Calvijn begint in vs 6, in een stuk wat ik hier geciteerd heb, dat deze man een gelovige is die op de proef gesteld wordt. Vervolgens komt hij met een uitleg van die stelling, namelijk: Eén van de hoofdkenmerken van een waar geloof is dat het gehoorzaamd, ook in een weg van onmogelijkheden.Erasmiaan schreef:Calvijn zegt dat de man bij zijn eigenlijke bekering, als de Heere Jezus hem vindt, pas waarlijk tot geloof komt in Christus als de Zoon van God, maar dat hij op dat moment nog zeer weinig weet van Christus. Calvijn praat niet zo massief over het geloof als jij doet. Daarvoor geloofde hij Jezus op Zijn Woord, dat hij naar Siloam moest. Maar dat is nog niet het zaligmakende geloof want jouw belijdenis is toch ook wel dat we alleen in een Goddelijke (en menselijke) Jezus kunnen geloven ter zaligheid.memento schreef:Calvijn: Deze man is een gelovige, wat blijkt uit zijn gehoorzaamheid.Erasmiaan schreef:Ik heb Calvijn gisteravond nagelezen over dit hoofdstuk. De uitkomst is verrassend. Ik durf zelfs te zeggen dat ds. Schot, voordat hij een prekenserie over deze geschiedenis hield, eerst Calvijn heeft geraadpleegd (omdat hij dit regelmatig in zijn andere preken ook aangeeft).
Maar ook aan huisman de vraag: wat klopt er niet met wat ds. Schot opgeschreven heeft en waarom niet?
Ds. Schot: Deze man is een ongelovige, die eerst aan zijn zonde ontdekt moet worden,
Maar ik ben benieuwd naar de citaten die je stelling onderbouwen. Ik heb Calvijn gelezen, maar herken niet echt wat je omschrijft. Misschien wil je de concrete citaten even geven, want het kan natuurlijk dat ik er over heen gelezen heb, of dat ik niet helemaal helder heb wat je probeert te zeggen.
Volgens mij begrijp je iets niet. Hij merkt negen trekken op, in deze geschiedenis, die hij benoemd, en die in het stuk der bekering ook menigmaal gekend worden.[/quote]en dan ..., en dan ... (tot 9 keer toe)
Die 9 trekken noemt Calvijn niet (in tegenstelling tot wat hier door sommigen gesteld wordt). Ik zou daar wel citaten van willen zien uit Calvijn...