Wat is hypercalvinisme?

Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Bericht door Klavier »

En als je dan goed de Bijbel bestudeerd, zul je vinden wat er ook in de kanttekeningen van de Statenvertalen staat, dat in 1Tim2:4 met alle mensen, allerlei soorten mensen bedoelt wordt, zoals ook volgt uit vers 2. Niet de Bijbel uit het verband trekken.
"Allerlei" is niet hetzelfde als "alleen de uitverkorenen" maar juist een aanduiding van diversiteit.
Hoe moet ik het dan zien? Zat Calvijn er hier dan zo naast?
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Bericht door Bert Mulder »

Klavier schreef:
En als je dan goed de Bijbel bestudeerd, zul je vinden wat er ook in de kanttekeningen van de Statenvertalen staat, dat in 1Tim2:4 met alle mensen, allerlei soorten mensen bedoelt wordt, zoals ook volgt uit vers 2. Niet de Bijbel uit het verband trekken.
"Allerlei" is niet hetzelfde als "alleen de uitverkorenen" maar juist een aanduiding van diversiteit.
Hoe moet ik het dan zien? Zat Calvijn er hier dan zo naast?
Nou!

Hoe kun je zeggen dat Calvijn er naast zat. Alsof Calvijn ergens een algemene verzoening voorstaat.

Calvijn beaamt ten volle wat de kanttekeningen zeggen, zoals ook volgt van zijn Commentaries (sorry het is in Engels, heb geen Nederlandse beschikbaar, maar je kunt het ook zelf opzoeken.
4. Who wishes that all men may be saved. Here follows a confirmation of the second argument; and what is more reasonable than that all our prayers should be in conformity with this decree of God?

And may come to the acknowledgment of the truth. Lastly, he demonstrates that God has at heart the salvation of all, because he invites all to the acknowledgment of his truth. This belongs to that kind of argument in which the cause is: proved from the effect; for, if

"the gospel is the power of God for salvation to every one that believeth," (Romans 1:16,)

it is certain that all those to whom the gospel is addressed are invited to the hope of eternal life. In short, as the calling is a proof of the secret election, so they whom God makes partakers of his gospel are admitted by him to possess salvation; because the gospel reveals to us the righteousness of God, which is a sure entrance into life.

Hence we see the childish folly of those who represent this passage to be opposed to predestination. "If God" say they, "wishes all men indiscriminately to be saved, it is false that some are predestined by his eternal purpose to salvation, and others to perdition." They might have had some ground for saying this, if Paul were speaking here about individual men; although even then we should not have wanted the means of replying to their argument; for, although the: will of God ought not to be judged from his secret decrees, when he reveals them to us by outward signs, yet it does not therefore follow that he has not determined with himself what he intends to do as to every individual man.

But I say nothing on that subject, because it has nothing to do with this passage; for the Apostle simply means, that there is no people and no rank in the world that is excluded from salvation; because God wishes that the gospel should be proclaimed to all without exception. Now the preaching of the gospel gives life; and hence he justly concludes that God invites all equally to partake salvation. But the present discourse relates to classes of men, and not to individual persons; for his sole object is, to include in this number princes and foreign nations. That God wishes the doctrine of salvation to be enjoyed by them as well as others, is evident from the passages already quoted, and from other passages of a similar nature. Not without good reason was it said, "Now, kings, understand," and again, in the same Psalm,

"I will give thee the Gentiles for an inheritance, and the ends of the earth for a possession." (Psalm 2:8-10.)

In a word, Paul intended to shew that it is our duty to consider, not what kind of persons the princes at that time were, but what God wished them to be. Now the duty arising: out of that love which we owe to our neighbor is, to be solicitous and to do our endeavor for the salvation of all whom God includes in his calling, and to testify this by godly prayers.

With the same view does he call God our Savior; for whence do we obtain salvation but from the undeserved kindness of God? Now the same God who has already made us partakers of salvation may sometime extend his grace to them also. He who hath already drawn us to him may draw them along with us. The Apostle takes for granted that God will do so, because it had been thus foretold by the predictions of the prophets, concerning all ranks and all nations.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Bert Mulder schreef:Hoewel wij wel geloven dat het Evangelie aan iedereen verkondigt moet worden, met het bevel van geloof en bekering, geloven wij niet dat God, welmenend aan iedereen genade aanbied. Als God, als soverein, iets aanbied, zou je het moeten aannemen, Dan zou je dus ook algemene verzoening moeten voorstaan, als je consequent bent.
God eist wel geloof en bekering, wat we niet kunnen. God biedt Zijn genade aan, die wij niet kunnen aannemen.
Waarom geloof je het eerste wel en het tweede niet? Het eerste is toch even ‘inconsequent’ als het tweede?
Het is geen welmenend aanbod dat ik lees, maar een bevel van geloof en bekering.
“En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap…” Dat klinkt toch wel positiever dan jouw waterdichte redenering.
Verder redeneer je wel heel aardig, Bert: als je een aanbod van genade leert, leer je DUS een algemene verzoening. Calvijn leert geen algemene verzoening, en dus ook geen aanbod van genade. Jaja...
Maar jouw eerste stelling deugt niet en je conclusies dus ook niet. Als je het aanbod van genade leert, leer je NIET per definitie de algemene verzoening.
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

geledu schreef:
Miscanthus schreef:
Marnix schreef:
geledu schreef:Uitgewerkt, ondekt aan zonde en schuld , er achterkomen dat er niets van je zelf bijkomt en dan het schitteren van de uitverkiezing.
"Door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen".
Klopt, maar het is wat eenzijdig geredeneerd... want als slechts een klein gedeelte van gelovigen die troost ten deel valt is het voor die kleine groep wel mooi.... maar voor de rest niet... en wat kan je als dominee dan voor evangelie vertellen in de kerk... hopen dat u uiverkoren bent?
Dat is wel de praxis van hypercalvinisme:
"de uitverkiezing schittert" in plaats van Jezus Christus (=verlosser). En zonder Jezus Christus schittert er niks voor zondaren.
Wel goed lezen :wink:

