6 En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd.
7 Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.
8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst;
9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen;
10 En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden.
11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven;
12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid;
14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus.
15 Zo dan, broeders, staat vast en houdt de inzettingen, die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief.
16 En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade,
17 Vertrooste uw harten, en versterke u in alle goed woord en werk.


Jakobus 5
19 Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert,
20 Die wete, dat degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en menigte der zonden zal bedekken.

2 Petrus 2
1 En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig v
2 En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden.
3 En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet.
4 Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden;
5 En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, den prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;
6 En de steden van Sodoma en Gomorra tot as verbrandende met omkering veroordeeld heeft, en tot een voorbeeld gezet dengenen, die goddelooslijk zouden leven;
7 En den rechtvaardigen Lot, die vermoeid was van den ontuchtigen wandel der gruwelijke mensen, daaruit verlost heeft;
8 (Want deze rechtvaardige man, wonende onder hen, heeft dag op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en horen van hun ongerechtige werken);
9 Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden;
10 Maar allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen, en de heerschappij verachten; die stout zijn, zichzelven behagen, en die de heerlijkheden niet schromen te lasteren;
11 Daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk oordeel tegen hen voor den Heere voortbrengen.
12 Maar deze, als onredelijke dieren, die de natuur volgen, en voortgebracht zijn om gevangen en gedood te worden, dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zullen in hun verdorvenheid verdorven worden;
13 En zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijkse weelde hun vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hun bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn;
14 Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking;
15 Die den rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den zoon van Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft;
16 Maar hij heeft de bestraffing zijner ongerechtigheid gehad; want het jukdragende stomme dier, sprekende met mensenstem, heeft des profeten dwaasheid verhinderd.
17 Deze zijn waterloze fonteinen, wolken van een draaiwind gedreven, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt.
18 Want zij, zeer opgeblazene ijdelheid sprekende, verlokken, door de begeerlijkheden des vleses en door ontuchtigheden, degenen, die waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling wandelen;
19 Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt.
20 Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van. dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het
21 Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was.
22 Maar hun is overkomen, hetgeen met een waar spreekwoord gezegd wordt: De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel; en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk.



1 Johannes 4
1 Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.
2 Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God;
3 En alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld.
4 Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is.
5 Zij zijn uit de wereld, daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld hoort hen.
6 Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons; die uit God niet is, hoort ons niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, en den geest der dwaling.

1 Timotheus, hoofdstuk: 4
Vers Staten vertaling
1 Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen,
2 Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid;
3 Verbiedende te huwelijken, gebiedende van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheid hebben bekend.
4 Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde;
5 Want het wordt geheiligd door het Woord van God, en door het gebed.
6 Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt.
7 Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid.
8 Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens.
9 Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig.
10 Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen.
11 Beveel deze dingen, en leer ze.
12 Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.
13 Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kome.
14 Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven is door de profetie, met oplegging der handen des ouderlingschaps.
15 Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij in alles.
16 Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.

1 Timotheus, hoofdstuk: 6
Vers Staten vertaling
1 De dienstknechten, zovelen als er onder het juk zijn, zullen hun heren alle eer waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer niet gelasterd worde.
2 En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen.
3 Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is,
4 Die is opgeblazen, en weet niets, maar hij raast omtrent twist vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist, lasteringen, kwade nadenkingen.
5 Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken.
6 Doch de godzaligheid is een groot gewin met vergenoeging.
7 Want wij hebben niets in de wereld gebracht, het is openbaar, dat wij ook niet kunnen iets daaruit dragen.
8 Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn.
9 Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang.
10 Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken.
11 Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid.
12 Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.
13 Ik beveel u voor God, Die alle ding levend maakt, en voor Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft,
14 Dat gij dit gebod houdt, onbevlekt en onberispelijk, tot op de verschijning van onzen Heere Jezus Christus;
15 Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
16 Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen.
17 Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten;
18 Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede werken, gaarne mededelende zijn, en gemeenzaam;
19 Leggende zichzelven weg tot een schat een goed fondament tegen het toekomende, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen mogen.
20 O Timotheus, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap;
21 Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen. <>

2 Timotheus, hoofdstuk: 3
Vers Staten vertaling
1 En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden.
2 Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig.
3 Zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, achterklappers, onmatig, wreed, zonder liefde tot de goeden,
4 Verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers der wellusten dan liefhebbers Gods;
5 Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van deze.
6 Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden;
7 Vrouwkens, die altijd leren, en nimmermeer tot kennis der waarheid kunnen komen.
8 Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande het geloof.
9 Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is.
10 Maar gij hebt achtervolgd mijn leer, wijze van doen, voornemen, geloof, lankmoedigheid, liefde, lijdzaamheid.
11 Mijn vervolgingen, mijn lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochie, in Ikonium en in Lystre; hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost.
12 En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden.
13 Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid.
14 Maar blijft gij in hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan u verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt;
15 En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.
16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
17 Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.

