DJK schreef:
Dag Bert,
Tot nog toe loop je niet anders dan de D.L. en anderen na te papagaaien. Maar onderbouw het nu eens een keertje vanuit de zendbrieven.
Zeg nu eens, wanneer wordt het zaligmakende geloof in Hem geschonken....??
Wanneer is die goddeloze zondaar uit Rom. 4 en Rom. 5 nu door het geloof de geestelijke bruid van Christus geworden....?
Wanneer is die ziel nu in Christus gerechtvaardigd....??
Geef nu zelf eens een antwoord vanuit de zenbrieven der apostelen, zonder je zelf en anderen voor de gek te houden....
Je hebt mijn antwoord eerder dan gemist dus...
Of je hebt nog geen lezen geleerd?
Want ik zeide, over de verloren zoon gesproken, dat hij levendgemaakt was, toen hij tot zichzelf kwam en besliste tot zijn vader te gaan.
Kijk hier maar:
http://www.refoforum.nl/forum/posting.p ... 3&p=298820
Ok, dus eerst is de Schrift te simpel voor mijnheer. Nu de DL weer te moeilijk, dus nu wil je weer Schrift hebben. Heb je niet in de Schrift gelezen, dat niet de individuele christen de bruid van Christus is, maar de Kerk?:
23 tWant de man is het hoofd der vrouw, vgelijk ook Christus het Hoofd der gemeente is; en 31Hij is de 32Behouder xdes lichaams.
24 Daarom, gelijk de gemeente Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen haar eigen mannen 33in alles.
25 yGij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft zen Zichzelven voor haar heeft 34overgegeven;
26 Opdat Hij haar 35heiligen zou, haar agereinigd hebbende 36met het bad des waters 37door het Woord;
27 38Opdat Hij haar Zichzelven zou heerlijk voorstellen, een gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, bmaar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
28 Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen 39lief te hebben gelijk hun 40eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief.
29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de gemeente.
30 cWant wij zijn 41leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
31 dDaarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en 42zij twee zullen etot één vlees wezen.
32 43Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit ziende op Christus en op de gemeente.
33 44Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie dat zij 45den man vreze.
17 En 42de Geest en 43de bruid zeggen: Kom. En 44die het hoort, zegge: Kom.s 45En die dorst heeft, kome; en 46die wil, 47neme het water des levens 48om niet.
Openbaring 21:2
En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is.
Openbaring 21:9
En tot mij kwam een van de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, welke waren vol geweest van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams.
Matthéüs 9:15
En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten.
Matthéüs 25:1
ALSDAN zal het Koninkrijk der hemelen zijn gelijk tien maagden, welke haar lampen namen en gingen uit, den bruidegom tegemoet.
Matthéüs 25:5
Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig en vielen in slaap.
Matthéüs 25:6
En te middernacht geschiedde een geroep: Zie, de bruidegom komt, gaat uit, hem tegemoet.
Matthéüs 25:10
Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren , gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten.
Markus 2:19
En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Zo langen tijd zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.
Markus 2:20
Maar de dagen zullen komen wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en alsdan zullen zij vasten in dezelve dagen.
Lukas 5:34
Doch Hij zeide tot hen: Kunt gij de bruiloftskinderen, terwijl de Bruidegom bij hen is, doen vasten?
Lukas 5:35
Maar de dagen zullen komen wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn; dan zullen zij vasten in die dagen.
Johannes 2:9
Als nu de hofmeester het water dat wijn geworden was, geproefd had (en hij wist niet vanwaar de wijn was; maar de dienaren die het water geschept hadden, wisten het), zo riep de hofmeester den bruidegom,