De uitverkiezing schittert in het verlossende werk door Christus in het hart van Gods volk...
Dat stond er eerst niet bij! :wink:
Maar ik blijf het een beetje raar geformuleerd vinden.
Je bedoelt waarschijnlijk dat het tot Gods eer is dat zondaren in Jezus Christus geloven en daardoor gered worden...
Gods genade schittert dan. de uitverkiezing is een leerstuk wat niet kan schitteren, net zomin het geloof schitteren kan.

het verlossende werk van Christus vind niet plaats in het hart van Gods volk, maar heeft plaatsgevonden op Golgotha en Door gods Woord en Geest wordt het geloof gewerkt. Met Pinksteren en telkens weer als Gods genade voor zondaren gepredikt wordt.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Miscanthus, je bent weer tegenstellingen aan het maken die er niet zijn! :wink:
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Bericht door Klavier »

Bert Mulder schreef:
Klavier schreef: Nou!

Hoe kun je zeggen dat Calvijn er naast zat. Alsof Calvijn ergens een algemene verzoening voorstaat.
Ik herhaal maar even wat ik eerder citeerde van Calvijn maar nu even met een accent:

die wil dat alle mensen behouden worden, en tot erkenning der waarheid komen."
(..)En tenslotte toont hij(Paulus) aan, dat het heil van allen God ter harte gaat, omdat Hij allen tot de erkenning van Zijn waarheid roept.
Het is een argument uit het gevolg. Want indien het evangelie een kracht Gods is tot heil voor ieder die gelooft,
dan is het zeker dat allen worden uitgenodigd tot de hoop op het eeuwige leven, aan wie het evangelie wordt aangeboden.
Eindelijk, zoals de roeping een bewijs is van de verborgen verkiezing, zo laat God degenen, die Hij deelgenoten maakt van Zijn evangelie, ook toe tot het bezit van het heil;
omdat het evangelie ons de gerechtigheid Gods openbaart, welke de zékere ingang is tot het leven.


Het accent dat ik hier naar voren haal tref ik ook aan bij bijv. de Puriteinen, de Hollandse reformatoren en ook nu nog in vrijwel de gehele reformatorische gezindte.

Ik begrijp niet waarom er zoveel moeite wordt gedaan om vooral het woord 'alle' te verklaren als zijnde enkel de uitverkorenen.
Dat lukt alleen via hele lange redenaties die door ons verduisterde verstand gaan.
Als we gewoon laten staan wat er staat, de Heere gewoon op Zijn Woord geloven en vertrouwen, maken we de Bijbel dan te makkelijk?
Bert, ik lees het door jou aangehaalde stuk, maar als ik het naast andere stukken van Calvijn en andere Bijbelteksten zie,
kan ik nog steeds niet tot de conclusie komen dat er GEEN aanbod van genade is voor mensen waar nog niet gebleken is dat ze uitverkoren zijn.

Hoe moet moet je nu omgaan met een aanbieding van genade aan uitverkorenen?
- Niemand weet wie uitverkoren is; laat staan dat er dan aan iemand iets aan te bieden is.
- Als blijkt dat iemand uitverkoren is blijkt dat uit de vruchten die voorkomen uit de genade. Dus dan IS er al genade. Wat heeft een aanbod dan nog voor zin?
- Wat valt er nog te verkondigen dan aan mensen die de genade missen? Enkel de wet? Dan is het Nieuwe Testament overbodig in de oproep tot bekering.
- Waar en wanneer dient de ongelovige over de Verlossing door Christus gepredikt worden?
- Wat valt er te zeggen als er geen genade doorklinkt in de prediking voor zondaren?
- Zending, hoe? Evangelisatie, hoe?
Dat is een troosteloos gegeven.
Welk middel heeft de verloren mens dan nog om wederom TOT genade te komen?
Bert, ik geloof niet dat je uit wilt komen bij een troosteloze leer. Ik hoop dat ik ergens iets over het hoofd zie, anders lijkt me dit wel een heel ernstige dwaling!

Mag ik even de praktijk van de prediking van Paulus voorhouden? Die is zuiver in de leer!
Handelingen 20 vanaf vers 18 met een aantal door mij aangebrachte accenten.

18 En als zij tot hem gekomen waren, zeide hij (Paulus) tot hen: Gijlieden weet, van den eersten dag af, dat ik in Azië ben aangekomen, hoe ik bij u den gansen tijd geweest ben;

19 Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden;

20 Hoe ik niets achtergehouden heb van hetgeen nuttig was, dat ik u niet zou verkondigd en u geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen;

21 Betuigende, beiden Joden en Grieken, de bekering tot God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus.

22 En nu ziet, ik, gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende, wat mij daar ontmoeten zal;

23 Dan dat de Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende, dat mij banden en verdrukkingen aanstaande zijn.

24 Maar ik acht op geen ding, noch houde mijn leven dierbaar voor mijzelven, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en den dienst, welken ik, van den Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie der genade Gods.