Even een aantal aanwijzingen en vermaningen op een rijtje :)

Dan weten we waar we het over hebben.

Ik moet zeggen dat mijn NBG duidelijker is :)

Groeten, Rose.
lebaoth
Berichten: 583
Lid geworden op: 09 jul 2002, 15:18
Locatie: Utrecht
Contacteer:

Bericht door lebaoth »

Oké even een heel simpel voorbeeldje: ik heb een vriendin die in een vrije wil gelooft en door een 'keuze' voor de Heere Jezus tot geloof is gekomen. Zij wordt zeer zeker geleid door de Heilige Geest en gelooft nog steeds in een vrije wil.
Ik ben niet door zo'n 'keuze' tot geloof gekomen en geloof niet in een vrije wil, maar ik mag ook vertrouwen dat ik door de Heilige Geest geleid word.

En volgens jou dwalen we allebei niet?

Lebaoth
Adryan_123

Bericht door Adryan_123 »

Origineel gepost door roseline

Jakobus, hoofdstuk: 3
Vers Staten vertaling
1 Zijt niet vele meesters, mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen ontvangen.

Is dat geen vermaning om ter harte te nemen?
Daarmede bestraft hij niet degenen die het leer-ambt begeren, #1Tim. 3:1, maar degenen die zich aanmatigen als grote meesters anderen lichtvaardig te oordelen en te berispen; hoedanige velen gevonden worden, daar de mensen zo geaard zijn, dat zij gebreken van anderen licht zien en berispen, en hunne eigene niet zien. Zie Matth. 7:1; Luk. 6:37.

Van harte met jou eens. Ik heb hierboven even de kanttekeningen van de Statenvertaling opgezocht. Want ik begreep jou NBG anders dan de statenvertaling.

Maar nogmaals van harte mee eens. Laat ik eerst naar mezelf kijk voor ik over een ander oordeel. Ik geloof dat ik dan al genoeg te doen heb. Maar dat neemt niet weg dat je mag nadenken over wat een ander leert en het sluit zeker de belijdenisgeschriften niet uit. Want nogmaals, we mogen toch gebruik maken van het werk van een ander? Waarom zelf weer nadenken over vragen waar de kerk met de belijdenisgeschriften al een uitspraak heeft gegeven.
Het liefst zou ik slechts met bijbelteksten antwoorden... (dan heb ik zo min mogelijk kans om in interpretatiefouten/onnadenkendheden te vervallen...)
Volgens mij is dit niet mogelijk. Want het feit dat jij bepaalde bijbelteksten citeert, geeft aan dat jij aan die teksten een bepaalde interpretatie geeft. Anders zou jij ze op dat moment niet citeren.

Wel is het aanmatigend (ik zit me even af te vragen of dit het woord is wat ik zoek) om te zeggen ik bid toch om Gods Geest en dan zal hij me in alle waarheid leiden. Ik blijf erbij dat een ieder die in waarheid bidt het ook gegeven zal worden. Maar daarnaast blijf ik erbij: op Gods tijd en op Gods wijze. Moet God doen wat wij willen? Of houden we het erbij dat wij doen wat God wil. zou de mens niet hoogmoedig worden door te zeggen (Nu zeg ik het waarschijnlijk erg kort door de bocht):O, ik bid wel tot God en het komt wel goed. Zo werkt het toch niet? Het is toch een vragen? Paulus bad ook voor de doorn in zijn vlees. En God antwoordde hem, maar anders dan hij wilde. Want God zei alleen mijn genade zij u genoeg.

