vragensteller schreef:
Weet je, niet hard bedoeld, maar ik vind dit zo vaag ...
A zegt, B zegt, citaten ontbreken evenals jouw interpretatie van citaten ...
Er staan 3 zeer duidelijke citaten.
Van Halyburton, van Witsius en Van der Groe.
En interpretatie is niet nodig, ze zijn zo duidelijk.
Zal ze nogmaals voor je neerzetten:
Prof. Dr. Thomas Halyburton (1674 -1712)
Halyburton, Een zedig Onderzoek, blz. 15: “…wedergeboorte, het geloven en de
rechtvaardigmaking geschieden alle in een en hetzelfde punt des tijds.”.
Blz. 26: “Er is geen daad van genade die ook maar een ogenblik het
rechtvaardigmakende geloof voorafgaat.”
Prof. Dr. Herman Witsius (1636-1708) :
Witsius, Vier Boecken III, VIII, 59 (blz. 385-386): “Hoewel de uitverkoren zondaar
door Christus vrijgekocht is […] nochtans wordt dat recht dat door Christus is
verworven, aan hem niet toegepast totdat hij wedergeboren en door het geloof met
Christus verenigd worde. […] Terstond nadat hij Christus door het geloof
aangenomen heeft, zo verklaart God in de vierschaar des Hemels dat hij niet meer
onder de toorn maar onder de genade is.”
Theodorus Van der Groe, Schadelijk Misbruik, blz. 17: “Dus moet het dan noodzakelijk door ons
gehouden worden voor een vaste regel in het Christendom, dat zolang als iemand de
Heere Jezus niet kent, met een geestelijke en gelovige kennis van bijzondere
toeëigening voor zichzelf en van een hartelijk vertrouwen op Hem en Zijn genade, op
grond van de beloften des Heiligen Evangelies, hij dan ook nog geen ware
zaligmakende overtuiging bekomen heeft welke ontdekking van zonde, en vloek,
verdoemenis, onmacht, enz. hij schoon anders ook al in zich bevinden moge, en hoe
grotelijks beangst en bekommerd hij daaronder ook wezen moge.”