We zien in Handelingen dat Paulus hele steden het Evangelie verkondigt. Hand 14:20b en verder:

..ging hij(Paulus) met Barnabas uit naar Derbe.
En als zij derzelve stad het Evangelie verkondigd en vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij weder naar Lystre, en Ikonium, en Antiochië;

Het evangelie dat Paulus predikt is zoals je in Hand 20:24 kunt lezen het Evangelie der genade Gods.

Ik lees hier geen een beperkte prediking van het Evangelie der genade Gods. Hele steden wordt het Evangelie der Genade Gods gepredikt. Niet een Evangelie voor de hele stad en genade voor de uitverkorenen maar als 1 geheel voor alle hoorders!
Kan het duidelijker?
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Bericht door Bert Mulder »

Ik lees hier geen een beperkte prediking van het Evangelie der genade Gods. Hele steden wordt het Evangelie der Genade Gods gepredikt. Niet een Evangelie voor de hele stad en genade voor de uitverkorenen maar als 1 geheel voor alle hoorders!
Kan het duidelijker?
Heb ik ooit gezegd dat het Evangelie niet aan iedereen verkondigd moest worden? Dat moet het zeker. Het is de dure plicht van de kerk. Zoals wij ook verplicht zijn zendingswerk te doen. Aan iedereen komt de oproep tot geloof en bekering.
En dan moeten wij niet menselijk te gaan redeneren dat wij niet weten of we uitverkoren zijn, en zo niet weten of het "aanbod" voor ons bedoelt is. De Heere weet wie de zijnen zijn, en zal onmiddelijk in hun hart werken.
Mischien begrijpen wij elkaar verkeerd.
Ik zie een aanbod als iets waardoor een reactie van ons nodig is. Een aanbod moet je aannemen, maar een dode zondaar kan niets aannemen. Die moet eerst de levendmaking kennen. Wij worden dus niet zalig door het aanbod, maar door God's genade, die Hij in ons hart werkt.

Wij zijn als het verloren schaap. Het schaap zocht de Herder niet. De Herder kwam niet naar het schaap met een aanbieding. Nee, de Herder zocht het schaap en pakte het op, en bracht het tot de kudde.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
jacob

Bericht door jacob »

Bert Mulder schreef:
Ik lees hier geen een beperkte prediking van het Evangelie der genade Gods. Hele steden wordt het Evangelie der Genade Gods gepredikt. Niet een Evangelie voor de hele stad en genade voor de uitverkorenen maar als 1 geheel voor alle hoorders!
Kan het duidelijker?
Heb ik ooit gezegd dat het Evangelie niet aan iedereen verkondigd moest worden? Dat moet het zeker. Het is de dure plicht van de kerk. Zoals wij ook verplicht zijn zendingswerk te doen. Aan iedereen komt de oproep tot geloof en bekering.
En dan moeten wij niet menselijk te gaan redeneren dat wij niet weten of we uitverkoren zijn, en zo niet weten of het "aanbod" voor ons bedoelt is. De Heere weet wie de zijnen zijn, en zal onmiddelijk in hun hart werken.
Mischien begrijpen wij elkaar verkeerd.
Ik zie een aanbod als iets waardoor een reactie van ons nodig is. Een aanbod moet je aannemen, maar een dode zondaar kan niets aannemen. Die moet eerst de levendmaking kennen. Wij worden dus niet zalig door het aanbod, maar door God's genade, die Hij in ons hart werkt.

Wij zijn als het verloren schaap. Het schaap zocht de Herder niet. De Herder kwam niet naar het schaap met een aanbieding. Nee, de Herder zocht het schaap en pakte het op, en bracht het tot de kudde.
Als je met zulke voorbeelden wilt aantonen dat een mens niet kan moet je de gelijkenis van de verloren zoon uit de bijbel schrappen. Verder kan je ook wel direct alle oproepen van Jezus eruit schrappen. Het waren volgens jouw conclusie's toch maar krokodillen tranen. Hij zei het wel maar twas natuurlijk niet echt. Wees dan eerlijk en noem Jezus een grote hypocriet.

Sorry dat ik wat scherp ben. Maar de bijbel spreekt met 2 woorden in deze. Dat wilde ik graag zo houden. Met redeneren valt het niet klein te krijgen. Onmiskenbaar zit er toch iets in een mens. Net zo onmiskenbaar dat dat niet zo is.

Maar goed, blijkbaar zijn we niet dood genoeg om iets af te wijzen.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Ik zie een aanbod als iets waardoor een reactie van ons nodig is. Een aanbod moet je aannemen, maar een dode zondaar kan niets aannemen.
Dús... is er geen aanbod?
Een dode zondaar wordt opgeroepen tot bekering en geloof. Kan een zondaar zich dan wél bekeren en geloven?
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Bericht door Bert Mulder »

Hierin schep ik mijn troost:
1-18. Tegen degenen die over deze genade der onverdiende verkiezing en gestrengheid der rechtvaardige verwerping murmureren, stellen wij deze uitspraak van den apostel: O mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? (Rom. 9:20); en deze van onzen Zaligmaker: Is het mij niet geoorloofd te doen met het mijne, wat ik wil? (Matth. 20:15) Wij daarentegen, deze verborgenheden met een godvruchtige eerbiedigheid aanbiddende, roepen uit met den apostel: O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen (Rom. 11:33-36).