Een dwaalleer?
Romeinen 16
En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.
1 Tim 1
opdat gij sommigen beveelt geen andere leer te leren;
4 Noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen, welke meer twist vragen voortbrengen dan stichting Gods, die in het geloof is.
5 Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof.
6 Van dewelke sommigen afgeweken zijnde, zich gewend hebben tot ijdelspreking;
7 Willende leraars der wet zijn, niet verstaande, noch wat zij zeggen, noch wat zij bevestigen.
8 Doch wij weten, dat de wet goed is, zo iemand die wettelijk gebruikt;

Ik moet zeggen dat mijn NBG duidelijker is
Ik moet zeggen dat ik de statenvertaling goed kan volgen. Al zou het taalgebruik wat nieuwer kunnen.:) Maar ik heb het idee dat er daarover al een andere discussie is? Nog niet zover rond gekeken op het forum.Moet ik toch maar eens doen geloof ik.

wel goed dat je ook eens wat anders lees.:)
bazz
Berichten: 182
Lid geworden op: 06 mei 2002, 10:48
Locatie: Leiden

Bericht door bazz »

roseline,

ik kom in jouw manier van denken toch iets dubbels (vergeef mij deze uitdrukking) tegen.

op het moment dat je ervan uitgaat dat als je Gods hulp bidt bij het interpreteren van de Bijbel, je dan niet meer fout kunt zitten, zou dat dus betekenen dat jouw gedachten dan vrij van dwalingen zijn.
klinkt heel mooi.

maar als dan de opstellers van bijv. de catechismus dat dus van God gebeden hebben (en hier ga ik vanuit, en ik denk dat ik daar ook wel vanuit mag gaan), zou de catechismus dus vrij van dwalingen zijn. op dat moment kun je de catechismus dus moeiteloos aanvaarden als waarheid.

waar maak ik de denkfout?


verder zag ik dat je quazzy vroeg om een voorbeeld, ik hoop hier een goed voorbeeld te kunnen geven. de m.i. zeer godvruchtige mensen Luther, Calvijn en Zwingli hadden toch alledrie een verschillende avondmaalsvisie.
roseline

Bericht door roseline »

Beste mensen,

Ik geloof dat wanneer ik God bidt om openbaring bij het lezen van zijn woord, en als ik God bidt om zijn waarheid bij het lezen van zijn woord, en als ik God bidt om zijn Geest bij het lezen van zijn woord, dat God mij dat geeft. Onvoorwaardelijk. Immers, dat heeft Hij beloofd in zijn Woord.

Ik hoop dat een ieder dit gelooft, voor zijn eigen persoonlijke leven met God!

Wil dat zeggen dat ik geen interpretatiefouten kan maken? Natuurlijk niet. Maar een interpretatiefout - zolang ik mijzelf blijf toetsen aan de bijbel, en zolang ik blijf bidden tot God om wijsheid - zal niet direct leiden tot een dwaling! God kan mij toch vroeger of later erop wijzen dat ik een tekst verkeerd heb begrepen – dat is dan zijn openbaring aan mij! Zolang mijn persoonlijke relatie met God van díen aard is, dat ik mijn hele leven overgeef in zijn hand, en mij verneder onder zijn hand, zal Hij het niet toestaan dat ik in dwaalleren terecht kom - ik ben immers zijn uitverkorene! En dat is wat ik geloof, ik hoop dat jullie hetzelfde geloven.

Wanneer is iets een dwaling? Ik heb eerder al een heel aantal teksten vermeld.

Echter deze teksten wil ik er nog aan toe voegen:
‘Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren.’ 2 Tim. 3:3-4.

De waarheid is hard en naakt. Gods waarheid voor mij persoonlijk is dat mijn vlees moet sterven, mijn vlees, met zijn lusten en begeerten, moet ik gekruisigd houden, (Gal. 5:24) want in mijn vlees woont géén goed. Dat is pijnlijk.

Maar tegelijkertijd ken ik Gods grote, geestelijke zegeningen! Hij geeft mij kracht en hulp om een overwinnaar te zijn! Hij heiligt mij! Ik zal gereinigd worden van alle zonde! Hij zal mij volmaken, bevestigen, sterken en grondvesten… Ik mag het Koninkrijk Gods beërven! En dat maakt de lichte last van het lijden tot een kort ogenblik, want ik zie op het onzichtbare! 2 Kor. 4:16-18.

