Bevindelijk schreef:-DIA- schreef:Simon0612 schreef:Iemand deze podcast beluisterd? Van journalist Maarten Dallinga die in de "refo" wereld duikt.
Hij gaat een weekend naar een gezin in Opheusden en houdt een interview met ds. J. Beens. En gaat later bij het RD langs.
Best wel interessant om te beluisteren:
https://soundcloud.com/gldpodcast/sets/ ... -de-wereld
Ik heb het begin gehoord en dit geeft een geheel vertekent beeld. De journalist hoort alleen het uitwendige en wat ik wel vermoedde, je beland in een gezin dat zich reformatorisch noemt, maar waar ook de evangelische beweging invloed heeft gehad. Het klinkt allemaal, zeg maar, oud-EO. Ik denk dat dit helaas een realistisch beeld is... Ik geloof ook niet als we de oude bekeerde christen op deze manier zou kunnen meewerken aan zo'n programma. Ik zou bijna zeggen: geloven we echt dat het net zo zijn als de reporter bij ds. J. Roos in huis was geweest?
Waaraan kun je merken dat het gezin aan evangelische invloed onderhevig is geweest? Wat bedoel je ermee als je zegt dat het oud-EO klinkt? Waarom zou een oude bekeerde christen aan zo'n programma niet meewerken? Het is heel mooi om zo openlijk je geloof uit te dragen.
Ik bedoel dit, de geluiden komen niet op uit de diepte, maar uit een geloven wat we allemaal wel doen. Er is een hemelsbreed verschil tussen onze belijdenis uitspreken of die te beleven. Er worden uiterlijke kenmerken genoemd, maar waar het over gaat, wat de reformatorische leer anders maakt dan een bloot geloven en wat tradities horen we niet. Het beleven spreekt toch anders. Zoals er gesproken wordt krijg je tegenstand, ook al is de reporter het niet met je eens. Dat zou geheel anders zijn als de waarheid vanuit het Woord werd verklaard en er gezegd werd: En een andere weg is er niet. Ik wil het nog wel eens naluisteren, en de punten aangeven wat me doet denken aan het meer vrije EO-getuigen uit de begintijd van de EO. In die eerste tijd zagen veel mensen ook nog wat goeds in de EO, en er spraken nog dominees die later niet meer voor de EO microfoon kwamen. Als we daar wat licht over mogen hebben moeten we niet zwijgen of een ander verdacht maken, maar proberen te luisteren of het waar is of dat we ten onrechte een bredere kring willen trekken. Het is steeds moeilijker om een exclusieve waarheid te belijden. Dan krijg je de moderne mens tegen. Ik meen dat hierover enkele weken geleden iets over in De Saambinder of misschien het RD heeft gestaan. Deze zaken ondervindt ik ook, en het drukt me zeer neer, want ik kan ook niet anders, en compromissen kan wel sluiten maar niet op één gebied. De Waarheid zoals wij die van Godswege mochten ontvangen. Dan kan ik niet anders zeggen als: God veranderd niet, en daartegenover: de mens veranderd wel en blijft veranderen, tenzij hij vast wordt gehouden en geest van deze duidelijk onderscheid. Wat mijn bange vrees is dat de mond van hen die aan deze exclusieve waarheid proberen vast te houden gesloten wordt door de belijders van binnenuit. Anders kan ik het niet zien. We lezen ook dat een volk verloren gaat als het aan kennis ontbreekt.
Het is met veel vrees, mijn hart voel ik in mij tekeer gaan, en mijn adem stokt even, dat ik dit post, maar ik weet niet anders.
Mijn volk gaat verloren, omdat het zonder kennis is
Verslag Huishoudelijke Vergadering - 24 september 2002
Velen zijn deze morgen naar Gouda gekomen om de Huishoudelijke Vergadering bij te wonen. "Over gebrek aan belangstelling bij deze vergaderingen hoeven we nooit te klagen", zo spreekt ds. C. A. van Dieren in zijn welkomstwoord, "maarzoveel aanwezigen als nu heb ik nog niet eerder meegemaakt."
In zijn openingsmeditatie staat hij stil bij de woorden uit Psalm 119 : 25 Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord. Het Boek der Psalmen kunnen we vergelijken met een geestelijke apotheek: oor alle kwalen kunnen we een middel vinden in de psalmen.
Psalm 119 is waarschijnlijk door David gemaakt. Het is een lofzang op de volmaakte wet van God. David spreekt over het kleven aan het stof. Van nature heeft een mens er geen last van, dat hij kleeft aan het stof. Hier wordt dus gesproken overeen levendgemaakt mens. De dichter heeft zijn vermaak in de dingen van de tijd en van de wereld verloren. Een mens, waarde Heere genade aan bewezen heeft, kan in de inleving van zijn eigen bestaan echter over de aarde gaan als iemand die kleeft aan het stof. Kleven, dat wil zeggen: et is bijna niet van elkaar los te trekken; het zit vast aan elkaar. Het stof heeft in de Bijbel twee betekenissen. In de eerste plaats wordt er het koninkrijk van de vorst der duisternis mee bedoeld. Denk maar aan Genesis 3:14b Op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten al de dagen uws levens. De dichter bedoelt dan met stof: de inwerpingen en bestrijdingen van de vorst der duisternis. In de tweede plaats wordt met stof bedoeld: de vloek Gods. Want gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren.