2-5. Voorts is de belofte des Evangelies, dat een iegelijk, die in den gekruisigden Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe; welke belofte aan alle volken en mensen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekering en geloof.

2-6. Doch dat velen, door het Evangelie geroepen zijnde, zich niet bekeren, noch in Christus geloven, maar in ongeloof vergaan, zulks geschiedt niet door gebrek of ongenoegzaamheid van de offerande van Christus, aan het kruis geofferd, maar door hun eigen schuld.

2-7. Maar zovelen als waarachtiglijk geloven, en door den dood van Christus van de zonden en het verderf verlost en behouden worden, die genieten deze weldaad alleen uit Gods genade, hun van eeuwigheid in Christus gegeven, welke genade Hij niemand schuldig is.

2-8. Want dit is geweest de gans vrije raad, de genadige wil en het voornemen van God den Vader, dat de levendmakende en zaligmakende kracht van den dierbaren dood Zijns Zoons zich uitstrekken zou tot alle uitverkorenen, om die alleen met het rechtvaardigmakend geloof te begiftigen, en door ditzelve onfeilbaar tot de zaligheid te brengen; dat is: God heeft gewild, dat Christus door het bloed Zijns kruises (waarmede Hij het nieuwe verbond bevestigd heeft), uit alle volken, stammen, geslachten en tongen, diegenen allen, en die alleen, krachtiglijk zou verlossen, die van eeuwigheid tot de zaligheid verkoren, en van den Vader Hem gegeven zijn; hen zou begiftigen met het geloof, hetwelk Hij hun, gelijk ook andere zaligmakende gaven des Heiligen Geestes, door Zijn dood heeft verworven; en hen van al hun zonden, zowel de aangeborene als de werkelijke, zowel na als vóór het geloof begaan, door Zijn bloed zou reinigen, tot het einde toe getrouwelijk bewaren, en ten laatste zonder enige vlek en rimpel heerlijk voor Zich stellen.

3/4-3. Overzulks zo worden alle mensen in zonde ontvangen, en als kinderen des toorns geboren, onbekwaam tot enig zaligmakend goed, geneigd tot kwaad, dood in zonden en slaven der zonde. En willen en kunnen tot God niet wederkeren, noch hun verdorven natuur verbeteren, noch zichzelven tot de verbetering daarvan schikken, zonder de genade des wederbarenden Heiligen Geestes.

3/4-4. Wel is waar dat na den val in den mens enig licht der natuur nog overgebleven is, waardoor hij behoudt enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, en ook betoont enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht. Maar zo ver is het vandaar, dat de mens door dit licht der natuur zou kunnen komen tot de zaligmakende kennis Gods, en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken dit licht niet recht gebruikt; ja veel meer het, hoedanig het ook zij, op onderscheiden wijze geheel bezoedelt en in ongerechtigheid ten onder houdt; en dewijl hij dit doet, zo wordt hem alle verontschuldiging voor God benomen.

3/4-6. Hetgeen dan noch het licht der natuur noch de wet doen kan, dat doet God door de kracht des Heiligen Geestes, en door het woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van den Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, zalig te maken.

3/4-7. Deze verborgenheid van Zijn wil heeft God in het Oude Testament aan weinigen ontdekt, doch in het Nieuwe Testament (het onderscheid der volken nu weggenomen zijnde) heeft Hij haar aan meer mensen geopenbaard. Van welke onderscheiden uitdeling de oorzaak niet moet gesteld worden in de waardigheid van het ene volk boven het andere, of in het beter gebruik van het licht der natuur, maar in het gans vrije welbehagen en de onverdiende liefde Gods; waarom ook diegenen, wien buiten, ja tegen alle verdiensten zo groot een genade geschiedt, haar met een nederig en dankbaar hart moeten erkennen, maar in de anderen, wien deze genade niet geschiedt, moeten zij met den apostel de gestrengheid en rechtvaardigheid van Gods oordelen aanbidden en die geenszins curieuslijk onderzoeken.

3/4-8. Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven.

3/4-9. Dat er velen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, noch in God, Die door het Evangelie roept, en Zelf ook dien Hij roept onderscheiden gaven mededeelt; maar in degenen, die geroepen worden; van dewelken sommigen, zorgeloos zijnde, het woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan, maar niet in het binnenste huns harten, en daarom is het, dat zij, na een kortstondige blijdschap van het tijdgeloof, wederom terugwijken; anderen verstikken het zaad des Woords door de doornen der zorgvuldigheden en wellusten der wereld, en brengen geen vruchten voort; hetwelk onze Zaligmaker leert in de gelijkenis van het zaad (Matth. 13).

3/4-10. Maar dat anderen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mens niet toeschrijven, alsof hij zichzelven door zijn vrijen wil zou onderscheiden van anderen, die met even grote of genoegzame genade tot het geloof en de bekering voorzien zijn (hetwelk de hovaardige ketterij van Pelagius stelt); maar men moet het Gode toeschrijven, Die, gelijk Hij de Zijnen van eeuwigheid uitverkoren heeft in Christus, alzo ook dezelfden in den tijd krachtiglijk roept, met het geloof en de bekering begiftigt, en uit de macht der duisternis verlost zijnde, tot het Rijks Zijns Zoons overbrengt, opdat zij zouden verkondigen de deugden Desgenen, Die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, en opdat zij niet in zichzelven, maar in den Heere zouden roemen, gelijk de apostolische schriften telkens getuigen.

3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.

3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.