Echter, wanneer ik mijzelf liefheb, wanneer ik de wereld liefheb, wanneer ik mijn eigen leven liefheb en niet op wil geven – dan wordt ik metterdaad een vijand van God. Als ik dat niet wil erkennen, dan zal ik daar omheen gaan draaien, en zoeken naar een ‘evangelie’ dat in mijn straatje past. Mijn gehoor is verwend, ik zal naar eigen begeerte leraren op gaan zoeken, mijn oor van de waarheid afwenden, mij naar de verdichtsels keren – omdat ik de gezonde leer níet kan verdragen.

Waarom is dit een dwaling? Omdat er iets tussen God en mij in staat. De persoonlijke verbinding, de relatie wordt verbroken. ‘En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven…’ 2 Tess. 2:11.

Immers, je kunt niet God èn mammon dienen. Je kunt niet je vlees liefhebben èn God liefhebben. Je zult je vlees moeten haten, gekruisigd moeten houden, en God liefhebben. Zo niet, dan wordt je metterdaad een vijand van God. 1 Joh. 2:15-17.

Dit is dus wat ik persoonlijk geloof. Daarom geloof ik ook géénszins dat ik ooit in een dwaling terechtkomt, òmdat ik mijn vlees, met zijn lusten en begeerten, haat, en God liefheb.

De waarheid is pijnlijk, maar de waarheid van God is liefde voor mij, opdat ik afstand doe van mijn eigen ik, en Christus aanneem als mijn verlosser: ‘niet meer ík, maar Christus leeft in mij!’

Nu wat betreft belijdenisgeschriften:

Ik zie de toegevoegde waarde er niet van.

Immers – ík kan de bijbel lezen – en wanneer daar een interpretatie aan is verbonden, dan is dat meestal voor mijn eigen leven - , maar ik stel mijn interpretatie bij, als op grond van de bijbel iets anders wordt bewezen. Dat heb ik al meerdere keren gedaan – uitgaande van Gods woord. Immers, ik heb niet alle wijsheid in pacht, wijsheid is iets dat ik in Gods kracht kan vergaren. Ik kan Hem erom bidden, en Hij geeft, zonder verwijt.

Wanneer ik echter uitga van een belijdenisgeschrift, en dat als grond voor mijn belijdenis neem, en ik kom er, op grond van de bijbel (of juist níet, omdat het er niet in staat) achter dat iets wat beweerd wordt onbijbels is, dan heb ik waarheid gehecht aan een stelling die door de algemene kerken als waarheid wordt beleden – is dat niet gevaarlijk? Bovendien kan een belijdenisgeschrift niet zomaar worden bijgesteld – tenminste, dat neem ik even aan. Ik heb er verder geen kaas van gegeten.

Ja, dat Jezus Christus de Zoon van God is, die voor onze zonden gestorven is aan het kruis – dat staat letterlijk in de bijbel. Moet je daar dan een belijdenisregel van maken? Je kunt net zo goed een bijbeltekst opnoemen. Dat is hetgeen ik doe wanneer ik mijn getuigenis belijdt voor de gemeente. Een bijbeltekst oplezen en vertellen wat dat inhoudt voor mijn eigen leven, mijn persoonlijke relatie met God. De bijbel toepassen op mezelf. Wat betekent dit voor mij?

Noem mij eens één belijdenisregel/geschrift die toegevoegde waarde heeft?

Dan kunnen we gaan toetsen:
- Wat staat daarvan in de bijbel?
- Waar staat het en in welke context?
- Zijn de verbanden die worden genoemd ook werkelijk verbanden zoals de bijbel die legt?
- Zijn de bijbelteksten werkelijk onderbouwingen voor wat wordt beweerd in het geschrift?
- Wat ís nu precies de toegevoegde waarde?
- Heeft het plaatsen van enkele bijbelteksten – in hun context – niet dezelfde (of meer) waarde?

Toetst alles en behoudt het goede! 1 Tess. 5:20.

Hartelijke groeten, Rose.
roseline

Bericht door roseline »

Bazz,
verder zag ik dat je quazzy vroeg om een voorbeeld, ik hoop hier een goed voorbeeld te kunnen geven. de m.i. zeer godvruchtige mensen Luther, Calvijn en Zwingli hadden toch alledrie een verschillende avondmaalsvisie.
Zet eens eerst voor jezelf alle teksten die met het avondmaal te maken hebben onder elkaar? (hoeft niet hier...)

