Erasmiaan schreef:Johann Gottfried Walther schreef:Erasmiaan schreef:
Heb je na vier (!) jaar weer een oudvader/puritein gevonden die jouw gevoelen bevestigt?
Volstrekt niet! Maar hier wordt het wel zeer duidelijk verwoord.
Ik ben al vele malen bevestigd in de Bijbelse waarheid die ik verdedig.
Vooral door vele Puriteinen.
Ook bij bijv Ralph Venning en Thomas Watson?
Watson, Geloofleer:
Wat is een rechtvaardigmakend geloof?
Antwoord. Ik zal u tonen wat het niet is. Het is niet alleen een erkenning dat Christus een Zaligmaker is. Er moet wel een toestemming zijn, maar dat is niet genoeg om gerechtvaardigd te worden. De duivelen hebben ook de Godheid van Christus erkend. "Jezus, Gij Zone Gods", Matthéüs 8:29. Er kan een toestemming zijn van de waarheid Gods, terwijl er toch geen werk der genade in het hart is. Velen stemmen met hun verstand toe, dat de zonde een groot kwaad is, maar men gaat wel door in de zonde. Hun verdorvenheden zijn sterker dan hun overtuigingen. Men stemt ook de uitnemendheid van Christus toe; zij dingen af van de prijs, maar kopen niet.
Wat het rechtvaardigmakend geloof wel is. Het oprecht rechtvaardigmakend geloof bestaat in drie dingen:
a. Verloochening van zichzelf. Geloof is 'uit zichzelf gaan', van onze eigen verdiensten afgebracht worden en inzien dat wij geen gerechtigheid van onszelf hebben. "Niet hebbende mijn rechtvaardigheid", Filippenzen 3:9. Eigen gerechtigheid is een gebroken rietstaf, waarop de ziel niet durft te rusten. Bekering en geloof zijn beide vernederende genaden. Bij berouw walgt iemand van zichzelf; geloof doet hem uit zichzelf gaan. Zoals Israël dat in de woestijn voortliep, achter zich Farao zag die het met zijn wagens achtervolgde en vóór zich de Rode Zee om daarin weldra verslonden te worden, zo ziet de zondaar achter zich Gods rechtvaardigheid die hem achtervolgt en voor zich de hel waarin hij weldra verslonden zal worden. In deze hopeloze toestand ziet hij geen enkele hulp in zichzelf, maar hij moet omkomen tenzij hij hulp bij een Ander kan vinden.
b. Vertrouwen. De ziel werpt zich op Jezus Christus, het geloof rust op Christus' Persoon! Het geloof gelooft de belofte, maar waar het geloof op rust in de belofte, is de Persoon van Christus. Daarom staat er van de bruid geschreven: "Leunend op haar Liefste", Hooglied 8:5. Het geloof wordt aldus omschreven: geloven in de Naam van de Zoon van God, 1 Johannes 3:23, namelijk in Zijn Persoon. Het geloof is het kabinet, Christus is de Parel Die erin is en Die omhelst het geloof. De belofte is de schotel, Christus is de spijs waarmee het geloof zich voedt. Het geloof rust op Christus en "Dien gekruisigd." Het roemt in het kruis van Christus!, Galaten 6:14.
Christus te beschouwen als gekroond met allerhande voortreffelijkheden wekt de aanbidding en bewondering op, maar een bloedende en stervende Christus te zien is het gepaste Voorwerp des geloofs. Daarom wordt het wel genoemd: "geloof in Zijn bloed", Romeinen 3:25.
c. Toe-eigening, of Christus aan onszelf toegepast.
Een medicijn, hoe probaat ook, zal geen nut doen, als het niet toegepast wordt. Hoewel de pleister uit Christus' eigen bloed is samengesteld, zal hij niet genezen, tenzij hij door het geloof wordt toegepast. Het bloed van God zonder het geloof in God zal niet zalig maken. Deze toepassing van Christus wordt genoemd: "Hem aannemen" (ontvangen, Eng. vert.), Johannes 1:12. Als de hand goud ontvangt, maakt dit rijk. Zo ook als de hand des geloofs Christus' gouden verdiensten met de zaligheid ontvangt, maakt dat ons waarlijk rijk.