3/4-13. De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomenlijk begrijpen; ondertussen stellen zij zich daarin gerust, dat zij weten en gevoelen, dat zij door deze genade Gods met het hart geloven, en hun Zaligmaker liefhebben.

3/4-14. Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort; ook niet daarom, dat God alleen de macht om te geloven zou geven, en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven van den vrijen wil des mensen verwachten; maar omdat Hij, Die daar werkt het willen en het werken, ja alles werkt in allen, in den mens teweegbrengt beide, den wil om te geloven en het geloof zelf.

3/4-15. Deze genade is God aan niemand schuldig; want wat zou Hij schuldig zijn dengenen, die Hem niets eerst geven kan, opdat het hem vergolden worde? Ja, wat zou God dien schuldig zijn, die van zichzelven niet anders heeft dan zonde en leugen? Diegene dan, die deze genade ontvangt, die is Gode alleen daarvoor eeuwige dankbaarheid schuldig, en dankt Hem ook daarvoor; diegene, die deze genade niet ontvangt, die acht ook deze geestelijke dingen gans niet en behaagt zichzelven in het zijne; of, zorgeloos zijnde, roemt hij ijdellijk dat hij heeft hetgeen hij niet heeft. Voorts, van diegenen die hun geloof uiterlijk belijden en hun leven beteren, moet men naar het voorbeeld der apostelen het beste oordelen en spreken; want het binnenste des harten is ons onbekend. En wat aangaat anderen, die nog niet geroepen zijn, voor dezulken moet men God bidden, Die de dingen die niet zijn, roept alsof zij waren; en wij moeten ons geenszins tegenover hen verhovaardigen, alsof wij onszelven uitgezonderd hadden.

3/4-16. Doch gelijk de mens door den val niet heeft opgehouden een mens te zijn, begiftigd met verstand en wil, en gelijk de zonde, die het ganse menselijk geslacht heeft doordrongen, de natuur des mensen niet heeft weggenomen, maar verdorven en geestelijker wijze gedood; alzo werkt ook deze Goddelijke genade der wedergeboorte in de mensen niet als in stokken en blokken, en vernietigt den wil en zijn eigenschappen niet, en dwingt dien niet met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, heelt hem, verbetert hem, en buigt hem tegelijk lieflijk en krachtiglijk; alzo dat, waar de wederspannigheid en tegenstand des vleses tevoren ten enenmale de overhand had, daar nu een gewillige en oprechte gehoorzaamheid des Geestes de overhand begint te krijgen; waarin de waarachtige en geestelijke wederoprichting en vrijheid van onzen wil gelegen is. En tenware dat die wonderbaarlijke Werkmeester alles goeds in dezer voege met ons handelde, de mens zou ganselijk geen hoop hebben van uit den val te kunnen opstaan door zijn vrijen wil, waardoor hij zichzelven toen hij nog stond, in het verderf heeft gestort.

3/4-17. Gelijk ook die almachtige werking Gods, waardoor Hij dit ons natuurlijk leven voortbrengt en onderhoudt, niet uitsluit, maar vereist het gebruik der middelen, door welke God naar Zijn oneindige wijsheid en goedheid deze Zijn kracht heeft willen uitoefenen; alzo is het ook dat de voormelde bovennatuurlijke werking Gods, waardoor Hij ons wederbaart, geenszins uitsluit noch omstoot het gebruik des Evangelies, hetwelk de wijze God tot een zaad der wedergeboorte en spijze der ziel verordineerd heeft. Daarom dan, gelijk de apostelen en de leraars die hen zijn gevolgd, van deze genade Gods het volk godzaliglijk hebben onderricht, Hem ter eer, en tot nederdrukking van allen hoogmoed des mensen, en ondertussen nochtans niet hebben nagelaten, hen door heilige vermaningen des Evangelies te houden onder de oefening des Woords, der Sacramenten en kerkelijke tucht; alzo moet het ook nu verre vandaar zijn, dat diegenen, die anderen in de gemeente leren, of die geleerd worden, zich zouden vermeten God te verzoeken door het scheiden dier dingen, die God naar Zijn welbehagen heeft gewild dat te zamen gevoegd zouden blijven. Want door de vermaningen wordt de genade medegedeeld; en hoe vaardiger wij ons ambt doen, des te heerlijker vertoont zich ook de weldaad Gods, Die in ons werkt, en Zijn werk gaat dan allerbest voort. Welken God alleen toekomt, zo vanwege de middelen, als vanwege de zaligmakende vrucht en kracht daarvan, alle heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

dwaling:
1-4a. Die leren: Dat in de verkiezing tot het geloof deze voorwaarde tevoren vereist wordt, dat de mens het licht der natuur recht gebruike, vroom zij, klein, nederig en ten eeuwigen leven geschikt, gelijk alsof aan die dingen de verkiezing enigszins hing.
Want dit smaakt naar het gevoelen van Pelagius, en strijdt tegen de leer des apostels, waar hij schrijft: Wij hebben eertijds verkeerd in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten, en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden), en heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus; opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit de werken, opdat niemand roeme (Ef. 2:3-9).

1-8a. Die leren: Dat God van niemand louter uit kracht van Zijn rechtvaardigen wil besloten heeft hem in den val van Adam en in den gemenen stand der zonde en verdoemenis te laten, of in de mededeling van de genade die tot het geloof en de bekering nodig is, voorbij te gaan.
Want dit staat vast: Hij ontfermt Zich, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil (Rom. 9:18). En ook dit: Het is u gegeven de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven (Matth. 13:11). Insgelijks: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U (Matth. 11:25-26).