Probeer de algemene opvattingen eens los te laten en kijk slechts naar Gods woord. Bidt God om wijsheid en openbaring. Ik zou niet weten wat het verschil in visies is :) Ik ben niet zo heel erg thuis in de kerkgeschiedenis - meer in de bijbel :)

Just try it. En toets de gang van zaken bij jou in de kerk aan de vermaningen in Gods woord.

Groeten, Rose.
ptl

Bericht door ptl »

Ja, dat Jezus Christus de Zoon van God is, die voor onze zonden gestorven is aan het kruis – dat staat letterlijk in de bijbel. Moet je daar dan een belijdenisregel van maken? Je kunt net zo goed een bijbeltekst opnoemen.
Mja, misschien dat er ook wat moeilijkere onderwerpen bestaan, die niet in 1 bijbeltekst te vangen zijn?

Daarbij, binnen elke geloofsgemeenschap (of dat nu een kerk is, of een vergadering, of een gemeente, of hoe je het ook noemen wilt), is er een algemeen geaccepteerde leer, een leer waarin iedereen het binnen die gemeente eens is. Het enigste verschil met de oude kerken en de nieuwerwetse geloofsgemeenschappen is dat de oude kerken die leer op papier hebben staan, en de nieuwe niet

Maar ik vind het altijd wel leuk om mensen te zien schoppen tegen de formulieren, vooral tegen de catechismus. Want ja, daarin staat dat de mens zo diep is gevallen dat hij zelf niet meer uit eigen kracht Jezus kan aannemen, en ja, dat wil er bij de meeste mensen niet meer in, en wat nog veel erger is, onderaan elk artikel in zo'n belijdenisgeschrift staan van die enge tekstverwijzingen, van die teksten die ze liever niet willen lezen in het verband waarin de geschriften ze noemen...
Adryan_123

Bericht door Adryan_123 »

Heeft het plaatsen van enkele bijbelteksten – in hun context – niet dezelfde (of meer) waarde?
Joh Roseline, je gaat nog de belijdenisgeschriften na spreken.:) Ik citeer even uit de NGB artikel 7
De volkomenheid van de Heilige Schrift
Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden. Daarin heeft God uitvoerig beschreven op welke wijze wij Hem moeten dienen. Daarom is het de mensen, zelfs al waren het apostelen, niet geoorloofd anders te leren dan ons reeds geleerd is door de Heilige Schrift; zelfs niet een engel uit de hemel, zoals de apostel Paulus zegt (Gal. 1 : 8). Het is verboden aan het Woord van God iets toe te voegen of daarvan af te doen (Deut. 12 : 32). Daaruit blijkt duidelijk dat wat daarin geleerd wordt, volmaakt en in alle opzichten volledig is.

Men mag ook geen geschriften van mensen, hoe heilig de schrijvers ook geweest zijn, op één lijn stellen met de goddelijke Schriften, ook de gewoonte niet met Gods waarheid - want de waarheid gaat boven alles -, evenmin het grote aantal, de ouderdom, de ononderbroken voortgang in de tijden of de opvolging van personen, of de concilies, decreten of besluiten. Want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars (Ps. 116 : 11) en ijdeler dan de ijdelheid zelf.

Daarom verwerpen wij uit de grond van ons hart alles wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt. Zo hebben de apostelen het ons geleerd: Beproeft de geesten of zij uit God zijn

(1 Joh. 4 : 1). En: Indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in uw huis (2 Joh. : 10).

Kon ik even niet laten. Mocht wel toch?

Toch blijft overeind dat Luther anders leerde dan Calvijn en jij hebt wel gezegd hoe je de juiste leer kan vinden, maar hoe kan het dan dat ze beiden een andere leer leren terwijl het beide godvruchtige mensen zijn?

Ja, dat Jezus Christus de Zoon van God is, die voor onze zonden gestorven is aan het kruis
Toch zijn er mensen die anders leren (Ik niet laat dat duidelijk zijn), en dan is het toch goed dat je kan zeggen dat we op grond van Gods Woord leren wat in de belijdenisgeschriften staat. Zo kan zo iemand toch weerlegd worden en waarom zouden we dat opnieuw uitzoeken als het al gedaan is door hen die belijdenisgeschriften schrijven?

Juist om niet in de verleiding te komen dat Woord bij het minste of geringste los te laten, hebben we in de kerk de gordel van de belijdenis nodig.â€
Plaats reactie