Paulus zucht: Wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods? Het is het zuchten over het inklevende verderf. Eén is er geweest, Wiens ziel nooit aan het stof verkleefd is geweest. Hij heeft gekropen in het stof en gezegd: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe. Hij droeg de last van heel de wereld, de zonde en de onreinheid. Hij heeft dat doorstaan, zodat er levendmakende troost aan Zijn voeten zou zijn. Dat begeert David in deze psalm: Maak mij levend naar Uw woord.
Dan hebben we niet alleen een Middelaar van verdienste nodig, maar ook een Middelaar van toepassing. Er zijn mensen die kunnen zich met Jezus red den, maar de dichter van deze psalm kon alleen door Jezus gered worden. Dat brengt in het stof en daaruit kunnen we onszelf niet oprichten. Daar maakt Christus doden levend. Die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen. Daar krijgt het woord kracht en komt er leven in de ziel. De Heere geve ons maar vernederende genade. Op die plaats krijgt God de eer, Jezus waarde en doen we de naaste geen kwaad.
Middagvergadering
Op verzoek van ds. Van Dieren beginnen we middagvergadering een kwartier eerder. Na het zingen van Psalm 81 : 9 en 13 en het lezen van Hoséa 4:1 - 10 opent de dominee de vergadering met gebed.
Uitgeroeid, omdat het zonder kennis is
"Over de titel alleen al, " zo begint de dominee, "zou veel te zeggen zijn." Dit gedeelte wordt veelal uitgelegd door er op te wijzen dat gemis aan kennis van Gods Woord grote gevolgen heeft. Het is immers ook van het allergrootste belang, dat het Woord van God van jongsaf aan in het hart ingeprent wordt. Hoséa spreekt in deze tekst in de eerste plaats tot de priesters. Hoséa is, samen met Amos, profeet ten tijde van Jerobeam II. Hoséa is geroepen om tegen de noordelijke tien stammen te profeteren. Het is een tijd van grote welvaart en grote bloei. Ondanks deze welvaart is er de dreiging van vijandige volkeren, maar Israël vertrouwt op Egypte.
Behalve de welvaart is er ook godsdienst. Men dient de God van Israël en roept Zijn Naam aan. Het is echter een eigenwillige godsdienst. Men dient de Heere niet te Jeruzalem, maar door de kalverendienstte Dan en Bethel. Hoe aangijpend dat de Heere in Zijn lankmoedigheid toch nog profeten zendt, zoals Hoséa en Amos. Ze waarschuwen het volk dat het niet goed gaat. Assyrië komt en zal Samaria verwoesten. Hoort des HEEREN woord. In de eerste verzen van dit hoofdstuk wijst Hoséa op de zonden van het volk. Hij wijst op de overtredingen tegen de wet van God. Er is geen trouw en liefde, maar vloeken, liegen en doodslaan. De kennis Gods is weg. Hoe komt het dat deze kennis er niet meer is? Het volk wil niet luisteren naar de profeet en de priester die hen het Woord van God voorhouden Ze vinden deze woorden veel te hard. Het volk twist zelfs met hen en heeft kritiek op hun prediking. Wanneer u kritiek uitoefent op de prediking, dan zegt u eigenlijk dat u niet hoeft te luisteren, want de prediker zegt het toch verkeerd, zo vindt u.
Het volk begeert andere profeten en priesters, namelijk die van Dan en Bethel. De prediking van hen is: Vrede, vrede en geen gevaar. Omdat deze priesters Gods Woord en wet niet meer prediken heeft het volk geen kennis meer. Laten we de lijn nu eens doortrekken naar onze tijd. We lezen talloze kranten en tijdschriften met allerlei meditaties. De een zegt het zo en een ander weer anders. Kiest het volk niet de gemakkelijkste weg? Spreek eerlijk met uw kinderen hierover. De prediking moet gaan over de wedergeboorte, niet over ons geloof. Veel predikers wijzen de weg aan van de mens naar Boven en niet de weg van Boven naar de mens.
De vraag komt tot de prediker is er bij de predikers kennis Gods? Wanneer er kennis Gods is, wordt er dan niet bevend en smekend gepreekt? De prediker blijft immers arm en is niets meer dan een arme zondaar, die alleen maar onreine klanken kan voortbrengen. Een prediker moet niet alleen het begin van het leven preken, hoe iemand een zondaar voor God wordt, maar ook hoe een mensenkind verloren moet gaan onder God. Hij moet de deugden Gods preken. Christus in Zijn vernedering, maar ook in Zijn verhoging. Hoe de zondaar Christus moet leren kennen in de gang van Zijn vernedering, maar ook in de gang van Zijn verhoging. Bid dan in de binnenkamer voor de predikers, want de Heere leert ook de ene prediker meer als de ander. Welke weg wijst Hoséa nu? We lezen het in Hoséa 6:1a Komt en laat ons wederkeren tot de HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen. Dat de Heere onze gemeenten en u als vrouwen en moeders op de plaats van wederkeer mocht brengen. Dan zal een verloren zondaarsvolk kennis verkrijgen en nooit uitgeroeid worden om Zijnentwil.