2-6a. Die het onderscheid tussen verwerving en toeëigening daartoe gebruiken, opdat zij den onvoorzichtigen en onervarenen dit gevoelen zouden kunnen inplanten, dat God, zoveel Hem aangaat, aan alle mensen die weldaden, die door den dood van Christus verkregen worden, gelijkelijk heeft willen mededelen; maar dat sommigen de vergeving der zonden en het eeuwige leven deelachtig worden, anderen niet, dat zulk onderscheid hangt aan hun vrijen wil, dewelke zichzelven voegt bij de genade, die zonder onderscheid aangeboden wordt, en dat het niet hangt aan die bijzondere gave der barmhartigheid, die krachtiglijk in hen werkt, opdat zij zichzelven die genade boven anderen zouden toeëigenen.
Want dezen, zich houdende alsof zij dit onderscheid in een gezonde mening voorstelden, trachten den volke het verderfelijk venijn van de Pelagiaanse dwalingen in te geven.

3/4-4a. Die leren: Dat de onwedergeboren mens niet eigenlijk noch geheellijk dood is in de zonde, of ontbloot van alle krachten tot het geestelijk goed; maar dat hij nog kan hongeren en dorsten naar de gerechtigheid en het leven, en offeren een offerande van een verslagen en gebroken geest, die Gode aangenaam is.
Want deze dingen strijden tegen de klare getuigenissen der Schrift: Gij waart dood door de misdaden en de zonden (Ef. 2:1, 5); en: Het gedichtsel van des mensen hart is alleenlijk boos, te allen dage (Gen. 6:5 en 8:21). Daarenboven, hongeren en dorsten naar de verlossing uit de ellende, en naar het leven, en Gode een offerande van een gebroken geest opofferen, geldt eigenlijk van de wedergeborenen, en van degenen die zalig genaamd worden (Ps. 51:19 en Matth. 5:6).

3/4-5a. Die leren: Dat de verdorven en natuurlijke mens de gemene genade (waardoor zij verstaan het licht der natuur), of de gaven, hem na den val nog overgelaten, zo wel gebruiken kan, dat hij door dat goed gebruik een meerdere, namelijk de evangelische of zaligmakende genade en de zaligheid zelve allengskens en bij trappen zou kunnen bekomen. En dat in dezer voege God Zich van Zijn zijde betoont gereed te zijn om Christus aan alle mensen te openbaren, naardien Hij de middelen die tot de kennis van Christus, tot het geloof en tot de bekering nodig zijn, genoegzaam en krachtiglijk aan allen toedient.
Want benevens de ervaring van alle tijden betuigt ook de Schrift dat zulks onwaarachtig is: Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israël Zijn inzettingen en Zijn rechten. Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet (Ps. 147:19, 20). God heeft in de verleden tijden al de heidenen laten wandelen in hun wegen (Hand. 14:16). En: Zij (te weten Paulus met de zijnen) werden van den Heiligen Geest verhinderd het Woord in Azië te spreken. En aan Mysië gekomen zijnde, poogden zij naar Bithynië te reizen; en de Geest liet het hun niet toe (Hand. 16:6, 7).

Want als ik door een aanbod zalig zou moeten worden, ging ik voor eeuwig verloren. Toen ik dood was, kon ik niets aanpakken.

Maar God, in Zijn genade, heeft mij, arme zondaar, gevonden, en naar Zijn kudde gebracht.
33 O diepte des rijkdoms,150) beide der wijsheid en der kennis Gods,151) hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen,152) en onnaspeurlijk Zijn wegen!153)
34 Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
35 Of wie heeft Hem eerst gegeven,154) en het zal hem wedervergolden worden?155)
36 Want uit Hem,156) en door Hem,157) en tot Hem158) zijn alle dingen.159) Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.160)


28 En wij weten,72) dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken73) ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen74) geroepen zijn.75)
29 Want die Hij te voren gekend heeft,76) die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn,77) opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.
30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen;78) en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die79) Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.80)
31 Wat zullen wij dan81) tot deze dingen zeggen?82) Zo God voor ons is,83) wie zal tegen ons zijn?84)
32 Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft,85) maar heeft Hem voor ons allen86) overgegeven,87) hoe zal Hij ons ook met Hem88) niet alle dingen89) schenken?90)
33 Wie zal beschuldiging inbrengen91) tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt.92)
34 Wie is het, die verdoemt?93) Christus is het, Die gestorven is;94) ja, wat meer is, Die ook opgewekt is,95) Die ook ter rechter hand Gods is,96) Die ook voor ons bidt.97)
35 Wie zal ons scheiden98) van de liefde van Christus?99) Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard?
36 (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag100) gedood;101) wij zijn geacht als schapen ter slachting.)
37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft.102)
38 Want ik ben verzekerd,103) dat noch dood, noch leven, noch engelen,104) noch overheden,105) noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen,
39 Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods,106) welke is in Christus Jezus, onzen Heere.


28 En wij weten,72) dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken73) ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen74) geroepen zijn.75)
29 Want die Hij te voren gekend heeft,76) die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn,77) opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.
30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen;78) en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die79) Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.80)
31 Wat zullen wij dan81) tot deze dingen zeggen?82) Zo God voor ons is,83) wie zal tegen ons zijn?84)
32 Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft,85) maar heeft Hem voor ons allen86) overgegeven,87) hoe zal Hij ons ook met Hem88) niet alle dingen89) schenken?90)
33 Wie zal beschuldiging inbrengen91) tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt.92)
34 Wie is het, die verdoemt?93) Christus is het, Die gestorven is;94) ja, wat meer is, Die ook opgewekt is,95) Die ook ter rechter hand Gods is,96) Die ook voor ons bidt.97)
35 Wie zal ons scheiden98) van de liefde van Christus?99) Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard?
36 (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag100) gedood;101) wij zijn geacht als schapen ter slachting.)
37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft.102)
38 Want ik ben verzekerd,103) dat noch dood, noch leven, noch engelen,104) noch overheden,105) noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen,
39 Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods,106) welke is in Christus Jezus, onzen Heere.

Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
schaap

Bericht door schaap »

@Bert: Ik wordt even persoonlijk (in hoeverre zo'n forum persoonlijk genoemd kan worden)
Ik vraag me af of je persoonlijk Jezus stem zelf hebt gehoord en dit geld eigenlijk voor iedereen. Volgens mij gun je het dan iedereen en zie je dat iedereen zalig kan worden. Jezus klopt op de deur. Hij wil ZO graag.....

De consequentie van 'jullie' leer is dat het evangelie afgeschaft kan worden! Evangelie = blijde boodschap toch? Maar volgens jou is er voor de wereld die verloren ligt geen blijde boodschap, geen aanbod van genade!!!!!
Weet je wel niet hoe Christus heeft geleden, daarmee zou heel het zonnestelsel mee vergeven kunnen worden. Jezus huilde om Jeruzalem, toch? Deze leer (geen aanbod van genade) is echt een anti-christelijke leer!
Klavier
Berichten: 1514
Lid geworden op: 14 apr 2006, 08:31

Bericht door Klavier »

Mischien begrijpen wij elkaar verkeerd.
Dat hoop ik ook!

Ik ga ervan uit dat de prediking van het Evangelie niets anders is dat het prediken van genade voor de grootste der zondaars.
Genade te verkrijgen door geloof en bekering. Mogelijk voor een ieder die gelooft.
Ik zie een aanbod als iets waardoor een reactie van ons nodig is.
Dat zie je verkeerd. Aanbod betekent dat God een weg ontsluit van genade en deze als mogelijkheid aanbiedt aan alle hoorders.

Genade is voor de gevallen mens te min. Daar is de mens van nature te hoogmoedig voor.
Maar de Heere Laat niet alleen de boodschap van genade en bekering prediken, de Heilige Geest werkt dit door de het Woord.
Daarom moeten we ons onder het Woord stellen, daar wil de Heere zijn Werk verrichten.
En daar wordt de wil vernieuwd.
Dat werk van Gods Geest mis ik zo als je het aanbod zo menselijk neerzet.
Het algemeen aanbod kan juist omdat de Heere het door Zijn Woord predikt en juist daar ook in Werkt door Zijn Geest!
Juist het aanbod voor alle hoorders maakt al die hoorders zo verantwoordelijk.
Als een dode zondaar niet gelooft, wijst hij de aangeboden zaligheid dus af! Oftewel, als een hoorder van Gods Woord blijft zitten waar hij zit is hij DUBBEL schuldig!
Ten eerste omdat hij in zonden ontvangen en geboren is en ten tweede omdat hij de Weg tot behoud afwijst.
Daarmee maakt hij God tot een leugenaar!
Daar kun je toch niet mee stilzitten? Die weg tot behoud wil je dan toch een ieder wel wijzen? Vooral die medemens die het Woord kent en toch niet gelooft!
Een aanbod moet je aannemen, maar een dode zondaar kan niets aannemen. Die moet eerst de levendmaking kennen.
Wij worden dus niet zalig door het aanbod, maar door God's genade, die Hij in ons hart werkt.
Hoe kan een dode zondaar de levendmaking kennen zonder de prediking van de mogelijkheid van die levenmaking?
Met deze constructie leg je een dood spoor in het evangelie!
Genade niet aanbieden omdat de mens het niet kan aannemen is een rare redenering.
Dan ook maar ook geen eis tot bekering, dat kan de mens ook niet
Dan ook maar ook geen eis tot geloof, dat kan de mens ook niet
Waarom bij het aanbod deze redenering volgen en bij de andere eisen van God niet?
Het aanbod van genade voor iedereen wil niet zeggen dat daarbij iedereen het aan kan nemen of dat God daarmee afhankelijk is van menselijk handelen!
Dat is onzin. De Heere belooft er namelijk de Heilige Geest bij die het aannemen Werkt. Dus God doet het zelf!
Zit daar de verwarring, Bert?
Het aanbod van genade voor iedereen maakt de mens juist zo verantwoordelijk. En de Heere is zo goed dat Hij een ieder de mogelijkheid tot behoud biedt.
Dat is waarom alle einden der aarden het Evangelie gepredikt moet worden!

Wij zijn als het verloren schaap. Het schaap zocht de Herder niet. De Herder kwam niet naar het schaap met een aanbieding. Nee, de Herder zocht het schaap en pakte het op, en bracht het tot de kudde.
Is het verloren schaap de ongelovige of een gelovige die hieruit de troost mag putten dat ondanks zijn dwaalziek hart de Herder hem steeds weer terug brengt in de stal?
Ik meen het laatste. Het eerste impliceert dat allen schapen zijn van de Goede Herder. Da's alverzoening. Dat bestreed je in een eerdere post.
Ik denk niet dat deze vergelijking bij dit onderwerp past, ik ga er tenminste vanuit dat je niet bij de alverzoening wilt uitkomen :-)

Ik denk dat we het over een hoop eens zijn:
De val van de mens, de algehele doodstaat het onvermogen van de mens om zelf zalig te worden.
En dat er een weg is tot behoud.
Die weg moet gepredikt worden als mogelijkheid. Want pas DAN is het een Evangelie: Een blijde boodschap.
schaap

Bericht door schaap »

Bert Mulder schreef:
Beste Bert, jij gelooft dat God niet welmenend aan iedereen genade aanbiedt? Volgens mij maak jij nu de klassieke fout, door te gaan redeneren>> als God iets wil, dan gebeurt het ook. Maar in de bijbel blijkt dat de mensen niet gewild hebben! Dus blijkbaar is er een spanning tussen Gods geopenbaarde wil en Zijn verborgen wil. Probeer niet d.m.v. redenaties deze spanning te overbruggen. Zie eerdere postings over arminiaanisme etc.

Maar een ding is gereformeerd en dat is dat God wel een welmenend aanbod doet aan de gehele wereld. (daarom is de mens ook schuldig dat hij Hem heeft verworpen) Lees dat stuk uit de Dordse leerregels wat jezelf hebt gepost!

Na ontvangen genade mag je de TROOST van de uitverkiezing zien.
Nou, mijn God is soverein, en doet alles volgens Zijn goede wil.

Hij is niet beperkt door de onwil der ongelovigen, die zich door eigen schuld in het verderf storten. Die schuld hebben we van nature allemaal, en het is niet ons eigen werk dat we gered worden.
"Door U, door U alleen, om't eeuwig welbehagen'.
Maar God heeft geen liefde voor de verworpenen: Zoals we lezen in Psalm 7:
"God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage25) toornt.26)
13 Indien hij zich27) niet bekeert, zo zal Hij Zijn28) zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen29), en dien bereid. "


Het is geen welmenend aanbod dat ik lees, maar een bevel van geloof en bekering. De DL zeggen duidelijk aan wie Hij wil en wanneer Hij wil:
1-2. Maar hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (1 Joh. 4:9; Joh. 3:16).

1-3. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? (Rom. 10:14, 15).
Een beetje laat maar ik wil toch even reageren op 'jouw' godsbeeld. God is souverein. Dit is een veelgehoorde term en is ook waar. Alleen je vergeet een ding en dat is dat God zich wel aan zijn woord houdt. Hoe souverein dan ook. Als God zegt dat een ieder die tot Hem komt Hij geenszins zal uitwerpen etc etc etc. Dan is dat dus zo!!!! En er zit echt geen verborgen agende in ofzo.
schaap

Bericht door schaap »

schaap schreef:
Bert Mulder schreef:
Beste Bert, jij gelooft dat God niet welmenend aan iedereen genade aanbiedt? Volgens mij maak jij nu de klassieke fout, door te gaan redeneren>> als God iets wil, dan gebeurt het ook. Maar in de bijbel blijkt dat de mensen niet gewild hebben! Dus blijkbaar is er een spanning tussen Gods geopenbaarde wil en Zijn verborgen wil. Probeer niet d.m.v. redenaties deze spanning te overbruggen. Zie eerdere postings over arminiaanisme etc.

Maar een ding is gereformeerd en dat is dat God wel een welmenend aanbod doet aan de gehele wereld. (daarom is de mens ook schuldig dat hij Hem heeft verworpen) Lees dat stuk uit de Dordse leerregels wat jezelf hebt gepost!

Na ontvangen genade mag je de TROOST van de uitverkiezing zien.
Nou, mijn God is soverein, en doet alles volgens Zijn goede wil.

Hij is niet beperkt door de onwil der ongelovigen, die zich door eigen schuld in het verderf storten. Die schuld hebben we van nature allemaal, en het is niet ons eigen werk dat we gered worden.
"Door U, door U alleen, om't eeuwig welbehagen'.
Maar God heeft geen liefde voor de verworpenen: Zoals we lezen in Psalm 7:
"God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage25) toornt.26)
13 Indien hij zich27) niet bekeert, zo zal Hij Zijn28) zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen29), en dien bereid. "


Het is geen welmenend aanbod dat ik lees, maar een bevel van geloof en bekering. De DL zeggen duidelijk aan wie Hij wil en wanneer Hij wil:
1-2. Maar hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (1 Joh. 4:9; Joh. 3:16).

1-3. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? (Rom. 10:14, 15).
Een beetje laat maar ik wil toch even reageren op 'jouw' godsbeeld. God is souverein. Dit is een veelgehoorde term en is ook waar. Alleen je vergeet een ding en dat is dat God zich wel aan zijn woord houdt. Hoe souverein dan ook. Als God zegt dat een ieder die tot Hem komt Hij geenszins zal uitwerpen etc etc etc. Dan is dat dus zo!!!! En er zit echt geen verborgen agende in ofzo.
Alle mensen behoren Hem toe en in die zin kun je zeggen dat alle onbekeerde mensen te beschouwen zijn als die verloren schapen of zonen. Wil niet zeggen dat iedereen zalig wordt natuurlijk.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Bericht door Bert Mulder »

Ik denk dat we het over een hoop eens zijn:
De val van de mens, de algehele doodstaat het onvermogen van de mens om zelf zalig te worden.
En dat er een weg is tot behoud.
Die weg moet gepredikt worden als mogelijkheid. Want pas DAN is het een Evangelie: Een blijde boodschap.
Hier ben ik het zeer mee eens.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Plaats reactie